Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
Vandaag gaan we weer verder met de prekenserie vanuit de eerste brief van Paulus aan de Thessalonicenzen. En een voordeel van een prekenserie is dat je ook bij dingen uitkomt, bij onderwerpen die je zelf niet zo snel zou kiezen. Wat het onderwerp dat Paulus ons deze keer aanreikt, dat is vandaag: “heiligheid en seksualiteit”.
Heiligheid en seksualiteit – daar zou ik zelf niet snel over beginnen. Sowieso al de heel directe verbinding tussen die twee dingen. Maar ook omdat seksualiteit toch een beetje een ongemakkelijk onderwerp is om over te praten vanaf de kansel. Bovendien is juist dit gebied in onze maatschappij nogal ingewikkeld geworden. Denk aan discussies over gender, denk aan alles rond LHBTIQ+… Al heel snel zullen mensen zich ergens aan kunnen stoten, zich aangevallen voelen of geen recht gedaan. En inderdaad, er is op dit gebied veel meer te zeggen dan ik in één preek ook maar enigszins recht kan doen.
En toch, vanuit de Bijbel krijgen we vandaag dít gedeelte aangereikt. Laten we dan vanmorgen samen proberen te luisteren Paulus zegt over heiligheid en seksualiteit, wat Gods woord hier zegt. En dan maar met alle ongemak en ingewikkeldheid.
[heilig leven is opdracht]
Om te beginnen: heiligheid. Heilig leven. Dat is het hoofdonderwerp wat Paulus hierover schrijft. Kijk maar in vers 3 “Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt”. En vers 7 “God heeft ons geroepen tot een heilig leven”. Eigenlijk het hele stukje van vers 1 t/m 8 gaat erover
Paulus schrijft dus dat je als christen een heilig leven moet leiden. Heilig, dat wil zeggen toegewijd. Hoe je leeft, je keuzes en je daden, het moet stroken met Gods wil.
Geloof is niet het aanhangen van bepaalde ideeën in je hoofd, het is ook niet iets voor de zondag, maar het stempelt je hele leven op a alle terreinen. Aan de vruchten kent men de boom, zei Jezus Zelf al.
We hoorden eerder in de dienst het formulier voor de voorbereiding van het avondmaal, en daar valt veel nadruk op heilig leven. Als je zegt bij de Heer te horen, als je aan zijn tafel zit, dan kan niet alles ermee door. Het is goed om dat van tijd tot tijd te horen. En tegelijkertijd is het lastig. Wanneer ben je goed genoeg om aan het avondmaal te mogen? Ben je goed genoeg om welkom bij God te zijn? Als zulke vragen je op jezelf terugwerpen, geeft het alleen maar onzekerheid. Want ik kan u van tevoren vertellen: tegenover de maatstaf van Gods heiligheid ben je nooit goed genoeg, u niet en ik ook niet! Het evangelie is juist dat we ondanks onze zonden en fouten en tekorten welkom zijn bij Hem – laat dat voorop staan. En tegelijk blijft staan: een christen is geroepen om heilig te leven. U, ik en jij!
[wat heilig leven is]
Maar wat is dat dan concreet: heilig leven? Je zou het zo kunnen zeggen: dat je in je leven iets van God weerspiegelt. Van zijn karakter. Van hoe hij doet en is. Daar horen we van in de bijbel, en dat zien we vooral bij Jezus – Hij liet helemaal zien hoe zijn hemelse Vader is, weerspiegelde Hem geheel. Heilig leven is niet allereerst dat je bepaalde dingen niet mag doen, of dat je bepaalde dingen moet doen. Het is eerst en vooral: iets van Gods karakter weerspiegelen.
Voor de mensen in Thessalonica moet dat nieuw zijn geweest. Zij kenden de Griekse goden. Die moest je wel vereren, maar vooral níet als voorbeeld nemen. Wie Griekse mythen kende, die wist: de goden gingen vreemd, maakten ruzie, waren opvliegend en egoïstisch… Je moest ze te vriend houden, maar liever niet nadoen! Nee, dan het geloof in de ware God, over wie Paulus hen vertelde, de God van Israël. Die is zelf zoals Hij zegt dat zijn mensen moeten zijn, die doet zoals Hij zegt dat wij moeten doen.
