Tags
Gemeente van Jezus Christus, broers en zusters hier en thuis,
[wanneer regeert Jezus?]
laat ik vanmorgen eens niet met een actueel voorbeeld beginnen maar met een vraag. Deze vraag: wanneer begint Jezus’ koningschap? Wanneer gaat hij regeren? Een eerste gedachte zou kunnen zijn dat dat is bij zijn wederkomst. Als Jezus komt met macht en heerlijkheid, dan begint immers het koninkrijk. Dan gaat hij regeren, toch? Als alle doden opstaan, als Jezus komt als Rechter die ieder zal oordelen, als hij zal zitten op zijn troon. Wanneer begint het koningschap van Jezus? Is het dan, straks, op die dag die niemand weet?
Ik vind het een logische gedachte. Op dit moment is er in de wereld immers weinig van te zien, van een heerschappij van Jezus Christus. Wie christen is, ziet uit naar het koninkrijk dat kómt! Maar laten we nu eens de tekst voor vanmorgen lezen, voor deze Hemelvaartsdag. 1 Korinthe 15 vers 25. Daar staat het volgende: Hij (Jezus) moet Koning zijn, totdat God alle vijanden aan zijn voeten heeft gelegd. Je kunt ook vertalen: Hij moet regeren, totdat… Maar hoe dan ook, heel opvallend is het ‘totdat’ in deze woorden. Er wordt niets gezegd over wanneer Jezus’ koningschap begint, maar blijkbaar is er wel een moment dat zijn koningschap eindigt. Hij moet Koning zijn, totdat…
Dat moment, totdat, blijkt te slaan op de dag van zijn wederkomst, als elke vijand aan zijn voeten ligt. He, wat vreemd! Wij zouden wellicht denken dat Jezus koningschap dan begint, maar hier lijkt er meer op dat het dan eindigt. Hè? Zijn koningschap begint dan in elk geval zeker niet.
Maar… wanneer is Jezus dán begonnen te regeren? Ik zal het meteen maar zeggen: dat is met Hemelvaart. Op de dag die wij vandaag herdenken, dat Jezus naar de hemel ging. Naar zijn Vader. Tóen werd hij koning. Het is heel belangrijk om dit te beseffen. Want dat betekent: Jezus, onze Heer, regeert nú. Niet straks pas, maar nu. Over ons en over alles. Reden genoeg om Hemelvaart als feestdag te vieren!
[hemelvaart = Jezus’ troonsbestijging]
Voor de leerlingen van Jezus leek zijn vertrek een verlies. Hun Heer was weg! Maar laten we het vanmorgen eens uit het perspectief van Jezus bekijken. Op aarde had Hij zijn werk volbracht. Een zware taak! We hebben het gehoord in de tijd voor Pasen, hoe Hij leed en stierf. Maar Jezus ging die weg tot het bittere einde. Hij gaf zijn leven voor de wereld. Voor ons. Onbegrijpelijk! En nu, nu is die taak volbracht. Jezus is opgestaan uit het graf. En nu, met Hemelvaart, keert Hij weer terug naar waar Hij vandaan kwam: de heerlijkheid bij zijn Vader. Is dat geen geweldige dag voor Hem?
Denk aan momenten dat je zelf een grote klus had voltooid. Je laatste examen gedaan, en dan het diploma- al gat dat dit jaar dus wat anders. Of als je de Alpe d’Huez bent opgefietst voor een goed doel. Wat een geweldig gevoel is het als je dan klaar bent. Als je de marathon loopt en de finish verschijnt om de laatste bocht. Wel, zó moet het voor de onze Heer zijn geweest om naar de Vader te gaan. Het is klaar!
Stel het je gewoon maar voor. De hemeldeuren gaan open en heerlijk licht straalt Hem tegemoet. Aan beide kanten staat een grote menigte engelen hem al op te wachten. Als Jezus verschijnt, knielen ze allemaal eerbiedig voor Hem. Muziek weerklinkt, van engelenkoren, die zingen van zijn strijd, die juichen over zijn offer. Bazuinen en trompetten blazen een fanfare. De overleden gelovigen die daar al zijn, komen Hem tegemoet. Wát een vreugde en jubel.
