Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: psalm 68]
Op deze dankdag een tekst uit psalm 68. Een psalm, denk ik, die bij velen bekend en geliefd is. “Geloofd zij God met diepst ontzag” zongen we net uit de oude berijming. Of u hebt wellicht liever de nieuwere versie “God zij geprezen met ontzag, hij draagt ons leven dag aan dag”… Prachtige verzen!
Ook vroeger al was deze psalm erg geliefd. Het is één van de eerste psalmen die berijmd werden tijdens de Reformatie. Toen de watergeuzen op de Spaanse vloot afvoeren zongen ze het begin van de psalm: “God richt zich op, de vijand vlucht!” Een oorlogszuchtig lied, zo te horen! Of juist heel anders? Protestanten die als ketters ter dood werden gebracht zongen soms deze psalm – oude berijming: “hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naad’ren van de dood, volkomen uitkomst geven”. Ook een psalm van rust en vertrouwen!

[de psalm algemeen]
Toen ik psalm 68 ging bestuderen, kwam ik er wel achter dat het nog niet zo’n eenvoudig lied is. Waar gáát het eigenlijk precies over? Over van alles, over God, over overwinning, over vijanden, maar het grote verband is nog niet zo snel te zien. Het Hebreeuws van de grondtekst heeft bovendien al heel wat theologen hoofdbrekens gekost. Een lastige psalm! Veel uitleggers zeggen dat in deze psalm verschillende oude liederen zijn verwerkt, en dat zou best kunnen.

Men denkt wel deze psalm gemaakt is toen koning David de ark van God, de gouden verbondskist, naar Jeruzalem bracht. Een lied van David, om te zingen toen de ark van God feestelijk werd ingehaald in Jeruzalem! Met deze uitleg wordt de psalm ineens een stuk begrijpelijker. In de tijd voor de ark naar Jeruzalem werd gebracht, had David namelijk met hulp van God veel vijanden verslagen en zijn rijk gevestigd. Dat zijn de overwinningen waar in deze psalm sprake van is. En als deze psalm een feestlied is in Jeruzalem begrijpen we vers 17 ook ineens. “Deze berg, die God als Zijn woning heeft begeerd”, waar hij voor altijd zal wonen, dat is de berg Sion. De berg waar later de tempel zou worden gebouwd en waar nu de ark naartoe werd gebracht. “U bent opgestegen naar omhoog” staat er in vers 19. Dan denken wij al snel aan hemelvaart of zo, maar dat moet je letterlijk nemen. De ark van God, het symbool van zijn aanwezigheid, werd omhoog gebracht, de tempelberg op in Jeruzalem. De feestelijke optocht wordt beschreven in vers 25 en verder. Een plechtige processie, met zang en snarenspel en tamboerijn. Uit alle stammen lopen mensen mee: Benjamin, Juda, Naftali… Ze vieren feest omdat de Heer in hun midden wil wonen! Een prachtige feestdag moet dat zijn geweest!

Op deze dankdag voor gewas en arbeid worden we uitgenodigd om onze stem in te voegen bij die juichende menigte. Ook wij mogen herdenken wat God de afgelopen tijd voor ons gedaan heeft. Ook wij mogen vanavond samenkomen in zijn heiligdom om Hem te loven en te eren! Wij klimmen geen tempelberg op in Jeruzalem. Maar we vertrouwen dat de God van Israël, de Vader van Jezus Christus, ook hier in ons midden is, hier in de kerk, en ook onze lof en dank wil aannemen. We mogen hier zitten niet zomaar uit gewoonte omdat er ‘dankdag’ op de kalender staat, maar om aan God onze dank te offeren.

