Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
‘hoop in de crisis’ is het thema van de preken uit Jeremia dit seizoen. Dan krijgen we wel meteen een flinke crisis voorgeschoteld: ontrouw zijn in een relatie, vreemdgaan. En meteen daarbij deze gedachte: als iemand ontrouw wordt, als iemand vreemd gaat in een relatie, dan is dat het einde voor die relatie. Dan is het uit! Ja toch zeker? Het is een gevoel dat breed in heel onze maatschappij gedeeld wordt. Ook als je niet de klassieke christelijke moraal aanhangt op het gebied van huwelijk en relatie, is dit toch wel de algemene gedachte. Heb je een relatie, op wat voor manier dan ook, dan moet je de ander trouw blijven. En doe je dat niet, krijg je iets met een ander, dan is het einde verhaal voor je relatie.
Wellicht zijn er mensen in ons midden die er iets van hebben meegemaakt. Van wie de relatie is stukgelopen wegens ontrouw. Wat snijdt dat er diep in! Ik heb het zelf niet meegemaakt, maar wat moet dat pijn doen. Wat maakt dat boos ook, als iemand met wie je dacht vast verbonden te zijn, een ander heeft. Het is een van de diepste krenkingen die een mens kan ondergaan. Dáár komen zoveel vechtscheidingen van. Of andersom soms, mensen krijgen er depressieve gevoelens door of trekken zich terug in zichzelf. Ontrouw maakt zoveel onherstelbaar kapot!
Jongeren kunnen er zich vast ook iets bij voorstellen. Stel je voor dat je vriend of vriendin een ander blijkt te hebben! Dan voel je je gedumpt, nog tien keer zoveel als wanneer hij of zij het gewoon uitmaakt. Bedrogen. En nee, je hoeft die ander echt niet meer, al zou hij of zij nog met zulke mooie praatjes komen. Ontrouw, dan is het uit.
Ja, dit onderwerp kan veel oproepen. Uit je eigen leven, of wat je zag of ziet gebeuren om je heen. Ontrouw is érg!
En dan, gemeente, naar Jeremia 3 vers 1. Daar zegt de Heer dit tegen zijn volk: “Je hebt met talloze minnaars overspel gepleegd, en je wilt toch weer bij me terugkomen?” Ontrouw! [herhaal txt] Hoe zit dit? Wat is er hier aan de hand? En wat heeft het ons te zeggen? Daar staan we vanmorgen bij stil!
[de context]
Laten we eerst even kijken in welk verband deze woorden klinken. Vers 6 vertelt ons dat het tijdens de regering van koning Josia is. Vóór de tijd van deze koning was in het koninkrijk Juda het dienen van andere goden meer en meer opgekomen. De eredienst voor de Heer werd verwaarloosd. Tot zelfs in de tempel in Jeruzalem stonden afgodsbeelden opgesteld. Maar toen was koning Josia aan de macht gekomen. Hij was iemand die de Heer oprecht diende. En hij begon een Reformatie. De godenbeelden werden uit de tempel van de Heer verwijderd, en offerhoogtes voor andere goden liet hij slopen. De tempel in Jeruzalem werd hersteld, er werden weer offers gebracht. Met het hele volk samen vierde Josia weer het Pesachfeest, dat jaren niet had plaatsgevonden.
Geweldig goede ontwikkeling, zou je zeggen! Het koninkrijk Juda, dat eerst de Heer ontrouw was, keert weer terug. Echter, hoe oprecht was deze terugkeer? Koning Josia had zijn hart aan de Heer toegewijd. Maar de Profeet Jeremia keek eens rond in het land. En wat ziet hij: mensen zijn niet los van hun andere goden. Ze hebben huisaltaren, dragen amuletten, en her en der zie je weer offerplaatsen komen aan de rand van een dorp. Ja, de Heer is weer de officiële God van het Koninkrijk, de offers worden gebracht in de tempel, en de mensen doen mee met de jaarlijkse feesten. Maar is hun hart ook bij de Heer? Ze doen wat mee, brengen soms offers. Maar naast de Heer houden ze er andere partners op na, zogezegd, andere goden. Onbeschaamd!
