Tags
Gemeente van Jezus Christus, jullie, Jesse, Jesse en Nathan, kinderen, tieners, ouders en ouderen,
[intro]

We hoorden twee verhalen uit de Bijbel. Ze zijn uitgekozen door jullie die vandaag afscheid nemen van de kindernevendienst. Het zijn twee wonderlijke verhalen, waarin iets van onze wereld en van Gods wereld door elkaar loopt. Elia die wordt meegevoerd naar de hemel, en Jezus op de berg die er ineens hemels en stralend uitziet. Kinderen hier in de kerk, misschien hebben jullie op de kindernevendienst deze Bijbel-geschiedenissen ook wel eens een keer gehoord; ik denk het wel eigenlijk. Het zijn verhalen die tot de verbeelding spreken! Er zijn dan ook veel prachtige afbeeldingen van gemaakt, hier zie je er twee.
in het tweede stuk uit de Bijbel dat we hoorden komt ook Elia weer even terug. Elia die in het eerste Bijbelstuk naar de hemel verdween. Dat verbindt deze twee verhalen. Ik zou daar nu veel diepzinnige dingen over kunnen zeggen. Maar het is vandaag ook afscheid van de kindernevendienst. Voor drie tieners is het zover dat ze de kindernevendienst gaan verlaten. En daarom leek het mij het best om eerst maar eens te focussen op dat eerste verhaal, van Elia die wordt meegevoerd naar de hemel. Want dat is een verhaal van afscheid en van nieuw begin. En dat past bij jullie vandaag.
[afscheid]
Elia de profeet weet dat zijn tijd op aarde voorbij is. Hij moet afscheid nemen van deze wereld, en ook van Elisa die zijn knecht en leerling is. Een beetje verwarrend die namen, je hebt dus Elia, de oude profeet, en EliSa, de jongeman die hem zal opvolgen.
Elisa van zijn kant voelt het ook, dat het einde van hun tijd samen eraan komt. Maar hij wil het liefst nog lang als leerling bij Elia blijven, hij heeft geen behoefte aan een afscheid. Hij wil helemaal niet alleen verder! als Elia zegt ‘blijf jij hier, de Heer wil dat ik naar de Jordaan ga’, dan zegt Elisa: ‘geen sprake van, ik ga met u mee!’ Hij zit er niet op te wachten!
Bij jullie kan het misschien wel net zo zijn, als het vandaag afscheid is van de kindernevendienst. So wie so is het een tijd van afscheid nemen, niet alleen hier, maar komende week ook afscheid van de basisschool. En straks maken jullie een nieuw begin, op de middelbare school en bij de catechese en elke week hier in de kerk. Misschien vind je dat ook wel spannend. Misschien zit je niet helemaal op een afsluiting en een nieuw begin te wachten. Elke verandering maakt even onzeker.
Dat geldt ook voor volwassenen trouwens. Als je een nieuwe baan moet zoeken, of als je kind ineens al naar de middelbare school gaat – je moet iets loslaten dat vertrouwd is en het nieuwe is nog onbekend. Ik denk ook aan een oudere, die niet meer thuis kan blijven wonen omdat het niet meer gaat. Wat is dat een enorm afscheid, een verlies van het vertrouwde, je huis moeten verlaten. En wat krijg je ervoor terug? Liefst zou je het oude vasthouden. Maar dat kan niet. Het leven is vól met dingen die je moet afsluiten, en nieuwe die beginnen. Soms is dat mooi, soms zit je er ook niet op te wachten, en spannend is het bijna altijd!
[‘opvolger’ worden op geloofsspoor]
Elia en Elisa gaan naar de andere kant van de Jordaan, nadat Elia met zijn mantel op het water heeft geslagen. Het afscheid komt dichtbij. Dan vraagt Elia aan Elisa ‘wat kan ik voor je doen, voordat ik word weggenomen? Vraag het maar!’ Het doet me denken aan koning salomo, die in een droom al last van God mocht vragen wat hij wil – ik denk dat jullie dat verhaal ook wel kennen, kinderen! Salomo vroeg toen om wijsheid. Wat vraagt Elisa? Hij vraagt “geef mij toch een dubbel deel van uw geest”. Wat betekent dat? als in de Bijbelse tijd iemand sterf, dan werd de erfenis verdeeld onder zijn kinderen. Maar de oudste zoon kreeg een dubbel deel, en die volgde de overledene op als familiehoofd. Nu vraagt Elisa om dat dubbele deel, het deel van het oudste kind. Hij vraagt eigenlijk aan Elia ‘mag ik uw erfgenaam zijn, uw opvolger?’ Hij wil graag Elia’s werk voortzetten, hij wil net zo’n dienaar van de Heer zijn.
Kijk, en dit vind ik een heel mooi en belangrijk, nu jullie afscheid nemen van de kindernevendienst. Elisa is een tijd leerling geweest bij Elia. Jullie zijn ook een tijd leerling geweest, op de kindernevendienst en op de basisschool; jullie hebben de Bijbelverhalen gehoord. Je ouders hebben je ook over de Heer verteld, en ik hoop dat je bij hen en bij anderen ook iets hebt kunnen zien van een leven met Hem. Maar nu zijn jullie tieners, en dan wordt dat een vraag: wil je op deze weg verder gaan? Wil je de erfgenaam zijn van dat geloof dat je geleerd is en wat je bij anderen ziet? Wil je ook de Heer dienen? Het stokje overnemen? Ja, dit is een spannende vraag! Op jullie leeftijd komt het aan op een eigen keuze. Zeg je “ook zou ook graag die Geest hebben”, of hoeft het van jou niet zo? Elisa in elke geval wil het gráág!
Dit is meteen een vraag voor ons allemaal. Heel veel van ons zijn christelijk opgevoed. Mar hoe heb je dat geloof overgenomen? Wil je en kun je jezelf een opvolger noemen op diezelfde weg? dat betekent trouwens niet dat je een kopie wordt van de vorige generatie. Elisa blijkt in het vervolg een ander mens dan Elia. Zijn geloofsbeleving is duidelijk verschillend, maar… het is geen verdund aftreksel van vroeger. Het is even vurig, hij is een waardige opvolger van zijn voorganger. Hoe is dat bij u, bij jou?
[nieuwe fase ingaan in vertrouwen op God]
En dan… Dan gebeurt het wonderlijke. Een vurige wagen met vurige paarden komt er ineens omlaag en scheidt Elia en Elisa van elkaar. Elia wordt in een stormwind weggevoerd naar de hemel. Stel je voor! En dan is het ook weer voorbij. Daar sta je dan als Elisa, zonder je leermeester. Nu moet hij het zelf doen, nu mag en moet hij de opvolger zijn van Elia. Want dat had Elia gezegd: als je ziet hoe ik word weggenomen, zal je wens vervuld worden. Hij hééft het gezien. En nu? Het afscheid is geweest, nu breekt er een nieuwe fase aan. Elia zegt niet meer wat Elisa doen moet, dus moet hij zelf zijn weg kiezen. Het is een beetje als bij jullie die afscheid nemen. Na het afscheid komt de nieuwe fase. Op de middelbare school word je veel zelfstandiger. Je krijgt geen Bijbelverhalen op kinderniveau meer. Je mag en moet meer en meer je eigen keuzes maken. Misschien vind je het geweldig! Maar het is toch ook wel spannend.
Wat doet Elisa? Hij pakt de mantel die van Elia was, en slaat er nu zelf mee op de rivier. En hij roept “waar is de Heer, de God van Elia, ja Hij!” Hij gaat aan het nieuwe beginnen, in vertrouwen op God. En.. zijn vertrouwen wordt niet beschaamd. Hij kan de rivier oversteken. De Heer die Elia hielp en kracht gaf, is ook bij hem. Met Gods hulp kan hij zijn taak aan! Waarom? omdat Elisa zo’n bijzondere man is met bijzondere krachten? Nee, maar omdat de God van Elia dezelfde is. Hij is ook de God van Elisa. Hij wil ook jullie God zijn, nu je een nieuwe fase ingaat. De God van Elia, daar mag jij, daar mag u het van verwachten, als u in uw leven allerlei afscheid en verandering op je afkomt. Hij is dezelfde, wat er ook gebeurt. En wie op hem vertrouwt, kan met hem verdergaan.
[Niet Elia maar Jezus]
Elia, hij is verdwenen. Opgenomen in de hemel, bij God. In het tweede verhaal, dat van de verheerlijking op de berg, zien we hem ineens even terug. Hij, en ook Mozes. Van Mozes had ook niemand gezien dat hij gestorven is. Hij is alleen een berg opgegaan waar God was, en niemand zag hem ooit terug. Deze twee bijzondere mensen met hun bijzondere einde komen naar Jezus toe, vanuit Gods heerlijkheid.
Echte, het gaat in deze geschiedenis van de verheerlijking niet over Elia. Ook niet over Mozes. Het gaat om Jezus. Hij staat centraal. Hij begint ineens te blinken, schitterend van licht. Jezus blijkt zelf ook vol te zijn van Gods heerlijkheid. Hij is niet zomaar iemand, Hij is Gods zoon! dat zag je niet, als hij elke dag rondliep over de landwegen van Galilea – hij zag eruit als ieder ander mens. Je merkte er iets van, als je ze in wonderen zag, zijn wijsheid beluisterde. Maar nu schijnt het ineens door alles heen: Jezus is de Heer!
De leerlingen van Jezus zien het, en ze zijn vol ontzag. Maar daarna alles weer normaal. Mozes is weg en Elia, en al die hemelse heerlijkheid. Maar… Jezus is nog bij hen.
Dit vind ik zo mooi, dit is zo belangrijk. Jij zou misschien ook wel eens zoiets bijzonders willen zien. Jezus die straalt als de zon, of vurige wagens en paarden. Maar juist als de bijzondere dingen weg zijn, staat Jezus er nog. Hij is bij ons, in de gewone dingen van alledag. Als je naar je nieuwe school gaat, of als je naar het ziekenhuis moet voor controle, of was je gewoon voor je man of kinderen zorgt. God is niet alleen in de bijzondere dingen. Hij kwam bij ons heel gewoon, zeg een lied. Jezus is bij ons, door de Geest. Die geest waar Elisa om vroeg. De Heilige Geest, die ook jou of u beloofd is als je gedoopt bent. Je hoeft nooit alleen te gaan.
[luister naar Hem]
Dat is een grote bemoediging: Jezus stond nog bij zijn leerlingen. Maar: daar op die berg klonk ook een oproep. Een wolk van God kwam over de berg en daaruit klonk een stem “Dit is mijn geliefde zoon, luister naar hem!” Luister naar hem. De Heer en God geeft ons zoveel en belooft ons zoveel, maar hij wil ook dat wij luisteren. Luisteren naar Jezus. Want geloven is méér dan weten dat God bij je is. Het is ook: luisteren naar de Heer!
Wat is dat luisteren? Kinderen, dat weten jullie natuurlijk wel. Luisteren doe je met je oren. Dan hoor je wat iemand anders zegt. Als je niet luistert, weet je ook niet wat iemand wil. En net zo moet jij en moet ik naar Jezus luisteren. Als hier in de kerk zijn woorden klinken, of als je ze uit de Bijbel hoort of leest. Oren open! Weten wat Hij wil.
Maar luisteren betekent ook nog iets anders. Als je vader of moeder tegen je zegt: “en nu wel luisteren!!” dat bedoelen ze niet alleen dat je je oren moet openzetten. Dan bedoelen ze vooral dat je moet gehoorzamen, dat je moet gaan doen wat ze zeggen. En dat is met de woorden van Jezus net zo. Het is mooi als je de Bijbelverhalen over Hem hebt gehoord, En zijn lessen kent. Maar dan komt het erop aan dat we ook gehoorzamen. Dat we geloven dat Hij het het beste weet, en het doen.
Soms is dat heel eenvoudig, bijvoorbeeld als hij zegt dat je niet mag schelden. Soms is het makkelijk te begrijpen, maar moeilijk om te doen. Bijvoorbeeld als hij zegt dat niet je vervelend moet terug doen als een ander vervelend doet. En soms is wat Hij zegt ook best moeilijk te begrijpen. Luisteren moet je leren, bijvoorbeeld op de catechese. Ik hoop dat ik jullie, en veel anderen daar komend seizoen mag ontmoeten. Geloven mag je leren, net als Elisa een heel aantal jaar leerling was bij Elia, voor hij alleen verder moest. En denk niet dat je ooit bent uitgeleerd. Als het goed is, zijn en blijven we allemaal leerlingen van de Heer, levenslang!
[slot]
Zo mogen we vandaag afscheid nemen van drie tieners bij de kindernevendienst. Een nieuwe fase breekt voor jullie aan, als middelbare scholieren. Maar je mag geloven: God is dezelfde, en Hij gaat mee, net als met Elisa. Jezus staat naast je, midden in het gewone leven. En dan mag je leren, om Hem te volgen. Om het geloof dat je geleerd hebt je eigen geloof te laten worden. Luister naar Hem! dat is de oproep, ook voor jullie, en voor ons allemaal.
En we mogen het allemaal meenemen, in wat er op ons kan afkomen: God is dezelfde, en met Hem mag je op weg gaan. Jezus is erbij, in het gewone leven. En wij, wij mogen en moeten leren luisteren. Want Hij wijst de weg, de weg naar het ware leven. En gelukkig, Hij is niet alleen erbij als wij heel goed luisteren en alles goed doen. Nee, we gaan ervan zingen: ‘groot is uw trouw, o Heer… zijn wij ontrouw, u blijft altijd dezelfde, die u steeds was’ dat bewijst Hij ook nu!
Amen