De Here God is liefdevol en heeft medelijden, hij is geduldig, eerlijk, hij is trouw, hij haat onrecht – en zo wil Hij ook dat jíj bent! Heilig leven is dat je door de Heilige Geest meer en meer zo wordt.
Heilig leven, dat is niet zomaar allerlei regeltjes moeten volgen, het is eerst en vooral het grote gebod uitleven: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. Dan volgt daar vanzelf uit dat je bepaalde dingen niet doet en andere wel. En dat geldt ook, zo horen we vandaag, op het gebied van de seksualiteit.
[heilig leven: ook op seksueel gebied]
Ik moet zeggen dat het stukje dat we lazen wel vragen kan oproepen. Heilig leven, OK. Maar hoe vult Paulus dat in? Nogal eenzijdig lijkt het. Luister maar: “Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen” enzovoorts. Dan denk ik: is leven voor God alleen een kwestie van op seksueel gebied geen gekke dingen doen? Hoe zit het dan met eerlijk zijn, met sociaal onrecht, met zorg voor de schepping? Is dat niet net zo belangrijk? Zijn er geen andere geboden dan alleen het 7e van de 10 geboden? Waarom dan hier alle nadruk op hoe je omgaat met seks?
De eeuwen door is het trouwens in de christelijke kerk vaak gebeurd: dat alles rond seksualiteit verdacht was, al snel ‘zondig’ of ‘onheilig’. Denk bijvoorbeeld, oudere mensen zullen dat nog weten, dat mensen in de voormalige gereformeerde kerk soms schuldbelijdenis moesten doen als ze voor het huwelijk zwanger waren geraakt. Waarom alleen daarvoor, en waarom nooit voor bijvoorbeeld roddelen of vloeken? Dat gebeurde toch ook neem ik aan, en is dat minder fout dan?
Nee, laten we niet denken dat een heilig leven hetzelfde is als zuiverheid op seksueel vlak. Je kunt op dat vlak onkreukbaar zijn, en toch verder los van God leven en Hem niet weerspiegelen, bijvoorbeeld als je arrogant bent of alleen gericht op geld en spullen.
[concretisatie]
Maar waarom legt Paulus er dan alle nadruk op? Dat komt door de context van toen. Hoe ze in de Griekse en Romeinse wereld van toen met seks opgingen is héél anders dan bij ons. Als je daar eens wat van leest, dat heb ik dus gedaan, dan sta je met je ogen te knipperen. Naar de hoeren gaan was helemaal geaccepteerd, en soms gebeurde prostitutie zelfs in tempels. Rijkere mannen hadden vaak een maîtresse naast hun vrouw, en dat was sociaal helemaal aanvaard. Ook homoseksuele contacten kwamen vaak voor, maar dan iet omdat mensen homo waren, maar bijvoorbeeld in relaties tussen een filosofieleraar en leerling; soms werd dat geïdealiseerd als hoger dan seks binnen het huwelijk. Getrouwde vrouwen werden juist geacht kuis te zijn en trouw aan hun man – een dubbele moraal dus. En zo zou ik nog meer kunnen noemen, je kon bijvoorbeeld met je slaven en slavinnen doen wat je wilde ook qua seks.
Nu moet je bedenken: de christenen in Thessalonica waren nog maar een paar maanden gelovig, en leefden hier middenin. Dus Paulus wil ze waarschuwen: val hier niet in terug! Juist op dit vlak mogen en moeten jullie ánders zijn. Heilig, ook en juist op dit vlak. Iets wat wij ook wel mogen horen in een maatschappij die meer en meer seksualiseert.
Als eerste zegt Paulus dan: onthoud je van ontucht. Maar ja, wat is dat? Ontucht, typisch zo’n vaag woord waar ieder zijn eigen beeld bij zal hebben. In het Grieks staat er ‘porneia’ – dat komt van het woord ‘pornè’, ofwel ‘hoer’. [oudere vert: hoererij]. Kort en goed zegt Paulus dus: ga niet naar de hoeren! Ik kan me voorstellen dat je als christelijke jongeman in Thessalonica best die verleiding kon voelen, als je seksuele behoefte opspeelde en je er vroeger ook regelmatig heenging, en je anderen ziet die het doen. Nee, zegt Paulus, dat past niet bij een heilig leven!
