Tags

, ,

Uit de Bijbel is gelezen: Johannes 15:9-17 ‘het gebod van de liefde’, en 1 Korinthe 13:1-8a,13 ‘zonder liefde is alles leeg’

 

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
bent u een optimist of een pessimist? Sommige mensen zijn van zichzelf positief ingesteld. Is er een probleem, dan vertrouwen ze vast dat er een oplossing komt. Lopen dingen mis, dan zien ze toch de zonzijde. Optimisten, de mensen van het halfvolle glas. Je kunt datzelfde glas ook half leeg noemen, natuurlijk, en dat doet naar het schijnt een pessimist. Iemand die de neiging heeft om juist de problemen en negatieve dingen te zien, de hobbels en obstakels.
Optimisten worden meestal meer gewaardeerd dan iemand die pessimistisch is. Alleen, de vraag is: wie heeft er eigenlijk gelijk? Is de wereld zonnig en komt alles goed, of is de wereld een donkere plek vol dingen die fout kunnen gaan? Er zei eens iemand “een optimist… is een realist… die zich vergist”. Drie keer raden wat hij zelf was!
Nu legt vanavond de catechismus ons de vraag voor ‘waaruit kent u uw ellende?’. Of die ellende er is, wordt niet eens gevraagd, dat wordt als vanzelfsprekend aangenomen. En iets verderop wordt ons in de mond gelegd ‘ik ben van nature geneigd God en mijn naaste te haten’. Optimist of pessimist, de schrijver van deze woorden? Geloof, vooral gereformeerd geloof, wordt door mensen wel eens gezien als iets zwaars, iets wat een wolk voor de zon trekt. Gepraat over zonde en ellende…
Is dat zo? Is het christelijk geloof zwaarmoedig, pessimistisch? Nee, helemaal niet! Weet je wat pas pessimistisch is? Het wereldbeeld van veel mensen zonder God. Ik heb dat vorige week geprobeerd te schetsen: een grijs schilderij, waarop menselijke figuurtjes verloren in de leegte lopen. De wereld is zoals hij is en gaat nergens heen – daar moet je het mee doen. Maak er maar het beste van!
Nee, dan liever het geloof. Dat is veel positiever. Dat zegt: hé, zoals wij zijn en zoals de wereld is dat is niet een gegeven, dat is een probleem, ellende. Maar… er is een oplossing! Het kan anders, voor jou en voor iedereen! Is dat pessimistisch? Welnee, dat is de meest optimistische boodschap die er bestaat! Een christen is een realist, én een optimist. Zó moet je dat vragen van de catechismus naar ellende begrijpen.

[de drie onderdelen van geloof]
Waar komt zo ineens die vraag vandaan ‘waaruit kent u uw ellende?’ Dit is uitwerking van wat ervoor staat. In de eerste vraag, we hoorden het vorige week, kregen we dat ongelooflijk warme en diepe antwoord wat de kern van het geloof is. De liefde van Jezus! Wie nog denk dat geloof somber is, moet dat antwoord maar eens nalezen!
Vervolgens vraagt de catechismus uit welke drie onderdelen echt geloof bestaat. Dat is niet een echte vraag, het is meer een vooruitblik. Het vervolg van de catechismus is namelijk precies ingedeeld in deze drie delen. Maar goed, het antwoord is dat geloof drie onderdelen heeft. Ten eerste: dat je je eigen zonde en ellende kent. Met andere woorden: dat er een probleem is. Ten tweede: hoe je uit de ellende verlost wordt – dat er dus een oplossing is voor het probleem. Die oplossing geeft Jezus. En ten derde: hoe je God dankbaar bent voor die verlossing. Geloof houdt dus drie dingen in: één – er is een probleem. Twee: Jezus geeft de oplossing. Drie: je begint een nieuw leven.
Vandaar dat nu ineens die vraag komt ‘waaruit kent u uw ellende?’ Met andere woorden: wat is het probleem eigenlijk waarvoor Jezus de oplossing is? Een belangrijke vraag. Als we alleen maar roepen ‘Jezus redt’ maar niet waarvan, dan kan geloof al snel goedkoop en leeg worden. Er is écht een probleem!

