1. Bij God vind ik de diepste rust.
Stil word ik mij ervan bewust
dat Hij mij redt en mij zal sparen.
Hij is de rots van mijn bestaan
de burcht waar ik naartoe kan gaan.
Voor vallen zal Hij mij bewaren.
2. Hoelang nog stormt de vijand aan
om mijn bestaan aan puin te slaan,
om eensgezind mijn dood te zoeken?
Wat ze bedenken is slechts kwaad;
hun al te vriendelijk gepraat
verbergt dat ze mij stil vervloeken.
3. Mijn hart, vind rust bij God, wees stil!
Van Hem verwacht ik heil, ik wil
vertrouwen dat Hij mij zal sparen.
Hij is de rots van mijn bestaan
de burcht waar ik naartoe kan gaan.
Voor vallen zal Hij mij bewaren.
4. Door God ben ik gered en vrij.
Hem eer ik, want Hij is voor mij
de rots, de toevlucht van mijn leven.
Mijn volk, vertrouw Hem toch altijd!
Je zorgen kun je bij Hem kwijt.
Hij wil je zijn bescherming geven.
5. Elk mensenkind is maar een zucht,
in Gods balans zo licht als lucht.
Verdruk geen zwakke medemensen.
Roof hun bezit niet met geweld,
en hecht je hart niet aan je geld,
al heb je meer dan je kunt wensen.
6. Gods eigen stem heb ik gehoord:
dat alle kracht Hem toebehoort
is wat Hij meer dan eens verklaarde.
Ook bent U liefdevol en goed.
U die vergeldt wat ieder doet,
bepaalt van elke daad de waarde.
Adriaan Molenaar
© 2015 Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden