Gemeente van Jezus Christus,
[het verdriet van Martha en Maria schetsen]
De Bijbelwoorden die ik vanmorgen centraal wil zetten, zijn de kernwoorden uit het gedeelte dat wij lazen. Vers 25, waar Jezus zegt: ” Ik ben de opstanding en het leven”. [Herhaal]. Voor we ons echter overgeven aan allerlei diepe theologische gedachten, lijkt het me goed als we eerst maar eens aansluiten bij Maria en Marta.
Maria en Martha woonden samen met hun broer Lazarus in een huis. Blijkbaar waren ze alle drie ongetrouwd. Jarenlang leefden ze rustig, maar toen… Toen werd Lazarus ziek. Wie het wel eens meegemaakt heeft bij een geliefde, weet wat een onrust en bezorgdheid dat kan brengen. Zeker als de ziekte ernstig blijkt te zijn. En dat was hij bij Lazarus. Wat is het moeilijk te bevatten, wat doet het pijn als je als familie merkt dat een geliefde niet meer beter zal worden. Wat moet je? Je grijpt elke mogelijkheid aan waar misschien nog genezing te vinden, zeker als iemand nog niet oud is – en Lazarus was nog niet oud. Tegenwoordig zou je misschien voor een experimentele behandeling gaan, of uitwijken naar een buitenlandse kliniek. Maria en Marta kijken ook rond, nu de dokters machteloos staan. Zij, in hun tijd, sturen een boodschap naar Jezus. Want ze weten: Jezus kan mensen genezen, dat heeft hij vaak gedaan. Jezus komt echter niet, althans niet op tijd. En Lazarus – sterft. Lazarus wordt begraven. Het huis vult zich met verdriet.
Vandaag zijn er families bij ons, die ook iemand verloren hebben. Lees verder