Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
Vandaag een doopdienst. Die hebben we niet heel veel gehad in onze kerk de afgelopen tijd. Daarom wil ik het vanmorgen met nadruk hebben over de waarde van de doop. Hoe belangrijk is het voor u of voor jou dat je gedoopt bent? Ik ga er dan even vanuit dát u of jij gedoopt bent. Ik weet dat er ook enkele mensen in ons midden zijn waar dat niet voor geldt – misschien laat de dienst van vandaag je dan er wel naar verlangen om gedoopt te worden. Ik hoop het! Maar als je gedoopt bent, en dat geldt voor de overgrote meerderheid hier, welke waarde heeft die doop dan voor je? Misschien denkt u: ach, dat is al lang geleden, en ik weet er zelf niks meer van. Terwijl een ander juist zijn doopkaart heeft ingelijst, en die van de kinderen.
Denk je er wel eens aan dat je gedoopt bent? Ik denk dat we dat meer zouden mogen doen. In rooms-katholieke kerken hangt een wijwaterbakje in het portaal – een vrome katholiek die langsloopt steekt daar vaak zijn vingers in en maakt een kruisje [gebaar]. Dat is een herinnering aan je doop, wat water op je voorhoofd net als net bij Laurens net. Een bevestiging: ik hoor bij de Heer! Wij zijn dat zo niet gewend, maar… wanneer denk jij dan wél aan je doop? Weet je überhaupt wanneer je gedoopt bent, welke datum?
Weet u wie wel vaak aan zijn doop dacht? De reformator Luther. In zijn schrijftafel had hij de woorden gekrast: “ik ben gedoopt!” Of volgens een ander verhaal had hij het op de muur van zijn studeerkamer geschreven. Waarom? Nou, Luther had nogal eens last van de duivel, vertelde hij zelf. Dan ging hij twijfelen aan God, of hij kwam in de verleiding om verkeerde dingen te doen, of hij werd somber. Maar één ding hielp hem dan: die woorden op zijn schrijftafel: “Ik ben gedoopt!” Ga weg duivel, ga weg, gedachten, ik ben gedoopt! Ik hoor bij de Heer! Zou jij doen wat Luther deed? Niet letters in je bureau krassen natuurlijk, maar bijvoorbeeld je doopkaart zichtbaar in huis ophangen, of wat moderner: je dooptekst als achtergrond van je telefoonscherm nemen? Weten dat je gedoopt bent helpt om op Gods weg te blijven.

[gedachten bij de doop]
Maar hoe zit dat dan met de doop? Waarom is die zo belangrijk? Ik merk dat daar soms nogal verwarring over is. Want, denken mensen, God houdt van alle mensen, toch? Wat is dan de meerwaarde van gedoopt zijn? Alsof de Heer niet houdt van kinderen die niet dat ritueel hebben ondergaan! En zeker, God houdt van alle mensen, laten we dat sterk vasthouden. Hij houdt van alle mensen, zelfs van misdadigers en van president Poetin. En belangrijker: Hij heeft jóu lief, ook als je niet gedoopt bent!
Maar… het grote verhaal van de Bijbel is wel wat meer dan één zin, méér dan ‘God houdt van mensen’. En juist de doop wijst ons daarop. We hoorden het doopformulier. Daar ging het over afwassen van zonden, omdat wij delen in zonde, schuld en oordeel. We hoorden in de Schriftlezing dat de doop te maken heeft met sterven en opstaan. Ik heb het net voor de kinderen zichtbaar geprobeerd te maken. Dopen is dompelen, dopen is ondergaan en weer opstaan – sterven met Christus en opstaan in een nieuw leven. Dat zit allemaal in de doop besloten. Dan mag je wel zeggen: de doop is diep. Dopen is veel méér dan een geboorteritueel, dopen is ook veel méér dan een uitspreken dat God van dit kindje houdt – want dat deed hij zonder doop ook al. Nee, de doop is diep! Laten we daar wat dieper naar kijken, aan de hand van het Bijbelgedeelte dat we lazen.

