Tags

, , ,

Plaatje bij voorafgaande kindermoment: plaatje_moment_voor_jong_en_oud

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
Hebt u wel eens van ‘simonie’ gehoord? Het is iets wat in de middeleeuwen vaak voorkwam, en zijn naam ontleend aan het Bijbelgedeelte dat we lazen. Simonie hield in dat iemand steekpenningen betaalde om bijvoorbeeld als bisschop verkozen te worden. Als bisschop had je in die tijd namelijk macht, en invloed, en inkomen – soms zelfs een paleis en een leger. Van zo’n functie werd je zelf beter, dus daar wilden mensen wel geld voor neerleggen. Het is net zoals Simon de magiër doet in dit gedeelte. Hij wil geld betalen om zo de macht te krijgen aan anderen de Heilige Geest te geven als hij ze de handen oplegt. Niet omdat Simon graag ziet dat zo veel mogelijk mensen geestvervuld zijn, maar om er zelf beter van te worden. Simonie. Volgens middeleeuwse ideeën zouden zulke geldbeluste geestelijken branden in de onderste ring van de hel! Dat is simonie: als je beter wilt worden van wat je in Gods naam doet, eraan wilt verdienen.
Ik las dit, en ik kon het natuurlijk als eerste op mezelf betrekken. Ik ben hier immers de predikant, doe werk in Gods naam, en ik moet zeggen dat ik er wél materieel beter van word. Nee, ik heb niet betaald om hier aangesteld te worden. Maar als predikant krijg ik een vergoeding, en hier in Beekbergen mag je zelfs in een kast van een huis wonen met een prachtige tuin. Je zou kunnen zeggen dat het me geen windeieren legt om dominee te zijn. Dat is dus gevaarlijk, als geld en geest vermengd dreigen te raken. Moet ik me misschien de vermaning uit dit Bijbelgedeelte aantrekken? Hoewel, ergens anders staat weer ‘de arbeider is zijn loon waard’, als het gaat over werk voor de Heer.
Maar… ik denk niet dat er in dit Bijbelgedeelte alleen een les is voor predikanten of andere ambtsdragers. Nee, wat we lazen heeft iets te zeggen voor ons allemaal! Het gaat over een houding in je hart. Laten we dat eens gaan bekijken.

[Simon en zijn magie]
Eerst maar even naar het verhaal. In het Bijbelboek Handelingen verspreidt de boodschap over Jezus zich steeds verder, zoals Jezus zelf al had aangekondigd in het eerste hoofdstuk: vanuit Jeruzalem naar Judea en Samaria, en zo tot aan de uiteinden van de aarde. In dat gedeelte dat wij lazen komt het evangelie in Samaria. Filippus vertelt over Jezus, en hij verricht door Jezus’ kracht ook allerlei wonderen. Veel mensen komen tot geloof.
Echter, er was daar in Samaria al iemand die beweerde wonderen te kunnen doen. Iemand die magie bedreef en het volk versteld deed staan door wonderlijke dingen. Simon de magiër, de tovenaar. Hij raakt nu zijn aanhang kwijt. Je zou denken dat hij bepaald niet enthousiast is over de nieuwe boodschap. Maar nee, het gaat anders. Die Filippus heeft pas macht, veel meer dan hij! Simon is onder de indruk en laat zich ook dopen.
Ik merkte in de voorbereiding dat magie een best belangrijk thema is in het Bijbelboek Handelingen. Ook in hoofdstuk 13 gaat het over een confrontatie met een magiër, Elymas, en in handelingen 19 gaat het er opnieuw over. Je moet weten, de maatschappij van toen was doortrokken van magie. Anders dan nu geloofde iederéén in allerlei goden en machten. En mensen probeerden door de hulp van bovennatuurlijke machten succes te krijgen, of te genezen van een ziekte, of een vijand te vervloeken. Dat is magie: dingen willen bereiken door de hulp van bovennatuurlijke machten. Net als op het plaatje dat ik liet zien ‘zo krijg jij je zin!’ – dat is het doel van alle magie. Stel je die tijd eens voor, ook de kinderen! Je kon een liefdesdrank kopen, of mensen droegen amuletten ter bescherming, en er waren ook professionele magiërs die bezweringen voor je konden uitspreken. Mensen die naar men zei wonderlijke dingen konden verrichten, en die in elk geval geheimzinnig en indrukwekkend deden. De Bijbel zegt niet dat al het occulte onzin is – wél dat je er verre van moet blijven. Hoe dan ook, Simon is zo iemand, een magiër, en hij verdient er goed mee. Tot Filippus komt met de kracht van Jezus Christus.

