Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
waarom bent u hier, op kerstmorgen? Waarom bent u vandaag, op een maandag, naar de kerk gekomen? We zijn met velen, moet ik zeggen, en dat is mooi. Maar waarom?
Tja, zegt iemand, dat hoort er toch bij met Kerst. Om de bekende kerstliederen te zingen, denkt een ander misschien. Of om in de kerstsfeer te komen. Maar nogmaals, waaróm hoort dat erbij vandaag? Wat is de verbinding tussen kerst en kerk?
Het antwoord is eigenlijk heel eenvoudig. In de kerk hoor je wáárom het feest is met kerst. Uit de Bijbel vernemen we wat er te vieren is vandaag. “The reason for the season”. Kerst is niet zomaar een lichtjesfeest of een familiefeest, nee… het is een gedenkdag. Er is iets gebéurd, 2000 jaar geleden, en daarom is het feest vandaag! “En het geschiedde” zegt de Bijbeltekst die we lazen. Er is iets gebeurd dat alles anders maakt, lang geleden in Bethlehem.
Ik wil vanmorgen samen met u kijken naar een drieluik. . In veel musea en kathedralen zijn oude schilderijen in drie stukken te vinden, drieluiken. In het midden een grote afbeelding, en aan beide kanten een kleiner schilderij, twee keer zo smal. Tussen de stukken scharnieren, zodat je het geheel dicht kunt klappen: de beide zijstukken bedekken samen precies het centrale schilderij, als luiken!
Laten we zo’n drieluik eens even open doen. Als je een drieluik bekijkt, is meteen duidelijk wat het belangrijkste is: het middendeel. Daar staat het hoofdonderwerp op afgebeeld, niet te missen. Maar tegelijk zijn de zijstukken ook onmisbaar, als contrast of aanvulling. In dit geval van dit drieluik: Jezus’ geboorte centraal, en de herders en de wijzen als zijstukken.
Nu wil ik vanmorgen met u en jou kijken naar het “drieluik van Jezus’ geboorte”. Dat ziet er toch net iets anders uit dat dit plaatje, minder zoetig ook. De evangelist Lukas, de schrijver van wat we net lazen, presenteert ons namelijk het kerstverhaal in drie delen. Driemaal gebruikt hij eenzelfde uitdrukking om een stuk af te bakenen: “en het geschiedde”. In de Nieuwe Bijbelvertaling is dat weggelaten, omdat het geen gewoon Nederlands is. Maar ook in de grondtekst was het geen gewoon Grieks, het viel op, als rare Hebreeuwse uitdrukking. Ik heb daarom vandaag met opzet uit de Herziene Statenvertaling gelezen. Daar komen deze woorden wel telkens terug, en dat is goed. En dan zie je het volgende.
Het begint er al mee, in vers 1, “en het geschiedde …in die dagen, dat er een gebod uitging van keizer Augustus dat heel de wereld ingeschreven moest worden”. Maar ook in vers 6 lezen we het: “en het geschiede, toen zij daar waren dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou, en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg”. En in vers 14 weer: “en het geschiedde… toen de engelen van hen weggegaan waren naar de hemel, dat de herders tegen elkaar zeiden” – en wat ze zeiden horen we zo. Zo, door die woorden ‘en het geschiedde’ wordt het kerstverhaal verdeeld als een drieluik. Laten wij vanmorgen eens aandachtig kijken naar dit Bijbelse drieluik, wat daar dan wel te zien is.
[1e tafereel: de wereld die draait]
Om te beginnen het eerste zijpaneel. “En het geschiedde in die dagen.., dat er een gebod uitging van keizer Augustus dat heel de wereld ingeschreven moest worden”. Ik ga niet de hele tijd plaatjes tonen. Ik zal maar proberen om met woorden te schilderen, en doet u en doe jij mee met je verbeeldingskracht!
Wat zien we in gedachten op het eerste paneel van het drieluik, dat van ‘en het geschiedde in die dagen…’? We zien een wereld waar keizer Augustus de dienst uitmaakt. Hij geeft een bevel en iedereen komt in beweging. De keizer houdt een volkstelling, waarom? Om belasting te kunnen heffen, en om te weten hoeveel dienstplichtigen er te verwachten zijn. Meten is weten is macht, immers? Ingeschreven worden, dat woord valt telkens. Een mens wordt een nummer. Het is een wereld van aanslagen en dossiers.
“En het geschiedde in die dagen.., dat er een gebod uitging van keizer Augustus dat heel de wereld ingeschreven moest worden. Deze eerste inschrijving vond plaats toen Quirinius over Syrië stadhouder was. En ze gingen allen op weg…” We zien hier voor ons hoe de wereld werkt. De keizer, daaronder de stadhouder, en daaronder de gewone man die geen keus heeft. Gaat het slecht? Nee, eigenlijk niet. Keizer Augustus stond bekend als een goede keizer. Onder zijn regering was er decennialang vrede, na een tijd van onrust. De welvaart nam toe. Een volkstelling zoals hij houdt wijst ons op de gewone loop van de zaken. Kinderen worden geboren en groeien op, ouderen sterven. Mensen verwerven bezit of verarmen juist. Machthebbers regeren en armen creperen. Het gaat zoals het in de wereld gaat. Er ís tenminste een regering die voor orde zorgt, en ieder probeert er het beste van te maken. De wereld van het gewone.
