Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: blijft het aanmodderen?]
Van de week waren er weer een paar van die dingen in het nieuws, waar je van denkt: het blijft maar aanrommelen, het blijft maar aanmodderen. Verandert er nu nooit iets?
Ik denk aan het nieuwste rapport over de toeslagenaffaire, deze week uitgekomen. Een nieuw rapport, heel kritisch op de afhandeling van dit schandaal. Opnieuw komen mensen in de knel van het ambtelijke systeem, zo is de conclusie. Maar het is niet het eerste rapport… Eerder al was er dat rapport met de alleszeggende titel “ongekend onrecht”. De overheid had mensen grof onrecht aangedaan, ten onrechte als fraudeur aangemerkt; en dat moest allemaal heel anders. Dit nieuwe rapport geeft echter aan dat de afhandeling van de toeslagenaffaire vrijwel zeker nog jaren zal blijven aanslepen… ‘Komt er dan nooit eens een doorbraak?’ denk je dan.
Van de week ook in het nieuws: rechterlijke uitspraak over de stikstofuitstoot. Opnieuw verliest de Nederlandse staat van een milieu-organisatie. Maar waren zulke rechtszaken er al niet eerder geweest? Had dat dan niet iets in beweging gezet, geleid tot actie of tot nieuwe wetten? Nou… nee dus. Het bleef bij pappen en nathouden en uitstellen. Voortmodderen van rechtszaak naar rechtszaak. In het voorjaar zullen er weer nieuwe rechtszaken worden aangespannen, zo is al aangekondigd, en ook daar zal de uitkomst wel weer vergelijkbaar. Maar verandert er ook iets? Of blijft ons land maar aanmodderen, tot schade van boeren en natuur en vertrouwen in de overheid?
Zo zou ik meer voorbeelden kunnen noemen dat er wordt aangemodderd. In het groot, in het klein, dat je denkt: dat schiet niet op! in vastgeroeste relaties, in kwijnende bedrijfjes; in je eigen leven misschien wel. Wie doorbréékt het eens? Houdt u dit gevoel even vast, want dáár gaat de preek van vanavond over!
[net zoals? nee, veel méér]
Vanmorgen hoorden we over Hebreeën 9. Hoe het offer van Jezus leven vergeleken wordt met de Grote Verzoendag van de Joden. Als u toen ook in de kerk was, dan hebt u over de overeenkomsten gehoord. Over verzoening, over de rol van een offer, van bloed… Best ingewikkeld, en tegelijkertijd mooi. Toen Jezus zijn leven gaf, was het dé grote Verzoendag in de wereldgeschiedenis. Daar mogen wij uit leven. Dat is ook wat we gedachten en vierden aan het Heilig Avondmaal.
Vanavond staan we stil bij het vervolg van vanmorgen, Hebreeën 10. Daar wordt dezelfde vergelijking nog verder doorgetrokken, tussen Jezus’ dood en de Grote Verzoendag. De vergelijking wordt doorgetrokken. Maar nu juist op de andere manier! Nu gaat het over de verschíllen tussen wat Jezus deed, en wat er op de Grote Verzoendag gebeurde. Want wat Jezus deed door zijn dood, is anders en groter dan wat de Grote Verzoendag doet! In 9:14 staan kernwoorden: “hoeveel te meer”. “Als het bloed van bokken en stieren – de offerdieren uit het oude testament – al reiniging brachten, hoeveel te meer zal het bloed van Christus ons niet reinigen en heiligen?!” Er staat niet ‘net zoals’, nee, er staat ‘hoeveel te meer’. En in hoofdstuk 10 wordt dat helemaal uitgewerkt. Het grote verschil tussen de tijd voor en na Jezus. Dat wat er niet gelijk is, maar meer en groter. En daar wil ik vanavond op focussen. Want wij mogen in Jezus nog veel meer gezegend zijn dan mensen vroeger op Grote Verzoendag vroeger!
[de OT situatie]
Op Grote Verzoendag vroeger, wat gebeurde er toen? Het is vanmorgen al verteld, maar ik zal het herhalen. De hogepriester slachtte een offerdier. Met bloed van dat dier ging hij naar de allerheiligste ruimte achterin de tempel. Daar sprenkelde hij wat van het offerbloed op de heilige verbondskist, de plek van Gods speciale aanwezigheid. Door dat bloed-sprenkelen, door dat ritueel, zorgde hij voor verzoening. Alles wat tussen God en zijn volk in stond, werd erdoor weggewist. Alle zonden van het afgelopen jaar werden zo vergeven. Er was weer een nieuw begin, een schone lei zeg maar, voor heel het volk Israël. Tegenwoordig is er geen tempel meer in Jeruzalem, maar de Grote Verzoendag is nog altijd een heel belangrijke dag in Israël. Een dag van inkeer, van denken aan je fouten, en van vragen om vergeving aan God en aan mensen.