[de tekst: dag aan dag]
Vers 20 is onze kerntekst vanavond: “Geprezen zij de Heer, dag aan dag, deze God draagt en redt ons”. Geprezen zij de Heer, zo begint het. Heer letterlijk staat er ‘gezegend de Heer’. Zegenen, dat is: het goede zeggen over iemand. Als wij God zegenen, Hem loven en prijzen, dan zeggen we hoe goed Hij is, om Hem te eren. Daarvoor zijn we hier vanavond bij elkaar, op deze dankdag!
Waarom zouden we dan goed over God spreken? Wel, zegt de psalm, ‘geprezen zij God, dag aan dag, deze God draagt en redt ons’. Dag aan dag: elke dag gaf Hij ons zoveel. Ga maar na: elke morgen weer mocht u opstaan. Dag aan dag had u weer eten, drinken, een dak boven uw hoofd. Dag aan dag heeft Hij de zon laten opkomen. Jeremia zegt het “uw barmhartigheden zijn nieuw elke morgen; groot is uw trouw!”
Joodse gelovigen hebben voor allerlei momenten lofzeggingen. Bijvoorbeeld bij het drinken van een glas wijn: “Geprezen bent U, Heer onze God, Koning van de wereld, die ons verheugt met de vrucht van de wijnstok”. Of bij het brood eten “Geprezen bent U, die het brood uit de aarde laat voortkomen”. Of bij het aansteken van een kaars, of als je een regenboog ziet, enzovoorts. Steeds is er een passende beraka, een lofzegging. Dat is een voorbeeld voor ons om de lof aan God een vaste plek te geven, niet alleen rond dankdag. Het kan allemaal heel gewoon worden, de lof kan zomaar wegzakken. Daarom is het heel goed om vandaag speciaal stil te staan bij wat de Heere ons geeft en om goed te spreken over Hem!

[uitwerken van het overladen zijn]
Ik zei al: psalm 68 is niet makkelijk te vertalen. Dat geldt ook voor onze tekst. In de al dan niet herziene Statenvertaling staat “dag aan dag overlaadt Hij ons”, in andere vertalingen staat echter “dag aan dag draagt hij ons”. Dat is bepaald niet hetzelfde! Hoe zit het nu?

Wel, heel letterlijk staat er niet meer dan “hij laadt ons dag aan dag”. HERHAAL Maar wat mag dat betekenen, “hij laadt ons”? De Statenvertalers hebben gedacht: “Hij laadt ons”, hij belaadt ons met gaven, zoals je een lastdier oplaadt. God laadt, overlaadt ons met zijn goede gaven! Een mooie vertaling is dat. Onze God is niet gierig of karig, hij is ongekend royaal. Overladen geven in overvloed. Als je een aanhanger over-laadt, omdat je zoveel hebt om mee te nemen, dan kan hij zelfs door zijn assen zakken! Zoveel krijg je van de Heer.
Deze dankdag is een goed moment om dat te beseffen, hoe God ons overlaadt, overstelpt met goede dingen. Kijk om je heen! Wat is Gods wereld niet mooi en wonderlijk, en wij mogen er zomaar op leven. Ik weet het, er is ook genoeg mis, maar ook zoveel moois om voor te danken in de natuur. Kijk eens een natuurfilm… Op deze dankdag voor gewas en arbeid mogen we ook denken aan de boeren en tuinders. Hoe er het afgelopen jaar van alles is gegroeid: komkommers en sla, graan en aardappels, gras voor de koeien. Dat het ons qua voedsel aan niets ontbrak: het is alles een gave van God. Hij overlaadt ons! Ook als we werken, als we met een baan ons dagelijks brood mochten verdienen, dan mogen we God daarvoor danken. Of als u niet werkt, of niet meer werkt, en u hebt toch elke maand het nodige, en vaak zelfs veel meer dan dat: reden tot lof aan God! [Of als je naar school mag gaan of mag studeren].
Dag aan dag overlaadt Hij ons. Met de basisdingen: eten, drinken, werk. Maar laten we ook een stap verder kijken, naar ál de goede dingen in ons leven. Als u kinderen mag hebben of kleinkinderen. Als je als kind liefhebbende ouders mag hebben. Goede vrienden die de Heer ons geeft, of vriendinnen. Van die mensen met wie je echt van hart tot hart kunt praten: een zegen is dat! Misschien bent u het afgelopen jaar wel ziek geweest, maar nu allang weer beter. Misschien bent u oud, en hebt u mensen om u heen die u trouw verzorgen. Misschien geniet u dagelijks van het leven met uw partner.
Misschien… laat ik maar stoppen, ik kan wel blijven doorgaan. Is het niet een heel goede vertaling, ‘dag aan dag overlaadt Hij ons?’ Onze wagens zakken bijna door de assen heen! Een lied zegt het: ‘tel uw zegeningen één voor één, en u ziet Gods liefde dan door alles heen’.

[tegenwerping: als het niet goed gaat]
Maar laten we hier niet stoppen. Dan wordt deze dankdag een soort dag van “tjonge jonge, wat hebben we het toch goed hè”. En bovendien, misschien ervaart u het wel helemaal niet zo!! Misschien voelt u zich niet zo’n gezegend mens. Natuurlijk, u ziet ook wel goede dingen die er zijn in uw leven. Maar er kunnen dingen zijn die er zo’n schaduw overheen werpen. Je bedrijf gaat slecht en je vreest voor de toekomst. Uw huwelijk loopt niet goed meer. U bent ziek, of iemand van wie u houdt is ziek. Of ach… vult u zelf maar in. Het kan zoveel zijn, dingen die soms niemand weet behalve uzelf. Dan kan het heel wrang overkomen, als ik opsom wat we allemaal niet voor goeds hebben en dat we dankbaar moeten zijn. Misschien bent u niet in de stemming voor psalm 68, een psalm van overwinning en gejuich!
Maar toch, al is het in uw leven misschien niet allemaal zegen en overwinning, toch moeten we deze psalm 68 niet te snel dichtdoen. Deze psalm spreekt van overwinning, maar hij weet ook van strijd! Het gaat ook over uitgeput zijn, over eenzamen en ellendigen… Juist voor zulke mensen is Hij God, zegt vers 6. De Heere is níet een God voor wie succes heeft, hij is ook niet in de eerste plaats een God die succes geeft; onze God is een reddende God, zo zegt het volgende vers. Dat is nog een stap dieper!

[andere vertaling: draagt Hij]
Verschillende vertalingen geven onze tekst anders weer, zei ik al. De vertaling die wij lazen, zegt “deze God draagt ons en redt ons” i.p.v. ‘hij overlaadt ons’. De vertalers die dat kozen hebben niet terug gekeken, naar het vorige vers over gaven, maar vooruit, naar wat erna komt. “Deze God is een reddende God. Bij God de Heer, si bevrijding uit de dood”. En als je dan gaat vertalen, dan kies je anders. “Hij laadt ons” ja, Hij laadt ons… op zijn eigen schouders! Hij dráágt ons, dag aan dag. Ik denk dat dit eigenlijk de betere vertaling is. Dag aan dag draagt Hij ons! Hij is niet iemand die alleen allerlei dingen gééft. Hij is Iemand die zelf mét ons is, die ons leven draagt. Dat is zoveel meer!
Misschien kan een voorbeeld het duidelijk maken. Er was eens een bekende hoogleraar in de theologie. Hij had een gigantische bibliotheek met grote, dikke, bruine boeken. Eens per jaar moesten al die boeken van de planken worden genomen om te worden schoongemaakt, en om alles te kunnen stoffen. De hoogleraar ging aan het werk, en zijn zoontje van tien hielp hem. Hij klom een trapje op en had een grote stapel boeken in zijn handen. Maar ineens begon hij te wankelen op het trapje, hij dreigde zijn evenwicht te verliezen. Hij dreigde te vallen! Zijn vader schoot te hulp. Maar hoe? Door al die boeken van hem af over te nemen? Nee, door zijn zoon snel met boeken en al in zijn armen te nemen.
Zo doet ook de Hemelse Vader. Hij neemt niet alle zorgen en moeite van ons af. Dat komt, later. Maar nu draagt hij ons, met alles wat ons drukt, in Zijn armen zodat we verder kunnen. Dag aan dag draagt Hij ons! Hij geeft ons veel goede gaven, dat is zeker, maar de diepste zin van deze psalm… Dag aan dag draagt Hij ons, met al onze lasten erbij. Onze God is een reddende God.