Het woord ‘ontucht’, ‘porneia’ dat Paulus hier gebruikt, heeft in de Bijbel echter een bredere betekenis dan alleen niet naar de hoeren gaan. [BGT: ‘verboden seks’. Wat verboden, en door wie? ]. Met ‘ontucht’, met ‘porneia’ wordt meestal bedoeld: alle seks buiten een huwelijk van man en vrouw. Dat gaat terug op de voorschriften uit de Thora en de rest van Oude Testament. Wij als christenen mogen immers bij de God van Israël horen! Dan mogen we ook kernwaarden uit de Joodse ethiek overnemen.
Paulus wijst in vers 2 en 6 terug op wat hij onderwezen heeft toen hij nog in Thessalonica was. Dat was ongetwijfeld onderwijs uit de Bijbel van toen, het Oude Testament. Christenen sloten zich aan bij de Joodse opvatting, die in scherp contrast stond met de wereld van toen. Eigenlijk kun je het samenvatten in één regel: seksualiteit is door God bedoeld voor een relatie van liefde en trouw tussen één man en één vrouw. Dat sluit heel veel uit van wat er toen normaal was. En dit mag ook ons vandaag nog de richting wijzen hoe je heilig leeft op dit levensterrein.
[oproep: leef heilig!]
Laten ook wij deze oproep ter harte nemen en ons leven er aan spiegelen. Weerspiegelen we ook iets van God in hoe we omgaan met seks? Is het gestempeld door liefde en trouw? En dan maakt Paulus het ook concreet: je lichaam heilig en eerbaar bewaren, niet hersenloos je lusten volgen. Dan doe je heel veel dingen niet: vreemdgaan, one night stands, ongeremd flirten, schuine grappen maken, porno kijken…
Wat dat laatste betreft: ‘porno’, daar hoor je precies het woord ‘porneia’ in wat Paulus hier afwijst. Dat kan dus echt niet als christen! En tegelijk wijzen de statistieken uit dat héél veel mensen naar porno kijken, ook onder christenen. Met internet is het ook wel erg makkelijk, slecht een paar klikken weg… Maar het bevuilt je geest en misvormt je idee van seksualiteit. Daarom: stop ermee, doe het niet! Wat makkelijker gezegd is dan gedaan, ik weet het, porno werkt heel verslavend. Maar strijd ertegen, bid God om hulp, en ook heel belangrijk: blijf er niet alleen mee lopen als het je in zijn greep heeft. Biecht het op aan je partner, of praat met een vriend of iemand die je vertrouwt. Breek de stilte, de schaamte. Ik sta als dominee ook open om te praten, in vertrouwen uiteraard.
De oproep is duidelijk: wees heilig, ook in hoe je omgaat met seks, en met je lichaam. Paulus zegt het kort en bondig.
Dan moet ik wel zeggen dat het korte en bondige ook een nadeel heeft: ieders situatie is anders – wat betekenen zijn woorden voor je als je single bent? En als je getrouwd bent: is dan maar alles OK? Ik denk het niet! Wat zeggen deze woorden als je gescheiden bent, of je partner verloren hebt? Als je merkt dat je homo bent? Of als je niet gelukkig bent met het geslacht waarin je bent geboren? Elders in het Nieuwe Testament staat er soms meer, zoek dat ook vooral na, maar de Bijbel is geen uitputtend handboek. Er zijn altijd de ‘rafelranden van de regels’ zogezegd. We mogen biddend zoeken om ook op dit vlak heilig te leven. En zegt Paulus in vers 8, als je gelooft mag je de Heilige Geest hebben, die ook heel concreet hierin je wil leiden en onderwijzen!
[het grote gebod ook hier]
En dan is er nog iets heel belangrijks. Het gaat niet om deze dingen lós! De boodschap van vandaag moet geen burgerlijke moraal zijn. Wat nu zo mooi is, is dat Paulus’ aansporing ingeklemd staat tussen twee stukjes waar het gaat over líefde. Het slot van H2 en het vervolg van H4. Liefde, ‘agapè’ in het Grieks – dat is nu net niet de liefde van ‘verliefdheid’ of liefdesliedjes. ‘Agapè’ is de liefde die de hemelse Vader voor ons heeft, de liefde waardoor Jezus de weg naar het kruis wilde gaan. Het is de liefde uit 1 Korinthe 13, liefde die het goede voor de ander zoekt, die níet op zichzelf gericht is, zoals lust en begeerte. Deze liefde mag leidend zijn, ook bij relaties en seksualiteit, dán leef je heilig.