[nieuw leven is nodig]
Ik zei al: de grote God, de schepper van het heelal, Hij houdt van ons. Dat is een ongelooflijk wonder. Soms hoor je wel: ‘God houdt van je zoals je bent’. Dat klinkt mooi, maar ik vind zo’n uitspraak niet in de Bijbel. Meestal, als het zo gezegd wordt, bedoelen ze “God houdt van je, ook al doe je soms verkeerd of dom”. En dát is waar! Maar dan kun je net zo goed zeggen: “God houdt van je, óndanks wat je bent”. Dat is nog veel wonderlijker, en dát is zeker waar. God heeft ons lief, ondanks zoveel bij ons dat niet is zoals Hij zou willen. Even concreet: wij mensen doen maar al te vaak dingen die niet goed zijn. In het klein: ruzie maken, oneerlijk zijn. In het groot: oorlog maken, uitbuiting van arme mensen op zoveel plaatsen. Jezelf op de eerste plek zetten, alleen op je eigen belang en gemak gericht zijn. Om nog maar te zwijgen van vreselijke dingen zoals misdaad en moord. Is het geen wónder dat God tóch de wereld van de mensen liefheeft?
En zelfs al leef je heel netjes – uit onszelf kennen we God niet. Dan eren we onze Schepper niet, vragen we niet naar zijn wil. Waarom zou Hij ons liefhebben, als wij Hem géén liefde bieden? En tóch doet hij het. Maar, en dat moeten we altijd onthouden, uit onszelf zijn we vervreemd van Hem. En naast zijn grote liefde is er ook zijn rechtvaardige verontwaardiging, woede, over zoveel wat Hij op aarde ziet, en, als ik eerlijk ben, wat Hij ook in mijn leventje ziet.
En daarom: wij hebben een níeuw, een ander leven nodig. Wil het op aarde beter gaan, maar vooral: willen we bij de Heer kunnen horen. Zélfs een klein, lief baby’tje als Laurens heeft vernieuwing nodig – om niet net zo te worden als wij allemaal uit onszelf: los van God, en vooral op zichzelf gericht. Dat is de achtergrond van de doop.

[God geeft nieuw leven]
Wij mensen hebben vernieuwing nodig. En… dát is nu juist waar de Here God in zijn grote liefde voor zorgt. Dat wij andere mensen kunnen worden. Dat is de geweldige boodschap van het Evangelie: dat er een nieuw begin is! Daar heeft Jezus, onze Heer, nu voor gezorgd. Hij droeg ons slechte mensenleven het graf in. Hij wiste de schuld uit die we door alle kwaad hadden opgestapeld – daar spreekt vers 14 en 15 beeldend over. Hij, Jezus, geeft een nieuw begin, een nieuw leven voor iedereen die zich aan Hem overgeeft. Een nieuw leven wél op God gericht, een leven vervuld van zijn Geest. Zó groot is Gods liefde, dat Hij zijn Zoon gezonden heeft, om ons te maken tot wat we níet zijn. Mensen van God, levend in het licht.
En dán is nu wat de doop brengt. Over de doop kun je in verschillende beelden spreken. Water dat schoonwast, bijvoorbeeld. Dan kan het echter nog lijken alsof je jezelf blijft. De vlekken op je leven worden weggewassen, maar je blijft dezelfde. Vandaag krijgen we echter een ander beeld aangereikt. Dopen is delen in de vernieuwing die Jezus brengt. Sterven en opstaan met Hem. Je oude leven, los van God en vast aan zonde – dat stopt, sterft. En daarna: opstaan, een nieuw leven krijgen, het leven van Jezus. Luister maar naar vers 12: “toen u gedoopt werd, bent u immers met Hem begraven, en met Hem bent u ook tot leven gewekt”.

[wie gedoopt is, heeft ’n nieuw leven]
De christenen aan wie Paulus schrijft, wisten het nog heel goed. Ze waren gedoopt door onderdompeling. Helemaal waren ze ondergegaan in het water. Even zag je niets meer, en daar kwam hij of zij weer boven: kletsnat, druipend van het water, maar met een stralende lach. Gedoopt! Voortaan horend bij de Heer! Je komt uit het water, staat op in een nieuw leven.
Dát is de doop. Wij hebben dopen helaas gereduceerd tot besprenkeling, maar dan verlies je juist dit aspect zo makkelijk uit het oog. Gedoopt zijn, dat is: je oude bestaan sterft – dat leven los van God en vast in zonde. Denk aan wat ik net bij het kindermoment liet zien. In water verdrinkt je! Maar gedoopt zijn, dat is ook: uit het water omhoog komen. Opstaan, uit de dood in een nieuw leven. De doop maakt je een ander mens, niet meer en niet minder. Een mens van God. Iemand die vol is van zijn Geest. Dat doet de doop – het bad van de wedergeboorte, zoals Paulus het elders noemt. Ja, en natuurlijk, ook geloof is nodig, daar kom ik zo op. Maar eerst en vooral is de doop dus dit: dat je bij God vandaan een heel nieuw leven krijgt, een leven met Christus. Dat kreeg Laurens daarnet, en als jij of u gedoopt bent, mag je dat ook vast geloven voor jezelf.
Zie je nu waarom het zo belangrijk is om te weten dat je gedoopt bent? Als je weet: ‘ik ben gedoopt’ dan mag je weten ‘ik hoor bij de Heer’. Ik ben dood voor de zonde. Ik leef het nieuwe leven van Gods koninkrijk! Dit is wat je mag zijn: een kind van God – zo zeker als je gedoopt bent! Dat mag je diepste identiteit zijn. Besef wat de doopt zegt, en laat dan een lach op je gezicht mogen komen, en een lofzang op je lippen. De grote God heeft mij opgezocht, heeft zijn Zoon voor mij gegeven. Ik mag delen in de vergeving die Hij bracht, zijn nieuwe leven is in mij, en een eeuwige toekomst wacht! Het zit allemaal in de doop – geweldig toch!