Dit eerste paneel, het komt me vertrouwd voor. Ik zal het u nog sterker vertellen – ik sta er zelf op. En u ook, en jij! Dit is de wereld waarin wíj leven. Niet dan? Belasting en bevolkingsregister, opgroeien en oud worden, je eigen weggetje vinden op het aardoppervlak, en vaak niet meer dan een nummer zijn… Het vervelende is: in dit plaatje is geen plek voor God, geen plek voor liefde en vreugde die niet voorbijgaat. Alles loopt maar door, in het bekende spoor. Als ik het probeer vóór me te zien, dan is het een afbeelding met grijsbruine kleuren, onder een bleke winterlucht. U en ik, wij léven erin! Het eerste paneel!
[2e tafereel: Jezus’ geboorte Gods grote daad]
Maar dan het tweede paneel, het middenstuk. Jozef en Maria zijn op weg gegaan naar Bethlehem. “En het geschiedde, toen zij daar waren…” Wat gebeurt er dan? Wat geschiedt er? Nu komen we bij het centrale middenpaneel van ons schilderij, datgene waar het op aankomt, wat onze aandacht moet hebben. Wat zien we hier? Jezus’ geboorte. Wat er gebeurt, én wat het betekent – dat is niet te scheiden.
Wat gebeurt er? Wel, allereerst een moeder die een kindje krijgt. “En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou. En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe”. Dit is het bekende plaatje van kerst, we zagen het net al midden in het drieluik : een kindje in de kribbe met zijn ouders eromheen. Inderdaad, dat is wat er gebeurde met Kerst: er wordt een kindje geboren, zo rond het jaar 0, in Bethlehem. Kerst draait om een féit, daar en toen geschied, gebeurd. Zonder dat feit ontspoort je kerst compleet, in kerstbomen en kerstmannen en kerstdiners.
Ach, en dat feit weet u ook wel, denk ik. Een kindje geboren, heel vertederend en zo. Pasteltinten zoals op deze plaat. Maar… als we het hierbij houden, missen we nóg waar het om gaat. Als u de kerstman vervangt door een kerststalletje, bent u er nog niet! Er zijn wel meer schattige kindjes geboren de laatste 2000 jaar, toch?
Het is niet voor niet niets dat het centrale stuk van ons drieluik gróter is. De boodschap van de engel aan de herders staat óók in het middenpaneel!. Wat zegt de engel? “Ik verkondig u grote blijdschap! Namelijk dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is; Hij is de Messias, de Heer”. De engel vertelt ons wat er hier gebeurt. Jezus is niet zómaar een kindje. Er is een kind geboren, en deze baby is de Zaligmaker; of we kunnen nog beter vertalen, de Redder. Dát is waar het om gaat met Kerst.
Niks pasteltinten! Hier komen heel andere kleuren: rood en goud, geluid van een trompet, een machtig koor… “Ere zij God, en vrede op aarde”! Dit kindje is de Redder, de Messias, de Heer. Dat is het centrum van ons drieluik – de baby en de betekenis, sámen. De Verlosser is verschenen!
[Jezus = Redder]
Maar, vraagt iemand, wat is dat dan, een Verlosser, een Redder? En moet dit kleine kindje redder zijn? Ja! Het is pas het begin natuurlijk. Jezus is geen baby in een voerbak gebleven. Maar híer begint Gods geweldige ingrijpen in onze wereld. Ik zou zeggen: kom tot Pasen elke week in de kerk, dan hoort u het vervolg uitgebreider. Maar ook nu, met Kerst, mag ik u die goede boodschap in het kort brengen.
Jezus maakt dat mensen, dat u en ik, vérder kunnen komen dan de grijze wereld uit het eerste paneel van ons drieluik. Jezus is redder! Moet ik dan gered worden, en u? Ja! Uit onszelf zitten we vást in dat linker zijpaneel. Het grauwe leven, een nummer zijn onder zovelen. En nog meer: je zit vaak gevangen in dingen die je deed. Fouten die je maakte. Je voelt je schuldig, en je bént het ook; en tegelijk ben je ook slachtoffer. Alsof we met ons allen gevangen zitten onder de kaasstolp van een bleke winterhemel…
Maar nu komt Jezus! En hij is de Redder. Hij is een mens zoals jij, maar hij doet ánders – Hij zit niet vast in het bestaande. Hij zegt ongehoorde dingen, en hij doet ze ook: heb je víjand lief. Hecht niet aan wat je bezit. Zoek geen macht. Alles ‘is niet zoals het is’ – er is een God die van je houdt! Een God die jou gemaakt en gewild heeft! Vertrouw maar op Hem, dan verandert alles. Wat een boodschap! Alsof er ineens ándere kleuren doordringen in de grauwheid. Jezus’ woorden zijn licht, zijn leven, zijn uniek!