Wat worden er onder de mensen soms mooie woorden gesproken door ontrouwe partners. Verontschuldigingen, vleierij, van alles. Maar wat is dat soms een dekmantel om gewoon door te gaan. Wat is het wreed als je merkt: het zijn maar lege woorden; hij of zij gaat nog altijd niet écht voor mij! Wel, precies hetzelfde merkt de Heer bij het volk van Juda. Ondanks de reformatie van koning Josia zijn de gewone mensen niet echt teruggekeerd tot Hem. Ze zijn en blijven ontrouw!
[het schokkende beeld]
De Heer ziet het, en niet zomaar als een observatie op afstand. Hij is geschokt, gekrenkt, kwaad – al die dingen die passen bij een relatie die stukloopt. Want de Heer, Hij is verbonden aan dit volk, Hij heeft al vanouds een verbond met hen. Ze zijn partners: Hij hun God, zij zijn volk. Geen contract, maar een relatie. Daar zit de Heer in met gepassioneerde liefde. En juist daarom doet het hem zoveel als zijn mensen die liefde niet beantwoorden, als ze het bij andere goden zoeken. De relatie zit in een zeer diepe crisis.
Jeremia moet daarom zeer sterke woorden spreken om Gods gevoelens te uiten. “Israël, je bent ontrouw, je pleegt overspel met goden van hout en steen!”. Nog sterker, het staat echt in vers 3 “je bent een hoer!” Verwijt dat vaker klinkt als overspel uitkomt. Vers 2 is ook schokkend, daar staat ongeveer dit: zoals een rover op zijn slachtoffers springt, zo spring jij bovenop je minnaars. Kosten noch moeite gespaard voor de afgoden, maar de Heer wordt vergeten. En Hij, Hij kan het niet hebben!
Wat kijk je God diep in het hart in dit hoofdstuk. Het is geen kwestie van: ze breken mijn regels, daarom ben ik boos. Nee, het is veel dieper. Hij wil hun hart. Hij wil in hun leven zijn. De eerste en de enige, zoals in een huwelijksverbond. Hij wil het goed hebben met hen, en zij met Hem. Maar Israël is ontrouw. En van ontrouw gaat een relatie kapot.
Dit is meteen een aandachtspunt voor ons. Dat leven met God een relatie is, waarin je trouw en ontrouw kunt zijn. En ik weet het, wij zijn Israël niet. Maar we mogen ons diezelfde vraag stellen: hoe is onze relatie met hem? Zeker als je gedoopt bent, sta je toch een verbondsrelatie met de Heer, aan hem verbonden. En dan gaat het er niet om dat je dan binnen de christelijke lijntjes kleurt, maar dat je leeft met hem. Dat je zijn liefde beantwoordt. Dat je je vertrouwen op Hem stelt en niet elders je geluk zoekt. Waar je van houdt, geef je tijd en aandacht. Waar gaat onze tijd en aandacht naar uit? Wie wil je plezieren? Houd je van de Heer? Of heeft Hij hoogstens ergens een plekje in je leven? Weet dit: Hij wil de eerste en de enige zijn!
[verrassend vervolg]
Hoe gaat het nu verder? Ik begon er al mee: ontrouw, dan is het uit! Zo lijkt de Heer er ook over te denken. Jeremia zegt het namens Hem “je hebt met talloze minnaars overspel gepleegd, en je wilt toch weer bij me terugkomen?” God lijkt te zeggen: vergeet het maar! Zoek het zelf maar uit! En dat is toch een logische reactie? Hij is in zijn eer gekrenkt, vernederd en woedend tegelijk, als de mensen zó met hem omgaan. En bovendien: hoe reëel is het te verwachten dat ze in de toekomst wel trouw zullen zijn? Daarnaast wordt in vers 1 een bepaling uit de wet, uit de Thora aangehaald, uit Deuteronomium 24. Wanneer een man en vrouw zijn gescheiden, en de vrouw trouwt met een ander, dan mag de man haar niet meer terugnemen. En is het met God en zijn volk niet net zo? Goed, ze zijn dan wel niet officieel gescheiden, maar het idee is duidelijk. Het zou onlogisch, zelfs onwettig zijn als God toch met zijn volk doorging. Het zou zijn eer besmeuren. Over en uit dus!
