Tags
Uit de Bijbel is gelezen psalm 136 en Titus 3:1-7
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
in de begintijd van het christelijk geloof was er soms verwarring over hoe je dit nieuwe geloof moest noemen. Mensen wisten er niet het fijne van, hoe moest je deze opkomende groep nu aanduiden? Sommige heidenen, zo weten we uit geschriften van de kerkvaders, meenden te weten dat die lui ‘chrestianoi’ heetten. ‘Chrestianoi’ – dat is een verbastering van ‘christianoi’, christenen, Volgelingen van Jezus Christus. Mensen hadden blijkbaar dat woord ‘christianoi’ opgevangen, maar het verkeerd begrepen. ‘Chrestianoi’, dachten ze. En weet u, dat is eigenlijk best een mooie naam! Want wat betekent dat? ‘De vriendelijken’. De mensen van dat nieuwe geloof, dat zijn de ‘chrestianoi’, de vriendelijken. Het zegt wel iets over hoe onze eerste broeders en zusters in het leven stonden. Als ze afstandelijk en nors waren geweest, was dit misverstand nooit ontstaan. Nee, mensen verstonden ‘dat zijn chrestianoi – vriendelijken’ en ze vonden dat een logische aanduiding, passend bij hoe ze leefden.
Christenen – vriendelijken. Zouden ze dat van u en mij zeggen? En van onze gemeente? Het zou zo moeten zijn, denk ik. Want, zo horen we in de Bijbel, de vrucht van de Geest is vriendelijkheid. De vijfde vrucht van de Geest, daar staan we vandaag bij stil. Lees verder