[de fout van Simon]
Simon ziet de wonderen, en hij ziet ook hoe de apostelen bij mensen de handen opleggen en dat ze dan de Heilige Geest ontvangen. Dat was blijkbaar duidelijk merkbaar: misschien gingen mensen in tongen spreken of profeteren. Simon ziet het, en hij is diep onder de indruk. Dit is nog wat anders dan zijn toverformules! En wat doet hij? Hij vraagt niet of ze hem óók de handen opleggen, dat is opvallend. Blijkbaar hoeft hij niet zo nodig de Heer in zijn hart te hebben. Nee, hij biedt de apostelen geld aan: ‘dat is een krachtige toverkunst, kan ik dat geheim ook leren! Wat wil je hebben?’ Hoe krijgt Simon zijn zin? Hij probeert het gewoon met geld. Daar komt de simonie om de hoek waar ik mee begon.
Maar Petrus bestraft hem scherp, heel scherp. Letterlijk zegt hij ongeveer “loop naar de hel met je geld!” En dan de kernwoorden voor vanmorgen ‘uw houding tegenover God is niet oprecht’. Meer letterlijk vertaald staat er ‘uw hart is niet recht voor God’. Kijk, en dat is iets voor ons allemaal om ons aan te spiegelen. Hoe is ons hart tegenover God? Recht, oprecht? Iets om te overdenken in deze week van voorbereiding op het Heilig Avondmaal!
Bij Simon is zijn hart in elk geval verkeerd, krom. Hij ziet God en de dingen van God als een middel, een middel om het zelf beter te krijgen. Hij hoopt weer zijn oude positie terug te krijgen, als hij die macht over de Heilige Geest maar heeft. Ja, want hij denkt blijkbaar dat de apostelen de Geest beheersen, in plaats van dat Die hen beheerst. En nu wil hij deze beheersing ook hebben. Typisch magisch denken, van deze magiër: dingen willen bereiken door het gebruik van bovennatuurlijke krachten. Dat is de kern van magie, en daar zit Simon nog helemaal in. God is ook een bovennatuurlijke kracht, toch? De hoogste zelfs. Zo krijg jij zeker je zin, met hulp van Hem.

[dezelfde fout nu nog]
Zulk magisch denken lijkt ver bij ons vandaan te staan, primitief, iets van toen. De geestelijke wereld als middel, voor je eigen doelen. Maar ik denk dat het dichter bij ons staat dan we soms wel denken. Niet dat we voodoo-poppetjes doorboren of amuletten om onze nek dragen waarschijnlijk. Maar we kunnen tóch in dezelfde fout vallen als Simon. Ook voor ons kan God namelijk een middel zijn, terwijl jij zelf uiteindelijk het doel bent.
Laat ik het met een voorbeeld duidelijk maken. Waar vraag je God om? Je bidt wellicht om zegen over je werk, of als kind of jongere bid je om goede cijfers op school. Je bidt om gezondheid en succes, en een fijne vakantie. Dat mag, dat kan. Maar… als dat héél je geloof is, dan is God een middel, en jouw gezonde, succesvolle, leuke leven is het doel. Dan moet ik toch zeggen: je hart is niet recht voor God! Kijk eens bij jezelf waar je zoal voor bidt, dat zegt veel!
Ik hoorde over een man die niet meer naar de kerk kwam. De dominee zocht hem op en vroeg waaróm hij het nooit meer zag. Daar zat een nukkige man, die een verdrietig verhaal vertelde. Zijn vrouw was ziek geworden, een kind ook, zijn bedrijf failliet gegaan… En daarom kwam hij niet meer naar de kerk. De dominee probeerde pastoraal te peilen wat er precies achter zat. Geloofde de man niet meer in God door dit alles? Nee, dat toch wel. Zat hij met de grote vragen van het lijden in de wereld, de onoplosbare vraag van het waarom? Ook dat leek het niet te zijn. Nee, de man leek eerder boos. Boos dat de Heer hem als trouwe kerkganger geen makkelijker leven met minder zorgen gaf. Ik zou bijna zeggen: boos dat God niet leverde… Kan een mens zo geloven? Geloven in God, maar dan als middel, en een goed leven voor jezelf als doel? Ik vrees van wel!
Ik moet hier trouwens ook denken aan het zogenaamde welvaartsevangelie, dat in sommige kringen klinkt. Als er zoveel nadruk ligt op Gods aardse zegen. Als zelfs gezegd wordt ‘name it and claim it’. Welvaart, genezing, succes – in Jezus’ naam is het allemaal voor jou! Dat gaat zo kort door de bocht, dat is het gevaar groot dat niet de Gever centraal staat maar zijn gaven. Dan wordt Jezus’ naam haast een toverformule. Denk weer aan dat plaatje ‘zo krijg jij je zin!’ Magisch denken, het kan ook nu nog, op allerlei manieren! Simons fout wordt nog steeds gemaakt. Dat God er is voor jou, of er zou moeten zijn voor jou. Maar dan, dan is je hart niet recht voor God. Onderzoek jezelf!

