Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: te weinig tot de kern komen]
je hoort nogal eens van mensen de klacht dat ze zoveel met randzaken bezig zijn, en zo weinig met de kern van hun werk. Bijvoorbeeld in de zorg: administratie en registratie van alles wat is gedaan, vraagt veel tijd – tijd die niet beschikbaar is voor waar het uiteindelijk om gaat: de patiënten helpen. Iemand klaagde: ze vragen een diploma verpleegkunde voor deze functie, maar ze hadden er ook een typediploma bij moeten vragen!
De kern die randzaak dreigt te worden. Ook in het onderwijs hoor je erover. Allerlei administratielast daar net zo goed, maar ook dit: allerlei dingen worden op het bordje van de school gedropt die daar vroeger niet lagen. Burgerschapsonderwijs, sociale vaardigheden, aandacht voor gezond eten, en nog meer. Allemaal goed en wel, maar, zo verzucht een docent: moeten ze niet eerst gewoon goed leren rekenen en schrijven?
Denk ook aan de overheid. Veel mensen zijn er druk met veel dingen, maar waar héb je ook al weer een overheid voor, en wordt dat bereikt?
Zou het ook in de kerk zo kunnen gaan? Dat er veel gedaan wordt en veel gedacht, maar dat gaandeweg de kern in de knel komt? misschien moeten we wel even denken: wat ís ook al weer de kern van kerk-zijn, van gelovig leven? Wel, dat houdt de tekst van vanmorgen ons voor. 1 Johannes 4 vers 10. “Het wezenlijke – de kern, zeg maar – is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden”. Dat is de kern. Dat wat ook die allerbekendste Bijbeltekst uit de hele Bijbel zegt, Joh. 3:16 “God had de wereld zo lief, dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft…” Wat er verder ook mag zijn, dit is wat centraal moet staan in ons geloof. Altijd! Gods liefde, getoond in de komst van zijn Zoon. Dit is waar het heilig avondmaal ons telkens op wijst, ook vandaag. Het is maar goed dat we het heilig avondmaal hebben, want zelfs in preken kan de kern naar de rand schuiven – ik zeg het met schaamte.

[het tekortschieten van onze liefde]
Het Bijbelgedeelte dat wij lazen, begon met een oproep: “broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben”. Dat is nu eens een oproep waar niemand iets tegen kan hebben! Het wordt ook nog herhaald in vers 11 en in vers 21. Liefde, dat moet het leven typeren van een volgeling van Jezus Christus. Liefde, niet als een warm gevoel, maar die liefde waar Paulus in dat beroemde Bijbelhoofdstuk over spreekt – 1 Korinthe 13. Liefde, als die houding waarin je niet jezelf vooropzet maar het goede voor de ander zoekt. Liefde die altijd probeert het goede te zien ín de ander. Liefde die geduldig is, en opofferend, en nooit jaloers. Wat zou het geweldig zijn als iedereen uit deze liefde leefde! Wat zouden we een paradijs op aarde hebben!
Echter, een oproep is goed, maar of je het ook doet? als ik eerlijk ben schiet ik nogal eens tekort, en u vast ook. En ons Bijbelgedeelte gaat verder: “wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde”. Dat is nogal een scherpe uitspraak! Ken je de Heer dan wel echt? Want als je bedenkt hoe vaak je níet gedreven worden door liefde… liefdeloze opmerkingen, zelfzuchtige daden, hatelijke gedachten – wil je echt beweren dat je daar helemaal vrij van bent? “Ieder die lief heeft is uit God geboren en kent God, wie niet liefheeft kent God niet”. Hoe langer ik daarover nadenk hoe meer ik in een doolhof terechtkom. Ja, ik gelóóf in God, maar dat is blijkbaar niet genoeg. Soms leef ik liefdevol – maar soms ook niet. Kom ik zo ooit uit bij God en zijn liefde?
Het doet me denken aan een doolhofpuzzel waar kleine kinderen zelf mee bezig zijn. Het ene kind is een hele tijd aan het proberen, gaat met zijn potlood de ene doodlopende gang in na de ander. Een ander kind heeft binnen de kortste tijd de juiste weg door het doolhof ingetekend. “hoe heb je dat nu gedaan?” vraag je verbaasd. En het kind zegt: “oh, Ik ben gewoon aan de andere kant begonnen, dan is het veel makkelijker!”

