Tags

, , ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: student redt vrouw uit auto]
Vorige week raakte er in Delft een auto te water, misschien heb je er ook iets van gezien of gelezen. Het was daar toen koud en glad, net als hier. De auto raakte in een slip en kwam in de gracht terecht – ondersteboven. In de auto zat een vrouw die er niet zelf uit kon komen. Het lijkt mij zo’n beetje de ergste nachtmerrie die je kan overkomen – opgesloten op zijn kop terwijl het water stijgt… Maar toen kwam er een dappere student uit een studentenhuis. Uit zijn raam had hij het ongeluk zien gebeuren. Er lag nog wat ijs op de gracht, maar hij aarzelde niet, trok zijn shirt uit en sprong in het ijskoude water. Een filmpje ervan kun je op internet terugvinden. Snel zwom hij naar de auto toe en probeerde het portier open te maken. Stel je voor dat je in de auto zit, beter gezegd hangt, in zo’n benarde situatie, en dat je dan een redder ziet komen! Het lukte hem helaas niet om het portier open te krijgen, en intussen bleef het water naar binnen lopen. De student riep naar de kant ‘gooi een steen’ en dat gebeurde. Maar hij kreeg geen raampje ingeslagen. Iemand anders kwam al met een bijl naar buiten, maar die was te zwaar om naar het midden van de gracht te gooien. Toen werd er een hamer gebracht, en lukte het wel. De vrouw in de auto werd door het kapotte raampje naar buiten gehaald, en zij en de redder werden omhoog getrokken tot op de kade, waar nog sneeuw in de hoeken lag.
Ja, dan ben je echt een held, als je zo in de gracht springt om iemand te redden. Dan heb je wel een verhaal te vertellen! Maar stel je voor dat je die vrouw bent in die auto. Dan heb je ook een verhaal te vertellen. Over hoe je denkt dat je dood zult gaan, maar toch bevrijd wordt. Wat zal zij die student dankbaar zijn geweest. Het NOS-verslag vermeldde ze haar redder omhelsde. Ze kon verder leven, met haar man en drie kinderen. Wandelen in het land van de levenden, om met de psalm te spreken die we net lazen.

[de reddingservaring van de dichter]
Ja, want in de psalm die we lazen gaat het ook over redding. Psalm 116 is een psalm van dank na redding uit grote nood. Wat er precies aan de hand is, dat weten we niet, zoals we al vaker in het psalmen. Dit is geen NOS-verslag, maar een lied dat zingt over gered worden. Als we de psalm lezen, wordt wel duidelijk dat de dichter echt ernstig bedreigd werd. In vers 3 lezen we “banden van de dood omknelden mij, angsten van het dodenrijk grepen mij aan”. Zijn leven stond op het spel. Luister maar naar vers 8 “U hebt mijn leven ontrukt aan de dood”. Misschien werd hij door vijanden bedreigd, misschien was hij ernstig ziek – bedenk dat dokters in die tijd meestal weinig konden doen. Misschien was zijn auto wel in de gracht gekomen – bij wijze van spreken.
Hoe dan ook, de nood is groot. En in zijn nood roept de dichter om hulp – dat zouden wij allemaal doen. Met nadruk staat er dat hij roept tot de Héér – ik hoop dat wij dat ook doen in nood. “Heer, red toch mijn leven” – vers 4. En dan, vervolgens vertelt de psalm uitgebreid hoe de Heer inderdaad heeft gered. Hoe, dat weten we weer niet precies, misschien wel door een ander, een student met een steen. Hoe dan ook, de dichter is gered. De psalm gebruikt een hele reeks woorden om het wonder uit te drukken. Gered. Bevrijd. Verlost. Behoed. De boeien gebroken. En daarom schrijft de dichter dit lied. Om God te danken, te danken dat hij weer mag wandelen in het land van de leven. En hij dankt niet alleen, hij wil zijn liefde uiten. Daar begint het lied mee “ik heb lief, want de Heer hoort”. Zoals die vrouw in de auto haar redder omhelsde, zo, met eerbied gesproken is de dichter vol warme gevoelens voor God, zijn redder. Hij zingt ervan in de tempel, en brengt dankoffers.

