Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: geheim]
Mag ik u een geheim vertellen? Wie zo begint kan altijd op aandacht rekenen. Dat begint al bij kleine kinderen. Je gaat wat zachter praten, je zegt: ‘Zal ik je eens een geheimpje vertellen?’ en daar buigen de hoofden zich al naar je toe. Maar ik denk dat het bij ons allemaal zo werkt. Het is leuk om iets te weten wat een ander niet weet. Toch?
Mag ik u een geheim vertellen? Want dat is wat ik vanavond wil gaan doen. Een geheim onthullen! Ik volg daarmee simpelweg de apostel Paulus. De boodschap die hij verkondigt noemt hij, in het gedeelte dat we lazen “het goddelijk geheim dat in alle eeuwen en voor alle generaties verborgen is geweest maar nu aan zijn heiligen onthuld is”. Nou, dat wekt mijn interesse wel! Wat zullen we gaan horen vanavond? Destijds moeten de mensen ook met interesse hebben opgekeken. Je moet weten, in die tijd waren er de zogenaamde mysteriegodsdiensten; een soort sektes waar je geheime kennis kon krijgen over de godenwereld en de verborgenheden van het leven. Letterlijk staat er hier precies dat Griekse woord, ‘mysterion’. Is het christelijk geloof ook een mysteriegodsdienst?
Zoals dat gaat bij iemand die goed kan vertellen, houdt Paulus de spanning er nog even in. Hij zegt niet meteen waar het om gaat maar maakt er eerst een flink lange aanloop bij. Een geheim, wat dan? Paulus zegt, ik vertaal letterlijk [zet spanning]: “het goddelijk geheim, dat in alle eeuwen en voor alle generaties verborgen is geweest, maar nu aan zijn heiligen onthuld is, aan wie God bekend heeft willen maken wat de rijkdom van de heerlijkheid van dit geheim is, voor alle volken, namelijk…’ En dan komt het: “Christus in u, de hoop op heerlijkheid!”
Wat dat betekent gaan we vanavond horen, en ook hoe dat praktisch zichtbaar wordt. Maar eerst even een aanloop over wat het níet betekent.

[de tekst persoonlijk opgevat geeft veel vragen]
“Christus is in u, de hoop op heerlijkheid”. Je leest dat, en je krijgt er vanzelf bepaalde ideeën bij. Je denkt misschien, ik tenminste wel: Christus is in mij? Hoe dan precies? Kijk, dat laatste stukje dat is niet echt het probleem ‘ hoop op heerlijkheid’. Ik geloof in Jezus Christus, Hij is mijn Heer en verlosser, en dan heb ik ook die vaste hoop dat ik straks welkom ben in Gods heerlijkheid. Ik heb hoop op zijn grote toekomst, waar we het vorige week over hadden, als hij alle dingen nieuw zal maken. Maar dat andere, ‘ Christus is in u’. Hoe dan? Voel je dat op een bepaalde manier? Ik voel vaak niet zo heel veel, als ik eerlijk ben. Of betekent het dat de kracht van de Heer in je is? Soms mag je dat voelen inderdaad, dat hij je kracht geeft. Als je iets moet doen, of als het moeilijk is in je leven. Maar kracht, dat is toch nog iets anders dan Hijzelf in je. En trouwens, Ik heb wel in de Bijbel gelezen dat bij ieder die gelooft de Heilige Geest in zijn of haar binnenste is. Dat God in je woont door zijn Heilige Geest. Daar kan ik me iets meer bij voorstellen. Maar dat Jezus Christus zelf in je woont, dat is toch ingewikkeld voor te stellen. Moet je dat misschien op een heel mystieke manier opvatten en ervaren?
Misschien heeft Paulus wel gelijk als hij het een mysterie noemt… of zitten we nu op een verkeerd spoor? Paulus spreekt niet over een onbevattelijk mysterie, over esoterische dingen. Hij zegt juist dat het een geheim is dat aan zijn heiligen is onthúld – aan alle gelovigen in de Heer Jezus. “Christus in u” – zo staat het er kortweg in het Grieks. Wat wil dat dan wél zeggen?

