Tags

, ,

(uit de Bijbel is gelezen 1 Korinthe 15:20-34 en 58)

 

Gemeente van Jezus Christus, broeders en zusters hier en thuis,

[intro]
“im Himmel gibt’s kein Bier, drum trinken wir es hier”. Dat is een spreuk die je in Duitsland nog wel eens aan de muur van een café kunt zien hangen. ‘In de hemel is geen bier, daarom drinken wij het hier’. Het is de beginregel van een Duitse schlager.
Zo’n zinnetje op de muur van een café is natuurlijk grappig bedoeld, een aansporing om lekker door te drinken. Maar ik kon het toch niet nalaten om er verder over te denken, omdat er een bepaald beeld van het eeuwige leven uitspreekt. In de hemel is geen bier. Tja, dat zal best waar wezen. Maar wat mij vooral opvalt is het idee dat het na dit leven blijkbaar minder mooi wordt dan nu. Je moet nu maar genieten, want straks kan dat niet meer. In de hemel is geen bier.
Waarom begin ik hiermee? Omdat het precies past bij hoe mensen in Korinthe dachten. En omdat het meteen laat zien wat er gebeurt als je de opstanding vergeet. Wat je gelooft over de opstanding, heeft direct invloed op hoe je in het leven staat nu! Hou dat zinnetje maar even in gedachten: in de hemel is geen bier daarom drinken wij het hier. De vraag van vandaag is: wat klopt hier niet?

[geen rol voor geloof in de opstanding toen]300
in het gedeelte dat lezen, is Paulus de Korintiërs aan het corrigeren. Laat ik inhaken bij wat er staat in vers 32. Daar zegt Paulus: als er dan toch geen opstanding is, laten we dan eten en drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven we. Blijkbaar leefden de mensen in Korinthe ook een beetje zo, dat blijkt uit eerdere hoofdstukken. Maar dat is vreemd. De mensen aan wie Paulus schrijft zijn toch christenen?
[sprong naar nu]
Kijk. als je nergens in gelooft, dan is het logisch dat je hier en nu er alles uit moet halen. ‘Laten we eten en drinken, want morgen sterven we’. Hoeveel mensen zijn er niet, die heden ten dage zo leven? Lekker genieten, uitgaan, op vakantie, chillen met vrienden. Immers, zoals ik ergens op de social media-account van een jongere las ‘geniet van het leven het duurt maar even’. Misschien denken je vrienden zo, misschien jijzelf wel. Dingen zoals werk en kinderen zijn dan al hinderpalen voor het genieten. Als je ouder wordt komen er lichamelijke ongemakken, en als je dood bent is het helemaal uit met alles. Als je zo in het leven staat, dan hakt de huidige coronacrisis er flink in. Veel dingen om te genieten kunnen immers niet meer: uit eten, uitgaan, vakanties. En dan kan het virus ook nog dodelijk zijn – straks sterf je nog, en dan is alle eten en drinken en genieten over.
Echter, als je christen bent, dan ligt dat toch heel anders? Het ergste dat je kan gebeuren is dat je overlijdt – maar dan is het niet over en uit. Dan weet je van opstanding en eeuwig leven. Dan hoef je niet te leven voor genieten hier en nu, dan mag je leven met de Heer. Ik zeg het maar even heel simpel, ik snap dat de huidige omstandigheden er best in kunnen hakken, maar zo ligt het toch ten diepste!?. Niets zal ons scheiden van de liefde van Christus, ook geen coronacrisis. En ook afgezien daarvan: zijn liefde bepaalt ons leven, niet gaan voor genieten, toch…? Of werkt dat anders bij u of bij jou?
Hoe komt het dan dat Paulus de Korintiërs zou bij de les moet roepen? Wel, dat komt door de ideeën die ze hadden over het leven na de dood. We hoorde vorige week al: in een lichamelijke opstanding konden ze niet echt geloven. Dat kwam omdat ze leefden in de Griekse cultuur, die het lichaam als minderwaardig zag. Soma sèma, het lichaam een kerker, het ging om je ziel en dat die naar God ging. Kort gezegd: ze geloofden niet in de opstanding uit de dood, maar in naar de hemel gaan. Maakt dat zoveel verschil? Ja! Want in de hemel is geen bier, daarom drinken we het hier. Als je het eeuwige leven alleen maar geestelijk ziet, dan moet je hier en nu alles uit het lichamelijke leven halen. Want dat is straks verleden tijd. En dat deden ze dan ook, alles eruit halen. in voorgaande hoofdstukken is het te lezen: naar de hoeren gaan, vlees eten dat aan afgoden was geofferd, en nog meer.

