Tags
Uit de Bijbel wordt gelezen Exodus 12:40-41, 13:17-18,20-22, 15:22-27
[intro: neerzetten thema]
Het thema voor de zangdienst van vanavond is ‘Op weg’. Misschien bent u of ben jij nog niet zo lang terug van vakantie, net weer thuis – of misschien voelt het al wel lang geleden. Maar hoe dat ook is, vanavond horen we ‘op weg!’. Niet letterlijk op vakantie of andere reis, maar figuurlijk ditmaal. Want geloof is een weg. De eerste christenen werden wel mensen van de Weg genoemd.
Leven in geloof, dat is onderweg zijn.

Volgende maand is er weer een zangdienst hier in de kerk. Daarvoor heb ik als thema uitgekozen “thuiskomen!”. Thuiskomen bij God. Maar… om thuis te komen, moet je eerst wel op weg zijn gegaan. En daar gaat het dus vandaag eerst over. Tweelingzangdiensten: “op weg” en “thuiskomen”. Volgende keer het troostende van thuiskomen, maar vandaag: de aansporing voor onderweg.
“Op weg!” – dat kan allerlei vragen oproepen. Waarvandaan vertrek je? Hoe ga je dan op reis? Waar ben je heen op weg, en wat kun je onderweg tegenkomen? Daar gaan we het straks verder over hebben. “Op weg!” dat is het thema vanavond.
Daar gaan we nu ook van zingen, uit psalm 25:2,6 “Here, maak mij uw wegen bekend” en vers 6: God zal een mens “leren hoe hij wandelen moet”
[Overdenking 1: vertrokken uit Egypte]
Gemeente van Jezus Christus,
We hoorde uit de Bijbel hoe het volk Israël wegtrok uit Egypte. Ze zijn een volk dat op weg is. Op weg naar het beloofde land, terwijl de Heer voor hen uitgaat. Hij is hun bevrijder. Het is een bekende geschiedenis voor ieder die maar iets van de Bijbel afweet. In elke kinderBijbel kun je ervan lezen. Het spreekt tot de verbeelding: stel je voor dat jij daarbij was geweest! Maar het is meteen ook meer dan alleen maar een verhaal van lang geleden. In de christelijke kerk is deze geschiedenis van ouds gezien als een beeld van de reis van het geloof. Dan word je ook bevrijd, dan ben je ook op weg.
Laten we dat eens wat uitwerken. Uit zichzelf zit een mens vast in Egypte, figuurlijk dan. Dat wil zeggen: je bent niet vrij. Israel was slaaf in Egypte. Hoevelen zijn er ook vandaag niet, van wie het leven uit werken bestaat – die daar als het ware in gevangen zitten? Je kunt je een zinloze loonslaaf voelen! Het leven in Egypte was zwaar voor de Israëlieten – en nu soms ook voor sommigen. Er was bovenal geen perspectief: werken tot je erbij neervalt, en dat was het dan. Ook nu kan het leven soms zo voelen. Werken tot je 67e, dan hopelijk nog een paar jaar genieten, maar dan word je oud, zwak, ga je dood. Wie zal je bevrijden uit zo’n bestaan?
Voor Israël kwam Mozes, om het volk te bevrijden. En voor ons is Jezus gekomen, om vrij te maken. Om ons mee te nemen, wég uit wat je vastzet. Israël ging op weg, naar het door God beloofde land. En ieder die in Jezus gelooft, die gaat ook op weg! Waarheen? Naar het land van God. Naar de nieuwe wereld die komen zal. Op weg, achter de Heer aan – net als Israël achter Mozes aanging.
Voel jij je helemaal thuis op deze huidige wereld? dat is niet best! Dan heb je zeker nog niet gezien hoe donker het op aarde is… Wie gelooft, is niet thuis hier. Die is onderweg. Weg uit het akelige Egypte, op weg naar een ander land. Dáár is je thuis. En daarheen mag je op weg gaan, achter de Heer aan.
We gaan erover horen in het volgende lied. Dat zingt over “carry me home” – breng me thuis.
Luisteren naar Koorzang: ‘swing low, sweet chariot’
[Overdenking 2: met de Heer door de woestijn]
Israël werd bevrijd uit Egypte. Ze zijn op weg! Maar… ze zijn nog niet meteen in het beloofde land. In tegendeel, de reis gaat door de woestijn. Was dat nu een verbetering ten opzichte van Egypte? Daar was tenminste water genoeg, van de Nijl!