[de secularisatie]
Misschien herkent iemand dit helemaal niet, vind je het heel ver van je weg staan. Zo denk, zo doe je toch niet? Maar komt dat doordat je hart recht is voor God, of omdat je een modern geseculariseerd mens bent? Een hedendaagse Hollander verwacht het niet van bovennatuurlijke krachten, ook niet van God. Al zit je hier in de kerk, misschien vraag je zelden iets aan God. Misschien geldt het voor een jongere hier vanmorgen: God die dingen dóet, dat kan voor je even ver weg staan als magische formules gebruiken.
Onze tijd heeft de hemel leeg gemaakt. Leeg van geesten en goden, en zelfs leeg van God. Als Filippus vandaag zijn wonderen zou doen in ons midden, zou er ongetwijfeld wel een verklaring worden gezocht: psychosomatisch of wat dan ook… En tegelijk, dat is het gekke: ook in onze rationele tijd steekt het magische de kop telkens op. Ik denk aan paranormaalbeurzen en al de dingen die je daar vindt. Veelal manieren om grip te krijgen op je leven. Het trekt meestal niet de mensen die alles voor de wind gaat. Of denk aan een begrip als ‘manifesteren’, tegenwoordig populair. Je iets voorstellen wat je graag wilt zodat het werkelijkheid zal worden. Volgens mij is dat toch weer een poging het universum te manipuleren, om je eigen zin te krijgen. Ik vrees dat zulke dingen je niet echt helpen zullen.

[Hoe het wel kan en moet zijn]
Maar hoe moet het dan wél? Ik kan heel vroom zeggen: God mag nooit een middel zijn. Hij moet juist het dóel zijn van je leven. En dat is zo! Maar weet je wat veel belangrijker is: dat je het evangelie kent, zoals Filippus dat bracht, en wat Simon niet echt had opgenomen.
Want wat is de vooronderstelling achter al die magie van toen, achter manifesteren of paranormaalbeurzen, of heel hard bidden zo dat god doet wat je wilt? Daarachter zit de vooronderstelling dat we leven in een ingewikkelde, onherbergzame wereld, waar je op jezelf bent aangewezen. Dat je moet proberen jezelf zo goed mogelijk te redden. En waar je god of de goden of geesten (net wat je gelooft) moet manipuleren, Omdat je anders niets krijgt. Maar nee! Ik mag u en jou in godsnaam vertellen dat de wereld anders is. Er is er één die alle macht heeft, dat is God. En hem hoef je niet te dwingen. Hij wil het goede geven. En je mag het krijgen, gratis, uit genade!
Bij magie is er geen echte interesse in wie god of de goden eigenlijk zijn – zolang je ze kunt gebruiken zodat je wensen maar uitkomen. Maar in geloof mag je de grote God leren kennen, door Jezus. Kennen, niet als machthebber die je de dingen moet afdwingen, maar als een machtige Vader die zijn kind graag geeft wat goed is. Iemand op wie je kunt vertrouwen. Je hoeft niet jezelf te redden, dat doet Hij. Dat doet Jezus, de Redder. Het heelal is niet onherbergzaam, er is geborgenheid bij de Allerhoogste. Je mag leven uit vertrouwen! Leven in een relatie, in plaats van in een transactie. Ik bedoel, met transactie: ik doe zus of zo, en dan zal Hij zeker… Nee, relatie, dat is heel iets anders! Dit is de goede boodschap. Dat je door Jezus bij God mag horen, gratis, zonder betalen mag je het krijgen. En dan ook dat Hij met zijn Geest altijd bij je is. Dat je niet alleen bent en jezelf met alle middelen moet redden. De Hoogste Macht is al vóór je en naast je en bij je! Dan worden ze zaken compleet omgedraaid als bij magisch denken. Hijzelf wordt het doel, en jouw leven een middel, een middel om Hem te eren! Dan, dan is je hart recht voor God. Hoe is dat bij jou, bij u?

