Tags

, , , , ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
vanmorgen worden we meegenomen naar Israël. In gedachten worden we neergezet ergens in de heuvels van Juda. Je kijkt om je heen, en je ziet een dunbevolkt gebied waar het droog is. ‘Hoe heet het hier?’ vraag je als er iemand aankomt. ‘De kaak’, zegt hij – Lechi. Wat een wonderlijke naam! Aan de ene kant zie je een opvallende rotspartij, misschien komt de naam daar wel vandaan. Je kijkt nog eens rond, en je oog valt op een holte waar water opwelt. Een bron in deze wildernis! De man ziet je kijken. ‘Dat is de bron van de roeper’ zegt hij met een gebaar die kant op. Bron van de roeper – je weet toevallig dat in Israël een wilde patrijs zo wordt genoemd, ‘roeper’. De patrijzenbron dus?
Maar later kom je er achter dat er een verhaal vastzit aan die namen. Een verhaal van vroeger, uit de tijd dat er zelfs nog geen koningen waren. Een verhaal van Simson de sterke. Een verhaal over leven uit de Bron.
We staan vanmorgen weer stil bij ons jaarthema, ‘leven uit de Bron’ – de Bron met een hoofdletter. Dat doen we aan de hand van wat we uit de Bijbel lazen over Simson. Ook hij kan niet zonder bron! Maar er is veel meer te zeggen. Al voorbereidend kwam ik uit op drie dingen, dus we hebben vanmorgen een ouderwetse drie-puntenpreek.

  • Het eerste punt is: Simson leeft níet uit de Bron.
  • Het tweede punt is: God geeft Simson toch kracht uit zijn krachtbron
  • En het derde punt is: Simson leert te leven uit de Bron

[Simson leeft niet uit de Bron]
Om te beginnen dus: Simson leeft níet uit de Bron. Dat blijkt wel duidelijk uit het voorafgaande. Voor zijn geboorte was Simson al apart gezet voor God, dat had een engel aan zijn ouders verteld. Maar uit het leven van Simson blijkt tot nu toe niet dat hij veel had met God! Hij zou het land verlossen van de Filistijnen die destijds overheersten. Maar Simson trouwt juist met een Filistijns meisje. Dat gaat meteen al mis. Er komt ellende op de bruiloft, en Simson slaat een stel Filistijnen dood. Zijn vrouw wordt dan aan een ander gegeven, waarop Simson wraak neemt door de Filistijnse oogst te vernietigen. De Filistijnen slaan weer terug door de vrouw en haar vader te vermoorden. Waarop Simson weer wraak neemt… Er ontstaat een spiraal van geweld die steeds erger wordt. Nu staan de Filistijnen met een heel leger klaar om Simson te grijpen!
Heel opvallend is dat Simson precies hetzelfde zegt als de Filistijnen. De Filistijnen zeggen “wij zijn gekomen om met hem te doen zoals hij met ons deed” – vergelding, wraak nemen. Maar Simson zegt boos “zoals zij mij gedaan hebben, zo heb ik bij hen gedaan” – net hetzelfde. Als je zo denkt kan het geweld alleen maar oneindig doorgaan. Het lijkt haast wel de geweldsspiraal tussen de Palestijnen en Israël! Een eindeloze en uitzichtloze cirkelgang.
Simson denkt en doet dus precies als de heidenen. Wat God vindt van zijn wraakacties, lijkt hij zich niet af te vragen. We lezen nergens dat hij bidt, of God om leiding vraagt. Aan Gods regels houdt hij zich ook niet. Als apart gezette, Nazireeër, mocht hij geen alcohol drinken. Maar ik vraag me af of er op zijn bruiloft alleen sap werd geschonken. Hij mocht geen dode lichamen aanraken – maar Simson heeft geen moeite met een dode meer of minder. In het vervolg lezen we ook nog dat hij naar de hoeren gaat. Kortom: Simson lijkt niet te leven uit de Bron, niet in verbondenheid met God. Hij volgt zijn eigen ruwe impulsen, waar die ook heen leiden.

Wat is het dan wonderlijk dat de Here toch deze man in dienst neemt! Hij wordt een verlosser voor Israël, tegen de Filistijnen. Ook hij staat in het rijtje van de richters – de leiders van Israël. Ik vind dit een belangrijke les. De Here heeft niet een voorkeur voor een bepaald type mens. Soms zou je het idee krijgen dat een goede gelovige van praten houdt, niet van doen. Maar doeners kan God evengoed gebruiken. Als je vooral sterk bent met je handen – God kan er wat mee! En óók al je een ruw en impulsief karakter hebt – God gebruikte Simson net zo goed. Ieder mensentype kan de Here dienen om eigen manier.
Alleen… wil de Here je echt kunnen gebruiken, dan moet je wel leren om te luisteren naar Hem. Leren leven uit de Bron! Anders blijf je een ongeleid projectiel, zoals Simson hier. Ook hij zal zijn les moeten leren!

[God geeft Simson toch kracht uit de Bron]
Dan het tweede punt: Simson krijgt kracht uit Gods krachtbron. Dat is het wonderlijke in deze geschiedenis. God geeft hem tóch kracht, al vraagt Simson niet naar Hem.
De Filistijnen zijn gekomen om Simson gevangen te nemen. De Judeeërs schrikken enorm, als ze zo’n leger zien komen. Ze denken er zelfs niet over om zich te weer te stellen. De Filistijnse overheersing hebben ze allang geaccepteerd als feit. ‘Weet u niet dat de Filistijnen over ons heersen?’ Ze willen maar één ding: dat dit leger weer verdwijnt. Als ze horen dat het om Simson gaat, besluiten ze hun sterke man uit te leveren.
Dit doet me trouwens denken aan wat er met Jezus gebeurde. “Het is beter dat één man sterft en niet het hele volk” zei hogepriester Kajafas. Jezus, hij liet zich weerloos binden en wegvoeren. Simson wonderlijk genoeg ook – dit past niet bij zijn karakter! Hij had zo kunnen ontkomen – net als Jezus. Maar hij doet het niet. En het wonderlijke: Simsons vernedering loopt uit op een overwinning. Op verlossing. Opnieuw: net als bij Jezus, de grote verlosser!

Want ineens voelt Simson een enorme kracht door zich heen bruisen. De touwen die hem binden rukt hij kapot alsof het geschroeide draadjes zijn. Hij grijpt het eerste-beste wat hij ziet liggen: de kaak van een ezel, die daar toevallig ligt. Hij pakt het grote bot vast als een knuppel en hij sláát er op los. De Filistijnen zijn compleet overrompeld en velen vinden de dood. Een grote overwinning!
Waar komt die kracht vandaan? Daar is de Bijbel duidelijk over: “toen overspoelde hem de Geest van de Heer” staat er letterlijk. Het is kracht van God! God die hem immers had uitgekozen om bevrijding te brengen van de Filistijnen. Het is kracht uit de Bron – Gods krachtbron, de Heilige Geest. Al leeft Simson niet uit de Bron, hij wordt erdoor overspoeld. Hij wordt tóch gebruikt door God! En dan kunnen er ongelooflijke dingen gebeuren! Toen, maar ook nu.
God is de grote Krachtbron, die mensen kracht geeft voor zijn werk! Dat is een kant van ons jaarthema die we niet moeten vergeten. Leven uit de Bron, dat is niet alleen zelf te drinken hebben, niet meer droog staan. Leven uit de Bron, dat betekent ook: Gods kracht ontvangen om voor hem grote dingen te doen. Dingen die we misschien niet eens voor mogelijk hadden gehouden. In Gods kracht kan een mens grote daden doen!
Simson, hij werd gevuld met Gods kracht en hij ging vechten. Ik besef dat hier vragen kunnen rijzen: is dát nu Gods kracht? Om een heleboel mensen dood te slaan? Tja… we zijn hier wel in een ruwe tijd, met ruwe tegenstanders. Dit is niet naar de maat van Jezus, dat zal duidelijk zijn. Maar het is wel een gevecht dat bevrijding brengt voor het onderdrukte Israël. Een ‘grote verlossing’ zegt Simson in vers 18. Waar het hier vooral om gaat is dat God er de kracht voor geeft!

Simson lijkt daar echter weinig bij stil te staan. Hij geeft God in elk geval niet de eer. Hij zingt een brallerig lied: “Met een ezelskaak heb ik ze geraakt, ik heb er wel duizend doodgemaakt!” Het gaat alleen over hem, niet over God die hem kracht gaf. Hij noemt de plek ‘kaakheuvel’ (ramat-lechi) zodat de herinnering zal voortleven aan Simson, de grote held. Maar God eer geven, Hem danken? We horen er niets over! Helaas een les voor alle tijden, dat mensen Hem snel vergeten…

[Simson leert te leven uit de Bron]
Maar dan ten derde: Simson leert te leven uit de Bron. Ja, de Here heeft hem kracht gegeven, eigenlijk ondanks hemzelf. De Here wil hem verder gebruiken om Israël te leiden. Maar dan moet Simson wel een belangrijke les leren.
Simson is uitgevochten. De Filistijnen zijn gevlucht, en ook de Judeeërs zijn nergens meer te bekennen. Triomfantelijk gooit hij de ezelskaak weg. Hij heeft dorst gekregen van de enorme inspanning. Maar hij kijkt rond, en nergens is iets van water te bekennen. De zon brandt, zijn dorst wordt steeds erger. Wat moet hij nu? Met dorst ben je niks meer. Ook geen overwinnaar– wat heb je daaraan in een dorre streek? De trotse Simson zingt een toontje lager. God laat hem merken hoe weinig hij voorstelt. Hij is geen halve God, maar een mens. Kwetsbaar en afhankelijk. Als God hem aan zijn lot overlaat, is hij nergens.
Het lijkt wel op wat we vorige week hoorden uit psalm 30. Daar leerde David dezelfde les, doordat een ziekte hem trof. Ook een succesvolle koning is niet onkwetsbaar! Simson, de succesvolle strijder, ervaart hetzelfde!
Dorstig kijk hij om zich heen – geen mens! En dan wendt Simson zich tot God, voor de eerste keer in zijn levensverhaal. God moet hem helpen, anders is hij nergens! Simson gaat bidden.
Hij klinkt nu wel heel anders dan daarnet na die overwinning. Toen was het “ik heb…” , maar luister nu eens! “Here,” zegt hij, “Ú hebt door de hand van Uw dienaar deze grote verlossing gegeven”. God deed het! ‘Ik, Simson, was maar een middel in uw hand! Ik pakte een ezelskaak, en U, Here, nam deze ezel in uw hand, om zo verlossing te brengen!’ Simson kent zijn plek.
Dan vraagt hij om wat hij nodig heeft: om water. Ook nu ligt de nadruk niet op ‘ik’. Hij zegt ‘Here, zou ik dan nu van dorst sterven en in de handen vallen van deze onbesnedenen – de Filistijnen. Met andere woorden: Here, dat kan toch niet? Dan is uw wonder van daarnet toch voor niets geweest? Hij wijst op Gods zaak, niet zozeer op zijn eigenbelang. Dat is de beste manier van bidden!
En Simson wordt verhoord. God laat een bron opspringen uit een holte in de grond. Simson is gered! Hij kan drinken, hoeft niet van dorst om te komen. En tegelijk zit hier een diepere laag. Er staat niet voor niets ‘toen keerde zijn geest terug en hij leefde op’. Letterlijk staat er ‘hij leefde’. Nu leeft Simson pas echt! Uit de Bron – uit wat God geeft. Nu keerde zijn geest terug – maar zou ook niet de Geest van God terug zijn gekeerd? Hij werd veranderd, geschikt gemaakt voor zijn taak. Want de twintig jaar daarna horen we niet meer van wraak en woeste krachtpatserij. Hij gaf leiding aan Israël, twintig jaar. Hoe kan zó iemand als Simson nu leiding geven? Omdat hij had leren drinken uit de Bron. Te leven uit Gods kracht!

[afsluiting]
Wat kunnen wij nu meenemen uit deze geschiedenis? Simson is niet echt een voorbeeld te noemen. Of misschien alleen aan het einde, als hij God erkent. Wij leven ook in andere tijden dan Simson. Vreedzamere tijden, gelukkig. Maar ook: na de komst van de Here Jezus. En dat maakt veel verschil.

Echter: God is dezelfde! En zijn kracht is niet verminderd. Laten we dat maar meenemen: als zijn kracht je leven vervult, kun je méér dan je ooit had gedacht! Onvermoeid dienen, dingen zeggen die je niet durfde, grote stappen zetten… De Bron is Hij – hij die hemel en aarde schiep. Maar Hij wil zijn kracht geven aan mensen die op Hem vertrouwen! Of zoals ik woensdag nog op de catechese vertelde: één mens met God is altijd in de meerderheid. Hudson Taylor, een bekende zendeling, zei eens: verwacht grote dingen van God, onderneem grote dingen voor God! Gods kracht is groot, en Hij wil ú en mij er iets van geven. Als de Geest je vaardig maakt!
Want daar moeten we het wel van hebben. Wij mogen dezelfde les leren als Simson: uit jezelf ben je niet zoveel, al denk je soms van wel. Het moet bij God vandaan komen! Hopelijk leren we het op een minder harde manier dan hij.
En tenslotte, wij zijn bevoorrecht boven Simson. Bij hem kwam de Geest en de kracht van buitenaf op hem. Eigenlijk zelfs ondanks hemzelf! Hij werd ‘overspoeld’ zegt de Bijbel. Eerst leefde hij geesteloos, dan kwam er een een hele golf van de Geest en hij werd sterk. Maar… na de overwinning was het ook zo weer weg. Droogte, letterlijk en figuurlijk! Bij Simson moest het van buiten komen, extern. Maar wie gelooft, mag sinds Pinksteren de bron binnenin hebben. Intern! Jezus zegt ‘wie gelooft, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste stromen’. Dan hoef je niet af te wachten of de Geest komt. Die ís er, binnenin. Dan mag je stééds nieuwe kracht ontvangen. Dan mag je vertrouwen op Gods aanwezigheid en leiding.
Simson leerde leven uit de Bron. Gods kracht, niet de zijne. Ik hoop dat wij allen dat leren, eens en telkens opnieuw. God geve dat zijn bron van binnen, de Heilige Geest, ons voortdurend zal kracht geven en leiden en bijstaan. Dan kunt ook ú of jij, dan kan ook ik grote dingen doen voor de Here. Laten we dan allen steeds weer drinken uit de Bron. Leven uit Hem! ‘Gelukkig hij die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht!’

Amen

Vragen voor preekbespreking:

Algemeen
-Noem één ding dat u aansprak of dat u meeneemt!
-Wat was volgens u de hoofdboodschap van de preek?
-Wat er iets dat vragen opriep?

Mogelijke gespreksvragen
-Waarin is Simson geen voorbeeld? Ook ergens wél in?
-“ik doe alleen maar terug wat zij mij aandeden” (vs 10-11) → herkenbaar? waar leidt het toe? Wat zegt Jezus ervan?
-Kun je in Simson iets van Jezus te zien? Waarom (niet)?
-“God gaf Simson zijn Geest opdat hij veel Filistijnen kon doodslaan” (vers 14-15)
God geeft de ruwe Simson zijn Geest – kan dat wel???
past dat wel bij Gods werk, zulk geweld?
-Wat vind je van Simsons lied na zijn overwinning? Ken je tegenwoordig ook zulke mensen/zulke taal?
-Heb je ook wel eens ervaren dat je als mens weinig voorstelt zonder God? Hoe dan? Wat bewerkte het?
-Ken je iemand die door de kracht van Gods Geest grote dingen tot stand heeft gebracht? (denk bv. ook aan de kerkgeschiedenis)
-Zijn er dingen die je nu niet kunt, maar die je wellicht wel zou kunnen in de kracht van Gods Geest?
-Hoe kun je komen aan die kracht? Hoe leef je uit de Bron? Maak zo praktisch mogelijk!
-Uit de preek: “bij Simson was de werking van de Geest van buitenaf, maar bij gelovigen nu is Hij van binnenin”
→ mee eens? Wat is het verschil? Ervaar je het ook zo?