Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[Intro: torens vandaag]
Hoge torens bouwen, het is van alle tijden. Ik was in het voorjaar met mijn gezin in Parijs, en daar staat natuurlijk de Eiffeltoren. Symbool van de stad, hoog boven alles uittorenend. Een tijd lang was het de hoogste toren ter wereld. Maar tegenwoordig vind je die in Dubai. Daar staat de “Burj Khalifa” (hoe je dat ook uitspreekt) – maar liefst 830 meter hoog. Waarom staat dat ding daar? Het is niet dat ze nou zoveel ruimtegebrek hebben in Dubai; de stad wordt omringd door lege woestijn. Nee, het is om te laten zien dat Dubai rijk en machtig is. Dít kunnen wij bouwen!


Ik begreep dat er in China alweer plannen zijn om een nog hogere wolkenkrabber neer te zetten. Het lijkt erbij te horen, bij grote steden of landen, bij machthebbers die prestige willen: grote gebouwen. Het paleis van Versailles, het Pentagon in de VS. Of denk aan het ongekend grote protserige paleis van Ceauçescu in Roemenië – het grootste gebouw van Europa, bizar als je dat ziet. Nee, die torenbouw van Babel is niet alleen van lang geleden.

[Babel: beschaving met vooruitgang]
Eerst maar even terug naar de Bijbeltekst. We bevinden ons in het Bijbelboek Genesis na de grote vloed, die heel de aarde heeft schoongespoeld. Voor Noach en zijn gezin ligt de wereld daar als een onbeschreven blad. God geeft hen de opdracht, we begonnen de schriftlezing ermee: “wees vruchtbaar, bevolk de aarde, verspreid je over de aarde”.
Kijk wat de mensen aangeboden krijgen: een hele wereld om te ontdekken, te bevolken, te ontwikkelen. Maar wat gebeurt er? Zo nemen dit geschenk niet aan. Even wordt de wereld verkend, en dan klonteren ze samen in een stad die ze bouwen. Babel. Kenmerkend: de mens krijgt de aarde van God om op te wonen – nog steeds. Maar mensen willen wat anders, en mensen willen meer. En daar heb je Babel.
Babel, dat is niet een stad alleen. Het is ook de vorming van cultuur op aarde. Al wat mensen kunnen opbouwen door kracht en kunde en creativiteit en techniek. Ja, in Babel gebruiken ze de nieuwste technologie: bakstenen. Onmisbaar als je in de vlakte bij de Eufraat een toren wilt bouwen, ver van elke steengroeve. Babel, het staat voor het ontstaan van beschaving, van ontwikkeling en vooruitgang. Een beweging die tot op de dag van vandaag voortgaat. Een beweging die op zich niet verkeerd is. Maar die hier, en die meestal toch wrange vruchten brengt. Daar kom ik zo op.