[God soeverein]
Het mag duidelijk zijn: het plaatje van ‘zo krijg jij je zin’ wat ik voor de kinderen liet zien, dat past niet bij geloven. Niet jij op de troon, niet zorgen dat je Vader in de hemel doet wat jíj wilt, maar een leven waarin God op de troon zit. En waar je bij Hem als je vader je verlangens en zorgen mag brengen. Maar Hij heeft het laatste woord! Alle magie en manipulatie en manifestatie zegt uiteindelijk ‘mijn wil geschiede’, al dan niet met hulp van God. Maar een hart dat recht is voor God zegt ‘uw wil geschiede’ – Jezus leert het ons bidden. Niet berustend, maar vol vertrouwen, zelfs al gaan de dingen niet zoals je wilt.
En ja, dat laatste is echt wel lastig. Als je God niet kunt gebruiken als middel. Als Hij soms je leven anders laat gaan dan je zelf zou wensen. Als Hij soms zelfs toelaat dat allerlei ellende je treft. Waarom…? Die eeuwige vraag! Magie lijkt makkelijker: als bij toverslag alles opgelost. Hier is zo heel veel over te zeggen zijn, dat vraagt een aparte preek. Maar laat ik voor nu één ding herhalen: dat geloof een relatie is, een relatie van vertrouwen. Vertrouwen dat soms beproefd word. Waarom zien wij maar zelden wonderen, zoals toen in Samaria? Vragen die ik nu niet beantwoord. Magie lijkt makkelijker. Maar geloof gaat verder: niet een makkelijk leven nu, maar eeuwig leven. Leven met een liefdevolle God en Vader, die niet altijd uit moeite helpt, maar wel altijd helpt in de moeite! Geloof is: hem kennen, vertrouwen, gehoorzamen. En dan merken dat Hij erbij is, onze Vader is, die je niet laat vallen. Nooit!

[afsluiting: onderzoek jezelf]
Zo hoorden we over Simon, de magiër. Over God als middel of als doel. God als macht die je manipuleert, of Vader die je vertrouwt. Over ‘mijn wil geschiede’ of ‘uw wil geschiede’. Hoe is dat bij jou? Bij u? Neem deze week van voorbereiding maar eens de tijd om er op te herkauwen, om erover na te denken, om erover te bidden ook.
En mocht je met allerlei vragen zitten, over je eigen kromme hart, of over Gods wegen die krom lijken: kijk dan bovenal naar Jezus. Hem, wiens dood we komende zondag gedenken bij brood en wijn. Hij, die alles geeft, zelfs zijn leven. Niet om je een leven te geven zoals jij wilt, maar zoals Hij wil. Als je ziet wat Hij deed, dan verdwijnen er heel veel vragen. Dan kun je misschien maar het beste zingen, wat wij nu ook gaan doen: ‘wees mijn verlangen, o Heer van mijn hart; leer mij U kennen in vreugde en smart’. Dan mag Híj op de troon zitten in je leven!

Amen.