Daar gaat Jezus. Hij komt bij de troon van zijn Vader. Die zegt: Welkom thuis! Maar… dat niet alleen. Hemelvaart is voor Jezus niet alleen thuiskomen. Het is ook: troonsbestijging. God, zijn Vader, geeft hem meteen de ereplaats op een troon aan zijn rechterhand. Op zijn hoofd ontvangt hij een kroon. Troonsbestijging. Jezus Christus, de lijdende messias, is voortaan de heer in de hemel en op aarde.
U herinnert u misschien nog wel de kroning van koning Willem-Alexander. Wat was dat een plechtigheid, heel Nederland zat ernaar te kijken! Willem Alexander ontving de macht over ons land. Maar nog veel heerlijke moet het daarboven zijn geweest na de Hemelvaart, toen Jezus gekroond werd. Gekroond tot heer van hemel en aarde. Hij regeert!
[Zijn koningschap nu]700 à 800
Wat moet dat er geweldig moment zijn geweest voor onze Heer. Allereerst mooi voor hem. Maar, ten tweede toch ook voor ons mooi en goed en geweldig. Want dan mogen we weten dat Hij regeert die ons liefheeft, die zijn leven wilde geven voor de wereld. Dat maakt veel verschil voor hoe je in het leven staat. We hoorden er onlangs al over in een preek, over dat Jezus zei ‘aan mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde’. Ja, want zo is het. Hij regeert niet straks pas, maar nu al! Over zijn koningschap in het heden wil ik drie dingen zeggen.
[aangevochten heerschappij over de wereld nu]
Allereerst: Jezus de opgestane Heer, regeert over heel deze wereld. Of beter gezegd: hij is de rechtmatige Heer over alles. Maar om nu te zeggen dat Hij ongestoord zijn macht uitoefent… dat is helaas niet waar. Jezus Christus is wel de Heer, maar helaas aanvaardt de wereld, aanvaarden de meeste mensen, aanvaarden de machten en machthebbers hem niet als koning. Deze aarde is als een opstandige provincie, die Hij zal moeten onderwerpen, ook al is Hij al de wettige heerser. Dat zal ook gebeuren, onze tekst zegt het. Eens zal God alle vijanden aan zijn voeten leggen – een citaat uit psalm 110. Zover is het nu nog niet, en daarom kun je je weleens afvragen wie er nu eigenlijk de macht heeft over het wereldgebeuren. Ook nu, in deze tijd van onzekerheid. Jezus’ koningschap is een aangevochten koningschap, deze aarde is een strijdperk. Wie heeft de uiteindelijke overmacht? Wie zal het winnen? Misschien vraag jij het je ook wel eens af! Maar wij mogen weten, mogen geloven wat onze tekst zegt: Híj moet koning zijn! We mogen ons vasthouden aan wat Jezus zei voor hij wegging: ‘aan Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde’. Al komt alles er tegenop, ziekte, chaos, onrecht en machthonger van mensen – Jézus regeert. Hij maakt dat het ergens heengaat met de wereld! Dat mag je vast geloven, als het soms anders lijkt. Hij regeert, en het gaan heen naar de dag dat Hij komt!
[zijn heerschappij over de kerk]
Jezus is koning. Ten diepste over heel de wereld. In het bijzonder echter, en dat is het tweede, is Hij de koning van zijn kerk. Want op deze aarde, in deze opstandige provincie zijn er mensen die Hem wél erkennen als de rechtmatige koning. En dat zijn wij, christenen. Ja, wij zijn in zekere zin verzetsstrijders in bezet gebied. En Jezus is in het bijzonder de koning van zijn kerk. Hij helpt, als we proberen te doen wat Hij vraagt. Als we zijn handen en voeten en mond zijn in de wereld. Hij geeft aanwijzingen, door zijn woord en Geest. Hij beschermt zijn kerk, dat heeft Hij de eeuwen door op verwonderlijke wijze gedaan. Als je je weleens hebt verdiept in de kerkgeschiedenis, dan weet je hoe een groot wonder het is dat de kerk er nog is, en dat ze niet compleet ontaard is.