[problematiseren en ophelderen van ‘God is liefde’]
Precies datzelfde doet de Bijbeltekst van vandaag. Het wezenlijke, zo mogen we horen, is niet onze liefde, maar Gods liefde. Als je aan het verkeerde einde begint – onze liefde voor God en anderen, of ons gebrek daaraan, dan is het een moeilijk doolhof. Maar als je aan de andere kant begint, dan is het anders! Daar moeten we starten, niet bij onszelf, maar bij Gods liefde. Het Bijbelgedeelte zegt zelfs: “God is liefde”. Hij heeft ons lief, hoezeer wij ook tekortschieten in liefde en andere goede dingen. Als we hier beginnen, dan kom je tot de kern. De as waar alles om draait in het geloof. De uitweg uit het doolhof. Gods liefde, getoond in zijn Zoon.
Maar misschien denkt iemand wel: ‘nou… ik weet niet of we zo niet evengoed in een doolhof verstrikt raken. ‘God is liefde’ – heldert dat alles op? Volgens mij krijg je dan juist allerlei vragen. Zo van: “als God liefde is, waarom is er dan zoveel ellende in de wereld?”‘ Dat is een diepe vraag, al weet ik niet of de mensen die hem stellen altijd echt een antwoord willen… Eén ding is zeker: God is God, en Hij gaat ons begrip verre te boven. Zelfs de woorden ‘God is liefde’ zijn niet een soort definitie van Hem. Wij kunnen de Almachtige niet vatten, en zeker niet door om je heen te kijken in de wereld. Johannes schrijft in vers 12 van ons gedeelte: “niemand heeft God ooit gezien” – ook niet daarin.
Maar weet je wat nu het mooie is van dit gedeelte? Bijna direct erachteraan schrijft Johannes “We hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen”. Hij heeft wél iets gezien! Wat dan ? Dit. “We hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen: dat de Vader zijn Zoon gezonden heeft als redder voor de wereld”.
Johannes heeft Jezus gezien, is drie jaar lang intiem met Hem omgegaan. En daarom durft hij vol vertrouwen te zeggen: God is liefde! Bij Jezus moet je zijn, wil je weten wat Gods liefde is. Bij Jezus moet je zijn, om uit het doolhof te komen en tot de kern! Op Hem wijst het Heilig Avondmaal ons vandaag, opdat wij niet vergeten.

[Gods liefde in het zenden van Jezus]
Want hier gaat het om. Niet over een abstracte God, die gelijk is aan het principe ‘liefde’. Het gaat om God die liefheeft. Niet een eenzame God op de hoogste top, maar een God van relatie. Van warmte en verbinding. Zó is onze God. En daarom, daarom heeft Hij zijn Zoon gestuurd, Jezus. Daarom is Hij in Hem Zelf bij ons gekomen. Om de relatie te herstellen, om mensen in zijn liefde te trekken en eruit te laten leven! God is liefde – Hij is relatie in Zichzelf, dat is wat het begrip ‘Drie-eenheid’ wil zeggen. Maar dat is nog ver van ons. God is liefde, en daarom… heeft Hij ons mensen opgezocht. Wij, mensen die zo liefdeloos zijn uit onszelf, zo wantrouwig en wanhopig tegelijk, zo egocentrisch en ellendig. God heeft ons opgezocht, in Jezus. Opgezocht ‘opdat wij door Hem zouden leven’ zegt de tekst. Zodat mensen, zodat jij en ik in een ander leven komen: niet gestempeld door nemen, maar door geven, niet vol leegheid maar vol liefde! Als Hij in je leven is.
Jezus, Hij brengt mensen bij God en God bij mensen. En al onze mistappen en mislukkingen dan? Alles in ons wat totaal niet past bij een God die liefde is? Hoe kan het dat jij of ik bij Hem zou mogen horen? Ook daar heeft Jezus voor gezorgd. Hij is gezonden, zegt onze tekst ‘om verzoening te brengen voor onze zonden’. Hij heeft al onze zonde en al ons kwaad gedragen. Verdragen, dat ook, in heel zijn leven, maar ook gedragen, toen Hij werd gedood aan het kruis. Het grote wonder van het geloof: Hij droeg onze schuld, en Hij liet het verdwijnen in het zwarte graf. Maar daarna stond Hij op, en deelt ons zijn leven uit. Ook vandaag, in brood en wijn, en overal waar Hij wordt geloofd.
In Jezus’ dood aan het kruis zie je op het diepst wat liefde is. Liefde die álles voor ons over heeft. Zelfs pijn, zelfs vernedering, zelfs de dood. Zó groot is Zijn liefde, voor miserabele mensen. Voor jou, voor u, voor mij!

[slot]
Kijk, en daar wijst nu precies het Avondmaal op. Op de kern. Op Jezus die gekomen is. Op Hem, die zijn leven gaf uit liefde, en die opstond om ons te laten opstaan in een nieuw leven. Een leven als kind van God, die liefde is. Een geliefd kind. Is dat niet wat iedereen diep in zijn hart wil horen? ‘Je bent geliefd’… Of nog eenvoudiger ‘ik hou van jou’. En dat, o wonder boven wonder, dat mág je horen. Uit de mond van God. Verzoening, daar hoor je het woord ‘zoen’ in, met eerbied gesproken. Die wordt op je gedrukt, die is te proeven in het brood dat zijn gebroken lichaam is, in de wijn die zijn bloed is dat vloeide voor jou. God is liefde – liefde voor jou.
De Rooms-Katholieke kerk heeft groot gelijk dat ze vaak de eucharistie vieren. Al valt de preek dan soms tegen, de kern staat er dan toch. Het geheim in brood en wijn “Dat [God] ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft verzonden tot verzoening voor onze zonden”. Dat mag je horen, dat mag je proeven, daar mag je uit leven. Daarover vanavond meer, over dat wij moeten en mogen leven uit Gods liefde. Dat is soms nog een hele zoektocht, een heel doolhof, hoe je leven kunt in liefde. Vaak falen en verdwalen we… Maar laten we vanmorgen maar aan de andere kant van het doolhof beginnen. “Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad”.

Hem zij alle eer, nu en altijd. Amen!