Tags
Gemeente van Jezus Christus,
I: aanbidding
[intro: Jezus in contrast met andere martelaars]
We hoorden uit de Bijbel over Jezus lijden aan het kruis. Er zijn meer mensen die onschuldig ter dood zijn gebracht, die zijn gepijnigd daarbij. De geschiedenisboeken zijn er vol van, en helaas op sommige plaatsen de gevangenissen nog altijd. Ook in zijn lijden is Jezus mens onder de mensen. En toch is Jezus’ lijden anders, uniek. Het gedeelte uit het evangelie dat wij horen, toont daar iets van.
Mensen, wreed ter dood gebracht door machthebbers, welke houdingen hadden of hebben zij? En hoe zou jij je houden, of ik? Sommige smeken om hun leven, meelijwekkende hoopjes mens. Anderen gaan schelden en dreigen tegen hun beulen. Geen stof voor heldhaftige verhalen is dat. Maar er wordt ook verteld van helden die hun lijden dapper doorstonden. Die stoïcijns zwegen onder de ergste mishandeling. Of nog een andere houding: je leest in Griekse tragedies over mensen die onschuldig worden omgebracht, en al stervend de wraak van de goden afroepen over de tirannen, die dan ook komt. In de boeken van de Makkabeeën lees je over Joodse martelaars die hun vervolgers waarschuwen voor Gods oordeel over hun goddeloze daden. Van rabbi Akiva, die werd doodgemarteld door de Romeinen, lezen we dat hij stierf met het ‘Sjema’ (de Joodse geloofsbelijdenis) op zijn lippen. Zoals dat Sjema naar het schijnt ook klonk in de gaskamers tijdens de tweede wereldoorlog…
Welke houding heeft de Heer in zijn laatste uren? Bij Hem horen we nog iets anders. Hij bidt voor degenen die hebben de dood aandoen. “Vader vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen”. Hij dreigt niet, hij zwijgt niet, Hij bidt. En niet eens om hulp voor zichzelf, maar hij bidt voor wie hem kruisigen. Hij denkt aan hén! Laat dat eens tot je doordringen. U hebt misschien het verhaal over Jezus’ kruisiging al 100 keer gehoord, maar zó’n houding te midden van marteling; zo’n bewogenheid voor beulen, dat is nooit, in geen enkel ander oud verslag terug te vinden van mensen die onschuldig ter dood worden gebracht.
[ongelooflijk gezien de omstandigheden]
“Vader, vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen”. Dat bidt Jezus. Bij die woorden willen we stilstaan. En stil worden. Want ik wil eerst echt bij u en jou laten doordringen wat hier gebeurt. We gaan in gedachten naar Golgotha. En daar wordt juist de Heer gekruisigd. Bedenk wat daar gebeurt, in al zijn gruwelijkheid. Jezus wordt neergegooid op een houten balk. Zijn armen worden uitgespreid en door een soldaat ruw tegen die balk geklemd. Een andere soldaat pakt een grote hamer en een ijzeren spijker. En dan… zonder enig mededogen wordt die spijker door Jezus’ pols geslagen. Aan de andere kant nog een keer. Daarna wordt die balk, met Jezus eraan, aan die spijkers hangend, omhoog getild en vastgezet aan een rechtopstaande paal. Dan worden zijn voeten nog vastgespijkerd, en daar hangt hij. Het bloed loopt naar beneden langs de paal, en het druppelt van de dwarsbalk. Kreunend hangt Hij daar, net een stukje boven de grond. En Hij kan nergens heen. Nooit meer – tot hij dood is, en dat kan lang duren.
O, denk je dit in! Wat zou jij uitschreeuwen, als je al iets zou zeggen? Ach, je kunt alles bedenken, veilig op een stoel zittend, maar op zo’n moment in het echt komt eruit wat in je zit. En wat zegt Jezus? Op dít moment, in vreselijke pijn, bloedend aan het kruis? Hij zegt: “Vader, vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen”… Dat is toch onvoorstelbaar! Hij denkt aan méér dan zijn eigen pijn en lijden. Hij ziet de mannen die het hem aandoen, en hij haat ze niet. Nee, wat in Hem zit, komt eruit. En dat is: liefde en bewogenheid. De Heer had het zelf gezegd: “heb je vijanden lief, bid van wie je haten”. En nu brengt hij het in de praktijk, op het allerdiepste punt. De Heer is bewogen met zijn beulen, vreest dat ze gestraft zullen worden voor deze misdaad, en daarom bidt hij ‘vergeef het ze’. Hij haat ze niet, hij heeft ze niet over voor verdiend oordeel. Hij bídt voor zijn beulen. Terwijl hij gekruisigd wordt.