Redding, of zoals andere vertalingen zeggen ‘heil’ of ‘zaligheid’, dat is meer dan voorspoed of goede gaven. Daarom staat er ook niet ‘deze God gééft ons redding’, net als hij al die andere, aardse dingen geeft: gewas, arbeid, gezondheid. Nee, er staat ‘onze God ís een reddende God’. De grootste gave is Hijzelf. Als Hij bij je is, als Hij je draagt, als u in verbondenheid met Hem mag leven, dan hebt u de grootste gave!

[Jezus]
Dat woord ‘redding’ is niet zomaar een willekeurig woord. In het Hebreeuws staat er Jesjoea. Dat betekent ‘redding’ of ‘heil’, maar tegelijkertijd wijst het verder. Jesjoea, dat is is ook een mannennaam. Jesjoea, dat is de Joodse naam, de roepnaam van… Jezus. Dag aan dag draagt Hij ons, die God is onze… Jezus!
Wie draagt ons leven anders dan Jezus, de redder, de zaligmaker! Hij droeg ons leven, ons mensenbestaan. Wie weet beter dan Hij hoeveel moeite en zorg er kan zijn hier op aarde? Maar Hij weet ook dat dat maar symptomen zijn, gevolgen van iets veel diepers. Hij peilt hoe mensen van God vervreemd zijn, gevangen in onmacht en schuld. Hoe deze hele wereld een strijdtoneel is. De strijd tussen God en Diens vijanden, waar deze psalm over spreekt. Hij, Jezus, Jesjoea, weet het beste in hoeverre wij vaak aan de kant van die vijanden staan, of aan de kant van de ellendigen, de uitgeputten. Hij nam het allemaal op zich, de haat, de wanhoop, de schuld, de zwartste zonde… Híj werd overladen, daarmee! Hij heeft het alles meegevoerd, tot aan het kruis, tot in het graf. En dáár ligt het nu. Hij bracht de mensen tot God, hij is God bij de mensen. Met hem mag iedereen, mag u, mag ik een nieuw leven beginnen! Met Hem mag U een God hebben die uw redding is, uw zaligheid.

De psalm benadrukt het nog eens: “Bij God, de HEER is bevrijding uit de dood” Vele zegeningen waar we voor danken op deze dankdag zijn aards. Die kunnen niet mee het graf is. Ben je gezegend met rijkdom, gezondheid, goede oogst, goede baan… Uitkomst tegen de dood brengt het niet. En die komt, voor iedereen! Maar bij God, de HEER is zelfs bevrijding uit de dood. Jezus is de dood al doorgegaan! En ieder die op Hem vertrouwt zal er ook doorheen komen. God zal u niet alleen nú dragen, Hij zal u dóór de dood heen dragen. Als alles wegvalt, blijft Zijn hand onder je. Dàt is een vaste basis! Hij laat niet los de werken van Zijn handen. Als Hij je draagt, nu en straks: dàt is redding, dat is heil.

[Slot]
Is er dan niet volop reden om te danken op deze dankdag! Ja meer nog, om de Here te loven en te prijzen? ‘Danken’ dat is bedanken voor wat iemand geeft. Loven, eren, dat is waar onze tekst toe oproept. God zegenen om wat Hij geeft, maar nog veel meer om wie Hij is. Om wat hij geeft, zeker: Hij overlaadt ons dag aan dag. Is het niet zo? Maar nog veel meer om wie Hij is: deze God draagt en redt ons!
Geprezen zij de Heer, dag, na dag; onze God is een reddende God!

Amen