De schrijver van ons Bijbelgedeelte is echter nogal kritisch op die Grote Verzoendag. Elk jaar was er wéér Grote Verzoendag, en dat was nodig ook. Immers, de Mensen bleven verkeerde dingen doen. Ze werden niet anders dan eerder. Elk jaar opnieuw, zoals dus nog steeds in Israël: je fouten inzien, overdenken, belijden, bidden om vergeving. Elk jaar weer: offer, bloedsprenkeling, nieuw begin. Maar 365 dagen later kon het nogmaals. En zo de eeuwen door. Dus de schrijver van de Hebreeënbrief vraagt zich af: werkt het eigenlijk wel, heel die Grote Verzoendag? Blijf je niet aanmodderen, niet in een cirkeltje ronddraaien?
Misschien doet het wel denken aan iets hier in de kerk. Elke week wordt er schuld beleden, en elke week genade verkondigd. Of in je eigen leven: telkens bid je om vergeving voor bepaalde fouten, en telkens moet je dat herhalen, want je valt toch weer in het oude patroon. Is dat ook niet in een kringetje ronddraaien? Aanmodderen? Is dat het nu?
[Wat ontbreekt: de vernieuwing]
De Hebreeënschrijver ziet dat gebeuren bij Grote Verzoendag. Als het echt werkte, zegt hij in vers 2, dan waren ze er allang mee gestopt omdat het zondeprobleem opgelost was. Maar dat is het blijkbaar niet!
Hoe zit dat? Was de Grote Verzoendag, door God zelf ingesteld notabene, een niet-werkend ritueel? Of jouw vraag om vergeving? Ja en nee. Het is niet zo dat het niet werkte. Op Grote Verzoendag kwám er verzoening, mocht Israël weer opnieuw beginnen met een schone lei. Net als wanneer jij God vraagt een fout te vergeven. Dat dóet wat, echt! Om Jezus’ wil. Echter, vergeving, verzoening, het is maar een beperkt iets. Het doet namelijk de gevolgen van de zonde weg. Het voorkomt straf, het herstelt de verbroken verbinding met de hemel. Het doet zeker wat. Het neemt de gevolgen van de zonde weg. Echter, zo is nog niet de zonde zelf weg. En dan bedoel ik: de zondigheid. De bron in je, waardoor je verkeerde dingen doet. Dan gaat het niet om de chagrijnige opmerkingen uit je mond, maar om het chagrijn dat in je hart zit. Je kunt spijt hebben van zo’n chagrijnige opmerking, vergeving vragen aan God (en natuurlijk ook aan degene tegen wie je chagrijnig doet!), en dan is die opmerking opgelost. Echter, het feit dat er chagrijn in je hart zit is daarmee niet opgelost. En een andere keer komt dat er weer uit – al kun je je leren beheersen.
Vergeving is mooi, en vergeving ís er, ook voor jou en mij! Maar het is niet genoeg. Het is als dweilen met de kraan open, heel letterlijk. Je kunt de plassen wegvegen, maar als de kraan niet dichtgaat, moet je telkens weer die vloer droogdweilen! Of het is als wanneer je ziek bent. Pijnstillers zijn geweldig, ze nemen de pijn weg. Maar uiteindelijk heb je iets anders nodig, iets dat de brón van de pijn wegneemt. En zo is het bij ons ook. We hebben niet alleen telkens vergeving nodig, maar iets groters! Wat de Bijbel noemt een ‘nieuw hart’. De profeet Jeremia sprak er al van. Alleen zo kom je ooit uit het kringetje van steeds dezelfde fouten – ook al worden die steeds weer genadig vergeven als we dat vragen, en hoe mooi dat op zich ook is. Er is méér nodig!
[Jezus geeft vergeving én vernieuwing]
Kijk, en dan komen we bij Jezus. “Hoeveel te meer…” weet u nog? Wat Jezus geeft door het offer van zijn leven, is méér. Juist dat ‘meer’ wat nodig is om niet eindeloos aan te rommelen op aarde!
Jezus’ offer doet méér dan het offer van de Verzoendag. Wat dan? Allereerst is het eenmalig, niet jaarlijks herhaald. ‘Voor eens en altijd’, zegt vers tien. Dat laat al zien hoeveel meer kracht het heeft. En dan is er het grootste verschil. Jezus’ offer voor ons, het brengt vergeving, maar dat niet alleen. Het brengt ook vernieuwing. Niet alleen vergeving, ook vernieuwing! Geheiligd, zegt vers 10, door zijn offer. Gods wet in je hart gelegd. Je wordt een ander mens! Met Grote Verzoendag bleven de mensen hetzelfde. Maar Jezus verandert zijn mensen van binnen. Dit moeten we nooit vergeten! In ons soort kerken hebben we wel eens de neiging om het geloof te versimpelen tot “Jezus is voor onze zonden gestorven”. En ja, dat is waar. Maar hoe dan verder? Steeds maar op en neer? Verging, verkeerd doen, vergeving, verkeerd doen… Ja, er zit iets van in. Maar er is méér. Jezus, onze Heer, geeft vergeving én vernieuwing. Met Hem mag je meer en meer een nieuw leven krijgen. Een leven dat niet maar aanmoddert, maar vruchten draagt, licht verspreidt, vrij is en blij! Ook dát geeft de Heer in zijn genade.
Dank denk ik aan het Heilig Avondmaal, dat we vandaag vierden. Dat is niet alleen ‘denken aan Jezus’ offer eens, dat voor vergeving zorgt’. Dat is het óók wel, daar begint het zelfs. Maar het Avondmaal is ook: dat het nieuwe leven in het gevoed wordt en versterkt, dat je kracht krijgt om op Jezus’ weg te gaan, zijn nieuwe leven te leven. Die kracht reikt Hij aan in brood en wijn: de kracht van zijn offer, dat niet alleen vergeving maar ook vernieuwing geeft!
Een leven met Jezus is niet een eindeloos aanmodderen als het goed is. Ja, we zullen vaak genoeg vallen, vergeving moeten vragen. Maar het leven met de Heer is ook zijn Geest je laten veranderen, je laten leiden. Dingen achter je laten, andere aanleren. Vernieuwd worden dankzij zijn offer! “Voorgoed tot volmaaktheid gebracht” zegt vers 14 zelfs. Jezus geeft meer dan vergeving alleen, ook vernieuwing!
[pastorale bezwaren]
Ben jij al een beetje een nieuw mens? En dan hoor ik in gedachten al mensen bezwaar maken. Iemand zegt “ik ben helaas zo vernieuwd niet, en helemaal niet volmaakt, wat vers 14 ook mag beweren!” Nee, ‘volmaakt’ kan erg verwarrend klinken, zo van ‘perfect’, ‘foutloos’. Maar het Griekse grondwoord betekent dan ook ‘tot je doel komen’. Dat laat Jezus gebeuren, als je je aan Hem overgeeft. Dan kom je tot je doel. Dat doel is niet ‘nooit een misstap maken’. Dat doel is: met en voor God leven. Hem toegewijd zijn, een mens van Hem. Of je nu op school zit of werkt of evangeliseert, je zoekt te doen wat de Heer van je vraagt. Je gaat naar de genadetroon om hulp en leiding. Zó is een leven dat bij Jezus hoort! Niet volmaakt als een koud marmeren standbeeld, maar levend en groeiend als lid van zijn lichaam.
Maar iemand denkt “dit klinkt mij veel te mooi. Zo werkt het bij mij niet. Ik loop telkens tegen dezelfde dingen aan. Ik word niet heiliger of beter of anders volgens mij. Mijn leven is wel een soort doormodderen. Hoor ik dan wel echt bij de Heer?” Ja, je kunt daarmee worstelen! Laat ik dan eerst dit zeggen: je hoort bij Jezus als je je vertrouwen op Hem zet, niet als je een goed genoeg mens bent. Dat laatste is nu juist iets dat Hij wil geven! Als je het zelf probeert, anders en beter te worden, is dat een moedeloos makende zaak. Geef het maar op, en vraag de Heer om het in je te doen! Want waar Hij werkt met zijn Geest, mag je meer en meer worden wat je allang bent in Hem: een nieuw mens, een mens van God. Zoek het niet in je eigen kracht, maar in zijn kracht. Dáár moet je zijn! Vergeving én vernieuwing, Jezus geeft het allebei.
[ga er in staan!]
Wat mogen we meenemen vanavond? Dit: dat Jezus méér geeft. Ja, dat Hij alles geeft. Niet alleen vergeving voor onze verkeerde dingen. Ja, dat ook! Maar Hij geeft ook een ander leven, dat in je groeien mag. Een leven met Hem, en voor Hem. Vernieuwing!
Dat mag je geloven. Daar mag je voor danken. Daar mag je uit leven,gesterkt door brood en wijn! ! En als je merkt dat je oude leven, zonder Hem, weer de overhand dreigt te nemen, dat je zit aan te modderen – en dat gebeurt, geloof gaat soms op en neer – vraag Hem dan om vernieuwing. Bid erom, en dánk er ook om. Zeg het maar “Heer, dank u dat U mij een nieuw mens maakt! U kunt wat ik niet kan, haal mij uit het kringetje waar ik in ronddraai!” Vraag de Heer maar, je te maken tot wat je bent in Hem. Ga er in staan. Ja! Ga er in staan: ik ben een vergeven mens, en ik ben een nieuw mens. Alleen om Jezus’ wil. Eens en voor al heeft Hij de bakens verzet. Zijn offer volmaakt mij, en anders niet! En eens, als Hij komt, zal al het gemodder volmaakt voorbij zijn.
Amen
