Gemeente van Jezus Christus, genodigden, gasten,
[intro: de kerk/gemeente in W]
de kerk waarin wij samenzijn is niet zómaar een kerk zoals je er vele hebt. Je ziet hem al van verre staan, de brede toren zonder punt, de ‘mosterdpot’. Eeuwenoud, afgebrand en weer herbouwd, is deze kerk kenmerkend voor de vesting Woudrichem. Met het mooie orgel, met het speciale kijkgat voor de melaatsen bij de koordeur, de hoge gewelven is dit werkelijk een bijzonder gebouw. Getuige van de geschiedenis, dat ben je hier. Ik vind het bijzonder dat ik nu predikant mag zijn van juist déze kerk in deze mooie plaats!
In de brief aan de Efeziërs, waar we een gedeelte van hoorden, staat ook de kerk centraal. Alleen… dan gaat het niet om een eeuwenoud gebouw, die bezaten de christenen destijds nog niet! De kerk, zo leert Paulus ons in zijn brief, is geen gebouw maar een verzameling mensen! De kerk, dat zijn wij, en al de mensen voor ons die door de Heer geroepen werden. Ik vind het bijzonder om te bedenken hoeveel eeuwen er hier al kerk is, al christenen zijn. Men zegt dat er al in de 7e eeuw hier een kapel werd gebouwd, dat is de tijd dat Willibrord het christendom voor het eerst vanuit Engeland in de moerassige Lage Landen bracht. Al zóveel eeuwen geloven mensen hier in Christus! Op het predikantenbord in deze kerk Lees verder