Zo zouden wij zeggen, denk ik. Maar dan het wonder in dit gedeelte…! Na de aanklacht in vers een tot 11, wat lezen we dan? Dit: “kom terug, ontrouw Israël -spreekt de Heer- dan zal ik mijn woede Laten varen, want Ik ben trouw en liefdevol”. En in vers 14 weer “kom terug, ontrouwe kinderen -preekt de Heer- want jullie behoren míj toe”. Onvoorstelbaar dit! Ondanks alles wat er gebeurd is, wil de Heer toch verder. Al is Israël liefdeloos, Hij heeft nog steeds liefde. Hij wil ze nog terugnemen. Hij wil de minste zijn. Tegen trots in, tegen gezond verstand, zelfs tegen de Thora in. Wat hem betreft is er een weg verder. Kun je het je voorstellen? Maar zo is onze God! Dat is nu hoop in de crisis!
De kern staat in vers 12 “want Ik ben trouw en liefdevol’. In het Hebreeuws staat daar ‘chasied’ – dat komt van het woord ‘chesed’ – verbondstrouw. De Heer blijft aan Israël verbonden, in trouw en liefde, ook als zij dat niet doen. Hij heeft en houdt wat met hen, en Hij wil ze tóch een nieuwe kans geven. Zo is de God van Israël! Zou jij dat zo doen, als je partner je ontrouw is? Als hij of zij wel mooie woorden praat, maar toch de ander ernaast blijkt aan te houden? Zou je dan tóch nog verder willen? Ik niet, denk ik eerlijk gezegd. Maar de Heer laat de profeet zeggen “kom terug!”. Hoeveel houdt God wel van zijn volk? Hoe ver gaat Hij? Ongekend!
[Gods trouw en liefde in Jezus getoond]
En nu naar ons! Wij horen niet bij het volk Israël. Waar staan wij in dit alles? We mogen het denk ik allereerst met verbazing aanzien, die gepassioneerde en getroebleerde relatie waarin de Heer zijn volk nóóit los laat. Toen niet, en alle eeuwen niet. En als we het zien, leren we iets van Gods karakter kennen. ” Ik ben trouw en liefdevol” zegt Hij – en toont Hij.
Maar dan het mooie: aan het eind van het stuk dat we lazen, komen toch ook de andere volken in beeld. De blik verschuift daar ineens naar de verre toekomst. Een tijd dat de ark van het Verbond er niet meer is. De tijd van het nieuwe verbond. De tijd van Jezus. In vers 17 gaat het ineens over alle volken.
Want in Jezus zien we hetzelfde alles wat we hier al horen, maar dan nog dieper en breder. Want wat is de diepste crisis, achter alles wat we in de wereld crisis noemen? Dit, dat we God verlaten hebben, onze schepper! En wat is nu het wonder? Dat God een relatie wil met ontrouwe mensen. En hoe hij daar alles voor over heeft. Hoe niet de wet het laatste woord heeft, die zegt dat dat niet kan, maar de genade. We hoorden het uit 2 Korinthe 5, waar Paulus schrijft “Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: Hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend”. Net als de Heer hier bij Jeremia het volk de overtredingen, de ontrouw niet aanrekende, alleen maar terugkeer vraagt tot Hem, zo is het nog. “Kom terug” riep God bij monde van Jeremia. ” laat u met God verzoenen” roept Paulus.
Want het kan, het mag. In Jezus wil God zijn verbond, zijn liefde, zijn relatie verder laten gaan dan Israël. Iedereen uit elk volk mag komen. Als je je ontrouw maar eerlijk toegeeft, je leven zonder hem, je overtreden van zijn goede regels, en hoe je je heil daar zocht waar het niet is. Je mag terugkeren. Naar hem die je Vader is – ook dat beeld vinden we in het gedeelte van Jeremia – die je zijn liefde wil schenken, wil zegenen en je leven lang bij je wil zijn. Zo is God – nog altijd!