[oproep tot aanbidding]
Laten we vanmorgen hier niet meteen lessen uit gaan trekken, maar laat dit beeld een poosje doordringen. Jezus aan het kruis die zo bidt. Niet wat zijn kruisdood ons brengt, hoe belangrijk ook, maar hoe Hij daar ís. Want dit is werkelijk groots. Als je zo bidt – hoe groot moet je hart dan zijn. Hoe groot is het hart van de Heer! Wie ben je, als in de grootste ellende en pijn dit je gebedswoorden zijn? Jezus, onze Heer… Hij is de liefde in eigen persoon. Bewogen voor vijanden. Zichzelf vergetend, en het goede voor anderen zoeken. Alleen maar het goede. Hij wil zelfs niet dat mensen krijgen wat ze verdienen, hoe terecht dat ook zo zijn. En dat terwijl Hij krijgt wat hij zo totaal niet verdient.
Hoor het Jezus zeggen: “vader, vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen”. Zou je hem dan niet aanbidden? Deze houding, deze Heer, hoger dan heel de wereld. Liever zo’n koning dan één met het grootste paleis en de machtigste militairen. Buig in gedachten bij het kruis. Hoor deze woorden1 Zo groot is God die mens werd. Hij offert zichzelf op, hij wil het goede voor anderen – voor vijanden. Liefde tot het laatst, liefde tot het diepst. Dat hoor je in deze woorden. Hij verdient alle eer!
Laten we dat voorop zetten, hoe groot Jezus is dat hij dit bidt. Laten we hem eren in onze liederen en gebeden, in deze lijdenstijd. Want Hij is het waard! [even stil]
II: verband met ons
[gebed ook voor ons]
Maar Laten we toch verder kijken. Want dit gebed van Jezus heeft ook verband met ons. En dat kan ik in twee punten uiteen zetten: vergeving, en navolging. Dit gebed van Jezus heeft ook met ons te maken. Hij bidt het voor ons, en hij bidt het ons voor.
Voor wie bidt Jezus dit? Voor wie bidt hij om vergeving? Allereerst natuurlijk voor de soldaten die hem aan het kruis spijkeren. Maar daarachter ook voor degenen die voor zijn dood verantwoordelijk zijn. Die soldaten zijn maar uitvoerders. Vergeef het hen: Pilatus die hem ter dood veroordeelde onder druk van de massa; de Joodse leiders die Jezus afwezen en zagen als een bedreiging. Al die mensen die riepen ‘kruisig hem’. Voor hen allemaal is Jezus’ gebed. Natuurlijk zijn ze niet onschuldig. Maar ten diepste beseffen ze niet Wie ze ter dood brengen.
Maar Jezus’ gebed aan het kruis reikt nog breder. Want wie brengen Jezus ten diepste aan het kruis? Niet alleen Joden en Romeinen. Niet alleen mensen van toen. Want wij zijn niet beter. De zonden van álle mensen, ook van ons, brachten hem daar! Ook wij zijn schuldig. Ons afwijzen van God, ons telkens weer kiezen voor onszelf en tegen een ander. Al onze grote zonden en kleine fouten bij elkaar, díe maken dat Jezus hier hangt. En nee, dan weten we niet wat we doen. We beseffen soms dat onze daden niet goed zijn, maar dat we zo de Heer aan het kruis brengen? Maar Jezus bidt: “Vader, vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen”. Vergeef ze! Want Jezus is bewogen met vijanden, met soldaten van toen, en met nette mensen van nu – die toch ten diepste Hem afwijzen. Hij zegt niet: dan wil ik hen ook niet, jou ook niet! Nee, Hij bidt, voor u en voor mij!
[oproep: neem dit aan]
Wil je in Jezus meer zien dan het zoveelste onschuldige slachtoffer, dan is het nodig dit te beseffen. Dat hij daar hangt voor onze schuld. Door onze schuld. En dat niet alleen, dan mogen we ook horen dat Jezus vraagt om vergeving. Vergeving voor wie? Voor mensen als wij. Jezus kwam niet alleen voor goede gelovige mensen. Hij is ook bewogen met mensen die niet goed zijn. Die er weinig van maken. Sterker nog, die soms de ergste dingen doen. Die anderen kruisigen met woorden, die zich van God niets aantrekken al hoorde je nog zo vaak van hem. Jezus is bewógen, heeft de mensen toen en de mensen nu, heeft óns niet over voor het oordeel. Daarom bidt Hij, en daarom ging Hij heel die weg tot in de diepte van de dood. Uit liefde, bewogenheid, ongekend!
Laten wij dan erkennen dat we dat nodig hebben. Zijn vergeving. En laten we die nederig aannemen. Zeg het maar in de stilte: “Heer, is dat ook voor mij? Vergeving van Jezus? Mag ook ík toch komen…?” En het antwoord is: ja, je mag komen. Vergeving ontvangen – zelfs al brengen onze zonden Jezus aan het kruis. Jij, u, je mag delen in die bewogenheid van de Heer. Ontvang het dan dankbaar, in eerbiedig geloof!
[Omkeer tot dit spoor]
De Heer bidt “Vader, vergeef het hen”. Maar wat zegt dat precies? Vergeving is niet ‘een schone lei en ik kan weer dóór’. Nee, de hemelse bedoeling is juist dat je niet doorgaat, niet de oude weg vervolgt, maar dat je een andere weg inslaat. De weg van Jezus. Als je in de grondtaal kijkt, wil vergeving hier zeggen: voorbij gaan aan het oude, met de mogelijkheid om opnieuw te beginnen. Vergeving is geen eindstation, maar een begin!
Daarover tenslotte nog iets. Jezus bidt het ook voor ons, hoorden we. Maar… Hij bidt het ons ook voor. Als we vanmorgen Jezus zo zien hangen aan het kruis, biddend voor zijn beulen, dan mag dat tafereel ons transformeren. Dan mag dat ons leiden tot omkeer. Om in het klein óók zo in het leven te staan als Jezus ten diepste deed. Om verbonden aan de Vader te zijn en liefdevol voor vijanden.
Ik zei in het begin van de preek: vóór Jezus had nooit iemand voor zijn beulen gebeden. Maar met Jezus is er iets nieuws doorgebroken. Het is vaker gaan gebeuren! Stéfanus, die gestenigd werd omdat hij Jezus volgde, hij bad “Heer, reken hun deze zonde niet toe!” Bisschop Romero van San Salvador vergaf degene hem in 1980 doodschoot op het altaar van zijn kerk. Thomas More, in de tijd van de Reformatie, werd ter dood gebracht, omdat hij niet goedkeurde dat de goddeloze koning Hendrik de 8e zich tot hoofd van de Engelse kerk uitriep. Hij omhelsde en vergaf de beul die hem moest onthoofden. Zo volgden ze hun Heer.
Ach, en wij… wij worden niet gemarteld en vermoord. Het is bijna belachelijk om Jezus’ gebed aan het kruis ons als voorbeeld voor ons te nemen. Laten wij maar beginnen om te luisteren naar de wóórden van Jezus, zijn onderwijs aan ons, dat Hij vandaag met zijn voorbeeld onderstreept. Hij zegt immers, tegen jou en mij: “heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen”. Hoe reageren wij als anderen negatief naar ons doen? Ons benadelen of kleineren? Wil je liefst net zo terug doen? Kijk dan nog een keer naar Jezus en hoor wat Hij bidt voor hen!
[hoe dit te kunnen doen]
Nee, onze vijanden liefhebben, dát is de opdracht. Ook als ze ons nog lang niet vermoorden, maar alleen irritant zijn. En hoe doe je dat dan? Daar zou heel veel over te zeggen zijn. Maar laten we vandaag van Jezus leren dat hij het allemaal biddend doormaakt. Hij was niet alleen bezig met wat hem overkwam, maar hij bracht het bij God. Als jij dat nou ook eens deed?
Als je gepest wordt, als familieleden het bloed onder je nagels vandaan kunnen halen, of als je op je werk een rivaal hebt. Bid dan! En niet alleen dat het ophoudt of anders wordt, bid ook voor degene die jou pest. Want dat zal je blik op die persoon kunnen veranderen. Het helpt, om die ander als een mens te zien. Iemand die misschien niet eens weet wat hij doet, niet half beseft hoeveel schade zijn woorden of daden aanrichten. Iemand die ook vergeving nodig heeft.
En dan: doe niet negatief terug. Nooit. Nee, zoek het góede voor die ander. Wens ze niets slechts toe, doe ze niets slechts aan. Volg Jezus. Als je weet dat Hij met jou bewogen is, dat Hij zich voor jou geven wilde, dan weet je hoe waardevol je zijn mag in Gods ogen ook al zit je vol fouten. Wat Jezus zegt staat vast, wat anderen ook denken of doen!
Leef uit wie je in Christus mag zijn. Dán, ja dán kun je je vijanden liefhebben. Bidden voor ze, en blijven volhouden om niet te haten. Nee, en dat is niet de makkelijkste weg. Ik zeg het eerlijk. Misschien wint de hardste schreeuwer het, misschien moet jij verliezen incasseren, ga je er aan onderdoor zelfs. Jezus volgen is geen garantie voor succes. Hij stierf aan het kruis, na dit roerende gebed. Wat had Hij ermee gewonnen? En toch is het dé weg. Jezus stond weer op, al was hij gestorven. En ieder die Hem volgt zal nooit bedrogen uitkomen! Zijn weg van bewogenheid, durven wij hem te gaan in het klein?
[Slot]
Zo zagen we Jezus, zo hoorden we Jezus, die aan het kruis nog bad voor zijn beulen. Hoe groot is Hij! in zijn lijden, in zijn liefde zelfs dan, Zijn bewogenheid voor wie vastzit in het kwaad. Hier opent zich een nieuwe wereld, ver boven ons dagelijkse bestaan van zelfbehoud. Hier is vergeving, voor vijanden. En hier is vernieuwing te vinden. Volgeling van hem mogen we zijn of worden, volgeling van de Heer die bad voor zijn beulen. Hem mogen we aanbidden, met woorden – maar ook met daden. Zodat Hij wordt geëerd en gekend!
Amen