Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
soms kom je verbitterde mensen tegen. Mensen die teleurgesteld zijn in het leven, in anderen, misschien ook wel in zichzelf. Ik herinner me dat ik eens sprak met zo iemand. Al jong had hij door een ziekte uit het werkende leven moeten stappen. En het leek erop dat hij daar nooit overheen had kunnen komen. Niet dat hij dat zei, maar dat begreep ik achteraf. Wat ik op dat moment wél merkte, was dat hij zo negatief was over allerlei dingen. De regering deugde niet, de kerk was ook niks… Hij had weinig contact met familieleden, en hij kon precies vertellen wat er aan hen niet deugde. Van anderen begreep ik echter dat hij zelf ook dingen had gezegd en gedaan die niet bepaald goed waren.
Ik word altijd een beetje neerslachtig van zulke ontmoetingen. Het is alsof de zon verduisterd is. Misschien kent u ook zo iemand – of hebt u er zelf iets van, ik hoop het niet! En het tragische: ik begreep dat deze man zo ánders had kunnen zijn, als hij maar niet onvrijwillig op een zijspoor was gekomen door zijn ziekte; of als hij daar anders mee had kunnen omgaan. Hoe erg is het, als teleurstelling allerlei vruchten draagt: niet alleen verdriet, maar ook ontevredenheid. Boosheid. Bitterheid en kwaad. Dan zit een mens helemaal vast. Wie haalt je ooit daaruit? Het lijkt mens-onmogelijk.
Vandaag komen we in de Bijbel iemand tegen die net zo vast zit. Koning Saul is
[hoe Saul vast raakt]
In het hoofdstuk dat we lazen, zien we hoe Saul langzaam vast komt te zitten in duisternis. Achtereenvolgens lezen we over wantrouwen, woede, angst, haat, en zelfs pogingen om David uit de weg te ruimen. Ja, want het komt allemaal Lees verder