1. Ik schreeuw wanhopig tot de HEER;
mijn zorgen werp ik voor Hem neer.
Ik smeek om hulp, ik roep Hem luid;
mijn klachten stort ik voor Hem uit.
2. Toen ik geen kracht meer over had
was U bij mij, U kent mijn pad.
Maar op dat pad dreigt het gevaar:
er ligt een valstrik voor me klaar.
3. Vertwijfeld kijk ik om mij heen,
maar niemand helpt, ik ben alleen.
Er is geen mens die mij ziet staan,
geen schuilplaats waar ik heen kan gaan.
4. Ik roep tot U, ik blijf erbij:
U bent het toevluchtsoord voor mij.
U bent mijn deel, mijn een en al,
zolang mijn leven duren zal.
5. Verlos mij, want ik word belaagd,
door tegenstanders opgejaagd.
Ik ben verzwakt, hun macht is groot.
Verhoor mij, red mij uit de nood!
6. Laat mij in vrijheid verdergaan,
dan hef ik weer een loflied aan
te midden van wie eerlijk leeft:
U bent het die verlossing geeft.
Adriaan Molenaar
© 2015 Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden