Tags

, , ,

In deze dienst werd het Heilig Avondmaal gevierd.

Gemeente van Jezus Christus,

[verhalend begin]
het is het heetst van de dag daar in Mamre, en nergens beweegt iets. Vogels hebben zich teruggetrokken tussen de struiken en maken geen geluid. Abrahams geiten hebben een plekje in de schaduw gezocht, ergens op het gelige gras. De oude Abraham zelf zit wat te dommelen in de ingang van zijn tent, waar nog een beetje wind is. Wie wel eens tijdens de siësta in Spanje is geweest, weet hoe dan alles stil ligt. Zo ook in het oude oosten.


Abraham zit daar, En dan ineens staan er drie mannen. He? Hij zag ze helemaal niet aankomen. Was hij even weggedut? Het lijkt wel of ze zo uit de lucht zijn komen vallen. Abraham is verbaasd: wie zijn er nu op weg op het heetst van de dag? Wie komt er nu storen tijdens de siësta? Dat is eigenlijk niet erg beleefd.
Maar Abraham komt meteen in actie. Niet langzaam en mopperend, we lezen dat hij onmiddellijk op hen afsnelt. Hoe warm het ook is en hoe oud hij ook is. Blijkbaar is hij graag gastvrij voor vreemdelingen. Ook verderop staat het nogmaals, dat hij zich haastte, en dat hij snelt. Hij buigt diep voor de gasten, nodigt ze uit, en zet ze een maaltijd voor – al is het geen etenstijd. Hij roept haastig Sara, zijn vrouw: ‘vlug, meel! bak brood!’ Hij laat zelfs een compleet kalf slachten. Je moet wel bedenken, er waren destijds geen koelkasten voro het vlees, dus dit is een grote beslissing. Maar Abraham doet het! Eén en al vertoon van gastvrijheid, nog veel meer dan destijds gebruikelijk was. Boter, melk, vlees, brood… en terwijl de gasten eten, staat hij erbij als hun dienaar.

[de ontdekking: God ontmoeten bij deze maaltijd!]
Een wonderlijke ontmoeting, op het heetst van de dag. En het wordt nog wonderlijker, want gaandeweg blijkt dat de gast niemand minder is dan God zelf! De HEER, met twee engelen. Wij weten het vanaf de eerste zin, maar Abraham niet. Wanneer is hij het gaan beseffen? Dat is niet duidelijk, want dit verhaal is meesterlijk dubbelzinnig verteld. Ineens drie mannen, en, zo lezen we, Abraham vliegt er op af, knielt en zegt, ik vertaal letterlijk “Heer, als ik genade gevonden heb in uw ogen, ga toch niet voorbij…” Dat klinkt nogal alsof het voor Abraham meteen duidelijk is Wie hem bezoekt. Maar het woord ‘heer’ kan ook gewoon een beleefde aanspraak zijn voor een onbekende, en ‘als ik genade gevonden heb in uw ogen’ kan ook gewoon ‘alstublieft’ betekenen… En trouwens, voor God ga je toch geen brood bakken en melk halen? Of zou Abraham er toch een vreemd gevoel bij hebben gehad? Zijn gastvrijheid is wel héél groot.
Dan, aan de maaltijd vragen de gasten ineens: “waar is Sara, uw vrouw?” Een nogal rare vraag in die cultuur. En wonderlijk: hoe weten die vreemden haar naam eigenlijk? En dan wordt het nog vreemder. Plechtig spreekt de gast: “Over een jaar kom ik terug, en dan zal Sara een zoon hebben!” Nu is het wel duidelijk, dit zijn geen gewone mensen. Hier spreekt de HEER. We lezen niet hoe Abraham reageert, maar wat zal hij gedacht en gevoeld hebben? Bij deze maaltijd ontmoet Abraham niemand minder dan God Zelf. Wat een ontzagwekkend wonder!

[ook nu God ontmoeten bij de maaltijd]
Vandaag vieren wij het Heilig Avondmaal. En daar mag hetzelfde wonder gebeuren. Aan de maaltijd ontmoeten we niemand minder dan God Zelf. Het Heilig Avondmaal is maar niet een ritueel, het is niet maar een soort herinneringsmaal. Nee, de HEER zelf is er aanwezig, en wij mogen Hem ontmoeten. Nee, je ziet niet veel bijzonders, net zo min als Abraham iets bijzonders zag. Gewoon een man, en nog twee anderen. Zo zien wij brood, wijn, en elkaar, en meer niet. Maar toch… de Heer is aanwezig. We mogen Hem ontmoeten aan de tafel. Beseffen we dat werkelijk?
Nee, vatten kunnen we het niet. Brood blijft brood, en wijn blijft wijn. En toch is het de Heer in ons midden. Wie? De grote Schepper van de sterren en planeten, de maker van de mens. Hij komt incognito bij Abraham aan tafel zitten. Hij komt ook naar ons toe vandaag aan de tafel. Wie? Hij die alles weet, Hij die onze gedachten doorgrondt, Hij die heilig is. Hij zoekt ons op, Hij die Abraham opzocht. Als je echt beseft wie daar bij de tent zit… Je zou zeggen: dat kan toch niet, dat past toch niet? Maar zó is nu onze God: zo groot, dat hij zich klein wil maken. Hier als een man in de middaghitte. Maar nog veel meer in Jezus, onze Heer. Een mens als wij, en toch: God onder ons. En nog steeds. Hij komt onder ons, telkens als zijn Woord klinkt. Hij is onder ons, door zijn goede Geest. En vandaag wil Hij ons ontmoeten bij brood en wijn, ons echt ontmoeten aan de tafel. Daar zijn, net als eens bij Abrahams maaltijd. Geloof je dat?