[Christus woont in ‘ons’, niet in ‘mij’]
Ik zal het geheim maar onthullen. Als Paulus schrijft ” Christus is in u”, dan is u geen enkelvoud maar meervoud. Onze Nederlandse taal is wat dat betreft een beetje lastig. Want ‘u’ is de beleefde vorm van ‘jij’, maar ook de beleefde vorm van ‘jullie’. Wij zijn als moderne mensen zo individualistisch ingesteld, dat we als vanzelf aan het enkelvoud denken. ” Christus is in u” – en je denkt “OK, Christus is in mij”. Dan komen al die vragen die ik net noemde.
in het Grieks zie je het echter direct, er staat ” Christus is in jullie”. Hij is in de mensen aan wie Paulus schrijft, Hij is in de christenen van Kolosse. In hen samen, in de gemeente! In hen is de Heer aanwezig. Het woord ‘in’ uit onze tekst kun je trouwens ook anders vertalen, zoals de Herziene Statenvertaling het doet: “Christus is onder u” – dat wil zeggen: in jullie midden aanwezig. Het is juist wat Jezus zelf al gezegd had: “waar twee of drie mensen in mijn naam bijeen zijn, daar ben ik in het midden” – Mattheus 18. Christus woont in zijn gelovigen, in zijn gemeente. Daar gaat het hier om.
Wat opvallend is, is dat in het vervolg van de brief de beeldspraak een heel aantal keer worden omgekeerd, bijvoorbeeld in hoofdstuk twee. Daar zegt Paulus “u bent in Hem – in Christus”. Als je het heel letterlijk neemt, kan dat in verwarring brengen. Wat is het nu: is hij in ons of zijn wij in hem? Nou, letterlijk gezien geen van beide! Het gaat hier niet om een letterlijke, ruimtelijke betekenis zoals ‘water in een vaas’ of ‘een vinger in een ring’. Paulus probeert met zijn woorden iets uit te drukken van heel een nauwe verbinding tussen Christus en de mensen die in Hem geloven. Een verbinding, Niet individueel maar collectief. Niet ‘ ik en de Heer’ maar ‘wij en de Heer’. Het is een eenheid: Hij in ons en wij in Hem. Of nog een beeld van net hiervoor “Hij, Christus, is het hoofd van het lichaam, de kerk”.
Ja, en dat is toch ergens een mysterie… Een mooi mysterie! Christus is onder ons aanwezig – zoals we hier zitten. Zoals wij samen hier kerk proberen te zijn. Als we het heilig avondmaal vieren. Maar ook als we onze plek in de maatschappij innemen, dan is Hij erbij! Hij is onze hoop op heerlijkheid straks, maar Hij is ook nu al onze bron van kracht en leven! “Christus in u, de hoop op heerlijkheid”.

[gevolg: de kerk is stukje toekomst]
Die verbondenheid waar Paulus over spreekt heeft grote gevolgen. Christus is de eerstgeborene uit de doden, hoorden we vorige week. In hem begint de nieuwe, of misschien moet ik zeggen de vernieuwde wereld. Maar de mensen die in Jezus geloven zijn dus heel nauw aan Hem verbonden. Hij is in hen, en zij zijn in Hem. Een verbinding zo sterk, dat zij ook al bij de nieuwe wereld van God gaan horen. In het volgende hoofdstuk gaat het daar uitgebreider over. Met Jezus is wie gelooft al gestorven aan het oude leven, en met Hem opgestaan in een nieuw leven. Elke gelovige afzonderlijk, en wij allemaal samen: we horen al bij het nieuwe dat Jezus liet komen door zijn dood en opstanding. Hij als ‘eerstgeborene’, en wij als ‘ook nieuwgeborenen’.
Wat betekent dat nu concreet? Wel, dit: de kerk van Christus is al een plekje op aarde waar de nieuwe wereld zichtbaar wordt. Onder christenen is als het goed is te zien God het bedoeld heeft en hoe hij het weer zal maken. Een stukje toekomst in het heden. Een voorproefje van de hemel, op aarde. Dat is werkelijk iets groots, onbevattelijk! En dát mag gelden van gewoon een groepje mensen in Kolosse, of gewoon een groepje mensen in Beekbergen. Hier is al iets nieuws, iets niet van deze wereld!
Probeer het eens te proeven, hoe geweldig dit is. Hier, onder ons, mag onderlinge liefde zichtbaar worden. Mogen we leven uit genade, en daarom ook genadig zijn naar elkaar toe. We delen brood en wijn, waar de Heer zelf in is. We delen van wat we hebben, want bij God is overvloed. We bidden samen, want juist dan in Christus in ons midden – dat heeft Hij zelf beloofd. Hier in ons midden is die vulkaan aan kracht – kracht van Christus. Opstanding door de dood heen! Hier kunnen wonderen gebeuren, als we samen bidden. Hier mogen mensen worden geraakt, door een preek, maar ook door hoe we met elkaar omgaan en hoe we open staan voor anderen. Hier, in Gods gemeente, is de grote toekomst al aanwezig! En jij, en u, mag daar in delen als je gelooft in Jezus. Hij is in u – in ons. Zijn Geest in ieder afzonderlijk, en zo in ons allen. “Christus in u” – wat een groot, wat een groots geheim!
Wij denken wel eens veel te klein en veel te laag van de kerk. Allerlei zorgen, allerlei praktische zaken… Maar bedenk dus wel: de kerk, plaatselijk en wereldwijd, is een geestelijke grootheid. Geen club, maar het lichaam van Christus. Geen gebouw waar wij nu in zijn, maar een gemeenschap van mensen waar Hij in is. Een stukje toekomst, een plek waar verzoening en vrede mogen worden geproefd en gepraktiseerd. Dát is de kerk, de gemeente. Dat zijn wij!

[tegenwerping: lijkt er niet op]
Ik kan me nu wel voorstellen dat iemand dit allemaal veel te verheven vindt. Je denkt bij jezelf: nou, in het echt lijkt het daar vaak helemaal niet op. Iemand die is afgeknapt op de kerk vertelt het volgende. “Ik had op de club en de catechese al allerlei vragen, maar die vonden ze maar lastig. Ik paste niet helemaal in de geijkte hokjes van een net kerkmens, en daar konden veel kerkmensen moeilijk mee omgaan, geloof ik. Daardoor voelde ik sowieso al een stuk afstand. En dan die kerkdiensten – ik vond ze gewoon saai, ik merkte daar weinig van Christus’ aanwezigheid. En om te zeggen dat de mensen naast me in de bank nou zoveel van Hem uitstraalden… Ze vroegen eigenlijk nooit hoe het met me ging, ook niet toen ik het een tijd best moeilijk had. En toen ik minder en minder kwam, had ik niet de indruk dat iemand me miste.” Een eerlijk verhaal. En ik vrees een realistisch verhaal ook. De kerk is al te vaak niet wat ze zou moeten zijn. En dat is schadelijk voor het evangelie van Jezus. Dan lijken mooie woorden slechts woorden. Dan is er geen kracht, geen ervaring van Gods werkelijke aanwezigheid. Wat is dat erg!
Hoe kan het dat mensen, dat jij of u misschien wel, vaak niet of nauwelijks ervaart dat de kerk, dat een christelijke gemeente een plek is waar Christus is, waar zijn kracht werkt en zijn toekomst tastbaar is? Zijn we teveel een organisatie en te weinig een organisme? Staat de Heer wel echt centraal, “Christus onder u”? Dan is er maar één optie: ons afdwalen erkennen en de Heer bidden of Hij ons weer wil maken wat we zijn!
Of er is nog een andere optie: het is gewoon allemaal onzin wat ik net vertelde. Sommige afhakers zullen dat misschien denken. Maar daar wil ik toch niet aan. Want soms zie je, soms merk je het wél! “Christus is onder u.” Soms in de eredienst, bij een lied of gebed, of als we het Avondmaal vieren. En soms ook heel concreet. Als ik weer een verhaal hoor over een kerk waar een vrouw ernstig ziek is, en heel de gemeente om dat gezin heen staat. Als er elke avond eten gekookt wordt, als er oppas is en er naar het ziekenhuis gereden wordt. Als er echt wordt omgezien, en als heel veel gemeenteleden vurig bidden om genezing. Zulke verhalen zijn er óók! Veel zelfs. Dan is de kerk kostbaar. Dan proef ik het daar “Christus onder u” – dan voel je daar iets van het koninkrijk. En gelukkig, ook in het klein is het te proeven. Ik hoorde een verhaal van een conferentie waar een boekentafel stond met een geldkistje. Je kon een boek pakken en het bedrag in het kistje stoppen. Er stond niemand bij om te controleren. Er was iemand op die conferentie die nog niet echt gelovig was. Maar, zo vertelde hij later, dat geldkistje, dát had ervoor gezorgd dat hij bij deze mensen wilden horen. Dat vertrouwen, alsof er al geen oneerlijke mensen meer zijn. Dan zeg ik, vanuit de tekst: zo’n kistje is een stukje van Gods toekomst dat zichtbaar wordt. Soms zie je het wél!