[… en nu]
Rare mensen daar, denkt u misschien. Maar nu naar ons. Wij geloven ongetwijfeld in de opstanding uit de dood en de toekomstige vernieuwing van de wereld, dat staat immers in de geloofsbelijdenis. Maar welke rol speelt dat nou echt in je geloof, en in je leven? Ik heb sterk de indruk dat bij velen meer de gedachte leeft: als je sterft dan ga je naar de hemel. Dan leef je daar op een of andere manier voort. En bij die hemel hebben we dan slechts een soort vaag beeld. Geliefde terug zien wellicht, eeuwig zingen, licht en wolken en witte gewaden. Voor theologisch geschoolde mensen: de eeuwige aanschouwing van God zelf. Één ding is zeker: in de hemel is geen bier. En de opstanding, daar denk je amper aan.
Dat wij bij sterven denken aan ‘naar de hemel gaan’ is niet vreemd. Het is het gevolg van vele eeuwen christelijk geloof, waarbij Jezus’ wederkomst steeds uitbleef, en daarom ook wat naar de achtergrond verdween. Maar ga je dan niet net zo geloven als die Korinthiërs? Bijbels gezien is de hemel níet de eeuwige bestemming van een mens! De hemel, een geestelijk bestaan bij God als je sterft, is slechts een tussenstation. Een tussenstation tot de dag van de opstanding, als Jezus komt en de nieuwe wereld aanbreekt. Dát is onze toekomst, als we aan de Heer toebehoren. Een hele nieuwe wereld, met planten, dieren, mensen-met-een-lichaam, een schepping die Gods lof zingt, en de Heer in het midden. Niet een herhaling van hier natuurlijk, heel anders en heerlijker – daarover volgende week. Leef je in hoop op Gods wereld die komt?

[gevolg: gericht zijn op genieten nu]
Wij mogen wel oppassen dat we niet teveel lijken op de Korinthiërs van toen. Al geloof je in de opstanding, speelt het een ról in je leven, in je hoop, in je staan in het heden? Ik heb helaas de indruk dat wij, Nederlandse christenen van 2020, in levenshouding veel lijken op die mensen van toen. Hier en nu, dat is waar we onze vervulling zoeken – ik merk het ook bij mezelf. Dingen doen, dagje ontspannen, actiepunten, andere auto; zou de zomervakantie door kunnen gaan dit jaar? O ja, en dan straks ‘ook nog’ eeuwig leven. Maar dat ‘ook nog’, daar zit de fout. Want dan wordt geloof een ‘geestelijk’ iets, los van je lichaam en je dagelijks leven. En dan kom je toch bij ‘in de hemel is geen bier, daarom drinken we het hier’. Of zoals een oud-Hollands liedje het zegt: ‘lieve Heer, kost en kleer, ‘t hemelrijk en dan niet meer’. Het eeuwig leven als aanhangsel. Niet een leven nu vanuit de opstanding. De opstanding van Jezus toen, en de opstanding van allen eens.

[opstanding maakt je los van genieten nu]
Vergelijk dat eens met hoe Paulus in het leven stond. Hij vertelt: ik sta voortdurend aan gevaar bloot, als rondreizend prediker. Hij zegt zelfs: elke dag sterf ik opnieuw – wat is hij niet in moeilijkheden en gevaren geweest. Wat leverde het volgen van Jezus hem op? Gedoe en gevaar en weinig genieten, als je het langs de aardse meetlat legt. Hoe kon hij dat volhouden? Omdat hij wist van de opstanding en het eeuwig leven. Niet als een aanhangsel, maar als dé realiteit. Jezus’ opstandingsleven nu al in hem, en hij op weg naar die nieuwe wereld met de Heer. Dat gaf hem de kracht, dat gaf hem een andere oriëntatie – dwaas in de ogen van wie van God niet weet.
Soms hoor je nog wel dat verwijt, dat geloven vooral een hinderpaal is om uit het leven te halen wat erin zit. Dit mag niet – bijvoorbeeld je seksuele verlangens zomaar volgen, bepaalde films kijken… Nee, dat mag ook echt niet! En dat moet wel: weggeven van wat je hebt, tijd nemen voor God op zondag en door de weeks. Ja, je mag nog niet even een leugen vertellen, altijd maar eerlijk en trouw zijn en zelfs de minste. Voelt het voor jou misschien ook zo?
Mag geloven in Jezus, de opgestane Heer, geeft een veel breder perspectief. Je hoeft niet alles uit het leven hier te persen, als het laatste restje sap uit een sinaasappel. Nee, je weet: het beste komt nog. alles wordt nieuw! En daarom hoeft niet alles nu. Wat betekent het als je een oude of nieuwe auto rijdt, als er een hele wereld is die wacht? Wat is het probleem met delen en weggeven als je weet dat je het honderdvoudig zult terug ontvangen? – belofte van Jezus! Ja zelfs: Wat betekent het als je in de gevangenis komt, wetend dat eeuwige vrijheid wacht? Waren de eerste martelaar niet zelfs bereid te sterven voor de Heer? Dat kan alleen omdat ze hun hoop stelden op de opstanding!
Bent u, ben jij misschien ook zo iemand die als vanzelf wordt meegezogen in de hedendaagse houding van alles hier eruit te halen? Ik merk het wel bij mezelf! Maar bedenk dan dat bijvoorbeeld matigheid vanouds een christelijke deugd is. Gewoon ook heel basic, in het consumeren. Dan houd je meer over om te geven, en het is nog beter voor onze planeet ook. Maar nog belangrijker: Het is beter voor je ziel. Onze hoop is in de opstanding, en dan kan het hier vaak wel een tikje minder!