Ben jij al zo aan Hem verbonden? Het kan, door Jezus! Wát wij er uit onszelf ook van maken! En in wat voor crisis je geloof en je leven zich ook mag bevinden. De diepste hoop in de crisis!
[Onze reactie]
Als je het echt beseft, raak je er nooit over uitverwonderd. Zó is de Heer – trouw en liefdevol. Niet alleen voor goede mensen, maar voor ontrouwe en liefdeloze mensen ook. Zo groot is Jezus’ liefde, dat hij er zelfs Zijn leven voor wilde geven. Vol verbazing hoor ik het: is God zo goed? Ja! Al ten tijde van Jeremia en nog steeds. Ik ben welkom, jij bent welkom. Hoe we het er ook bij hebben laten zitten. Hoe je hem misschien ook ontrouw bent geweest in de afgelopen jaren. In daden die je zelf het beste beseft. Er is altijd een weg terug!
Keer dan terug, wanneer dat nodig is. Laat hij je grote liefde zijn. Je vader en je vriend en je Heer. Zoek je levensgeluk niet bij iets of iemand anders, dan ben je als Israël dat het van afgoden verwacht. Geen werk, geen welvaart, geen eigen kracht of kunde – hij alleen kan je een echt gelukkig leven geven. En als ik eerlijk ben, vergeet ik dat zo snel. Ben ik met 1000 dingen bezig, en niet met hem. Maar bouwen aan een relatie met hem is zoveel belangrijker dan al het andere. En het wonderlijke: hij verlangt ernaar, dat je hem zo zoekt. Hij zal je zijn liefde laten proeven op zijn tijd. Hij is goed voor wie hem zoekt. Écht!
“Ik ben trouw en liefdevol”, zegt Hij. Laten wij zijn liefde dan toch beantwoorden, niet ontrouw zijn, maar ook niet langs hem heen leven. Dan zul je gezegend zijn.
[slot: wij doen als Hij]
En tenslotte: als we de Heer zo mogen leren kennen, mogen we ook zelf iets van hem weerspiegelen. Zelf trouw zijn, liefdevol en zeer vergevend. Om bij het begin terug te komen: ik zei ‘ontrouw maakt het uit’ en ‘ bij overspel is het over’. Maar ik ken een voorbeeld waar het niet zo gegaan is. Dat in een huwelijk één van de partners ontrouw was, en de ander toch verder wilde. Dat de relatie ook weer echt hersteld is. Voor veel mensen haast ondenkbaar. Maar het is echt gebeurd. Doordat de benadeelde partner in geloof die weg wilde gaan, en net zo belangrijk: doordat de ontrouwe partner in die tijd terugkeerde tot God en echt berouw had. Want dat is wel nodig, zie vers 13. Zo werd deze herstelde relatie een afspiegeling van Gods genade. Tegen trots in, tegen gezond verstand, maar toch!
En ja, Dit is een heel groot voorbeeld. Vaak kan en zal het niet zo gaan – want wat zijn relaties een ongelooflijk gecompliceerd onderwerp. Laten we het iets eenvoudiger houden: Laten we zelf trouw en liefdevol zijn in onze relatie als we die hebben. Laten we in al onze omgang met mensen trouw, liefdevol en vergevend zijn. Laten we maar ‘chasidim’ zijn. God wordt hier ‘chasid’ genoemd – trouw en liefdevol. ‘Chasidim’ is het meervoud, en tevens de naam van een stroming in het Jodendom. Het is een bijzondere groep, waar ik veel over zou kunnen vertellen. Op de beste momenten zijn ze zo: mensen die de Heer gepassioneerd liefhebben, en die goed doen op aarde. Laten wij ook maar ‘chasidim’ zijn. Of laat ik maar eenvoudig zeggen: laten we mensen zijn die het spoor van Jezus volgen. Want door Hem mogen ook wij bij de God van Israël horen – en altijd, altijd bij Hem terugkeren. Laten we bovenal dicht bij zijn liefde blijven!
Amen