[het is een cirkel]
Maar eerst even wat anders. Als vanzelf zou je die drie onderdelen opvatten als stappen ná elkaar. Zo van: eerst was ik een ellendige zondaar. Toen verloste Jezus me. En nú ben ik iemand die dankbaar leeft voor God. Maar dit is niet de bedoeling! Zo kan het voelen, als je net tot geloof bent gekomen. Maar na een tijdje merk je dat het eerder een cirkel is [zie handout]. Je doet toch weer dingen die niet deugen, je bent niet 100% een nieuw mens, zo merk je. Je valt jezelf bar tegen. Je hebt telkens weer de vergeving nodig die Jezus brengt. Telkens weer wil je dan voor Hem leven. Maar na een tijdje… Dan blijkt weer dat je er nog niet bent. Ellende! Weer moet je verlost worden. En wéér wijd je je toe. En zo voorts. Het is een cirkel, niet een lijn!
Degene die antwoord geeft op de vraag naar de ellende, is dezélfde die vorige week beleed: ik ben van Jezus! Dus níet: eens had ik een probleem, maar dat is nu voorgoed voorbij! Nee, juist hoe langer je gelooft, hoe meer je merkt hoe diep het probleem zit. En hoe meer je ziet hoe diep de verlossing is die Jezus geeft, en hoe meer je daarvoor dankbaar bent. Een cirkel!
Als dat niet zo was, als het stappen waren ná elkaar, een lijn, dan zou op een gegeven moment de verlossing een gepasseerd station zijn. Dan was je alleen maar een wedergeboren christen, die voortdurend blij en verlost is. Zoals iemand eens dichtte over een Amerikaanse Tv-prediker: “zijn glimlach staat zo stralend op zijn gezicht bevroren/ het lijkt wel of zijn tanden ook al weder zijn geboren”. Dan wordt het snel onecht. Want ook als je weet dat Jezus je verlost heeft, in je binnenste merk je toch dat daar van alles leeft dat niet deugt. Niet alleen bij ongelovigen, maar ook als je gelooft. Ja sterker nog: juist als je gelooft, dan ga je het zien!

[jezelf leren kennen in Gods licht]
Want, zo zegt de vraag: waaruit ken je je ellende? Uit de wet van God. Met andere woorden als je van God noch gebod weet, dan wéét je niet waar het echte probleem zit. Al mag je inzien dat de wereld niet een en al zonneschijn is, pas in het licht van God zie je het échte probleem. Dat zit namelijk niet in hoe de wereld is, maar in hoe je zelf bent.
Waaruit kent u uw ellende? Uit de wet van God. De wet, dan denken wij al snel aan regels: je mag niet doden, niet liegen, stelen, niet grasmaaien op zondag misschien. Dan gaat het over daden. Dan kan het zijn dat je helemaal geen probleem ziet. Nee, ik steel of moord niet, ik spreek gewoonlijk de waarheid, ik zit in de kerk. Ik krijg wel een voldoende – geen probleem!
Echter, zó werkt het niet. Zo werkt het misschien in de islam, waar je kunt afvinken of je al je plichten hebt voldaan. Het christendom, Jezus, gaat echter dieper. De catechismus noemt terecht niet allerlei regels, maar wijst op de liefde als de kern van wat God wil. Dat is niet alleen wat je doet, dat is een houding, dat is hoe je bént. Wordt mijn leven getypeerd door dit éne: liefde, tot God en de anderen? Dat red je niet met regels houden. Je kunt niet moorden of stelen, je belasting netjes betalen en braaf in de kerk zitten, maar toch een onuitstaanbaar en zelfingenomen persoon zijn.
Het is alsof Jezus, en in navolging van Hem de catechismus, een gordijn opentrekt waardoor de zon plotseling binnenschijnt in een schemerige kamer. Ineens zie je allerlei stofjes dwarrelen in de lucht. Een kind roept: mama, doe het gordijn weer dicht, er komt zoveel stof! Maar het stof was er al. Je zag het alleen niet. Zo laat ook het licht van Jezus’ liefdeboodschap je ineens zien hoeveel je tekortschiet!

