Uit de Bijbel is gelezen: Exodus 12:14-20 en 1 Korinthe 5:1-8
Link voor gewetensonderzoek waarnaar in de preek wordt verwezen: http://www.boetesacrament.nl/pagina.php?n=4
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: matzes]
ik liet zojuist bij het kindermoment een paar matzes zien. Matzes, crackers gemaakt van allen meel en water, niet gerezen en daardoor erg plat. Uit het Bijbelboek Exodus hoorden we over het ‘feest van de ongedesemde broden’ – in het Hebreeuws staat daar ‘matzot’, het meervoud van matze. Het feest van de ongedesemde broden, dat is een andere naam voor het Joodse Pesachfeest, dan worden er matzes gegeten. Soms zie je ze ook wel bij christenen rond het paasfeest – Pasen is immers het christelijke broertje van Pesach.
Het is wel zeker dat het Jezus en zijn leerlingen het allereerste Heilig Avondmaal gevierd hebben met ongezuurde broden, met matzes. Immers, het Heilig Avondmaal werd ingesteld tijdens het Pesachmaal. De ouwel, plat en rond zoals men in de Rooms-katholieke kerk gebruikt bij de eucharistie, is eigenlijk ook een soort van matze. Het is ergens wel jammer dat wij die verbinding zijn kwijtgeraakt en gewoon brood gebruiken – zo gaat een verwijzing naar de Joodse wortels van het Heilig Avondmaal verloren. In de preek van vandaag en volgende week zal ik echter proberen die verbinding juist duidelijk te leggen. Want Paulus zegt, we hoorden het, niet tegen Joden die Pesach vieren, maar tegen ons: doe het zuurdesem weg! Wat dat inhoudt, gaan we horen.
[ongezuurd brood voor Pesach]
Het Joodse Pesachfeest viert de bevrijding van het volk Israël uit de slavernij in Egypte. Toen de tempel in Jeruzalem nog overeind stond, werd er met Pesach per familie een lam geslacht. Joodse mensen van nu kunnen dat niet meer doen. Maar wat nog steeds gebeurt met Pesach, ik noemde het al, is het eten van ongedesemd brood. Ook dat is een herinnering aan de uittocht uit Egypte. Het Bijbelgedeelte dat we lazen vertelt hoe de Israëlieten met haast uit Egypte vertrokken. Daarom, zo wordt gezegd, was er geen tijd geweest om het deeg voor het brood te laten rijzen en bakten ze ongerezen platte koeken. Daar herinnert ieder jaar de matze aan, aan hoe het volk onverwacht snel vrij werd.
Er zit echter nog een andere kant aan het ongezuurde brood. Oorspronkelijk was het feest van de ongezuurde broden waarschijnlijk een oogstfeest, dat pas later verbonden werd aan de viering van de bevrijding. Juist rond Pesach werd namelijk de gersteoogst binnengehaald. Een nieuwe oogst, daarom al het oude deeg weg! Er werd opnieuw begonnen met deeg maken. Zonder oud deeg kon het nieuwe niet rijzen, daar kom ik zo op, vandaar dat er eerst zeven dagen ongedesemd brood werd gegeten. Een nieuw begin! Hoe passend is het om dat te verbinden met de uittocht uit Egypte, het grote nieuwe begin voor Gods volk!
In wat we lazen uit Exodus kreeg het volk de opdracht om alles waar zuurdesem inzat, weg te doen. Er mocht totaal niets met desem erin gevonden worden in de Joodse huizen! Met veel nadruk wordt dat een paar keer achter elkaar gezegd. Het oude zuurdesem moet weg, voor je de bevrijding kunt vieren, het nieuwe begin. Juist hierin zit de geestelijke les, die ik vandaag met u wil uitdiepen.
[zuurdesem = ‘bederf’, staat voor zonde]
Maar om de boodschap van vandaag te vatten, moeten we eerst wel goed weten wat zuurdesem is. Wat is eigenlijk zuurdesem? Ik liet het net aan de kinderen zien en ruiken. Zuurdesem of zuurdeeg werd in de tijd van de Bijbel gebruikt in de plaats van gist, om brood te laten rijzen – zuivere gist was er nog niet. In het oude Israël bakten de meeste mensen zelf hun brood. Als er brooddeeg werd gemaakt, werd er gewoonlijk een klein beetje deeg níet gebakken, maar opzij gelegd. Dat kon dan een volgende keer dienen om het deeg te laten rijzen. Dan werd het brood niet hard en plat, maar lekker luchtig. Of mensen hadden wellicht een apart potje met zuurdeeg, waar ze telkens wat uithaalden en wat nieuw meel en water aan toevoegden – zo werkt het nog steeds bij desembrood.
Zuurdesem is dus eigenlijk gewoon deeg, een mengsel van meel en water, dat een tijd heeft gestaan. Als je het meteen had gebakken, was het een matze geworden. Maar als het een paar dagen blijft staan, begint het een beetje zuur te worden. Een beetje te gisten. Het gaat anders ruiken, er komen belletjes op… Als je een beetje ervan door vers gemaakt brooddeeg doet, dan begint het te rijzen. Maar op zichzelf is zuurdesem deeg dat aan het bederven is, aan het fermenteren.
