Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[introvoorbeeld]
Om deze preek te beginnen wil ik ons in gedachten even verplaatsen naar het uiterste noorden van Groot Brittannië. Naar het noorden van Schotland zelfs, naar een eilandengroep die daar voor de kust ligt. Grijze heuvels, de altijd waaiende wind vanuit de oceaan, stug gras, schapen… We zijn op de Hebriden, zo heet deze eilandengroep. In gedachten gaan we daar een tijd terug, naar het jaar 1949. In een heel eenvoudig huisje kun je daar twee bejaarde zussen vinden: Peggy en Christine Smith. De een is 84 jaar en kan niets meer zien, de ander is 82 jaar en kan door artrose maar moeilijk bewegen. Deze zussen zijn trouwe kerkgangers in het plaatselijke dorpskerkje, maar nu kunnen ze de diensten niet meer bezoeken. De twee zussen zijn bezorgd. Af en toe komt er iemand vanuit de kerk op bezoek, en die heeft verteld dat het niet zo best gaat met de plaatselijke gemeente. Er komen steeds minder mensen naar de kerkdiensten, en dan ook nog vooral ouderen. Van de jonge mensen in het dorp komt er eigenlijk niemand meer naar de kerk.
Ze zijn bezorgd. Het gaat hen aan het hart. Maar ja, wat kunnen zij eraan doen? Ze besluiten samen te gaan doen wat ze kunnen. Iets heel eenvoudigs. Ze besluiten om voor hun dorp en hun kerk en de jeugd te gaan bidden. Elke dinsdagavond en vrijdagavond knielen ze samen in hun kamer, moeizaam vanwege hun oude knieën, en ze gaan God bidden of hij met de kracht van zijn Heilige Geest een verandering wil brengen. Of Hij mensen tot zich wil trekken, en of Hij geloofsverdieping wil geven bij wie Hem kennen. Dat doen ze niet één of tweemaal, nee, ze houden het vol. Enkele maanden lang bidden ze zo, elke dinsdag en vrijdag. Er sluiten zich anderen bij hen aan die ook gaan meebidden, ook minder oude mensen. En het gebed blijft niet zonder gevolgen. Lees verder