[liefde als de kern]
Wat liefde inhoudt, moeten we invullen vanuit de Bijbel. Dan blijkt het wel iets anders te zijn dan een warm gevoel. Paulus schrijft erover: ‘de liefde is geduldig, vriendelijk, niet jaloers, ze zoekt zichzelf niet…’ Liefde zoals Jezus die leert, is dat je de ander op het oog hebt en diens belang. Dat je jezelf wel iets wilt ontzeggen als je een ander daarmee helpt. Liefde, ware liefde, wil zich zelfs opofferen voor de ander. Jezus zegt ‘dit is mijn gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals ik u heb liefgehad. Niemand heeft grotere liefde dan dat iemand zijn léven geeft voor zijn vrienden’. Dat deed Hij. Hij gaf zijn leven, om anderen leven te geven – ons. Hij bad voor degenen die hem kruisigden. Hij haatte hen niet! Liefde, het is de ander het goede toewensen en je daarvoor inzetten. Liefde, het is het tegenovergestelde van egoïsme – voor jezelf gaan. Paulus zegt: wat je doet, ontleent zijn waarde aan hóe je het doet. Al geef je je bezit weg, als je het doet om er bewondering mee te oogsten, dan is het leeg. Als je nuttig vrijwilligerswerk doet in een inloophuis, maar je doet het voor je CV – dan heeft het geen waarde.
Díe spiegel houdt Jezus ons voor: leef je uit liefde? Niet alleen wát je doet, ook hoe je het doet! En o, wat is er dan veel stof te zien in mijn kamer! Ook als ik ieder het zijne geef, draaien meestal m’n gedachten om mezelf. En wat kun je soms hatelijke dingen denken over mensen. Zeggen soms… Wat een halve waarheden zeggen om jezelf in een beter licht te stellen. Hoe makkelijk vergeten iemand op te zoeken die eenzaam is… En dat alles dus terwijl je alle tien geboden houdt. Maar de liefdewet, houd je die?
En dan heb ik het alleen nog maar gehad over de liefde tot de naaste. Jezus noemt eerst: de liefde tot God. Hoe is het daarmee? Héél je hart en ziel en verstand en kracht voor Hem… Dat verdient Hij. Al vloek je niet en dien je geen afgoden, haal ik die hoogte? Wat een stof, als het licht van de liefdewet schijnt!

[natuurlijke reactie: zelfverbetering]
Kijk, en dát noemt de catechismus nu de ellende waar we mee zitten. Niet dat het een zooitje is in de wereld, al is dat ellendig genoeg, maar dat ik van binnen verkeerd georiënteerd ben. Dat ik niks met God heb, en vooral voor mezelf leef. Dat ik-gericht-zijn, dat is wat de Bijbel noemt zonde, doel-missen! Dat ga je pas echt zien als je kennismaakt met Jezus en zijn onderwijs. Waaruit ken je je ellende? Uit Gods liefdewet!
En hoe dan verder? Dan is er een verkeerde, en een goede manier. Helaas is het nu net weer de ellende, dat we standaard de verkeerde weg kiezen. Dan denk je: OK, zó moet ik dus zijn, maar ik schiet tekort. Dan ga ik het vanaf nu beter doen! Ik zal niet meer roddelen, en vaker naar die oude tante gaan, en meer bidden, enzovoorts. Dat zijn goede voornemens. Maar je innerlijk verandert er niet door. Dus wat gebeurt er? Het versloft weer, en je vergeet je voornemens. Of je voelt je voortdurend schuldig. Of nog erger: het lukt je wel, en je bent heel tevreden over jezelf. Kijk eens hoe goed ik ben! Dan ben je toch weer met jezelf bezig, in plaats van dat je de dingen doet voor de ander en voor God.
Nee, die weg moet je niet op, van jezelf willen veranderen. Dat lukt niet. Je daden kunnen wellicht bijgebogen, maar je innerlijke gerichtheid niet. En hoe harder je probeert, hoe meer je daar tegenaan loopt. En trouwens: met verbeteren zijn je zonden uit het verleden nog niet weggewist. Hoe moet het daarmee?