[ontmoeting door eenvoudig te doen wat moet]
Maar, denkt iemand, je merkt er zo weinig van. We vieren gewoon het Avondmaal, zoals Jezus heeft gezegd. Dit klinkt zo groot, zo hoog: God ontmoeten! Ja, en toch is het waar. Maar weet je hoe Abraham God ontmoette aan de maaltijd? Omdat hij eenvoudig deed wat een gelovig mens moet doen: gastvrij zijn voor vreemdelingen. Een belangrijke oproep door de hele Bijbel heen: wees gastvrij! Abraham doet het, gewoon wat hoort. En dan, gaandeweg, merkt hij wat voor bijzondere gast er bij Hem is gekomen.
Zo is het denk ik nog. Wij doen eenvoudig wat een gelovig mens behoort te doen: het Heilig Avondmaal houden. Opdracht van Jezus zelf immers: doe dit tot mijn gedachtenis! Daar hoef je niet iets speciaals bij te voelen of te ervaren. Gewoon doen wat hoort als je gelooft. En dan, gaandeweg, zul je hopelijk merken welke bijzondere ontmoeting je mag hebben aan de tafel. Al zie je het niet, je voelt het misschien: hier is de Heilige!
Abraham ontving de mannen van harte, niet ongeïnteresseerd of ‘omdat dat nu eenmaal moet’. Hij deed wat hij kon om een goede maaltijd te hebben. Hoe kom jij, hoe komt u naar de maaltijd van de Heer? Uit gewoonte? Of met eerbied, met verwachting, van harte? Het is niet om het even hoe we komen. En je mág verwachting hebben. Voor Abraham was het onverwacht dat de Heer daar kwam. Maar wij mogen vertrouwen op de belofte van Jezus: ik ben er, dit is mijn maaltijd! Richt je hart op Hem als je aan zijn tafel zit!

[de belofte centraal]
Abraham wordt gezegend in zijn ontmoeting aan de maaltijd. Gezegend, omdat hij een belofte ontvangt van God. Volgend jaar een zoon, het kind waar hij zo lang op heeft gewacht! De belofte, die is centraal. Dat is de zegen die blijft.
En zo is het ook als wij het Heilig Avondmaal vieren. Dan mogen we daar bovenal Gods belofte ontvangen. Dáár merk je in het bijzonder aan dat de Heer er is. Door de belofte die je ontvangt, en die spreekt door brood en wijn. Brood en wijn wijzen immers naar Jezus, de grote zoon van Abraham. In het brood en de wijn mogen wij Hem Zelf ontvangen. Jezus, in Hem zijn al Gods beloftes ja en amen. En wij mogen ze ons toe-eigenen in geloof. Alles wat Jezus is en geeft, alles wat Hij belooft, het mag voor jou zijn!
Vergeving van zonden: zo zeker als dit brood gebroken wordt, de wijn vergoten is, zo zeker werd Hij gebroken voor ons, vloeide zijn bloed tot verzoening. Eenheid met Hem: zoals brood en wijn in je komen, zo komt Hijzelf in je door zijn geest. Voeding en kracht. Leven, voor altijd. Het wordt je allemaal beloofd, aangereikt, je mag het horen en zien en proeven aan de tafel waar je Hem ontmoet.
Als je straks aan de tafel zit, denk dan aan wat God belooft. Want zó komt Hij tot ons, als de grote belover. Dát mag je meenemen, en dat blijft, meer dan een ervaring van een moment. Gods belofte, voor jou, voor u, voor mij. Die komt Hij persoonlijk thuisbezorgen tijdens de maaltijd, net als toen bij Abraham.

[oproep: sta open]
Zo mogen we vanmorgen, en vanavond ook, het Heilig Avondmaal vieren, de maaltijd van de Heer. Wat een wonder, dat Hij zo naar ons toe komt. Laten wij dan openstaan, ons gelovig openstellen voor de ontmoeting met Hem. Aan deze maaltijd is Hij wonderlijk aanwezig! Gaandeweg, of ineens, mag je het merken: Hij is hier! En meer nog, Hij belooft geweldige dingen. Aan mij, zomaar aan mij. Hij belooft niet een zoon, zoals bij Abraham, maar Gods Zoon, Jezus. En in Hem heb je eigenlijk alles. Toekomst die opengaat. Leven voor altijd. Horen bij Gods gezin, en nog zoveel meer. Vergeving en vernieuwing. Het wordt ons allemaal beloofd, aangereikt, in handen gegeven. Het is niet uit te zeggen! En daarom geeft de Heer ons ook meer dan woorden, ook de heilige Maaltijd. Word wakker uit je gedut en ontvang Hem die ongedacht voor je staat!

Amen