[link naar nu]
Wat is het bijzonder wanneer een mens zo Gods hulp heeft mogen ervaren, zijn reddende hand in je leven. Dat gebeurt ook nu nog! misschien zijn er wel mensen in ons midden die dat ervaren hebben. Je kunt in grote problemen zitten, van wat voor soort dan ook. Financieel of qua gezondheid, met dreiging of met depressie, of met je auto te water… dat je met de psalm mee kunt voelen “Angsten van het dodenrijk grepen mij aan, ik voelde angst en pijn”. Maar dat je dan in dat alles Gods hulp mocht ervaren. Zijn redding. Dat je bad, en het kwam toch goed. Je werd geholpen. Er ging weer een toekomst open. Wat is het geweldig als je dat ervaren mag! Dan kun je je vast in deze psalm herkennen, wil je God danken en van hem houden en voor hem zingen.
Maar ja, dat is niet altijd en voor iedereen zo. Ik dacht in de voorbereidingen voor deze preek: wat als je dit zo niet herkent? Kun je dan ook nog iets meenemen uit deze psalm? Er zijn mensen, gelovige mensen, biddende mensen, die andere ervaringen hebben. Ook zij roepen tot de Heer in hun nood, maar het lijkt nog weinig uit te halen. Dan herken je je misschien eerder in andere psalmen, lees dan thuis psalm 44 maar eens.
Of, en ik denk dat dat nog vaker voorkomt: wat als je nu niet in een noodsituatie zit, en daarom natuurlijk ook geen acute hulp en redding ervaart? dat is mijn eigen persoonlijke situatie. Er zijn momenteel niet echt grote dingen die torenhoog boven mij uit dreigen. Het gaat allemaal best aardig. Ik denk dat dat voor veel meer mensen hier geldt. Geen grote nood, dus geen noodkreet, dus geen geweldige reddingservaring van de Heer. Dus… dan ook geen dank, en geen overstromende liefde? misschien kan het ons daar wel te goed voor gaan. Kunnen we dan toch psalm 116 met ons hart meezingen? De Heer vol warmte danken voor de redding die hij brengt?

[grotere redding]
Kijk, hier zijn we bij een kernding. Ik denk dat we dan juist des te meer nodig hebben om deze psalm te leren zingen! Want God is maar niet een redder in acute nood alleen – Hij is de redder uit zonde en dood. Als God alleen degene is die ons uit de ellende moet helpen van ons dagelijks bestaan, dan zullen we hem vaak niet nodig hebben, als er geen ellende ís. En gelukkig is er vaak geen nood – wij zijn zeer bevoorrechte mensen hier in Nederland. Of als er wel nood is en hij lost het niet op, dan raken we teleurgesteld.
En toch is God onze redder. En het is zó belangrijk dat we dat diep beseffen! Hij is de redder uit de diepste nood. De nood die we uit onszelf niet eens beseffen. Er is de nood van de zonde, waardoor we van God gescheiden zijn. De nood dat ons leven onvermijdelijk op weg is naar de dood. En dat ís nood, niet maar de loop van de natuur. Want wij mensen zijn bestemd voor eeuwig leven, we zijn niet maar dieren die ooit dood gaan. We zijn bestemd om te léven. Maar dat eeuwige leven lopen we mis, omdat we los geraakt zijn van God. Omdat we Hem niet kennen uit onszelf, niet wíllen kennen zelfs, en vooral aan onszelf denken. We doen van alles wat onze Schepper niet wil. We zijn op weg naar de dood, en daarna: geen eeuwig leven, maar duisternis als enige vooruitzicht. Dát is de diepste ellende, die er ook is als hier en nu alles gladjes loopt.
Maar nu het evangelie, de goede boodschap. Een boodschap van rédding! Want er ís redding uit deze nood. Redding die Jezus brengt. Dat is immers de kern van ons geloof. Dat Jezus onze schuld heeft gedragen. Dat Hij onze dood is gestorven. Zodat ieder die in hem gelooft, níet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Dat je gered wordt. Uit de macht van de zonde en de dood, bevrijd van Gods oordeel. Losgemaakt uit de boeien van betekenisloosheid. Dat je mag wandelen in het land van de lévenden. Dat je leeft, tot in eeuwigheid, met God als je Vader. Door Jezus, je redder. Hij die in het koude water van ons bestaan wilde springen. Hij, die nog veel verder ging dan in het beginvoorbeeld. Want Hij ging onder, zodat wij boven zouden komen. Hij stierf, om ons leven te geven. Om ons te verlossen. Het kostte Hem het kruis. En zó is Hij onze redder!