[betere reactie: naar Jezus toe]
Nee, er is een ándere weg om te gaan wil je uit de ellende komen. De weg naar Jezus. Want dát is de goede boodschap van de Bijbel: Jezus kan je er wel uit helpen. En dat wil Hij ook! Hij wil je vergeven wat je fout deed, waar je tekortschoot en waar je zondigde. Hij geeft een nieuw begin. Hij wil niet alleen vergeven, maar ook veranderen. Je verbinden aan God. Je liefde geven voor anderen. Kracht om zijn weg te gaan, zijn Geest om je te vernieuwen en te inspireren.
Je moet bij Jezus zijn! Hij leefde wel naar Gods liefdewet. Zijn liefde ging zover, dat Hij wilde sterven voor ónze zonde. Onze ik-gerichtheid en egoïsme. Hij droeg de straf ervoor. En Hij wil u ook doen delen in zijn leven en levenshouding. Dát is de weg uit de ellende. Niet: ‘ik ga het beter doen’, maar deze: ‘Here Jezus, vergeef mij dat ik altijd weer mezelf op de eerste plek zet. Vergeef me dat ik vandaag weer dit deed, en dat zei… Vergeef mij alstublieft! Dank u wel dat U mij genade belooft, dát wil ik geloven’. En dan: dankbaar weer op zijn weg gaan. De cirkel van het geloof, ik wees er al op. Dát is de manier om verder te komen.

[levenslange leergang]
Hoe meer rondjes je gaat in je leven, hoe minder zonde er overblijft. En tegelijk: hoe meer je je een zondaar voelt, iemand die alleen kan leven uit Gods vergeving en genade in Jezus. Ze zeiden vroeger wel: minder zonden doen, groter zondaar worden. En zo is het! Het is opvallend hoe mensen die wij heel heilig zouden noemen, zichzelf beklaagden als miserabele zondaars. De apostel Paulus bijvoorbeeld, of Luther, of Augustinus. Die waren daar niet aan voorbij! De Engelse schrijver C.S. Lewis zegt iets treffends: “goede mensen weten dat ze falen. Matige mensen denken dat het wel meevalt. Echt slechte mensen hebben geen idee van hun slechtheid”. Wat dat betreft denk ik aan president Trump. In een Tv-interview werd gevraagd of hij God weleens om vergeving had gevraagd. Hij zei toen ‘hoezo vergeving? Ik probeer gewoon geen fouten te maken!’ Dat laatste is een goed idee, proberen geen fouten te maken. Niet alleen tegen de regels, maar vooral niet tegen de liefde die de kern is. Maar wie dat écht probeert zal merken dat je vergeving niet minder, maar méér blijkt nodig te hebben.

[slot]
Hoe denkt u over uzelf? Herkent u iets van deze cirkel in uw leven? Gaat u dit rondje? Want dát is het leven van het geloof. Een leven dat niet zonder Jezus kan, niet alleen één keer, maar dat Hem telkens weer nodig heeft. Een leven dat zich telkens dankbaar weer toewijdt, als je beseft hoe groot Gods genade is, als je geloven mag dat er ook voor jou tóch vergeving is. Een leven dat, helaas, een kwestie is van vallen en opstaan. Maar juist zo leer je én God, en jezelf steeds beter kennen. Kent u er iets van?
Eens, dán zal deze cirkel gebroken worden. Dan is de macht van de zonde voorgoed verbroken. Dan zal het een lijn worden: eens was ik ellendig, maar nu voorgoed verlost, om altijd Hem te eren. dat zal zijn als Jezus komt. Of als je eerder sterft en naar de Heer gaat. Dan mogen we daar wel naar uitzien. Niet naar de dood, maar naar de volkomen vernieuwing. Daar raak je eindelijk jezelf kwijt, om zo eindelijk jezelf te worden zoals God het bedoeld heeft. Daar is geen ellende meer – daar is alleen liefde.
Maranatha – kom, Heer Jezus!

Amen