En zeker, in je lijf zit gewoon lust, begeerte, verlangen. Zo heeft God ons geschapen. Wat dat betreft is vers 5 in de NBV niet sterk vertaald, alsof je nooit mag toegeven aan je lichamelijke begeerte. Dat staat er niet. Het mag er zijn, je moet het niet wegduwen, zoals vroeger ook in de kerk wel gezegd werd. Maar lust moet niet leiden!
Franciscus van Assisi heeft hiervoor een mooi beeld. Hij noemde zijn lichaam ‘broeder ezel’. Een ezel is een nuttig dier, maar je moet hem wel leiden. Niet de vrije teugel geven, dan vliegt zo’n ezel alle kanten op, dan komen er brokken en kom je niet waar je wezen wilt. Franciscus had ervoor gekozen om ongehuwd te blijven, net als Paulus trouwens. Maar hij was een mens met een lijf, soms voelde hij verlangens in zich naar seks. Hij probeerde dat niet weg te duwen, nee, hij zei ‘daar heb je broeder ezel weer’. En hij zorgde dat hijzelf de baas bleef en de richting aangaf, niet broeder ezel.
Ons dierlijke deel mag geleid worden. Geleid door de liefde die God ons leert: agapè. Niet op jezelf gericht en jouw bevrediging, maar op God en de ander. Dan kun je het grote gebod ook toepassen op het gebied van de seksualiteit. God liefhebben boven alles – en daarom je aan zijn aanwijzingen houden, ook al lijken die een inperking volgens de wereld van toen en van nu. Maar Hij is onze ontwerper, hij zal toch wel weten wat het beste werkt? En bovendien: je naaste liefhebben als jezelf. Wat kan een verkeerd gebruik van seksualiteit veel ellende geven en beschadigen! Ontrouw, misbruik, gebroken relaties. En hoe zou dat voorkomen worden als de ánder voorop was gezet, niet jezelf. Als je hierin Jezus volgt. En dat geldt ook binnen een huwelijk: niet ‘hoe kom ik aan mijn trekken’ maar ‘hoe maak ik de ander gelukkig – ook dit terrein’. Als je er allebei zó instaat, zal dat misschien offers vragen, maar zeker zegen geven.
[slot]
“Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt” – dat mogen we meenemen. Dat geldt voor het terrein van de seksualiteit. Maar net zo goed voor alle andere aspecten van het bestaan. Juist als we het Heilig Avondmaal zullen vieren: check je eigen bestaan eens goed! En als er dingen niet goed zijn, op welk vlak dan ook: bekeer je, belijd het aan God, en begin opnieuw.
En ja, dan zou daar pastoraal nog heel veel over te zeggen zijn. Wat als je op dit terrein grote brokken hebt gemaakt? Wat als je vastzit in verkeerde gewoontes? Als je beschadigd bent of je schuldig voelt? Probleem is dat Paulus daar vandaag niets over zegt. De christenen in Thessalonica doen het juist góed, schrijft hij – hij geeft alleen preventieve waarschuwingen vanwege de cultuur waarin ze leven. Zij deden het goed, zegt Paulus. Wij vandaag kunnen op allerlei manieren er anders in staan, vol vragen, of schuldgevoel, of fouten die niet meer zijn goed te maken. Dat past allemaal niet meer in deze preek. Misschien wilt u of wil jij erover praten – ik sta ervoor open!
“Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt” – die oproep blijft voluit staan. En tegelijk wil ik de slotzinnen uit het formulier voor de voorbereiding op het Avondmaal ernaast zetten, zodat we niet op onszelf worden teruggeworpen. “Ieder die tegen zijn zonde en ongeloof wil strijden en verlangt te leven naar Gods goede geboden, is welkom bij Hem. Zonde of zwakheid die nog tegen onze wil in ons is, kan niet verhinderen dat God ons in genade aanneemt en ons welkom heet aan zijn tafel”.
De Heer roept ons om heilig te leven. Laten we dat doen! Niet ‘opdat’ we dan misschien welkom zijn bij Hem, maar ‘omdat’ Hij ons roept en welkom heet. Omdat zijn liefde in Jezus zo groot is als we zien in gebroken brood en vergoten wijn. Bij Hem is kracht, bij Hem is vernieuwing, bij Hem is vergeving. En dat mogen we komende week vieren bij het Heilig Avondmaal.
Amen