Er zit iets van bederf aan zuurdesem, er zit een luchtje aan. Het is niet zuiver. Kijk, en dát is de reden dat alles met zuurdesem met Pesach moest worden weggeruimd. Zuurdesem kan trouwens ook echt overstuur gaan, als verkeerde bacteriën en gisten de overhand nemen. Wat dat betreft was het goed voor de gezondheid om eens per jaar opnieuw te beginnen met vers zuurdeeg! Al Gods geboden zijn heilzaam voor de mens, ook dat van de ongezuurde broden.
Tegelijk gaan Gods geboden dieper. Ongezuurd brood staat voor zuiver, puur, een nieuw begin. Zuurdeeg daarentegen staat dus voor onzuiver, voor bederfelijk, voor doorgaan op de oude voet. Zuurdesem, om kort te gaan, staat voor zonde! Dáárom moet Israël het zuurdesem zorgvuldig wegdoen uit hun huizen. Israël moet zuiver zijn als bevrijd volk van God. Geen gistende dingen met een luchtje eraan mochten mee op de reis naar het beloofde land!
[link (voorbereiding) Pesach/HA]
Geldt niet hetzelfde voor ons, zeker als wij het Heilig Avondmaal vieren? Dan moet je zuiver zijn, puur en onvermengd voor Good. Paulus zegt het de christenen in Efeze voor: doe de oude zuurdesem weg! In het vervolg verduidelijkt hij dat het niet gaat om letterlijk oud deeg. Hij schrijft ‘laten we feestvieren, niet met de oude desem van kwaad en ontucht, maar met het ongedesemde brood van reinheid en waarheid’. De zuurdesem van de zonde moet weg uit je leven, als je het Heilig Avondmaal wilt vieren! Dat is de les voor ons vandaag.
Het Heilig Avondmaal zoals wij het kennen is voortgekomen uit het Pesachfeest, daar zullen we volgende week meer over horen. De betekenis is ten diepste hetzelfde: dankbaar de bevrijding gedenken die God geeft. Voor ons niet uit letterlijke slavendienst in Egypte, maar uit de slavernij van de zonde en zinloosheid, uit de macht van dood en duivel. Ons paaslam is voor ons geslacht, namelijk Christus – daar volgende week in het bijzonder meer over. Maar omdat wat we gedenken vergelijkbaar is, is ook de voorbereiding vergelijkbaar. Israël moest zelfde het kleinste stukje bederf, het kleinste brokje gegist materiaal verwijderen. En zo worden wij geroepen om alle bederf, zelfs de kleinste zonde, weg te doen uit ons hart en ons leven! Dat is de goede voorbereiding op de viering van volgende week
[alle zonden nauwkeurig wegdoen, voorbeeld]
In het stukje van Paulus dat we lazen, is de aanleiding een heel grove zonde in de gemeente van Korinthe: iemand leeft met de vrouw van zijn vader. Zelfs de ongelovigen spreken er schande van. Paulus zegt terecht: eruit met die man, tot hij zich bekeert. Maak schoon schip! Dat is wel een heel grote klomp zuurdeeg in die gemeente! Hier spelen, hoop ik, niet zulke grote, aanstoot gevende dingen. Maar dat betekent niet dat we niets meer hoeven weg te doen. Paulus schrijft ‘weet u niet dat al een klein beetje desem het hele deeg zuur maakt?’ Dat is letterlijk zo. Met een beetje desem kun je een heel brood laten rijzen. Maar het is ook figuurlijk zo: ook kleine zonden kunnen onze relatie met God knakken, de Geest in de gemeente uitblussen, je steeds verder bij God vandaan voeren. Álle zuurdesem moet weg uit ons midden, niet alleen de opvallende zonden.
Wat dat betreft geven de Joodse mensen ons een prachtig voorbeeld. Als het Pesachfeest nadert, wordt bij hen het hele huis grondig schoongemaakt. Er mag nergens een kruimeltje brood of koek blijven liggen, of iets anders dat gerezen is. Het wordt een hele speurtocht, met het hele gezin. Overal wordt gezocht, in elk vertrek, ook op en onder en in elke kast. En alsof dat nog niet genoeg is: alle keukenspullen en eetgerei worden gereinigd, of zelfs tijdelijk vervangen door een speciaal stel voor Pesach. Er mag niet het minste risico zijn op verontreiniging met desem. Zo bijvoorbeeld ook bij de bakker die matzes maakt: hij staat onder rabbinaal toezicht en de machine wordt elk kwartier schoongemaakt, om te voorkomen dat in een hoekje een stukje deeg blijft zitten en gaat gisten.
Wat gaat dat ver! Wat een ijver om alle letterlijke zuurdesem weg te doen! Zouden wij dan niet met net zoveel ijver ons moeten ontdoen van alle zuurdesem van de zonde!? Als Joodse mensen zich zo serieus voorbereiden op de Pesachmaaltijd, moeten wij ons dan ook niet geestelijk gereedmaken voor de Maaltijd van de Heer, volgende week?