Als je op weg gaat met Jezus, gaat het vergelijkbaar. Dan kom je niet direct in het paradijs terecht. Nee, je reis voert door de woestijn. De woestijn van het leven. Geloven maakt je leven niet eenvoudiger of makkelijker. Soms zelfs het tegenovergestelde!
Echter, we hoorden iets dat ik wil onderstrepen, iets dat toen waar was en nu waar is. Dit namelijk: de Heer gaat mee. De Heer gaat voor zijn volk uit, op reis. En dat maakt alle verschil. Hij leidt, hij beschermt de mensen die Hij bevrijd heeft. Hij zorgt voor ze. Hij zorgt voor óns onderweg. De Heer wees de weg door de woestijn met een wolkkolom en een vuurkolom. Hij gaf water uit een rots, en later manna, brood uit de hemel.
En zo is het nóg. Als je met God op weg gaat, dan is Hij bij je. Op elke weg door het leven. Als je niet meer kunt, als je uitgeput bent en krachteloos, mag je roepen tot Hem. En Híj zal water geven in de woestijn! Levenskracht waardoor je dóór kunt. Zijn Geest, die je verkwikt. Miischien heb je het wel eens ervaren.
Onthoud dit: wie gelooft, is op weg. Maar dat niet alleen. De Heer is erbij, tijdens de hele woestijnreis. Hij gaat voorop zelfs. Dus sjok niet gedachteloos mee in de massa, maar kijk vooruit en omhoog. Wat zie je daar? Gods wolkkolom! Hij is erbij –zijn naam, die Hij door Mozes bekend liet maken aan het volk. En dat is nóg zijn naam.
We gaan luisteren naar koorzang ‘we are climbing Jacob’s ladder’. Een lied van vastberaden vertrouwen.
[Overdenking 3: Gehoorzaam volhouden in moeite en beproeving]
Zo is Israël op weg. Achter de Heer aan! Wel door de woestijn dus. En dan maken ze heel wat mee. Eerst komen ze bij de Rietzee: hun weg lijkt dood te lopen, terwijl achter hen vijanden naderen. Een tijd later hebben ze geen water meer, en dreigt de dood van dorst. Dan vinden ze water, maar het is zo bitter dat het niet te drinken is… Het is een bewogen reis.
Maar, dat is het refrein door heel de woestijnreis: telkens weer helpt de Heer! Ze trekken droogvoets door de zee, er komt water uit de rots, bitter water wordt drinkbaar, en ga zo maar door. Waar het telkens op neerkomt, is dat ze moeten vertrouwen op de Heer die hen bevrijdde. Ddat blijkt Israël heel lastig te vinden. Er wordt wat afgemopperd onderweg, en geklaagd.
Dit, tenslotte, is het derde wat wij mogen meenemen. Onze levensreis kan ook heel bewogen zijn. Je kunt langs allerlei moeilijke punten komen, we kunnen vast allemaal wel iets opnoemen uit ons eigen leven. Maar durven wij in die moeilijkheden ook op de Heer te vertrouwen? Want dat mag ik u en jou vertellen: Hij helpt, telkens weer. Nog steeds. Wie met hem op weg gaat, komt nooit bedrogen uit. Nee, niet dat het dan allemaal makkelijk is. Het leven is een woestijnreis, weet u nog! God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst!
Al die momenten dat je het niet meer weet, niet meer ziet, ze zijn een test: durf je het van de Heer te verwachten? Het zijn momenten waarop we dát mogen leren. Wat dat is de uitdaging, net als bij Israël toen. Wij hoeven alleen maar gehoorzaam te volgen. Te doen wat God wil, eerlijk zijn en trouw. En bovenal vertrouwend, op Hem. Dan is heel dit leven, heel de woestijnreis, één grote leerschool in vertrouwen En ik mag u zeggen: de Heer ís te vertrouwen. Niet te begrijpen vaak, ook niet in de omwegen die Hij neemt. Maar wel te vertrouwen. Wat Hij belooft, wordt waar. En wie op weg gaat met Hem, zal zeker thuiskomen! Amen