Tags
(Schriftlezingen: Mattheus 5:25-30, Efeze 1:1-14)
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
een relatie tussen een jongen en een meisje begint vaak met verliefdheid. En verliefd worden is een wonderlijk iets! Soms heeft iemand zich voorgenomen om voorlopig geen relatie te beginnen. Een meisje is te druk met studie en sport en vriendinnen. Ze wil niet verliefd worden dus. Maar ineens, als ze een bepaalde jongen ontmoet, gebeurt er iets. Ze vindt hem aardig, spreekt graag met hem, denkt vaak aan hem – kortom, ze wordt tóch verliefd! De vonk springt over. En wonderlijk, dan worden de plannen ineens gewijzigd! Dan tellen de dingen niet meer die eerst zo belemmerend waren. Uit de verliefdheid komt een relatie en zelfs een huwelijk. Ik heb het bij mijn eigen zus gezien: ze had helemaal geen jongen nodig in haar leven – maar een jaar later was ze getrouwd!
Verliefdheid. Het is iets dat je niet zelf kunt maken. Je kunt niet tegen jezelf zeggen ‘en nu wordt ik verliefd op die-en-die’. Tenminste, je kunt het proberen, maar dat leidt meestal tot weinig goeds! Het overkomt je. En toch ben je er helemaal zelf bij betrokken, met huid en haar. Jíj houdt van iemand, jij knoopt een gesprek aan, jíj gaat de relatie aan, samen met de ander. Een wonderlijk gebeuren waar je geen grip op krijgt!
Gaan geloven lijkt ergens wel op verliefdheid. Je bent er helemaal zelf in betrokken, en tegelijk is het iets dat je gegeven wordt. Dat je misschien wel overkomt terwijl je het niet eens wilt! Of misschien wel terwijl je er al lang naar verlangde. In een relatie komen, niet met een mens, maar met de eeuwige God! Een ander kan het je niet geven, je kunt het jezelf niet eens geven. De een zegt ‘ik héb gewoon niks met God’, terwijl een ander ‘ja’ zegt tegen hem.
[uitverkiezing]
Zo zijn we precies uitgekomen bij het onderwerp van vanavond. De uitverkiezing. Of laat ik het anders zeggen: de vraag waarom de ene mens wel gaat geloven en de andere niet. Een ongrijpbaar mysterie, waar de Bijbel toch wel het een en ander over zegt! En tegelijk staan we hier aan de grenzen van wat ons is geopenbaard, en wat we kunnen vatten. Een soort kijkje achter de schermen van de feiten, naar de geheimen van Gods welbehagen.
‘Uitverkiezing’ is typisch een onderwerp voor gereformeerde protestanten. Maar het wonderlijke is dat het in de Heidelbergse catechismus niet apart voorkomt, terwijl dat toch typisch het leerboek is voor gereformeerde protestanten. Vonden de opstellers het niet belangrijk genoeg? Of te ingewikkeld? Of wilden ze discussie voorkomen met de Luthersen, waar ze tussen woonden? Het kan allemaal. Maar het leek me toch goed om een leerdienst te wijden aan dit onderwerp, de uitverkiezing.
Bij de voorbereiding van deze preek maakte ik een tikfout. Ik wilde tikken ‘uitverkiezing’, maar er kwam te staan ‘uitverzieking’. Ergens past dat wel, ‘uitverzieking’. In het verleden is er namelijk heel wat verziekt door teveel nadruk op de leer van de uitverkiezing. Misschien hebben sommige mensen hier in de kerk er wel een tik van meegekregen, uit hun jeugd. Je moet wel uitverkoren zijn, wil het goed met je komen… En hoe weet je zeker dat je dat bent? ‘Uitverzieking’ is dat. Ik hoop dat de verkondiging vanavond mag bijdragen om zulke vragen weg te nemen.
Anderen hebben er wellicht weinig mee, of het speelt helemaal geen rol in hun geloof. Dan hoop ik dat we vanavond iets mogen zien van de diepe dingen van Gods Woord. Om er van onder de indruk te raken. Want de uitverkiezing is geen verzinsel van mensen, de Bijbel spreekt er duidelijk over.
[ook geloof een gave van God]
Wat is nu eigenlijk ‘uitverkiezing’? Het woord zegt het al: dat God mensen uitkiest. Hij zorgt ervoor dat die mensen tot geloof komen en zo behouden worden. Dat is in feite alles.
Maar laat ik dit nog wat verder uitwerken. Eigenlijk is behouden worden een driedubbel wonder. Het eerste wonder dat daarvoor nodig is, is dat de Here Jezus zijn leven gaf tot verzoening van de zonden. Dat maakt het mógelijk dat mensen behouden worden. Maar er is meer nodig. De apostel Paulus zegt het al ‘Hoe zullen zij geloven zonder dat het hen verkondigd is?’. Het tweede wonder is dat God de Heer overal boodschappers stuurt om te laten verkondigen wat Jezus heeft gedaan. Want alleen als je ervan hoort en je vertrouwen erop stelt, dan heb je er iets aan! Ja toch? En nu is er nog een derde wonder. Want God zegt niet: zo, nu hebben ze het gehoord. Nu hoop ik maar dat ze gaan geloven! Nee, gelukkig niet! Dan komt het derde wonder: de Here zorgt ook dat mensen, die de boodschap horen, erin gaan geloven! En dat is nu uitgekozen zijn: dat God je het geloof in je hart geeft, door de werking van de Heilige Geest.