Ja, want Jezus’ volgelingen in bezet gebied worden natuurlijk aangevallen. Dan met christenvervolging, dan weer met allerlei ruzie die de kerk verscheurt, dan weer met dwaalleer die het geloof verduistert, en anders wel met lauwheid en lafheid waardoor het vuur bijna dooft. Maar telkens weer heeft koning Jezus zijn kerk bewaard en geleid, tot op de dag van vandaag. Hij geeft moed in vervolging, in een tijd van ingezonkenheid geeft Hij een opwekking, en als er verkeerde ideeën rondgaan laat Hij altijd weer mensen opstaan die wijzen op het Woord, de Bijbel. Jezus is de koning van zijn kerk! Daarom hoeven we niet bang te zijn voor de toekomst van de kerk. Al kunnen er in onze eeuw allerlei zorgen zijn over krimp, vergrijzing, dode tradities of vreemdsoortige vernieuwingen – Jezus is koning van zijn kerk! Als we dat nu eens geloven, en Hem vragen om bijstand, om kracht, om zijn Geest om ons de richting te wijzen, dan kunnen we de toekomst vol vertrouwen tegemoet zien. Want Hij regeert! Als we maar aan Hem vasthouden, de grote Koning dienen en niet onze eigen club. Hij moet koning zijn – zeker in zijn kerk. Als dat niet meer het geval is, ja dán staat de toekomst op het spel.
[zijn koningschap over mijn leven]
Jezus regeert, nu. Over de wereld, over zijn kerk, en ten derde ook over mijn leven, als ik van Hem ben tenminste. En dat ben je, als je gedoopt bent, zijn teken hebt ontvangen; als je in je leven Hem erkent als de rechtmatige Heer van ook jouw leven.
En dat maakt echt verschil, als Jezus Koning is in je leven en je leeft daaruit. So wie so heeft Hij het dan voor het zeggen natuurlijk – niet jij, maar Hij is koning. Maar nog veel belangrijker: Hij wil je helpen bij je leven voor Hem in dit bezette gebied. Als je niet weet wat je moet doen, op welk gebied dan ook, dan mag je Hem op hulp vragen. En geloof maar: die geeft Hij echt! Met zijn Geest is Hij bij je, in je zelfs, en wijst Hij de weg. Het is wel de kunst om daarnaar te leren luisteren – juist wij christenen in Nederland zijn dat erg verleerd. En het gaat ook niet alleen om marsorders. Als je moe bent of verdrietig of het niet meer weet, dan wil onze Heer je bijstaan en troosten en moed geven door zijn Geest. Soms inspireert Hij je tot dingen die je zelf niet zou hebben bedacht. Soms wijst Hij je ook flink terecht. Maar hoe dan ook, als je gelooft in Jezus, dan is Hij koning van je leven. Dan staat Hij boven je en waakt Hij over je!
Concreet voorbeeld: van de week was ik erg moe, maar ik moest toch iets gaan doen voor mijn werk als predikant. Toen wist ik: ja, maar ik heb een Heer die ook soms moe was van zijn werk, toen Hij op aarde was. Hij weet ervan. En toen kon ik rustig aan het werk gaan en hielp Hij me met deze preek. Hij is mijn koning die ik gráág dien, omdat Hij, wonderlijk genoeg, zelf Degene is die mij diende (toen, toen Hij zijn leven gaf) en nog zo vaak dient!
