Uit de Bijbel is gelezen: Handelingen 17:15-33 en Romeinen 2:6-16
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
Langs de snelweg stond een paal met daarop zo’n heel groot reclamebord. Op dat billboard stond een opmerkelijke boodschap. Twee woorden slechts: “Jezus redt!”.
Ze vulden het hele bord. Blijkbaar had iemand er flink geld in gestoken om dit onder de aandacht te brengen van de duizenden auto’s die daar dagelijks langsreden. Die iemand wilde de kern van het christelijk geloof overbrengen, dat was duidelijk. Maar of dat altijd werkte? Er reden twee jonge mensen voorbij zonder enige geloofsachtergrond. En degene achter het stuur zei tegen de andere: ‘Jezus redt’ – waarvan dan? En ze reden schouderophalend verder. Was de tekst op het billboard misschien een beetje te kort en kernachtig?
Ander voorbeeld. Achterop een Amerikaanse auto zat zo’n typisch Amerikaanse bumpersticker ‘Jezus is the answer!’ – Jezus is het antwoord! Maar iemand had er met een stift achter gekladderd ‘and the question was…?’ in het Nederlands: ‘en wat was de vraag?’ Goed punt! Wat zou jij eigenlijk antwoorden? Waarop is Jezus het antwoord? Waarvan redt hij?
[verband met vorige]
Ik wil de komende tijd een aantal preken houden over ‘basiszaken van het geloof’. Wat we horen hier in de kerk veel goede dingen, allemaal losse stukjes zou je kunnen zeggen. Maar het is belangrijk dat we af en toe ook eens wat uitzoomen, en proberen het grote plaatje te zien, waarvan alle puzzelstukjes deel uitmaken. Dat gaan we dus de komende tijd doen, stilstaan bij basiszaken van het geloof.
Ik wil als basis daarbij onder andere toespraken uit het Bijbelboek Handelingen gebruiken. Daar wordt immers de goede boodschap aan mensen gebracht die nog van niets weten. Dus dan mag je hopen dat het over de basis gaat! Een eerdere keer hebben we daar al iets van gezien. We stonden toen stil bij wat Paulus zei in de stad Lystre – Handelingen 14. Paulus vertelde toen over God die de gever is van al het goede. We danken ons leven aan hem, en de wereld waar we op wonen, en daar mogen we dankbaar van genieten. Een eerste basisding: God is de schepper en onderhouden van ons leven. In de toespraak die we net lazen uit Handelingen 17 horen we het terug. Paulus heeft het in vers 25 over God “die aan iedereen leven en adem en al het andere schenkt”.
Maar… in deze toespraak gaat Paulus een stap verder. God gééft niet alleen van alles, hij wíl ook dingen van ons! Tegen het einde van zijn toespraak zegt Paulus “Hij – God – roept nu overal alle mensen op om tot inkeer te komen, want Hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop Hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen”. Dat hoorden we ook terug in de Romeinenbrief. Daar schrijft Paulus “God beloont ieder mens naar zijn daden” en “God zal door Jezus Christus oordelen over wat er in de mens verborgen is”. God geeft niet alleen, hij wil ook wat van ons. Hij is niet alleen de schepper, hij beoordeelt ook.
Kijk, ook dat is een basisding van het geloof. Maar wel een lastiger ding. Veel mensen zeggen ‘er zal wel wat zijn’ – God als oorzaak van alles. Maar het wordt veel lastiger, veel minder vrijblijvend, als je dan vervolgens afvraagt ‘en als er een God is, wat wil hij dan van mij? En doe ik het dan goed?’ Nee, daar hebben mensen meestal geen zin in. Ik ook niet hoor, uit mezelf!
[de reden voor Gods eis]
Iemand zei eens: “volgens mij is God iemand daarboven, die naar beneden zit te kijken en die precies in de gaten houdt wat wij allemaal fout doen”. Nou, dat is wat je noemt een negatief beeld van God! Maar het is wel waar dat God er iets van vindt wat wij doen. God is de bewaker van goed en kwaad, en hij wil dat wij het goede doen. Dat jij het goede doet!
De almachtige God wil dat niet om ons het leven moeilijk te maken of zo. Hij is heilig, Hij heeft ons gemaakt, en daarom verdient Hij het ook dat wij leven zoals Hij het wil. Die eer is hij waard! Paulus zegt het in zijn toespraak: je onteert God door van hem een afgodsbeeld te maken – Athene stond er vol van! Je eert daarentegen God als je probeert Hem te leren kennen, en te leven zoals Hij wil. Dáárvoor zijn wij op aarde gezet, voor niets minder en voor niets anders. God verdient dat wij het goede zoeken. En trouwens, dat is ook gewoon beter voor ons allemaal. Dat houdt de wereld leefbaar. Het is wel zo prettig als wij mensen onderling eerlijk zijn, niet moorden of vreemd gaan of stelen, en elkaar behandelen als mensen met waarde. God wil wat van ons, maar alleen wat goed voor ons is! Wees blij dat er een hoogste rechter en wetgever is! Want zonder zijn wetten wordt het een chaos op aarde.
