Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[ellende toen: Jezus weg]
Nu, in het Bijbelgedeelte dat we lazen, zitten de leerlingen van Jezus nog samen met hem aan de tafel. Maar denk je in hoe het twee dagen later met hen is! Jezus is weg. Vermoord. Verraden, dood en begraven. Wat moet dan je wereld instorten. Wat moet je dan vol pijn en vragen zitten! Jezus is er niet meer. Wat hebben ze nu nog te verwachten? Ze huiveren nog, als ze terugdenken aan wat er met hun Heer gebeurd is. Verraderlijk gevangen, in de boeien geslagen als een crimineel; oneerlijk veroordeeld – eigenlijk gewoon uit de weg geruimd. En dan ook nog op zo’n vreselijke manier: gekruisigd. Langzaam sterven onder grote pijn, en te schande hangen voor iedereen. Ze willen er niet meer aan denken. En nu, nu is hij er niet meer. weg! Ze zitten samen ergens in een huis, met de deur dicht. als ze elkaar aankijken zien ze elkaars vermoeide, getekende gezichten. 3 jaar lang hebben ze dag aan dag met hem opgetrokken, en nu is Jezus weg! Wat een gemis – ik denk te vergelijken met wat iemand voelt die een man of vrouw verloren heeft. Daarbij komt de angst. Ze luisteren of ze geen voetstappen horen in de straat, geen gerammel aan de deur. wat moeten ze nu? Waar moet het heen met hen? En niet alleen met hen! Waar moet het heen met Gods grote plan? is dat nu doodgelopen? Is de wereld verloren?
Ze hadden het nauwelijks zien aankomen. Ja, Jezus had gesproken over dat hij zou weggaan. Maar weggaan is toch iets anders dan vermoord worden? Nu is hij weg, nu is hun toekomst weg, nu is hun hoop weg. Petrus herinnert zich dat Jezus al deze dingen al eens genoemd had: verraden, verworpen, gedood. Toen had hij verontwaardigd geroepen: Heer, dat zal u zeker niet gebeuren! Had de Heer toch gelijk gehad. Maar wat heb je daaraan? Johannes denkt terug aan hun laatste avond samen. Nog maar twee dagen geleden – het lijkt een eeuwigheid! Had Jezus toen niet gezegd: nog even en jullie zullen we niet meer zien; maar kort daarna zien jullie me terug’. Hij wil zich er aan vasthouden ‘straks zien jullie me terug’. Het lijkt echter alsof het tussen zijn vingers door glipt. Lees verder