Tags

, ,

Uit de Bijbel is gelezen: 1 Korinthe 9:23-27 en 2 Petrus 1:1-11

Gemeente van Jezus Christus, broeders en zusters thuis en hier in de kerk,

[intro]
toen ik klein was, lazen mijn ouders me wel eens voor uit de boekjes over Kikker en Pad. Dat zijn heel sterke verhaaltjes die je bijblijven. Eén verhaaltje over Kikker en Pad is vandaag wel heel toepasselijk, want daar komt een zin in voor die ik nog weet: ‘wat wij nodig hebben is zelfbeheersing!’
Wat gebeurt er? Pad komt naar Kikker toe, met een trommel vol zelfgebakken koekjes. Ze genieten er samen van, onder luid gekraak verdwijnt het ene koekje na het andere in hun monden. Maar dan zegt Kikker: “We nemen nog een laatste koekje en dan houden we op. Anders worden we ziek.”
Een goed idee natuurlijk, maar het blijft bij een idee. Telkens pakken ze toch weer een koekje. Opnieuw beloven ze elkaar: “We nemen nog één allerlaatste koekje en dan houden we op.“ Maar het lukt niet, de verleiding is de groot. Dan de doos met koekjes maar dicht doen! Alleen, tja, een doos kun je weer open doen… De doos boven op een kast zetten dan? Nee! Als je erbij kunt om de koekjes weg te zetten, kun je er ook bij om ze weer te pakken. Er is iets anders nodig. “Wat wij nodig hebben, is zelfbeheersing!” zegt Kikker Het eindigt ermee dat ze de laatste koekjes aan de vogeltjes voeren, zodat ze ze zelf niet zullen opeten…

[wat is zelfbeheersing]
Zelfbeheersing, daar gaat het vanmorgen over. Het laatste onderdeel van de negenvoudige vrucht van de Geest. Maar wat is dat eigenlijk, zelfbeheersing? Wel iets meer dan wat je van koekjes afblijft. Toch heeft het er alles mee te maken. Het Griekse woord dat hier staat, betekent heel letterlijk: in kracht zijn. Macht hebben over iets of iemand. In dit geval: macht hebben over je eigen begeertes en verlangens, bijvoorbeeld je verlangen naar koekjes. Maar ook al die andere dingen die een mens kan willen: eten, sex, rust, nieuwe spullen – ze kunnen je beheersen.
Zelfbeheersing was bij de Grieken uit Paulus tijd zo’n beetje de belangrijkste deugd. Een groot man kon je alleen zijn als je je niet door je passies laat meeslepen, maar als je die in toom hield door je wil en verstand. En ik moet zeggen, daar zit veel in. Een klein kind laat zich helemaal leiden door basale verlangens: eten, drinken, geborgenheid. Als het die mist, gaat het huilen. Een iets ouder kind wordt kwaad als het niet krijgt wat het in zijn hoofd heeft gehaald. Opvoeding is voor een flink deel: je leren beheersen. Als dat niet gebeurt krijg je een onuitstaanbare verwende volwassene!
Maar waarom staat zelfbeheersing nu in het rijtje van de vrucht van de Geest? Ik denk: om aan te geven dat die je niet vanzelf komt aanwaaien. Liefde, vrede, vreugde en de hele rest zijn iets dat Gods Geest geeft, maar niet een vrucht die zomaar rijpt. Zelfbeheersing is nodig, wil je groeien als discipel van Jezus. In het woord discipel – leerling – zit het woord discipline! Die is nodig, wil de vrucht van de Geest niet verwelken. Een oud gedicht zegt: ‘er moet veel strijd gestreden zijn, en veel gebed gebeden zijn, dan zal het eenmaal vrede zijn’. Wie gelooft, kan er niet maar op los leven. Die heeft zelfbeheersing nodig!

[zelfbeheersing als muur tegen zonde]
Wie Jezus volgt kan zich dus niet zomaar laten leiden door zijn impulsen en verlangens. Waarom niet? Omdat je dan al heel snel dingen doet die tegen Gods geboden ingaan, of tegen de liefde voor Hem en je medemensen – het grote gebod. Je impulsen en verlangens trekken zich weinig aan van de Heer, en daarom mogen ze niet de overhand hebben. Petrus schrijft: bij geloof hoort deugdzaamheid – goed leven zegt maar – bij deugdzaamheid komt kennis, bij kennis zelfbeheersing, en bij zelfbeheersing volharding – volhouden. Dat heb je allemaal nodig! En waarom? Ook dat zegt hij: om aan het verderf te ontkomen dat de wereld beheerst door de begeerte.
Je kunt zelfbeheersing zien als de stadsmuur om je hart. Als een stad wordt belegerd, wat moet je dan vooral goed bewaken? De poorten! Die zijn kwetsbaar. En wat zijn onze poorten? Je ogen en oren. Daar zijn zwakke punten voor je zelfbeheersing, daar zullen aanvallen komen. Dat kan heel bot, met beelden van hele of halve porno, beelden die op je seksuele begeerte inspelen. Vooral bij mannen zit daar een zwakke plek. Pas op dat je muur niet bezwijkt! Maar het kan ook subtieler door de oogpoort komen. Onlangs las ik een zogenaamd literair boek, maar op een gegeven moment bedacht ik: wordt mijn geest hier nu door verrijkt of door bevuild? Ik denk ook aan allerlei reclames die je begeerte opwekken naar meer-meer-meer. En met de oorpoort net als met de oogpoort: wat komt er door je oor binnen qua gesprekken en liedjes, en wat doet dat met je? Bewaak je poorten, dat voorkomt dat er een bres wordt geslagen in je zelfbeheersing. Let op wat je leest, wat je kijkt, wat je luistert, wat er op je telefoonscherm verschijnt. Het kan je aftrekken van de Heer, je laten zondigen.
Bewaak de poorten. Echter, besef: de vijand is ook binnen de muur! Reclame werkt alleen omdat ze inspeelt op de verlangens die al in je zijn. Zelfbeheersing is minstens zoveel dat jezelf bewaakt, van binnen. Je gedachten en je emoties. Merk je dat je zit te mokken, dat je jezelf tot de orde roept. Houd je er ongezonde fantasieën op na, dat je die afkapt. Dat is zelfbeheersing. En die is nodig.
Zelfbeheersing, een hele opgave zo te horen. In het Bijbelboek Spreuken staat ‘wie zichzelf overwint, is sterker dan wie een stad inneemt’! Je kunt je afvragen: lukt dat eigenlijk wel?

[Geen Griekse zelfbeheersing]
De Grieken uit de Bijbelse tijd dachten dat het moest lukken. Een goede Griek heeft zichzelf in de hand! Ik begon met te vertellen van Kikker en Pad. Toen ik voor deze preek het verhaal opzocht, zag ik dat er een nieuwe vertaling was gemaakt – dat gebeurt blijkbaar niet alleen met Bijbels. Wat waren nu Kikkers woorden geworden? ‘Wat wij nodig hebben is wilskracht’. Nou, dat is precies wat men dacht in Paulus’ tijd. Met wil en rede, volgens hen de hogere dingen in een mens, moet je de lagere impulsen in jezelf onderwerpen. Als je maar wílt en je verstand gebruikt kun je jezelf beheersen.
Alleen… is dat wel zo? Kun je zo jezelf beheersen? Ik vraag het aan een verslaafde. Ze zegt: ik wíl stoppen, en mijn verstand zegt dat het beter is – maar toch lukt het niet. Of vraag het aan jezelf. Kun je stoppen met een slechte gewoonte als je dat wilt? Als ik voor mezelf spreekt: zo simpel is dat niet. Je valt toch weer terug in het oude patroon van bijvoorbeeld driftig worden, of werk ontwijken; en die zak chocoladekruidnoten pak je toch weer…
En weet je, stel dat het wel lukt. Wat dan? Ben je er dan als christen? Verre van dat! Een voorbeeld: iemand kan verliefd worden op zijn secretaresse, zich door zijn begeerte laten leiden en meeslepen. Zijn huwelijk gaat kapot, zijn kinderen zijn de dupe, enzovoorts. Maar stel nu dat het een persoon is die zichzelf helemaal beheerst. Dan gaat hij niet zomaar met zijn secretaresse aan de haal, maar hij overdenkt de zaak rustig en rationeel. Dan kan hij alsnog denken: opnieuw beginnen met haar lijkt me meer voordelen hebben dan nog 30 jaar doorsukkelen met mijn huidige vrouw. De kinderen zijn al bijna volwassen, de alimentatie kan ik betalen – en zo, alles afwegend, doet hij het, niet als impuls, maar weloverwogen. Dat is minstens zo fout!
Weet je, zelfbeheersing is eigenlijk een weinig christelijke zaak. In de Bijbel vind je het woord maar enkele keren. En waarom? Omdat het allemaal als nog om jezelf kan draaien. Ik beheerst mijzelf, voor mijzelf, zodat ik kan doen wat ik zelf wil. Niet: ik beheers mijzelf, omdat ik de Heer mag kennen en wil doen wat Hij wil. Dát is christelijke zelfbeheersing. Niet alleen je níet door dingen laten meeslepen zodat je alle kanten uitkunt, maar je niet door dingen laten meeslepen zodat je één heel bepaalde kant uit kunt gaan.

[zelfbeheersing met een dóel]
Over zulke zelfbeheersing spreekt Paulus in 1 Korinthe 9, we lazen het. Hij vergelijkt zichzelf en alle gelovigen met atleten, met sporters. Elke tiener weet het wel: wil je in de sport veel bereiken, dan moet je ervoor gáán. Veel trainen, gezond eten, goed slapen, en ga zo maar door. Sommige sporters trainen zes dagen per week! En waarom doen ze dat allemaal? Omdat ze willen winnen, de beste willen zijn, kampioen worden. Daarom beheersen ze zichzelf. Ze hebben vast zin om te gaan stappen, maar ze doen het niet, want straks is de wedstrijd en wil je in topvorm zijn. Sporters hebben er enorm veel voor over. Waarvoor eigenlijk? Paulus zegt ‘voor een vergankelijke erekrans’. Voor een beker die je in de kast kunt zetten. En dan? Roem en winst is uiteindelijk maar betrekkelijk.
Maar, zo houdt Paulus ons voor, wij gaan voor een onvergankelijke prijs. Wat is dat voor prijs waar je als gelovige voor gaat? Het is dat God eenmaal zal zeggen: goed gedaan, trouwe dienaar, ga in tot de vreugde van je Heer! Het is dat je nu en altijd met Jezus mag leven, meewerkt in zijn Koninkrijk. Maar gá je daar ook voor, zoals zo’n sporter? Wat wil je jezelf ontzeggen om de prijs te winnen?
Paulus zegt letterlijk: ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing! Hij deed aan topsport kun je wel zegen. Hij reisde de halve Middellandse Zee rond, ging voorbij aan zijn behoefte aan rust en veiligheid en genoeg te eten. Hij gíng ervoor! Denk aan Johannes Calvijn, de kerkhervormer. Zijn lijfspreuk was ‘terar dum prosim’, dat wil zeggen ‘ik mag opbranden, als ik maar nuttig ben’. En wat heeft hij gewerkt en geschreven en gepreekt, ondanks allerlei lichamelijke kwalen.
Wat zijn wij dan vaak vreselijk slap. Dat we denken: ik kom straks vast wel bij God, dus die prijs zit wel goed, en verder, ach… Waarin beheersen wij onszelf om harder voor de Heer te rennen? Of speelt dat helemaal niet voor ons? Zelfbeheersing is een vrucht van de Heilige Geest. Maar willen we wel dat die rijpt in ons leven? Ja, uit de greep komen van dingen die ons beheersen, dat wil iedereen wel. Maar jezelf trainen, beheersen, dingen doen of laten omdat je door de Heer gegrepen bent? Wat is het doel waarvoor je racet en rent? Dat is uiteindelijk de grote vraag! Ben je bereid je iets te ontzeggen voor Hem? Een christen zegt: ja, in principe alles! Als ik de prijs maar win!

[groeien erin door Woord en Geest]
Zelfbeheersing als vrucht van de Geest: het is jezelf beheersen omdat de Heer je beheerst. En deze vrucht van de Geest is nodig, wil je ooit geestelijk groeien. Sterker nog: je is nodig wil je überhaupt bij de Heer horen. Als je niet rent en niet traint, hoe zou je ooit de prijs winnen? Geloven is enerzijds een bron van de diepste rust, maar… anderzijds een impuls voor de grootste inspanning!
Maar hoe kun je jezelf beheersen, hoe doe je dat, of hoe krijg je dat? Ik heb er al iets over gezegd, over zelfbeheersing als een muur. Zo’n muur heb je nodig, zeker weten! Echter, zo kan het lijken als alsof je het helemaal zelf moet doen, en alsof het doel van een christen is: niet zondigen. Dat is wel heel negatief en ik-gericht! Zelfbeheersing is een vrucht van de Geest. De Heilige Geest wil deze vrucht laten groeien in je leven. En niet alleen dat je je slechte impulsen kent en bestrijdt, maar ook in het positieve: dat je helemaal gáát voor God. Dat je Jezus volgt in wat je doet, en kijkt wat jij kunt doen voor Hem.
Hoe kan deze vrucht groeien, hoe kun je hem bemesten? Eigenlijk op dezelfde manier als alle andere vruchten van de Geest – het is immers ten diepste één vrucht, net als een braam bestaat uit allemaal kleine vruchtjes die samen één vrucht vormen. En je kweekt heel die vrucht maar op één manier. Hoe leer je zelfbeheersing? Door de Bijbel en gebed. Dat je je leven telkens in gebed bij God brengt. Dan zul je merken dat meer gaat proberen voor Hem te leven, dat je kracht vraagt – en die ook krijgt. Als je ook elke keer je fouten uitspreekt naar de Heer, ze belijdt, dan helpt dat echt om te veranderen. Je gaat bewuster leven, minder op je impulsen – en dat is nu precies zelfbeheersing. Als je ook de Bijbel leest, telkens weer, dan word je telkens weer gewezen op de goede weg, en op de prijs die wacht, en op de struikelblokken. Bidden en de Bijbel – dat is en blijft de basis. En juist nu, nu de kerkgang lastig is door de coronamaatregelen, is het zo belangrijk om thuis tijd voor God te nemen. Om ook als gezin samen te lezen en te bidden, als vaste gewoonte. Ja, dat kost discipline. Maar wat wil je, als je een discipel bent?! Discipel – discipline! En hoe dacht je dan de wedloop te winnen, zonder te trainen en zonder naar de coach te luisteren? Bid om Gods Geest, en begin maar gewoon! Hij zal je zwakke pogingen steunen!

[slot]
‘Wat wij nodig hebben is zelfbeheersing’ zei Kikker bij de koekjes. Het is waar, en niet waar. Zelfbeheersing hoort bij een christelijk leven: je niet zomaar laten leiden door impulsen en begeertes. De vrucht van de geest groeit niet vanzelf.
Maar anderzijds: het gaat niet om beheersing van mijzelf door mijzelf voor mijzelf. Laat liever Gods Geest ons beheersen, laten we onszelf beheersen voor Hem. Dan zul je rennen voor de prijs. Dan mag je vertrouwen dat je die eenmaal wint. Niet in je eigen kracht, maar door de kracht die God geeft – geeft aan ieder die begint aan zijn training! “Ieder die aan een wedstrijd deelneemt beheerst zich in alles; atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij voor een onvergankelijke”!

Amen