Tags
Gemeente van Jezus Christus, hier en thuis,
[intro]
Stel je voor, je loopt ‘s avonds over straat. Niet hier in Woudrichem, maar ergens in Amsterdam of een andere grote stad. Je loopt ‘s avonds over straat – het is een nogal smalle en vervallen straat – en ineens zie je een enorme hond aankomen. En niet zomaar, hij kijkt naar je en komt nogal dreigend jouw richting op lopen. Jij bent alleen, wat doe je op zo’n moment…?
Daar kun je natuurlijk van alles voor bedenken, wat je zou doen en hoe het af zou lopen. Volgens psychologen komt je eerste impuls altijd neer op één van deze dingen: fright, flight of fight. Als er plotseling een dreiging is, ga je als vanzelf voor deze keuzes. Fright: verlamd zijn van angst, bevriezen als het ware, en hopen dat het gevaar vanzelf over gaat. Dat de hond verder zal gaan. Of flight: vluchten, er vandoor gaan zo snel je kunt, en hopen dat die hond je niet pakt. Of fight: vechten. Je spieren spannen, rondkijken of er ergens een stok of een steen ligt om je te verdedigen.
Fright, flight of fight – bevriezen, vluchten of vechten. Dat zijn ook de dingen die we vandaag tegenkomen in het verhaal van David en Goliat. Kijk maar mee in je Bijbel. In vers 11 staat: ‘Saul en het leger van Israël stonden verlamd van schrik’ – fright. In vers 24 lezen we ‘bij het zien van Goliat renden de soldaten angstig weg’ – flight. En gevochten wordt er natuurlijk ook, door de dappere David.
Maar… wat heeft dit alles ons te zeggen? Dat vechten beter is dan vluchten of verlamd staan van angst? Nou nee… ik denk dat het over heel iets anders gaat hier! U of jij weet misschien nog de vorige preek over David, het vorige hoofdstuk. Daar hoorden we als kernzin“de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Heer…”. Nu, in het volgende hoofdstuk, gaat het óók daarover. Zie je aan wat voor ogen is, of kijk je verder? Zie je alleen een onoverwinnelijke reus, of houd je iets anders voor ogen? Daar wil ik vanmorgen met u bij stilstaan. Lees verder