[toepassing en beeld]
Kunnen we op die manier niet allemaal psalm 116 zingen? Met het oog op onze diepste nood. Met het oog op Jezus, die redder is. Redder, veel dieper dan wij vaak denken nodig te hebben. Redder, uit de banden van zonde en dood. Ja, ik denk dat we júist liederen van redding moeten zingen in de kerk, om het nooit te vergeten. Jezus is niet maar je vriend of je hulp-in-nood, maar je Redder met een hoofdletter. We zijn als gemeente gered door Hem. Gered, voor altijd. Dan is er ook voor ons méér dan genoeg reden om Hem te danken, net als de psalmdichter. Dan is er alle reden om Hem lief te hebben, omdat Hij ons redde!
Het beginbeeld, van die auto te water, klopt hier niet helemaal. Gods grote reddingsplan was al volop bezig, voor wij ook maar geboren waren. Het gaat niet om ‘acute’ redding, maar wel om ‘absolute’ redding, bevrijding, verlossing, hoe je het ook maar wilt uitdrukken. Welk beeld past dan beter? Ik moest denken aan de bevrijding aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Wij zijn vrij, aan dat er toen bevrijders kwamen. Zo mogen wij vrij zijn omdat eens Jezus kwam. Maar aan de andere kant, dan is het alleen maar een kwestie van vroeger, van een geschiedenisweetje. Dat is het ook niet. Misschien moeten we eerder een beeld maken van een kind, dat zomaar de drukke straat op loopt, maar haar ouders plukken het snel van de rijbaan. Pas later beseft dat meisje hoe het daar haar leven aan te danken heeft. Dan is ze dankbaar en houdt ze des te meer van haar ouders. Zo’n beeld past al beter, zeker wanneer je als kind gedoopt bent. God heeft ons van de rijbaan geplukt, nog voor we daar om vroegen. Jezus verzekert je dat hij je redder wil zijn, al voor je het zelf besefte.
Toch is ook dit beeld niet volledig. De dichter riep tot de Heer om hulp. Wij mogen ook tot God roepen; ons aan God toevertrouwen. Geloven. Gered zijn is geen automatisme! Het is een wonder van genade, én een zaak van geloof. Om nog een laatste beeld te gebruiken: de Heer steekt zijn hand uit om uit het water te trekken, maar dan moeten we die hand wel aanpakken, en niet negeren of wegslaan.

[link met het Heilig Avondmaal]
Maar hoe dan ook… laten wij als gemeente nooit vergeten: We zijn geredde mensen. Gered door Jezus’ dood en opstanding. En daarom is het zo goed en belangrijk dat we regelmatig het Heilig Avondmaal vieren. Dat deden we ook vandaag. En daar worden we met onze neus op de feiten gedrukt, op de kern van de zaak. Dat de Heer werd gebroken als brood, dat zijn bloed werd uitgegoten als wijn. En waarom? Om ons te redden. Dat hij stierf om ons leven te geven. Het is alleen daarom dat wij bij de Heer aan tafel kunnen zitten, nu al, en straks in zijn Koninkrijk. Omdat Jezus de redder is, die zelfs zijn leven voor ons over had. Daar mogen en moeten we van leven, bij waar het Avondmaal ons op wijst. Verder kunnen we niet komen, moeten we ook vooral niet komen. Dit is meer dan genoeg.
Dit helpt je om verder te kijken dan je probleem van vandaag, of om rustig door te leven zonder God als je geen acute problemen hebt. We zijn gered! Uit veel grotere nood dan wij meestal helder hebben. Gered, om te leven onder het oog van de Heer. Het is niet voor niets dat psalm 116 traditioneel aan het heilig avondmaal wordt verbonden. “ik zal de beker van bevrijding heffen”. We mochten vieren bij brood en beker dat we bevrijd zijn door Jezus. Bevrijd uit de boeien van zonde en dood. Om te leven met Hem voor altijd.

[slot: onze reactie]
Ja, en wat moet ik dan tenslotte nog zeggen? Dan mag onze reactie toch dezelfde zijn als bij de psalmdichter, en bij iedereen die gered is uit gevaar!? Dan ben je dankbaar en uit je dat tegen degene die je redde – dan dank en aanbid je de Heer. Misschien gaat dat meestal het beste met een lied, denk ik. Dan vertel je ervan aan anderen, hoe je gered bent en hoe geweldig dat is. En bovenal, dan heb je de Heer lief. Omdat Hij je stem hoort als je roept, zegt de psalm. Maar het is nog veel sterker. Dan heb je de Heer lief, omdat Hij je redding al regelde lang vóór je Hem riep. Zijn liefde was eerst. Zijn liefde liet Jezus de weg van redding gaan, wat het ook kosten mocht. Zijn liefde roept onze wederliefde op. Als je maar blijft beseffen dat je gered mag zijn. Gered door de Redder, Jezus. Daar werden we vandaag weer bijzonder op gewezen aan zijn tafel. Houd het elke dag vast! Bid en dank niet alleen voor de dagelijkse dingen. Dank maar elke dag dat Hij je Redder wilde zijn, en dat jij een gered mens bent. Het zal je laten leven in dankbare liefde. Zo goed is Hij – voor ons!
Amen