Het is maar goed ook, dat God dit doet. Want weet u, anders zou er niemand gaan geloven! Want uit zichzelf denken mensen: nou, het zal wel! Hebben ze voor hun idee helemaal geen redding nodig. Of ze vinden het een absurd verhaal, hoe de dood van iemand van lang geleden nu iets zou uitmaken. Of… hoe dan ook, uit onszelf zouden we níet geraakt worden, ook niet door de meest bevlogen preek. Maar nu maakt God dat er mensen wél geraakt worden. Mensen die Hij heeft uitgekozen. Net als iemand ineens verliefd kan worden, zo zorgt God ervoor dat de vonk van het geloof overspringt. Maken mensen zichzelf gelovig? Nee, God koos ze ervoor uit zorgt ervoor. En tegelijk zijn ze er helemaal zelf bij betrokken. Zíj gaan bidden, zíj krijgen liefde voor de Here, gaan vertrouwen op Jezus’ offer, enzovoorts. Maar het begin komt van God!
[tegenwerpingen 1: ik?]
Dit is dus de dieptepeiling van de uitverkiezing. Dat je ten diepste niet behouden wordt omdat jíj zo goed gelooft, maar… omdat God je uitkoos daarvoor. Ten diepste komt alles van ons behoud van God – Hij is de Souverein!
Als je hierover echter gaat doordenken, ontstaan er allerlei vragen en problemen. Allereerst wanneer je dit alles sterk op jezelf toepast. Als je jezelf gaat afvragen: ben ik wel uitgekozen door God? Zou God me het geloof en de zaligheid willen geven? Zo niet, dan kan ik er niets aan doen – onmachtig gevoel. En het gevolg van zulke vragen is dat je inderdaad niet gelooft, maar gaat afwachten.
Zo moeten we echter níet denken! We moeten niet beginnen bij de uitverkiezing. De catechismus liet het niet voor niets weg, het is iets voor gevorderden. Wij moeten heel ergens anders beginnen. En dat zien we zo mooi in Mattheüs 11 wat we lazen. Eerst hoor je, vers 25: God houdt het voor sommigen verborgen en openbaart het aan anderen, zo is zijn welbehagen – zo wil Hij het. En vers 27 net zo: je leert de Vader alleen maar kennen als de Zoon, Jezus, het je wil openbaren. Als je dat zo hoort, zou je denken: nou, ik hóóp dat Hij het me wil geven dan… Afwachten dus maar?
Maar hoor wat Jezus zegt, diréct erachteraan: “Kom naar mij toe, allen die vermoeid en belast zijn; Ik zal u rust geven”, enzovoorts. Jezus zegt: kom maar! Volg mij! Je hoeft niet te twijfelen of Jezus ook jou wil redden! Écht niet! We moeten beginnen bij zijn uitnodiging. Dán word je gered. En achteraf zul je dan zeggen: God deed mij op zijn uitnodiging ingaan.
Ik wijs ook op de doop. Gedoopt zijn als kind is ook een vorm van uitgekozen zijn! De Here belóóft daar dat Hij uw God en Vader wil zijn, en dat u zijn kind mag zijn. Hij gaf u al zijn woord? Hoeft u dan nog te twijfelen: ja maar… We hoeven nooit te denken: ik zou wel willen, maar ik hoop dat God ook wil. Hij wil wel! Dat is het hele Evangelie! Het probleem zit juist bij ons en ons ongeloof. En uitverkiezing wil zeggen dat Hij zelfs dat probleem nog oplost: Hij geeft wat Hij vraagt!
[tegenwerpingen 2: oneerlijk?]
Dat is de persoonlijke kant. Maar er kunnen ook nog andere vragen opkomen, meer in het algemeen. Iemand denkt: zo, dus geloof is een gave van God. Hij zoekt het op, en inderdaad, zo staat het in Efeze 2 vers 8. En dan gaat hij doorredeneren: dús als iemand niet gelooft, dan is dat omdat God het niet geeft. Dús als iemand verloren gaat, dan is dat Gods schuld. Had Hij het geloof maar moeten geven! Blijkbaar wil God dat er heel wat mensen niet zalig worden! Anders zou Hij iedereen wel laten geloven, toch? En zo wordt God tot een tiran, die sommige mensen willekeurig uitkiest en vele anderen naar de hel verwijst – terwijl ze daar niets tegen kunnen doen.
Wie zo praat, gaat de perken van de Bijbel verre te buiten. Dan krijg je iets als het plaatje dat u op de hand-out vindt: een lopende band met mensen, God pikt er sommige uit. Dat is de uitverkiezing. En de rest, die gaat zo per lopende band het hellevuur in. Maar zó is het niet! Het is Godslasterlijk om zo te denken. Als mensen verloren gaan, is niet zijn schuld maar van de mensen zelf! De Bijbel zegt letterlijk “God wil dat alle mensen zalig worden” 1 Timotheüs 2 vers 4. Iedere redenering die tot een andere conclusie leidt, deugt ergens niet! Zoals gezegd, het ligt aan ons mensen. Wij denken God niet nodig te hebben, en daarom gaat het fout. Niet omdat God iemand van eeuwigheid een kaartje om zijn nek hangt ‘voorbestemd voor de verdoemenis’.
Een ander beeld is daarom beter, ook dat vindt u op de hand-out. De hele mensheid ligt in de vuilnisbak, ver van God en geluk. Maar nu is de Here zo goed om mensen uit die vuilnisbak te vissen! Dat is uitverkiezing. Geen noodlot, maar genade!
Je kunt nog verder blijven denken en malen. Waarom vist Hij niet iedereen uit de vuilnisbak? Of precies andersom gezegd: als God wil dat iedereen gered wordt, waarom gebeurt het dan niet? Hier loopt elke redenering stuk, en elk beeld ook. Ons verstand kan niet vatten wat bij God samengaat. Dat Hij wil dat alle mensen gered worden, maar niet alle mensen worden gered. Dat geloof een gave van God is, én dat wij opgeroepen worden om te geloven. Dat een mens niet zichzelf kan behouden, én dat verloren gaan toch je eigen schuld is. We zullen ons eerbiedig moeten houden aan deze Bijbelse paradoxen.
Laten we bovenal één ding onthouden: in zulke redeneringen komt Jezus niet voor. Terwijl Hij de kern in van het geloof. Laten we ons liever aan Hem houden, die zegt: kom tot mij!
[reden tot blijdschap]
Als ik deze vragen noem, zou je haast zeggen: wat is die uitverkiezing lastig en zwaar! Laten we het maar in een diepe la wegleggen. Maar zo doet de Bijbel niet! Nee, dat God mensen uitkiest is in de Bijbel reden om blij te zijn. Halleluja, de Here kiest ons uit! Weet je hoe geweldig! – Die toon, die mogen ook wij leren aan te slaan. We zien het en de Efezebrief, waar we het begin van lazen. “geloofd zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, omdat Hij ons voor de grondlegging der wereld uitgekozen heeft in Hem!”
Paulus is er erg blij mee! Weet u waarom? Omdat Hij zichzelf kent. Hij wás een tegenstander van Jezus, Hij vervolgde de christenen – uit zichzelf zou hij nooit maar dan ook nooit zijn gaan geloven in Hem. En nu is hij tóch gaan geloven. Waarom? Omdat God ervoor zorgde. Dat beseft Paulus heel diep. Hij is er nog altijd dankbaar voor.
Zo was het ook bij Augustinus, een kerkvader die voor de leer van de uitverkiezing erg belangrijk is geweest. Augustinus beschrijft zelf hoe hij tot geloof kwam. Hij zocht het hier en daar en overal, in seks en in een sekte, maar rust vond hij niet. Tot God zelf op wonderlijke wijze tot zich trok. Uit zichzelf was hij niet gekomen, maar al tegenstribbelend werd hij bekeerd. En daarom had hij geen moeite met de uitverkiezing. “God zij dank dat Hij mij heeft uitgekozen, anders was ik er nooit gekomen!”
En hoe is dat bij ons? Ken je jezelf een beetje? Zou u uit uzelf God zoeken? Ik niet hoor! En dan kun je blij zijn dat Hij het is die geloof geeft! Blij zijn dat je bent uitverkoren. Dat kan alleen achteraf. Niet als je je steeds maar afvraagt of jouw lootje ook getrokken is. Achteraf, als je Gods liefde hebt leren kennen.
Vooraf moet je je helemaal niet druk maken over deze dingen. Je zou het kunnen met een poort. Een poort met aan beide kanten een opschrift. Aan de ene kant, gericht op alle mensen, staan de woorden uit Mattheüs 11: “kom tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn”. Een oproep, een uitnodiging voor iedereen. Als je dan komt, en binnengaat, en gelooft, en rust vindt, dan kijk je om. En aan de binnenkant van de poort staan de woorden uit Efeze 1: ““geloofd zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, omdat Hij ons voor de grondlegging der wereld uitgekozen heeft in Hem!” En je juicht mee met deze lofwoorden!
[slot]
Uitverkiezing – een dieptepeiling. Laten we oppassen dat we niet uit de boot vallen terwijl we de diepte willen doorgronden! Laten we liever eindigen met weg te zinken in lof voor God, die zorgt dat mensen zalig worden die Hem niet zoeken. Dan zeggen we met Paulus in Romeinen 11:
O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God,
hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen!
Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?
Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden?
Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen.
Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.
Amen.