Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
daar zit hij dan, in een donkere gevangeniscel! Hij die gewend was om in de woestijn te leven, onder de open hemel, zit nu onder een laag gewelf onderin een Romeins fort. Hij die grote mensenmassa’s trok bij de Jordaan, nu afgesneden van de maatschappij. Monddood gemaakt en van zijn vrijheid beroofd. Water druppelt langs de muren, en ratten hoort hij ritselen in het stro waar hij op zit. Johannes de Doper, over hem heb ik het, is opgesloten in de gevangenis. Koning Herodes heeft hem laten oppakken omdat zijn preken teveel mensen trokken. Dat zou wel eens aanleiding kunnen geven tot onrust en onlusten!
Vurig had Johannes gepreekt. Dat het koninkrijk van God dichtbij kwam en dat de mensen zich moesten bekeren. De Messias zou komen, en daar kon je maar beter klaar voor zijn! Johannes zag er zelf nog het meeste naar uit – naar de grote verandering die op handen was. Wat was hij blij geweest toen Jezus bij hem kwam. “Kijk, het lam van God!” had hij uitgeroepen. Hij had Jezus mogen dopen, als begin van diens openbare optreden. Hij had meegemaakt dat leerlingen van hem weggingen om Jezus te volgen. Maar het deerde hem niet. “Hij moet groter, en ik moet kleiner worden” was zijn eenvoudige reactie. Want Jezus, Hij zou Gods koninkrijk brengen – met Hem ging het gebeuren!
En nu… nu zit Johannes in de cel. Lees verder