[Zijn koningschap straks]
Jezus is koning, nu! De Heer van de wereld, van de kerk, en van mijn leven. Maar zijn koningschap komt stráks helemaal tot vervulling. Onze tekst zegt het: Hij moet koning zijn, totdat… totdat God alle vijanden aan zijn voeten heeft neergelegd. Dat zal eens gebeuren. Als Jezus komt, dan zal iedereen moeten erkennen: Hij is Heer, goedschiks of kwaadschiks. De woorden die Paulus gebruikt komen uit Psalm 110. Niet zo’n bekende psalm, ik heb hem dan ook maar niet laten zingen vandaag met dit kleine groepje in de kerk. Maar opvallend: psalm 110 is de psalm die in het nieuwe testament het vaakst wordt aangehaald van alle psalmen. Waarom? Omdat het gaat over Jezus’ verhoging. Over wat hemelvaart betekent. Lees thuis maar na, die psalm. De Heer – God – zegt tegen mij Heer – Jezus: zit aan mijn rechterhand, totdat ik uw vijand onderworpen voor u heb neergelegd.
Dát is waar we naar mogen uitzien. Koning Jezus geeft niet alleen al veel in het heden, maar voor de toekomst is nog meer te verwachten! Ziet u er weleens naar uit, of jij? Elke macht die zich nu nog tegen Jezus verzet, álles wat niet naar Gods wil is in de wereld, zal overwonnen worden. De duivel, maar ook de dood. Ziektes, maar ook machtssystemen die deze wereld nu in hun greep houden – dingen als kapitalisme bijvoorbeeld. Alles en iedereen zal moeten buigen voor Hem die overwon, al aan het kruis – dan wordt het openbaar voor iedereen, om Wie het draait. Niet om presidenten, niet om het grote geld, niet macht, niet om zelfontplooiing… maar om Jezus en om zijn kruis. Dát blijkt het centrale punt in de wereldgeschiedenis te zijn. Jezus’ vernedering blijkt zijn hoogste eer te zijn. Dan zal alles omdraaien: armen maakt hij rijk, verdrukten tilt Hij op, maar rijken stuurt hij weg met lege handen. Dan zal blijken wie er regeert: Hij die onze koning is! Ieder zal moeten buigen. Maar gelukkig ben je, als je nú al Hem erkent. Dan zul je dan juist je hoofd mogen opheffen!
[het lastige ‘totdat’]
En dan tenslotte, zegt onze tekst iets lastigs: Hij moet koning zijn, totdat God alle vijanden aan zijn voeten heeft neergelegd. En dan… Tja, dan zegt ons tekstgedeelte: dan komt er een aan Jezus’ koningschap. Dan geeft Hij het koningschap over aan de Vader, en zal God alles zijn en in allen. Ik moet zeggen dat dit heel lastige woorden zijn. Heeft de regering van koning Jezus dan een einde? In zekere zin blijkbaar wel, als Hij is gekomen en alles nieuw is geworden. Maar hoe we dat nu moeten begrijpen? Sommige theologen, zoals lang geleden Marcellus van Ancyra, maar ook de Nederlandse theoloog Van Ruler, nemen het gewoon letterlijk. Echter dat botst met bepaalde andere Bijbelteksten. De geloofsbelijdenis van Nicea heeft naar aanleiding van de ideeën van die Marcellus zelfs speciaal een zinnetje toegevoegd dat het volgende over Jezus zegt: ‘…die zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen over levenden en doden, wiens rijk géén einde heeft’. Tja, hoe zit het nu? Dat zullen we verder maar laten liggen, al zou er veel over te zeggen zijn. Ik moet zeggen dat ik er zelfs ook niet helemaal uit ben. De Bijbel staat altijd weer vol verrassingen!
Genoeg is het om dit te weten: Jezus regeert nú, en ook in Gods toekomst zal Hij ons zeker niet alleen laten.
Laten we liever dit vasthouden: Jezus is koning, onze koning, de koning van zijn kerk, de koning van heel de wereld ten diepste. En daarom hebt u en heb jij een machtige helper en heer. Hij wil ons helpen, Hem mogen we dienen, en, niet te vergeten: Hem mogen we eren in onze woorden en daden, onze gebeden en liederen. Zeker op deze kroningsdag, zijn Hemelvaart. Hem zij de eer, nu en altijd!
Amen