Tags
Uit de Bijbel is gelezen: 1 Korinthe 1:10-13, 3:4-15, 21-23
Gemeente van Jezus Christus in Woudrichem, gasten en genodigden,
[intro]
ik begin even met een voorbeeldje voor de kinderen die in de kerk zijn gebleven. Het is bijna Sinterklaas, aanstaande dinsdag. Stel je nu voor dat je oma een eind weg woont, in Groningen bijvoorbeeld, en ze wil je toch iets moois geven voor Sinterklaas. Dan kan ze een cadeau voor je kopen en dat bij je thuis laten bezorgen. Ze belt op, en ze zegt dat ze van je moeder gehoord heeft dat je graag dat grote legopakket wil hebben, of dat dure spel. En… dat heeft ze gekocht, dat komt eraan! Dan zit je best uit te kijken tot dat pakket komt, denk ik. Maar nou even een vraag: als dat pakket komt, maakt het jou dan veel uit door wie het bezorgd wordt? Door iemand van post NL, of door een geel busje van DHL, of door de service van DPD…? Ik denk het niet. Het gaat om het cadeau, en dat het voor jou is, en van wie het komt en wat erin zit. Ja toch?
Dat nog een voorbeeld voor de volwassenen onder ons. Je gaat een keer met je partner uit eten in een echt goed restaurant, een sterrenrestaurant. Maakt het je dan heel veel uit welke ober de gerechten komt brengen, en of het bij elke gang wel dezelfde ober is? Ik denk dat je het veel belangrijker vindt wie er in de keuken staat, en wat die voor jullie maakt!
Twee voorbeelden. Waarom begin ik hiermee? Omdat ze in de gemeente van Korinthe wél zoiets deden. Er was iets geweldigs bij hen bezorgd, een groot cadeau: het evangelie van Jezus. Maar wat deden de mensen daar: ze letten vooral heel erg goed op de bezorgers van het geschenk, de mensen die hen het evangelie gebracht hadden. De een was voor Paulus, de ander voor Apollos, een derde voor Kefas (dat is Petrus). Als Paulus hiervan hoort, schrijft hij een brief, waar wij stukjes uit lazen. Hij zegt: hé, waar gaat het nou eigenlijk om? Om de bezorger of om het cadeau dat hij bezorgt? Om de ober, of om het eten? Lees verder