Tags

, , , ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro met plaatje]


Ik heb hier een plaatje, je ziet het op de beamer, dat plaatje is de voorkant van een boek. “Help, het is weer maandag!” heet het. Ondertitel: ‘over christen zijn op je werk’ – dat waar we net ook al iets van hoorden in die twee interviewtjes. Dit plaatje geeft treffend iets weer van een probleem dat er blijkbaar kan zijn. Een kloof tussen de zondag en de maandag. Een kloof tussen de kerk en het kantoor, of je werk in de zorg, of je opleiding – wat het ook maar is dat je door de weeks doet. De man op het plaatje heeft dan gelukkig nog het voordeel dat hij bij allebei hetzelfde pak aan aanhouden…
Ik denk dat velen van ons ons bij die kloof heel goed iets kunnen voorstellen. Want inderdaad lijken het soms gescheiden werelden. Kerk en werk, zondag en maandag. Zondag, kerk – dat is je richten op God, bidden en Bijbellezen. De geestelijke dingen. En maandag: dat is de hectiek van je zaak of je baan of je opleiding. Druk bezig zijn met aardse dingen, presteren, deadlines… Heeft dat nog iets met elkaar te maken?
De kloof die we soms ervaren tussen zondag en maandag, heeft alles te maken met een scheiding die we onbewust maken tussen wat “geestelijk” is, en wat “werelds” is, zoals we dat noemen. Dat zit diep in onze cultuur. Dan kun je die kloof ook op één dag hebben: ’s morgens vroeg bidden en een stukje uit de Bijbel lezen – dat is geestelijk; en dan je in je werk storten, dat is werelds, aards – iets anders. Een scheiding tussen geestelijk en wereldlijk. Daar kan ook het idee bijhoren dat het “geestelijke” iets is van een hogere rang. Dat bijvoorbeeld als je dominee bent, dat dat niet alleen anders, maar ook béter is dan wanneer je bouwvakker bent. De dominee aan de goede kant van de kloof, en de meeste anderen moeten helaas heen en weer springen. Alsof het ideaal is om altijd bij de kerk te zijn, altijd bezig met de geestelijke dingen

[leerling zijn is voor héél je leven]
Echter, zo is het niet! Zo denken heeft alles te maken met wat ze noemen secularisatie. Secularisatie, dat wil ten diepste zeggen: dat God buiten de wereld is geduwd. Alsof je het ‘echte leven’ hebt, en dan daarnaast, voor wie gelooft, ook nog iets van God en zo. Maar in een apart vakje. Vakje in je hoofd, vakje in je agenda. En ook wij, al zeg je waarschijnlijk gelovig te zijn, wij worden daarin meegenomen.
Je zag dat mooi toen we op de startzondag een verwerkingsopdracht maakten bij de eerste preek in deze serie. U en jij mocht toen op post-its schrijven, over leren wat Jezus volgen inhoudt. Ik heb van de week die post-its nog eens nagekeken. En wat staat erop: héél veel dingen als ‘bidden, zingen, Bijbellezen, kring, kerkdienst’. Allemaal “geestelijke” dingen. Niets mis mee op zich! Dat zijn de dingen die ons bij Jezus houden. We hebben die nodig. Maar Jezus volgen, dat doe je als het goed is elke dag. En niet alleen als je bidt, maar ook als je werkt. Wij zijn geneigd het in een apart hokje te stoppen. Maar dat moet niet! Want Jezus zegt, we hoorden het net: jullie zijn zout, jullie zijn licht in de wereld. Ín de wereld, niet in een apart groepje of gebouw.
Het is goed dat we dit seizoen steeds spreken over ‘Jezus volgen’, niet over ‘geloven’. Dat laatste kan overkomen als iets met alleen je hoofd, of in je hart. Maar Jezus volgen is holistisch: Hij is Heer van héél je leven. Leerling van Hem zijn, ik zei het in de eerste preek al, dat is niet leren zoals voor een tentamen, dat is leren zoals op een stage. Leren dóen. Leren denken als Hij, en daaruit te handelen. Wie Jezus volgt, die leert Gods koninkrijk uitleven. Dat waar je van hoort in de kerk, uitleven op je werk, of op school, of thuis of in uw tehuis. Alle dagen, en in alles wat je doet.

[tegenwerping: ik?]
Jullie zijn het licht voor de wereld. Jullie zijn het zout van de aarde. Dat zegt de Heer, tegen ieder die zich zijn volgeling noemt. Maar ik kan me voorstellen dat iemand dan denkt: ikke…? dat is toch veel te groot? Ik voel me niet zo’n licht, hoor. Misschien denk jij het wel: ik ben toch niet veel anders dan mijn klasgenoten die niet geloven. Moet ik licht zijn, en zout? Hoe dan?
Het kan ook zijn dat je merkt dat je in je eigen leven precies die scheiding hebt gemaakt die ik net noemde. Dat je erg je best doet om tijd te nemen voor gebed of Bijbel, maar dat je tegelijk ook chagrijnig doet tegen je huisgenoten, druk als je bent. Maar leren van Jezus, dat doe je niet alleen uit de Bijbel. Dat doe je óók als je strijdt tegen je ongeduld en korte lontje. Als je een schietgebedje doet en probeert om níet chagrijnig te reageren. Dan doe je een onverwachte stageopdracht op Jezus’ opleiding. Jezus volgen, dat leer je door alles heen!
En nee, we falen allemaal. In licht verspreiden, in zijn als Jezus, in doen als Hij. Maar dat is niet erg. We leren niet voor een examen dat voldoende moet zijn. We leren voor een táák: Gods koninkrijk uitleven. En let op wat er staat: Jezus zegt niet ‘je moet het zout zijn’ of ‘je moet licht voor de wereld zijn’. Hij zegt: je bént het. Het is iets dat gewoon gebeurt als je Jezus volgt. Dus ga jezelf niet te hard meten: ben ik wel licht genoeg? Nee, vraag je liever af: volg ik Jezus? Mag hij mijn gedachten en daden bepalen? Wil ik leren van hem? Dat is een belangrijkere vraag dan ‘ben ik volleerd’? Ik zal u zeggen: dat is niemand, ik ook helemaal niet.

[zout en licht]
Jezus zegt: jullie zijn het zout van de aarde, jullie zijn het licht voor de wereld. Wanneer zegt hij dit eigenlijk, en tegen wie? Het is het directe vervolg op de zaligsprekingen, waar we de vorige keer bij stilstonden. Daar heeft Jezus de mensen getekend die passen bij zijn Koninkrijk. Dat zijn geen superchristenen zoals wij die ons soms voorstellen: helemaal ‘geestelijk’, overal getuigend van hun geloof… Nee, lees die zaligsprekingen nog maar een keer door. Op de catechese hebben we dat gedaan, en wat voor mensen vonden we getekend? Heel eenvoudige mensen, mensen die weinig voorstellen in aardse ogen. Mensen die het soms zwaar hebben en verdriet hebben. En mensen die toch eenvoudig het goede zoeken in hun omgeving. Zo zijn Jezus’ volgelingen.
Nu, en tegen zúlke mensen zegt de Heer: jullie zijn zout voor de aarde en licht voor de wereld. Niet ‘dat moet je zijn’, maar dat bén je, als leerling van mij.
Het is beeldspraak natuurlijk. Zout, dat wil zeggen: een smaakmaker. Dat weten jullie ook wel, kinderen: zonder zout smaakt eten flauw, niet lekker. Met een klein beetje zout smaakt het veel beter. Net zo, zegt Jezus, mogen jullie smaakmakers zijn in je omgeving, bijvoorbeeld door je vriendelijkheid. Zout, het is ook bederfwerend. Zeker in Jezus’ tijd was dat belangrijk, om dingen langer te kunnen bewaren. Gezouten vis, gezouten bonen… zonder zout bedierf het snel. Zo mag je als Jezus’ volgeling helpen om bederf te weren in je omgeving: bijvoorbeeld het rottige van roddel – strijd ertegen!
Licht is het andere beeld. Licht maakt de mensen blij en verdrijft het donker. Zó mogen wij zijn als leerlingen van Jezus. Licht brengen, en het donker verdrijven – van verdriet en vooral van wat verkeerd is. Als christen mag je best in donkere hoekjes schijnen en zeggen: dit deugt niet!
Zo mag je zout en licht zijn, op zondag én op maandag. Laten we proberen het nog wat uit te werken.

[Concretisatie in drie punten]
Hoe ben je als christen zout en licht? Op je werk, op je school, bij je vrijwilligerstaak? Ik wil drie dingen noemen. Maar éérst noem ik nog even waar het niet om gaat. Het gaat niet om dingen als bidden voor je eten in de kantine, of dat je aangeeft dat je niet wilt werken op zondag. Dat zijn goede en zelfs belangrijke dingen; rituelen en de rustdag heb je nodig om bij de Heer te blijven. Maar het is denk ik niet wat Jezus bedoelt als hij het heeft over zout en licht zijn. En het gaat ook niet over evangeliseren op je werk, hoe goed dat ook is. Jezus zegt: dat ze jullie goede daden zien, en jullie Vader in de Hemel verheerlijken. Dat is veel praktischer.
Even een voorbeeld, ook voor de kinderen. Rabbi Simeon was oud en arm. Zijn leerlingen kochten voor hem een ezel, dat hij zich beter kon verplaatsen. Ze kochten die van een buitenlander en brachten het beest bij rabbi Simeon. Maar toen ze het brachten, zagen ze ineens in de manen van de ezel een pareloorbel zitten. Een hele mooie en dure. Die zat vast, was waarschijnlijk verloren. “Nou,” zeiden zijn leerlingen tegen de oude rabbi: “dat komt mooi uit! Nu bent u ineens niet meer arm. Zo’n dure parel, zomaar in uw schoot geworpen”. Maar rabbi Simeon zei: “wist de man die de ezel verkocht van deze parel?” “Nee, vast niet. Hoezo?” “Breng de parel dan terug”, zei de rabbi. “Waarom?” “nou, dat zal ik jullie zeggen. Als je de parel terugbrengt, zal de verkoper misschien roepen: “geprezen zij de God van de Joden” en dat hoor ik graag. Maar als we hem niet terugbrengen, en hij hoort er later van, dan zegt hij vast: “vervloekt die Joden en die God van hen”, en dat wil ik niet…” Kijk, dát past nu bij Jezus’ woorden: ‘laat zo jullie licht schijnen voor de mensen, zodat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel’.
Zout en licht zijn, het is heel praktisch. Zo praktisch als eerlijk zijn. Maar ik zou drie dingen noemen om het concreet te maken, dus dat doe ik nu.
Als eerste ben je zout en licht door zorg en aandacht voor de mensen om je heen. Licht maakt blij, zout geeft smaak, weet je nog? Heel concreet zoals in de zaligsprekingen: barmhartig zijn, zachtmoedig – zeg maar in gewoon Nederlands: vriendelijk en verdraagzaam. Het is toch préttig als zulke mensen op jouw kantoor werken. Als jíj zo iemand bent voor anderen. Niet hard en bot en bazig, maar rustig en redelijk. En nog een stapje dieper. Wie Jezus volgt, mag leren om oog te hebben voor anderen. Te vragen hoe het gaat. Bij je klasgenoot te informeren naar zijn zieke vader. Tijd je nemen als je koffie schenkt om naar de verhalen van mensen te luisteren. Zó klein, zó eenvoudig is zout en licht zijn. Een dienst overnemen voor je collega, niet meteen kwaad worden als een medewerker matig werk levert. Ja, en hier zijn ook valkuilen, juist als christen: dat jij alle problemen denkt te moeten oplossen, of dat je altijd maar aardig moet doen … Daarover staat veel meer in dat boekje ‘Help, het is weer maandag!’ – een aanrader voor werkende mensen.
Ten tweede: zout en licht zijn betekent ook tegen het kwaad opkomen. Bederf weren, weet u nog? Donkere hoekjes doorlichten. Allereerst zélf eerlijk zijn en doen, niet kwaadspreken of dubieuze dingen doen. Kun je dat van jezelf zeggen? Maar dan vervolgens, ook er iets van durven te zeggen als je merkt dat dingen niet deugen. En helaas, dat gebeurt in elk vakgebied. Opgeklopte facturen als je op de administratie werkt. Iemand die zichzelf altijd op de makkelijke diensten zet in de zorg. Materialen die verdwijnen op de bouw… Durf je op te staan, er iets van te zeggen, licht te schijnen erop? Dat is moeilijk, dat kan gedoe geven. In de zaligsprekingen heeft Jezus het over ‘mensen die vervolgd worden vanwege de gerechtigheid’ – omdat je opstaat voor wat eerlijk is. Maar ook dit hoort erbij, bij bederfwerend zout zijn. Moeilijk, zeker, en wijsheid is vereist. Maar niets doen, voelt dat goed? Is dat wat past bij Jezus’ weg?
En ten derde: zout en licht ben je, door hoopvol in het leven te staan. Dat is meer een houding dan een handeling. Maar weet je, zoveel mensen zijn cynisch, zijn moe, of zijn onzeker over wat er kan komen. Als jij Jezus volgt, dan mag je anders in het leven staan. Met al die beloftes uit de zaligsprekingen. Het koninkrijk van de hemel, aan jou beloofd! Troost, voor wie treuren. Een kind van God genoemd worden… Zou dat geen verschil maken voor je instelling van dag tot dag? Al was het maar dat je verder kijkt dan tot het weekend, of tot je naderende pensioen. Hoopvol, omdat je bent aangesloten op de Heer. Dan heb je positiviteit om door te geven. En als het je soms ontbreekt, dan weet je Wie je het vragen mag, waar je terecht kunt met al je zorgen. Een houding van hoop! Dat is zó nodig in onze tijd, en heel krachtig. Jezus wil het ons leren!

[slot: wees wat je bent!]
Tenslotte. Jezus zegt: jullie zíjn zout, zíjn licht. En tegelijk zegt hij: láát je licht schijnen. Het is een belofte, en het is een roeping, allebei! Laten we de belofte horen, en die roeping opvolgen, morgen en elke maandag. Je zou het zo kunnen samenvatten: wees wat je bent! Wat dan? Een leerling van Jezus, die met vallen en opstaan leert denken en doen als Hij. Die soms vreselijk de fout ingaat, zeker! Die soms het licht liever onder de veilige korenmaat houdt, ook dat. Maar bij Jezus is vergeving, en is vernieuwing. Dat mogen we volgende week weer vieren bij het Heilig Avondmaal. Bij de Heer is leven en licht te krijgen voor ons, want uit onszelf hebben we het niet. Jezus zegt: volg mij, elke dag! Dan zul je je geloof niet opbergen op zondagavond. Dan ben je elke dag een leerling van de Heer.
Amen