[Babel: gebouwd uit hoogmoed én angst]
In de beschrijving van de Babelbeschaving in de Bijbel vallen twee dingen op. Allereerst hoogmoed, trots. Datzelfde wat spreekt uit die toren in Dubai, of het paleis van Ceauçescu. Het is geen toeval dat ze in Babel een toren bouwen. In het Hebreeuws is dat ‘miGDaL’ – afgeleid van het woord ‘GaDoL’ – groot. Ze bouwen een ‘grootheid’, letterlijk. “Zo vestigen we onze naam” zeggen ze erbij. Een naam: dat wil zeggen roem, bekendheid, prestige. Wie wil dat niet? Ook vandaag. Kinderen, zou je niet bekend willen zijn? Als sporter, of met veel likes en views en succes op internet. Ik merk het bij mezelf ook, laat ik vandaag gewoon eens heel eerlijk zijn. Als ik zie dat collega-predikanten Bijbelstudieboekjes schrijven of artikelen, dan denk ik: hé, dat zou ik ook moeten doen. Waarom? Omdat ik zoveel te melden heb? Nee, simpelweg om wat die mensen in Babel ook zeggen “zo vestigen we ons een naam”. De klassieke boek ‘de navolging van Christus’ adviseert: ‘streef ernaar naar onbekend blijven’. Maar dat staat haaks op de natuurlijke neiging van het menselijke hart, en ook helemaal haaks op onze cultuur vandaag.
Maar er wordt nog iets gezegd. De mensen in Babel zeggen van hun toren “Zo zullen we niet over de hele aarde verspreid raken”. Hé, dat was toch juist Gods opdracht? Maar er staat hier in het Hebreeuws net een ander woord dan bij de opdracht die God gaf. Een negatiever woord, meer iets van “verstrooid raken” – scattered, in het Engels. Elkaar kwijt raken. Er spreekt angst uit. Angst om als klein mens een plekje op de grote wereld in te nemen, zonder steun van veel anderen. Ze zijn ten diepste onzeker.
Zou dat ook vandaag niet spelen bij veel mensen die zich groot maken, en in onze hele cultuur met alle vooruitgang? Gebrek aan basisvertrouwen. Als je leeft in vertrouwen op God, die je deze wereld geeft om te wonen, dan durf je je plek in te nemen onder zijn hemel. Maar is Hij buiten beeld, dan moet je het hebben van steun van anderen. Dan klonteren de mensen samen en maken zich groot. Om sterk te staan. Niet in vertrouwen dat er gezorgd zal worden, maar in vertrouwen op stadsmuren en torens, op kracht en kunde en de nieuwste techniek. Echt, Babel is niet ver van hier!

[God neemt ons streven serieus]
Zo gaan ze in Babel aan het bouwen. Ze denken dat ze al bijna in de hemel zijn. Maar dan lezen we het volgende in de Bijbel. “Toen daalde de HEER af om te kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren”. God daalt af. Dit is natuurlijk mensvormig gesproken. Maar het is ook ironisch. De mensen in Babel dachten dat ze al haast bij de hemel waren, hun toren is enorm. Maar vanuit Gods perspectief is het nog zo laag, hij moet afdalen om he bouw werk goed te kunnen zien 🙂 !
Je zou er bijna om lachen. Echter de Heer lacht niet. Hij neemt het bouwwerk juist heel serieus. Luister wat hij zegt, het is echt verbazingwekkend. Dit zegt de Heer zelf: “Dit is één volk en ze spreken allemaal één en dezelfde taal; en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn ligt binnen hun bereik”.
De Heer wuift het niet weg. Nee, hij weet wat mensen samen kunnen bereiken, als ze hun streven bundelen tot een beschaving. En dat is haast oneindig veel! Van een toren tot een touchscreen of en TGV, zeg maar!
De Heer heeft ons mensen gemaakt, en hij weet precies welke capaciteiten wij hebben. Hij de schepper, Hij heeft ons gemaakt om met Hem geweldige dingen te doen. Maar… hij ziet hoe de mensen hier hun gaven gebruiken los van Hem. Niet luisteren naar zijn opdracht om de aarde te ontdekken, maar zelf als God willen zijn.

[God voorziet ellende]
De HEER kijkt vooruit. “dit is nog maar het begin” zegt hij terecht. En… hij voorziet grote ellende. Want mensen kunnen veel, maar één ding kunnen ze niet los van Hem. En dat is: tot hun doel komen, vervulling vinden. Gelukkig worden. Want sommige dingen kunnen we goed. Technologie, torens? Geen probleem – the sky is the limit. Maar hoe meer mensenmacht en kracht zich bundelt, in een keizerrijk of een technologische toekomst, hoe meer juist dingen in de verdrukking komen die écht belangrijk zijn. Liefde en trouw, die Bijbelse kernwoorden, ze komen in de knel waar mensen ontwikkelen zonder grens, als ze tot in de hemel denken te bouwen.
De Engelse opperrabbijn Jonathan Sacks zegt hierover iets heel treffends. Hij zegt “Als mensen proberen boven het menselijke uit te groeien, worden ze al snel minder dan menselijk”. God voorziet hier in Babel ontmenselijking. Wegraken van het doel dat Hij met mensen heeft. Je wordt een radertje in de machinerie die de toren bouwt, of een soldaat in het Babylonische leger. Je wordt een slaaf van je schermpjes. Je zit met zijn allen op een kluitje in de grote stad, en bent toch eenzaam. Waar de mens bouwt uit trots en angst, daar heerst geen recht, maar macht – van oude keizers of moderne techbedrijven. Het goede leven is er niet te vinden. Dat kunnen mensen op één of andere manier níet bouwen, met al hun kennis en kunde. En daarom… daarom grijpt God in.