[groei toe naar wat we mogen zijn in Hem]
En ja, soms ook niet. Dat wist Paulus ook wel. Hij zegt in het vers na onze tekst dat hij zich inspant ‘om iedereen tot volmaaktheid in Christus te brengen’. De volmaaktheid, dat Christus helemaal zichtbaar wordt in zijn mensen, die was er nog lang niet, toen niet en nu ook niet. Dat is een proces dat je hele leven voortgaat. En aangezien de gemeente door de eeuwen heen telkens uit andere mensen bestaat, is die volmaaktheid altijd over de horizon. Volmaakt betekent hier trouwens niet perfect, maar helemaal verbonden aan de Heer.
Dat is waar wij naartoe mogen groeien als gemeente, en ieder persoonlijk. Wanneer gaat het goed met onze gemeente? als Hij in ons is, en wij in Hem. Dat is duizend keer zo belangrijk als al het andere wat je maar zou kunnen bedenken. En dan gaat het ook goed met ons allemaal persoonlijk.
En hoe groei je dan dichter naar Christus toe? Je mag er om bidden natuurlijk. Je mag de dingen doen die een christen doet zoals Bijbel lezen en naar de kerk gaan. Maar vanavond wil ik toch iets anders voorstellen. Bidt er niet om, maar dank ervoor. Geloof wat we lazen, en spreek je dank maar uit. “dank u Heer, dat U in ons bent. Dank u, dat U onze hoop op heerlijkheid bent. Dank u, dat we nu al bij uw toekomst mogen horen”. Dank er maar voor vanavond. En leef eruit!
Laten we dat vooral samen doen, want de Heer is in óns – samen. Je kunt niet alleen geloven. Bid samen met anderen; deel je leven, lees samen, doe samen dingen voor de Heer. Dat kan als gelovig gezin, als stel, als gemeente op allerlei manieren. Wat kun jij hierin voor stap zetten, om geloven meer als iets samen met anderen te beleven? Doe maar een concrete stap! Want waar twee of drie in Zijn naam samen zijn, dáár is Christus in het midden.

[slotje]
Maar tenslotte. Wij kunnen stappen zetten. Maar uiteindelijk begint en eindigt het allemaal bij de Heer. Christus is het grote geheim, van geloof en kerkzijn, Hij is het geheim uiteindelijk van het hele leven. Hij is het in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen zijn. Hij is de hoop voor de toekomst en de kracht voor vandaag. En daarom is er maar één weg die je verder brengt: alles bij Hem halen. Daar gaan we van zingen, uit gezang 75 “U kennen, uit en tot U leven… Vervul van dit geheimenis (ik begon er al mee) – van dit geheimenis/ uw kerk die in de wereld is”

Amen