[ieder kent de morele wet in geweten]
Ja maar, denkt iemand misschien, wat zijn Gods wetten dan? Waar vind je die? Hoe kun je die kennen? Paulus noemt in Romeinen 2 hoe de Joodse mensen Gods wet hebben, de Thora. Daar staat in wat God wil, denk aan de tien geboden. Wij als christenen hebben de hele Bijbel inclusief nieuwe testament. Maar wat als je de Bijbel niet kent? Paulus in zijn toespraak in Athene heeft het tegen heidense mensen van toen die van Bijbel of Thora geen idee hadden. Hoe kan hij dan zeggen dat God hem zal beoordelen?
in de tijd van Paulus regeerde enkele jaren de gestoorde keizer Caligula. Hij liet soms regels afkondigen die hij alleen liet aanplakken ergens in een verre uithoek van het paleis. En vervolgens had hij er veel lol in om hovelingen te straffen die de nieuwe regel overtraden. Maar of dat eerlijk is? Of denk aan de basisregel dat ‘elke Nederlander wordt geacht de wet te kennen’ terwijl er zoveel wetten zijn dat dat eigenlijk niet reeël is. Werkt het bij God soms ook zo?
Nee, zeker niet! Gods wet, wat onze Maker wil, is voor niemand onbekend. Want ieder mens heeft een ingeschapen besef van goed en kwaad. Een geweten – ik zei er net iets van tegen de kinderen. Wereldwijd zijn mensen het eens met dat bepaalde dingen goed zijn en andere fout: stelen en liegen, moorden en schelden zijn verkeerd, elkaar helpen en geduld hebben is goed – ik noem maar wat. Natuurlijk zijn er kleine verschillen, je geweten wordt mede gevormd door je omgeving en opvoeding. Maar toch: ieder mens heeft besef van goed en fout – echt wel! Paulus schrijft het in Romeinen 2:15 en 16 ‘dat wat de wet eist, in hun hart geschreven staat, omdat ze zichzelf met hun gedachten beschuldigen of vrijspreken’. En nu is het punt vanmorgen: God wil dat we ons aan die inwendige wet houden. Daar heeft Hij recht op, en dat is goed voor ons allen. En… Hij kan, en Hij zal ieder mens daar op beoordelen. Dat is een basiszaak van het geloof.
[besef van Gods eis geeft ernst aan t leven]
Ja, God die ons het leven geeft en zoveel goed, wíl ook wat van ons. Het is belangrijk dat te weten. Dat bepaalt mede hoe je in het leven staat. Het geeft het leven een zekere ernst. Je kunt zomaar wat rondtoeren in je auto, maar als je rondrijdt voor het rijexamen, om te slagen voor je rijbewijs, dan is het heel wat anders. Zo is het in het leven ook! Je kunt maar niet ‘free-wheelen’ – je zult worden beoordeeld. Als je dat echt beseft, zul je niet zomaar een eind weg leven. Nee, je zult zoeken: doe ik het goed?
Dat is een heel andere houding dan veel mensen hebben. Misschien jij ook wel. Je wilt genieten, volgen wat goed voelt en fijn, zonder dat je je druk zou moeten maken om de vraag of het goed ís. Maar mens-zijn is méér: niet alleen prettig leven, góed leven!
De Deense filosoof Kierkegaard zegt dat een mens op verschillende niveaus kan leven. Het eerste niveau is het esthetische. Dat wil zeggen dat je gaat voor genieten, voor wat fijn voelt en zo. Leven van weekend naar weekend, of van vakantie naar vakantie. Zo’n houding is denk ik sterk in onze maatschappij. Misschien herken jij jezelf er ook wel in!
Maar, zo zegt Kierkegaard, een mens kan ook een niveau stijgen [gebaar]. Dat is wanneer je beseft dat het er niet om gaat dat je een fijn leven hebt, maar een goed leven. Dan stijg je, zoals hij het noemt, van het esthetische naar het ethische. Dan wordt je leven ernstiger van, en misschien wel lastiger. Maar toch kom je zo dichterbij je bestemming als mens. Want wij zijn mensen met Gods wet van binnen. Mensen die beoordeeld zullen worden. Alle religies op aarde hebben daar wel enig idee van, van beloning en straf. En dat dat afhangt van hoe je leeft.
[geweten geeft onzekerheid]
Echter… het christelijk geloof is niet een van die versies van het idee van dat je toch netjes moet leven. Dat is wat beschaafde heidenen in Paulus tijd ook al vonden, de filosofen met wie hij in gesprek was. Ja, netjes leven is beter dan een eind weg leven. Maar… Het is niet genoeg. Want weet je wat het is? Als je echt probeert om als een goed mens te leven, je geweten te volgen, dan zul je merken dat dat niet altijd lukt. Een geweten is een lastig ding hoor! Wanneer begint het te spreken? Als je wat fout doet! Ja, soms heb je ook een goed gevoel als je wat goeds deed, iemand helpen of zo. Maar meestal zegt je geweten dat je fout zit, dat je iets niet had moeten doen. Paulus noemt ook als eerste dat je geweten je beschuldigt, en daarna pas voegt hij toe “of ook vrijpleit”.