[doet je leven voor de Heer en zijn rijk dat komt]
Niet alles uit het hier en nu hoeven halen. Dat dus niet, maar wat dan wel? Waar leef je voor? Voor de Heer en voor zijn rijk dat komt. En dan doet het ertoe wat je doet, vandaag, morgen en elke dag. Want dat is nog een misvatting die meekomt, als je alleen aan de hemel denkt en niet aan de opstanding. Wat is de gedachte al snel: oké, je moet wel een beetje netjes leven anders mag je de hemel niet in. Of zelfs: je komt daar alleen door Gods genade, dus het doet er ten diepste niet toe. Maar weet je dat elke daad die je doet eeuwigheidswaarde heeft? Paulus zegt dat in het slotvers: ‘zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn’. Nooit tevergeefs! Wat je doet voor Hem, dat blijft. Door jou te vormen, door andere te vormen, door de wereld te vormen. Het is niet zo dat deze aarde toch vergaat, en dat het er alleen maar om gaat dat je zo leeft dat je de hemel komt. Het is juist zoals gezang 218 zingt, over wat Jezus’ opstanding betekent: ‘nu is op aard geen goede daad/ meer tevergeefs gedaan, want wat gij goed doet is als graan/ dat heerlijk op zal gaan’. Hoe? Dat is van ons vaak verborgen. Maar we mogen weten: deze wereld gaat niet onder, hij zal geheel worden vernieuwd. En alles wat goed is gaat mee!

[je geven aan de uitbreiding van Gods rijk]
Een ding zal wel heel in het bijzonder meegaan. Als je een ander wijst op de opgestane Heer, als je getuigt van de hoop die je hebt… en die ander gaat daardoor ook geloven! Als Paulus spreekt over ‘het werk van de Heer’, bedoelt hij waarschijnlijk allereerst dat: de boodschap van hoop doorgeven. Het is waar hij zelf heel zijn leven aan heeft gewijd. Dat is waar wij ook te worden geroepen. En wat zal het bijzonder zijn, als je in Gods toekomst iemand ontmoet die dankzij jou daar is. Zou je daar niet voor willen gaan,of je nu jong bent of oud?
Als je weet van opstanding en eeuwig leven krijg je andere prioriteiten, zoals deze: mensen winnen voor de Heer en zijn rijk. Wat boeit dan eer op aarde? Wat maakt ontplooiing en ontspanning, wat maakt eten of auto dan uit? Als je maar voedsel, kleding en onderdak hebt, dan dank je de Heer daarvoor. Liever geef je wat je kunt, in woord, in daad, in geld en in gebed voor de opbouw van zijn rijk. Zijn rijk dat komt en alles zal anders maken, op de dag van de opstanding!

[slot]
Hoe denk je over de toekomst die God geeft? Welke rol speelt die in je levensoriëntatie? Of denk je toch: in de hemel is geen bier daarom drinken ik het maar hier? Trouwens, wie zegt dat er op de nieuwe aarde geen bier zal zijn? Wel wijn in elk geval, om te drinken in het koninkrijk, zie Mattheus 25 vers 29. Maar het moge duidelijk zijn dat het daar niet om gaat. Daar is volheid van leven, daar is Hij die het leven zelf is, de Heer! Dáár is de volheid. En daarom hoef je er hier niet uit alle macht alles uit te halen. Het beste komt nog. Niet als aanhangsel aan het aardse bestaan, maar als de opstanding waar je nu al door opstaat in een nieuw leven. Gericht op Gods toekomst.
Lof zij Christus , de opgestane Heer, in eeuwigheid!

Amen