Tags

, ,

Uit de Bijbel is gelezen: Lukas 15 vanaf vers 11, de gelijkenis van de verloren zoon.
Er is eerst een korte sketch geweest, inhoud zie sketch ‘welkom thuis’bord 'bij ons thuis'
Dit bord speelt een belangrijke rol in de preek–>

Gemeente van Jezus Christus, en vooral jullie, jongens en meisjes,

[intro: hoe is het thuis]
Ga je wel eens bij iemand thuis spelen? Ik denk de meesten van jullie wel. En hoe is dat dan, om bij iemand anders thuis te zijn? Vaak merk je wel dat er dingen anders zijn dan bij jezelf thuis. Een groter huis of juist kleiner, speelgoed dat je zelf niet hebt, andere dingen voor op brood. Of je mag bij een vriendinnetje thuis zomaar de hele middag gamen, terwijl je dat bij jezelf thuis alleen voor het eten even mag… Bij iedereen thuis is het weer anders. En dat is vaak leuk om mee te maken, ook als het soms even wennen is.
Maar wat is nu het belangrijkste van ergens thuis? Dat is niet het huis. Ik en mijn gezin, wij gaan binnenkort verhuizen. Misschien zijn er hier ook wel kinderen verhuisd. Dan verandert er natuurlijk van alles. Maar toch, ‘bij jou thuis’ blijft ‘bij jou thuis’. Want het belangrijkste zijn de mensen, en hoe ze doen. Als die hetzelfde blijven, Dan het huis niet het belangrijkste. Dan is ook niet het belangrijkste wat voor speelgoed of spullen je hebt. Nee, thuis, dat is wat de onderbouw net zong: “Thuis, dat is waar iemand van je houdt, daar is het veilig en vertrouwd, dat is thuis”
Wat is het fijn als je zo’n thuis hebt. En wat is het verdrietig dat het soms anders is. Als er een ouder ontbreekt, of als er thuis niet goed gezorgd wordt. Een echt thuis, zo’n plek hebben we allemaal nodig!

[bij God thuis]
Nu moest ik denken als dominee: hoe zou het zijn bij God thuis? Wie zijn er daar, en wat voor gewoontes zouden daar zijn? Zouden wij ons daar ook thuis kunnen voelen, bij de Heer?
Thuis bij God – Jezus vertelt daarover een verhaal, we hoorden het net uit de Bijbel. Een verhaal is het over een vader en twee zonen. Een beetje wonderlijk verhaal is het wel, daar zagen we al iets van in de sketch.
Maar dat het verhaal van Jezus wat wonderlijk is, dat heeft een reden. Want eigenlijk gaat dit verhaal over hoe het is bij God thuis!
Jullie kennen misschien wel van die borden die soms bij mensen in huis hangen, of buiten. Van die borden zoals deze [laat zien]. Daar staan dan een soort van huisregels op: Bij ons thuis… [lees voor van bord:] hebben we plezier, maken we fouten, zeggen we sorry, drinken we graag koffie. En zo zijn er nog andere versies: bij ons thuis… blaft de hond en rent hij rond, of: bij ons… staat er altijd een pilsje koud.
Maar wat voor bord zou er bij God hangen? Wat zou daar op kunnen staan? Zo van: bij Mij thuis… mogen alleen nette mensen mee-eten? Of: schoenen uit in huis? Of nog heel andere dingen? Daar gaan we nu vanmorgen eens meer van horen! Er zitten drie personen in het verhaal, dus we gaan ze alle drie maar langs! De vader, de ene zoon, en de andere zoon.

[God is liefdevol en vergevend]
Als eerste de vader. Zijn jongste zoon is weggegaan naar een ver land, wil niets meer met thuis te maken hebben. En de vader? Wil hij ook niets meer met die zoon te maken hebben? Nee! Elke dag staat de vader uit te kijken of hij toch thuiskomt. Hij hoopt erop! Hij houdt van hem, ook al doet die zoon dom en slecht en is hij weggelopen. En elke ochtend kijkt hij, met een hand boven zijn ogen, of niet toevallig zijn zoon er aankomt. Want hij is welkom. Ja, dit is echt een liefdevolle, een vergevingsgezinde vader. En zo, zó is God. De vader uit het verhaal, dat is eigenlijk God Zelf.
God is niet een strenge meester. God is niet iemand die de mensen maar laat aanmodderen zonder dat het Hem iets kan schelen. Nee, God is als een goede Vader, nog veel beter dan de beste aardse vader. Hij is vol liefde voor mensen, voor jou, en jou, en u. Hij wil graag dat we bij Hem thuiskomen. En dat mag óók als je domme dingen doet, of zelfs hele slechte. Hij vergeeft ze. We hoorden het in het verhaal: als de jongste zoon met hangende pootjes terugkomt, sluit de Vader hem in de armen, en laat hem niet eens uitpraten met excuses. Zo is God. Onvoorstelbaar geduldig en genadig.
Als ik dat hoor, denk ik dat sommige dingen op dit bord heel goed passen bij hoe het bij Hem thuis is. [lees voor]: bij God thuis… vergeven we, hebben we lief. Zo is God!