Ten diepste kan niemand een helemaal zuiver geweten hebben. Niemand kan vol overtuiging zeggen dat hij of zij altijd goed doet. Ik merk dat wel in pastorale gesprekken, dat mensen zeggen “nou, ik hoop maar dat ik het altijd goed gedaan heb” – maar toch wel met het gevoel: nooit 100%.
Als je op het ethische niveau blijft hangen, kom je niet verder dan dit. Ieder mens moet zijn best doen om goed te leven. En God is dan op een afstand. De wetgever, de rechter die alles beoordeelt. Zie in gedachten eens een rechter voor je, met een toga. De toga maakt een rechter bewust wat onpersoonlijk. Het is niet mevrouw Pieterse die je veroordeelt, maar zij als de vertegenwoordiger van wet en recht. Dat is trouwens ook de reden dat ik als predikant een toga draag: om te laten zien dat ik hier niet mijn eigen verhaaltje houd, maar dat ik Gods boodschap breng. Maar wat ik wil zeggen: als je niet verder komt dan: ‘je moet goed leven’, en ‘er is een hoogste rechter’ – dan is God op afstand, onpersoonlijk. En je blijft altijd onzeker over hoe de beoordeling zal uitvallen. Hoe zie jij God eigenlijk?
Kierkegaard, de filosoof die ik al noemde, zegt dat dat er nog een hoger niveau is waar een mens moet komen. Niet een eind weg leven [gebaar], niet ernstig proberen goed te leven[gebaar], maar nog hoger.
[evangelie: rechter is redder]
Daar wil ik mee afsluiten. Niet met dat je moet proberen goed te leven. Nee, want ik mag, ook vanmorgen, het evangelie brengen. God geeft ons het leven – basiszaak. God wil wat van ons, namelijk dat je goed leeft – basiszaak. Maar het evangelie is meer. God is niet een onpersoonlijke rechter. Want dat vind ik zo opvallend in allebei de Bijbelgedeeltes die we lazen. Wie beoordeelt de mensen? Wat staat er? Niet God in het algemeen. Hij oordeelt door Jezus!
Maar van Jezus mogen we méér weten. Dat wat dat billboard uit het begin van mijn preek zegt. Jezus redt! dat is het geweldige van het christelijke geloof. De rechter is niet onpersoonlijk, de rechter is de redder. Want dat is Jezus. Hij redt, hij redt ieder die het bij Hem zoekt. En waarvan dan? Nou, van de veroordeling door Gods wet. De veroordeling door ons geweten, en wat in de Bijbel is geopenbaard. Jezus, Hij heeft zich als enige helemaal gehouden aan Gods wet, Hij heeft compleet gedaan wat God wil. En toch heeft hij ook Hij de veroordeling gedragen toen hij onderging in de dood – de veroordeling die niet Híj, maar die wíj verdienen. Want ik, en jij, en u, wij falen, wij zakken voor het examen. Maar Jezus slaagde! Wij verdienen veroordeling. Maar Jezus, die slaagde, liet zich veroordelen. Zo is Hij de redder – voor ieder die het bij Hem zoekt! Ook voor u en voor jou en voor mij.
Jezus de redder – nog zo’n basisding van het geloof, in een latere preek meer daarover. En deze Redder is nu de rechter. Dat is héél wat anders dan een onbewogen wetgever die ieder langs het meetlint legt. Geen man met een toga, maar een Man die met ons is bewogen! Ieder die vrijspraak zoekt bij Hem, zal Hij die geven. Hij geeft ons zo zekere toegang tot God als verzoende Vader.
Kijk, wie daarop bouwt, die is ver uitgestegen boven het ethische, boven ‘je moet goed leven’. Die leeft in de vrijheid van het evangelie! En wonderlijk, juist zo ben je vrij om werkelijk Gods wil te doen.
[slotoproep]
De basiszaak voor vandaag: God wil wat van ons – een goed, een rechtvaardig leven. Je kunt maar niet zomaar wat doen. Leeft dat besef ook in je? En dat is inderdaad best ernstig. God wil wat van ons, van jou ook.
Maar bovenal wil Hij van ons dat we geloven in Jezus. Dat we het zoeken bij Hem. Van Hem leer je pas echt hoe diep Gods wet gaat – dat het gaat om liefde in plaats van netjes leven, en dat je die hoogte écht nooit haalt. Maar bij Jezus leer je bovenal Góds liefde en goedheid kennen. Het oordeel is ten diepste al gedragen. De Rechter is de Redder, voor al wie op Hem vertrouwt!
Amen!
Daar gaan we van zingen: OTH 222 ‘…want mijn rechter is mijn redder’