[Gods genade in het afdalen]
God zorgt dat de torenbouw van Babel stopt. Wil hij de mensen klein houden? Nee, dat is het niet. God heeft ons zelf grote mogelijkheden gegeven. Hij voelt zich echt niet bedreigd. We kunnen zo hoog bouwen als we willen, letterlijk of figuurlijk, tot God naderen we zo niet. Maar wat is het probleem: als we niet onze plek onder God erkennen, doen we onszélf geen goed. Ik herhaal dat citaat: “als mensen proberen boven het menselijke uit te groeien, worden ze al snel minder dan menselijk”. Dat was toen zo, en dat is nu nog zo. Als op dit moment dingen als AI zich ongelooflijk ontwikkelen, is dat echt bedreiging voor God, maar misschien wel een bedreiging voor óns! Als het zich ontwikkelt zonder God, als wij mensen denken zelf de maat te zijn van alle dingen, dan zal het ontmenselijken.
Dat begon toen al, in Babel. En daarom grijpt God in. Ter wille van ons. Hij grijpt in uit genade! Hij daalt af, staat er. En dat is al evangelie. Wij willen altijd maar klimmen, met vooruitgang en hogere torens, en komen desondanks nooit bij God en bij het goede leven. Maar nu het wonder: God zelf daalt af. Hij komt bij ons, en Hij wil ons het ware geluk geven. Hij laat de bouw van Babel mislukken – en dat is genade. Hij verwart de talen van de mensen. Dan gaan ze, ondanks zichzelf, toch doen wat God zelf al had opgedragen: ze verspreiden zich over de aarde. Voorlopig geen wereldsteden, maar dorpen. Meer kans om ’s avonds naar de sterren te kijken, en te beseffen dat je een klein mens bent in een wonderlijke wereld. Gelegenheid om God te zoeken.
“Toen daalde de HEER af”. Bij die woorden denk ik als vanzelf aan Jezus Christus. Hij daalde af in onze wereld, werd geboren als baby. Een ander soort grootheid komt door Hem de wereld in. Niet die van hoog bouwen en vooruit vluchten, maar de grootheid van het de minste durven zijn. Van het afdalen, het opzoeken. Zó is onze Heer! Als je Hem leert kennen, dan storten de torens in die je zelf zo zorgvuldig gebouwd hebt om iets te zijn. Dan weet je dat je alleen moet leven van genade – en dat die er is. Bij een God die wilde afdalen, ook voor jou!
Soms gaat het ook wel andersom. Dat God je hoge torens laats instorten, heel het Babel dat je zelf bouwde, ook in je eigen leven; als je plannen omvallen, je prestaties mislukken… En dat je dan mag merken dat de Heer náást je staat. Niet hoog omhoog, maar afgedaald naar waar jij bent. “Toen daalde de Heer af”. Het is al iets van Jezus, in dit stukje uit helemaal het begin van de Bijbel. Hij alleen helpt je van je hoogmoed af, en van je angst.