[misverstand wegnemen: geen verdienste]
Voor we er tenslotte bij stilstaan hoe je dat dan concreet doet, wil ik eerst wel een misverstand uit de weg ruimen. Je zou namelijk nog gaan denken dat we Gods genade moeten verdienen. Als wij ons helemaal gereinigd en bekeerd hebben, dán hebben we daarmee de toegang tot het Heilig Avondmaal verdiend. Echter, zo is het niet! U bent welkom bij God door wat Jezus deed, niet omdat u goed genoeg bent. Het Joodse volk werd niet gespaard door de engel omdat ze alle gist wegdeden, maar omdat het bloed van het lam aan hun deurposten zat. Net zo worden wij gered door het bloed van het Lam, Jezus Christus, niet door onze vroomheid.
Maar aan de andere kant: dat betekent niet dat je dan maar raak kunt leven. Het verloste volk Israël moest zuiver zijn, dáárom alle zuurdesem wegdoen. En zo ook u: als u uw vertrouwen stelt op Jezus, als u gelooft in zijn offer en meegaat op weg naar de vrijheid, dan moet de zuurdesem van de zonde weg. Niet om zo de vrijheid te verdienen, maar juist omdat je bevrijd bént!
Paulus heeft ook door dat zijn oproep tot bekering kan klinken alsof je jezelf nieuw moet maken. Daarom corrigeert hij zichzelf in vers 7: ‘doe de oude desem weg en wees als nieuw deeg’ – maar meteen erachteraan: ‘u bént immers als ongedesemd brood omdat ons Pesachlam, Christus, is geslacht’. Wie gelooft mag in Christus een nieuw, zuiver mens zijn. Nu is het alleen zaak om in de praktijk steeds weer te worden wat je in genade al bent. En daarom: alle zure zonden weg! Alles wat je weghoudt van een leven uit Gods genade, alles wat niet past bij het nieuwe leven dat Hij geeft. Die oproep blijft actueel!
[nauwkeurig onderzoeken, praktisch]
Tenslotte dan, hoe doe je dat, het zuurdesem van de zonde opruimen? Wel, als u nu al direct iets in het hoofd hebt wat niet klopt in uw leven, dan is het helder: stop ermee! Vraag God vergeving, vraag waar nodig anderen vergeving of zeg sorry, en neem je voor om het voortaan anders te doen. Ook al vrees je dat je nog vaker de fout in zult gaan, hier begint het eenvoudig: belijden en bekeren.
Maar stel dat u nu niet direct veel concreets door het hoofd gaat, wat dan? Dan is het zaak om ook in de hoeken en gaten van uw leven te kijken, zoals de Joodse mensen doen in hun huizen. Daar zijn handige hulpmiddelen voor. Om te beginnen: het avondmaalsformulier. Ik heb het u voorgelezen aan het begin van de dienst: “opdat wij tot onze troost dit Avondmaal mogen vieren, is voor alle dingen nodig dat wij ons recht beproeven” En dan volgen er drie dingen om te overdenken. Zoek dat formulier eens op, achterin een ouder Bijbeltje, of anders op internet. Ga er eens voor zitten, en overdenk die punten. Ik heb het niet voor niets voorgelezen, maar de bedoeling is dat we er als gemeente mee aan de slag gaan.
Een andere manier is om voor uzelf de tien geboden te overdenken, en de samenvatting die Jezus ervan gaf. Hoe spiegelt uw leven zich daarin? Gewoonlijk geeft dat genoeg stof om opruiming te houden, om te bidden en je toe te wijden. Ik zal op mijn website ook nog een link zetten naar een gewetensonderzoek, waar de tien geboden heel praktisch worden uitgesplitst in allerlei vragen om aan jezelf te stellen.
Laten we deze week van voorbereiding allemaal echt gebruiken, zodat we op de juiste wijze het Heilig Avondmaal kunnen vieren. U zult merken: dat zal zegen geven. Opruiming houden in je leven lucht op, maakt je vrijer. En in geloof vast dat we bij de viering van het Heilig Avondmaal dan meer zegen zullen ontvangen!
[slot]
Als allerlaatste: laten we niet denken dat het alleen gaat om nú, omdat we toevallig het Heilig Avondmaal gaan vieren. Nee, altijd moeten we zuiver zijn voor God. De eerste christenen vierden wekelijks de Maaltijd van de Heer, en dat zouden wij eigenlijk ook moeten doen. Het geldt niet alleen nu, maar altijd: doe de oude zuurdesem weg, wijd je toe. Maar het is niet verkeerd om daar af en toe speciaal op gewezen te worden. Houd opruiming om werkelijk Gods volk te zijn! Niet om het te worden, maar om het te zijn. Immers, ons paaslam is voor ons geslacht, namelijk Christus. Hij roept ons, om ons gereed te maken voor zijn feestmaal!
Amen