[tegenwerpingen]
Toch kan ik me voorstellen dat deze of gene bezwaar maakt tegen de boodschap van vandaag. De boodschap dat gedoopt zijn is: een nieuw leven hebben. Iemand zegt: ja, maar, werkt de doop dan automatisch? Wat dan met al die mensen die als kind gedoopt zijn en met God niets hebben? Of een ander denkt misschien: dit klinkt me té mooi. Zou ik een nieuw mens zijn, dood voor de zonde? Daar merkt ik dan niet veel van…

Hier zou veel over te zeggen zijn. Misschien denkt u wel aan kinderen of kleinkinderen, die van God vervreemd zijn, hoewel ze ooit ten doop zijn gehouden. Horen ze dan toch bij God, hebben ze deel aan Hem? Onze tekst, vers 12 zegt dit: “met Hem (met Jezus) bent u ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die Hem uit de dood heeft opgewekt”. ‘Omdat u gelooft’ – dat hoort er ook bij! Wie zich in ongeloof of onverschilligheid afwendt… nee, die staat niet op in een nieuw leven, al reikt God het ook aan tot op je voorhoofd. Dan is het als een cheque die je niet int. Wat God betreft mag je als gedoopte delen in al zijn rijkdom. Maar wie die rijkdom zich niet toe-eigent, heeft er niets aan. En dat gebeurt, helaas!
En dan is er iemand die denkt: ik ben gedoopt en dat is mooi. Maar om nu te zeggen dat ik een nieuw mens ben, vol van het leven van Jezus? Was het maar waar! Als ik naar mezelf kijk, ben ik nog altijd zo zwak, zo ik-gericht, driftig of lui of wat dan ook. Maakt de doop je echt tot een nieuw mens? Dan heeft het bij mij niet goed gewerkt geloof ik!
Op deze vraag wil ik volgende week verder ingaan. Want, weet je: opstaan in een nieuw leven is maar niet kláár als je gedoopt bent! Dan begint het pas. De brief waaruit we lazen eindigt er hier niet. Het volgende hoofdstuk gaat verder als volgt: “áls u dan met Christus uit de dood bent opgewekt…” en dan volgt er nog een heleboel. een nieuw mens mag je zijn, én een nieuw mens moet je worden. levenslang. Daarover wil ik volgende week gaan preken – dus “wordt vervolgd” zou ik zeggen.
Maar neem vandaag toch vooral dit mee: als je gedoopt bent, mag je een nieuw leven hebben. Het gaat er niet in de eerste plaats om wat je in jezelf ziet. Het gaat erom wat Gód in je ziet, en dat wij onszelf meer en meer door Gods ogen leren zien.

Denk aan Luther over wie ik vertelde. Als je kijkt naar je eigen falen, zwakheid, zonde, dan zou je aan alles gaan twijfelen. Maar zeg dan maar met Luther: IK – BEN – GEDOOPT! “Zo moet u zichzelf zien” – dooptekst van Laurens. Dat je gelooft: Ik ben in Gods naam een níeuw mens, al val ik in het oude. Ik hoor bij de Heer. Ik ben gedoopt. Laat niet jouw twijfel of zwakheid het laatste woord hebben, maar Gods belofte. Je bent gedoopt, je hoort erbij!

[oproep: leef uit je doop]
Maar voor nu: houd je doop voor ogen. Besef de waarde ervan: dat je een nieuw mens mag zijn, een mens van God. Een bron om heiliger te leven. Een zekerheid bij twijfel. Iets om je altijd te herinneren. Thierry en Carola, schrijf de datum van vandaag maar op de kalender. Vier het elk jaar: Laurens hoort bij de Heer! Leer het hem als hij ouder wordt, dat Hij een Vader in de hemel heeft, een Heer die voor hem stierf, en dat de Geest hem de weg wil wijzen.
Laten we allemáál onze doop voor ogen houden. Schrijf je doopdatum maar op de huiskalender. Voor de kinderen: vraag je ouders maar of jullie je doopdatum feestelijk kunnen vieren – heb je weer een extra feest! Of hang je doopkaart maar ergens op een mooie plek. Want nooit moeten we vergeten: ik ben gedoopt. Ik heb een nieuw leven, met Jezus: dood voor de zonde, maar levend voor God. Zo waar Hij stierf en leeft!
Dank voor je doop – doe je dat wel eens, danken voor je doop? Dank ervoor, en leef ernaar! Heb je gedoopte kinderen, wijs ze op wat de doop zegt. Voed ze op zoals je bij de doop beloofde. En ben je niet gedoopt, zorg dan dat je het wordt. Het kan, neem maar contact met me op!
Zo mochten we het zien vanmorgen: de doop van Laurens. Zo mogen we n denken aan onze eigen doop. De doop – diep. De doop – een bron van hoop!

Amen