[komt Babel weer terug?]
God liet de torenbouw van Babel stoppen. Hij zorgde dat elkaar niet meer verstonden. Een rem, een beperking in de onvermijdelijke vooruitgangsrace naar het onmenselijke rijk van de mens zonder grens. Ik zei het al in het kindermoment: momenteel weet de mens zich los te worstelen uit die beperkingen. Taalbarrières verdwijnen door technologie. Onze ouders en grootouders zouden het gewoon pure magie gevonden hebben: zo’n plat doosje waar je tegen praat en dat dan alle talen kent! De Babylonische spraakverwarring lijkt ongedaan te zijn gemaakt door de mens zelf. Inderdaad, de mens kan veel! Is het nu dan ook waar wat er in dit gedeelte staat “alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik”? Je vraagt je wel eens af waar het eindigt. Paulus heeft het in 2 Thessalonicenzen over ‘de weerhouder die wordt weggenomen’. Er lijkt geen rem meer te zitten op de ontwikkelingen. Technologie zoals AI ontwikkelt zich razendsnel. Ieder kan elkaar verstaan, informatie vliegt over het internet, ChatGPT weet meer dan welk mens op aarde ook… Waar gaat dat heen? Niet naar een zelfgemaakt paradijs, dat zal inmiddels duidelijk zijn. Eerder naar een wereldwijd, ontmenselijkt Babel. In het laatste Bijbelboek, Openbaringen, komt de grote stad Babylon terug – groots, prachtig, dwingend en dehumaniserend. Velen verleidend met beloftes van vooruitgang en vermaak, en tegelijk vijand van Jezus en zijn volgelingen… Daarover in latere preken nog wel meer.
Is dat waar de huidige ontwikkelingen heenleiden? Ik weet het niet. Maar ook dan geldt: Babylon zal vallen! Een andere stad heeft toekomst: het nieuwe Jeruzalem! De stad waar het Lam regeert.

[nodig: liefdevol ontzag voor God]
Laten wij dan maar kritisch zijn op waar we Babel zien vandaag. Waar zie je die trots en tegelijk onbewuste angst die mensen samen brengt om steeds verder te bouwen? Onthoud die zin van rabbijn Sacks ““Als mensen proberen boven het menselijke uit te groeien, worden ze al snel minder dan menselijk”.
Maar bovenal is er iets anders nodig dan menselijkheid. Iets wat in Babel ontbrak. Weet je wat? Ontzag voor God, liefdevol ontzag. Dat alleen helpt tegen de beide basis-elementen waarop Babel is gebouwd: trots, en angst. Als je leert wie de HEER is – en dat mag je leren hier in de kerk, en uit de Bijbel, en door zijn Geest – dan is elke trots snel voorbij. Hij is Gód, onze Schepper. Hij is heilig, en vol genade. Dan kun je alleen je plek innemen op aarde als mens-onder-God. Dan hoef je niet meer de hoogste te zijn, dat is Hij! Hij die hoog is en laag daalde. Hem kennen, dat bevrijdt je radicaal van hoogmoed en trots – de ene bouwsteen van Babel.
En tegelijk, als je de HEER leert kennen, liefdevol ontzag voor Hem hebt, dan word je bevrijd van angst – de andere bouwsteen van Babel. Dan durf je te leven op zijn aarde, onder zijn hemel. Want je mag Hem vertrouwen. Hij geeft je het leven, Hij geeft je je plek op aarde. Wat zou je dan bang zijn? Dan hoef je niet meer bij elkaar te kruipen als mensen die samen alles onder controle proberen te houden. Dan mag je eenvoudig en open op aarde zijn. Je gaven gebruiken, die je van Hem ontving.
Laten we zó op aarde zoeken te leven. In liefdevol ontzag voor God, die naar ons afdaalt.

[slot]
Babel, het begin van de beschaving. Bouwen tot de hemel, maar zonder God. Volgens mij lijkt de cultuur waar we in leven er aardig op. Maar, en nu stop ik: Babel gaat voorbij. God zelf bouwt een andere stad. Jeruzalem – de heel Bijbel door de tegenhanger van Babel. De stad van Hem. God heeft niets tegen steden, of tegen cultuur. Zelfs torens mag je voor Hem bouwen, kijk maar naar de kathedralen.
Maar Babel is de stad van de mens, de mens zonder God. En dat laatste, laat dát ons nooit meeslepen. Laat trots ons niet beheersen, of angst, of allebei. Bouw maar geen torens om zelf hoger te komen. Nee, leef op Gods aarde, van Gods genade, in eenvoud, dankbaarheid en openheid. Zie op naar zijn hemel. De hemel, waaruit Hij is afgedaald tot ons heil. De hemel, waaruit eens het nieuwe Jeruzalem zal neerdalen. Een betere stad!

Amen.