En niet alleen Jezus’ woorden, ook zijn daden. Hij laat zién hoe het anders kan. In hoe Hij zelf leeft, maar ook in verbijsterende daden. Zieken worden genezen, gehandicapten geheeld. Doden staan op. Je ziet glimpen van een nieuwe wereld. En het wonderlijkste van alles: Hij is er niet onder te krijgen. Hij werd gedood, want de bestaande orde voelde zich bedreigd, de bezitters en belastinginners. Maar zelfs Hem doden werkt niet. Hij lééft, hij stond op uit het graf. En de kracht die Hem leven geeft, werkt in ieder die Hem gaat volgen. Je leven wordt vernieuwd, je kwaad wordt weggewist. Je krijgt hoop die niet te blussen is, zelfs door de dood niet. Je wordt iemand die niet meer van deze wereld is…
Ik zou wel door kunnen blijven praten. Al deze dingen gaat Jezus brengen. Hij, deze baby, is de Redder! En nu, op het eerste Kerstfeest, is Hij gekomen. Het kind dat alles verandert. Dát mogen we vandaag in gedachten zien op het middenpaneel: een klein kindje dat de wereld transformeert. De mooiste kleuren zijn nog niet genoeg om het af te schilderen!
[3e tafereel: de reactie]
Maar nu tenslotte nog het derde paneel. “En het geschiedde, toen de engelen van hen weggegaan waren naar de hemel, dat de herders tegen elkaar zeiden: laten we naar Bethlehem gaan!” Wat zien we hier? We zien, net als op het eerste paneel, weer gewone mensen: herders, een moeder, omstanders. De kleuren worden weer wat aardser. Maar ook dit paneel zit vastgescharnierd aan het middenstuk! We zien de reactie van de herders op wat er gebeurd is die nacht. Ze horen het nieuws, en meteen komen ze in beweging. Een ándere beweging dan in het eerste paneel. Niet bestuurd door een keizerlijk commando, maar bestuurd door de boodschap: een kind geboren dat Redder is! “En zij gingen met haast, en zij vonden Maria en Jozef, en het Kindje liggend in de kribbe”.
En nu u en ik! Wij horen precies dezelfde boodschap, wij kennen het kerstgebeuren en de betekenis misschien nog wel beter dan de herders – voor de hoeveelste keer hoort u deze geschiedenis vandaag? Maar… is er bij ons ook een reactie? Of horen we het, zingen we een kerstlied en gaan we verder met ons leven van alledag? Blijven we in het linkerpaneel? Ik bid dat we allemaal úit het linkerpaneel, het grauwe leven zonder God, via het centrale stuk naar de ándere kant gaan!
Wat is onze reactie? Als u van Jezus hoort, de Redder, wat doe je dan? De herders gaan op zoek, ze willen meer weten, dichterbij komen. En ze vinden het kind in de kribbe. Meer dan een baby’tje is het niet. Maar ze geloven: ja, dit is werkelijk de Redder die God beloofde. Ze zien veel in Hem, ze komen in beweging. En als jij en u van Jezus hoort vandaag, dat Hij zo bijzonder is, zou je dan ook niet op zoek gaan, meer willen weten? Opdat u Hem vindt, en uw leven voorgoed verandert! Lees de Bijbel, stel je vragen! Zoek mensen op die Hem kennen – hier in de kerk zijn er velen.
Of misschien bent u al jaren een trouwe kerkganger, weet u van de Verlosser in uw leven. Ook dan zijn de herders ons ten voorbeeld. Hun mond kan niet zwijgen over dit grote wonder. Ze vertellen het aan anderen, en ze loven en eren God. Waarom? Om “alles wat ze gehoord en gezien hebben”. Laten wij dan ook niet zwijgen! Laten we zelf steeds naar het middenstuk van het drieluik blijven kijken en ons verwonderen, en ervan spreken. En laten we bovenal de grote Kunstenaar eren, die dit meesterwerk maakte!
[Slot]
Een drieluik. Middenin gebeurt het belangrijkste. De baby en de boodschap – die is centraal met Kerst! “Voor u is heden geboren de Redder, Christus, de Heer”. En tegelijk zijn er die zijpanelen, de wereld voor en na Kerst.
Op oude drieluiken kun je soms iets bijzonders opmerken. Op één van de zijpanelen werd soms de opdrachtgever afgebeeld, degene die het schilderij betaald had. Ergens aan de zijkant konden zijn dorpsgenoten ineens een bekend gezicht terugzien. Hij zat ín het drieluik!
Dan is vanmorgen de vraag waar wíj in het drieluik zitten. Waar wij ons portret terugvinden in dit ‘drieluik van Jezus’ geboorte’. Sta je misschien links, in de grauwe wereld zonder God? In het leven dat doordraait onder een grijze winterhemel? Of heb je het midden echt gezien? Sta je rechts, bij de mensen die in beweging komen door de woorden over het Kind? Mensen van wie het leven kleur krijgt en vaart en verwachting? Waar staat u, en waar sta jij en ik in dit plaatje? Welke kleuren heeft úw leven?
Want lieve mensen, er is iets geschied, iets gebeurd: Jezus is gekomen, de Redder! Kijk naar dit drieluik, geloof, en ga mee!
Amen