[ver van huis valt het tegen]
Bij God is het goed. En wij zijn daar welkom. Alleen…. Wij lijken vaak nogal op die jongste zoon. Dat is de tweede persoon uit het verhaal.
Die jongste zoon vond het maar saai thuis. Hij had het goed, zeker. Zijn vader is rijk, en hij had alles wat hij nodig had. Maar toch… om een of andere reden had hij het idee dat het ergens anders beter zou zijn. Dat daar méér te beleven is: meer spanning misschien, meer avontuur, meer geluk. En daarom gaat hij weg uit het huis van zijn vader. Even lijkt het leuk. Vrienden bij de vleet, genieten, ook van dingen die thuis nooit mochten… Maar uiteindelijk komt hij bedrogen uit. Als het geld op is, als er honger komt, eindigt hij bij de varkens in de modder.
Die jongste zoon lijkt precies op wat wij mensen vaak doen. Leven dicht bij God lijkt ons saai. Je denkt dat er in de wereld meer te beleven is, wég van hem vandaan. En je hemelse vader laat je gaan. Hij dwingt niemand om bij Hem te zijn. Maar vind je zo echt geluk, door van genieten je hoogste doel te maken? Doen wij misschien ook zo: niet dankbaar zijn voor wat God ons geeft, maar het verkéérd gebruiken, alleen op onszelf gericht? Bent u misschien ook ver van huis geraakt, of jij – los van God die van je houdt? Die jongste zoon, dat zijn wij vaak zelf….

[oproep: kom thuis]
Uiteindelijk blijf je zo leeg achter. Geen blijvend geluk gevonden, wel veel kwijtgeraakt. En dan komt de jongste zoon tot inkeer. Hij denkt weer aan zijn vader, en hoe het is bij hem thuis. Daar was het zoveel beter! Hij gaat terug. In zijn hoofd verzint hij al wat hij zal zeggen: ‘Vader, ik heb verkeerd gedaan’… Want dat hoort bij Vaders huisregels, dat weet hij nog wel. [Pak bord weer]: bij ons thuis… zeggen we sorry. Daar komt hij dan, om de laatste bocht. Met gebogen hoofd. Maar vóór hij iets kan zeggen omarmt de Vader hem al. ‘Jongen!’
Bij God mag je altijd opnieuw beginnen. Wie je ook bent, en wat je gedaan hebt of meegemaakt…. Kom, als je ver van huis bent. De vader staat al op de uitkijk! Ook voor jou of voor u!

[zelf ook zo doen]
En dan, tenslotte. Dan is er ook nog de oudste zoon. Thuis barst een feest los, omdat zijn broer is thuisgekomen. Maar de oudste zoon wil niet meedoen. Misschien wel begrijpelijk – stapt de Vader niet heel makkelijk heen over alles wat de jongste zoon fout deed? En het geld dat weg is? Maar toch… die oudste zoon heeft al die tijd in het huis van zijn vader gewoond. Dan weet je toch ook hoe het daar gaat, wat er aan de muur hangt? [pak bord]: bij ons thuis, bij God thuis… hebben we plezier. Bij ons thuis… beginnen we opnieuw, vergeven we, horen we bij elkaar.
Maar de oudste zoon wil geen plezier. Wil niet bij zijn broer horen. Doet niet aan vergeven. Wat érg is dat! Als je al jaren bij de Vader woont, en het is nog niet doorgedrongen! Dat kan dus. Als je net dacht: ik ben niet als die jongste zoon. Ik doe geen gekke dingen… Dan nog één ding: dan hoop ik wel dat Gods huis jouw huis is, en zijn huismanieren de jouwe. Dat zijn alleen maar goede dingen, die jou goed doen en anderen ook. Heel concreet: Als iemand ‘sorry’ tegen je zegt, dat je dan weer gewoon doet en samen speelt – niet boos blijft. Als er ruzie is, dat je het dan ook goed wilt maken. Dat mag je leren van Hem! En doe je niet zo, wil je niet zo doen, ben je dan wel echt thuis bij God? Ook de oudste zoon kan een verloren zoon zijn!

[slot]
Bij God thuis… Hoor jij bij Hem? En u? We zijn allemaal welkom. Of je nu bijna elke week in de kerk komt, of nooit. Of je nu een brave burger bent, of iemand die een scheve schaats rijdt. Er is een Vader die op de uitkijk staat. Vol liefde, vol verlangen. Naar jou, naar u. Durf je het te geloven? Durf je te komen?
Bij God mag je thuiskomen – en dan mag je leren om in je eigen huis en leven ook dit bord te laten gelden. Dan ben je gezegend.
Lof zij Christus, in eeuwigheid, Amen.