Tags

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
eten kan soms wel eens zwaar op de maag liggen. Het smaakt goed, je neemt nog wat, maar dan merk je al snel: zo, dat vult wel! Een gerecht met veel room erin bijvoorbeeld. Voor je het weet heb je teveel op! Heel verraderlijk is dat. Voor je smaakpapillen is het heerlijk, maar voor je maag toch wat minder. Niet zo prettig, als je na de maaltijd het gevoel hebt van: dit was eigenlijk teveel. Je moet echt een tijdje ‘uitbuiken’, zoals dat heet. Lekker in de mond, maar zwaar op de maag.
Niet alleen voedsel kan zwaar op de maag liggen. Ze zeggen het ook wel van andere dingen. Van een probleem waar je mee zit bijvoorbeeld. Of ook van een boodschap die je krijgt en die je zwaar op de maag valt. Of denk aan een ‘zware’ preek, zoals ze dat noemen. Misschien wel de visioenen uit Openbaringen 8 en 9 waar we het vorige week over hadden. Niet bepaald lichtverteerbare kost!
Johannes mag dan zware visioenen neerschrijven, in het hoofdstuk voor vanmorgen krijgt hij iets voor zijn kiezen dat hemzélf zwaar op de maag ligt, letterlijk. Johannes eet iets dat heerlijk smaakt, maar wat in zijn buik een minder prettige uitwerking heeft. Wat gebeurt er? Johannes eet een boekje op! Wat een vreemd voedsel, zult u wel denken! Maar het vreemde is: in zijn mond smaakt het heerlijk, zo zoet als honing. Als hij het boekje eenmaal opheeft, is het echter bitter in zijn buik. En dat komt niet omdat hij een paar ons papier heeft ingeslikt!
Laten we vanmorgen eens kijken wat dit vreemde profetendieet ons te zeggen heeft!

[de engel onthult Gods verdere plan]
In zijn visioen ziet Johannes eerst een machtige engel. In sommige vertalingen staat het woord ‘engel’ zelfs met een hoofdletter, alsof het hier om Jezus zou gaan. Toch denk ik dat we hier aan een boodschapper van God moeten denken, gewoon een engel dus. Wel een sterke engel: een boodschapper, bekleed met Gods macht!
Hij gaat staan met zijn ene voet op de zee en zijn andere voet op het land. Dat geeft aan hoe God de macht heeft over de hele wereld. Ze ligt onder zijn voeten, ze is onderworpen. God laat gebeuren wat Hij wil! En wat dat is, komt deze engel vertellen.
De engel zweert een eed. Hij roept de naam van God aan: “Hij Die leeft in alle eeuwigheid, Die de hemel heeft geschapen met wat daarin is, de aarde met wat daarop is en de zee met wat daarin is”. Heel plechtig! Zowaar deze God er is, zal gebeuren wat hij nu gaat zeggen. Wat dan wel? Dit: “Dat er geen tijd meer zal zijn” – bedoeld is: geen tijd van uitstel meer. De tijd is om! Met andere woorden: de wereld gaat nu écht naar het einde, Gods koninkrijk gaat aanbreken, Jezus zal terugkomen! Gods plan gaat nu voltooid worden. Alles waar al zolang op is gewacht, waar de oude profeten al van spraken, dat gaat gebeuren! Zonder verder uitstel gaat de wereld nu in een rechte lijn naar de wederkomst. Wat nog moet gebeuren, zal gebeuren, en wel meteen.
Vorige week hoorden we over rampen en oordelen waarbij telkens een derde deel van de aarde getroffen werd. Dat was allemaal in feite nog uitstel. De mensen kregen nog de tijd om tot inkeer te komen. God wachtte nog met de voltooiing. Maar nu, zegt de engel, nu komt de échte eindtijd. Alle remmen gaan los, alles komt tot een climax, en God plannen worden vervuld. Zijn koninkrijk breekt nu baan, door een finale crisis heen! Er zal geen tijd meer zijn van uitstel.

[wij doorgronden Gods plan niet]
Dan denken wij natuurlijk al snel: wanneer zal dat zijn? Wanneer zegt deze engel dit? Maar helaas, dat is niet duidelijk. Wij zouden het graag allemaal willen weten, wanneer de wederkomst is, en welke dingen wanneer zullen gebeuren daarvoor. En natuurlijk, het is goed om de Bijbel hiervoor te bestuderen. Maar we komen er nooit helemaal uit.
Er zijn wel predikers die complete schema’s opstellen voor het laatste der dagen, op internet staan er vele. Echter, dit zal nooit lukken. Gods grote plan met deze wereld wordt in dit hoofdstuk niet voor niets ‘het geheimenis van God’ genoemd. Een geheimenis: iets dat verborgen is. Dat heeft verschillende aspecten. Ten eerste kúnnen wij mensen niet heel Gods plan vatten. Wij zijn immers God niet! Zijn plannen gaan ons begrip eenvoudig te boven. En bovendien, dat is het tweede, we weten lang niet alles! God openbaart ons veel dingen in de Bijbel, maar Hij houdt ook dingen verborgen voor ons.
We zien dat duidelijk in dit gedeelte. Johannes hoort zeven donderslagen, zeven donderende stemmen die iets zeggen. Ongetwijfeld onthulden ze iets over Gods plannen. Johannes wil het al gaan opschrijven. Maar nee! Hij wordt tegengehouden. Ho! Dit mág je niet opschrijven! Het moet verzegeld blijven, dit is niet voor publicatie.
Dat maakt nieuwsgierig, toch? Wát zou er gezegd zijn? Het werkt al zo bij kleine kinderen: als ze iets niet mogen weten willen ze er des te meer achter komen. En zo ook bij deze donderslagen. In mijn bijbelcommentaren las vreemd genoeg pagina’s vol over wat ze gezegd zouden kunnen hebben… Maar nee, we weten het gewoon niet! God wil niet dat we alles weten! Hij houdt elementen uit zijn plannen voor ons verborgen.
Dit mag ons heel bescheiden maken als mensen. Denk maar niet dat je Gods plan ooit doorgrondt, denk maar niet dat je kunt uitstippelen hoe het zal gaan met onze wereld. Wij zijn ménsen – wij moeten niet leven van begrijpen, maar van vertrouwen. Moeilijk is dat! Niet begrijpen, maar toch vertrouwen dat Hij het goed doet! Dát is nu geloven.
[Gods plan opgeschreven]400
Er is echter ook heel veel dat wél onthuld wordt. De engel heeft een boekje in zijn handen. Daarin staan de hoofdlijnen van Gods plan voor het laatste stukje wereldgeschiedenis. En wat erin het boekje staat, is níet geheim. Johannes mag het boekje pakken, hij moet het zelfs opeten – wat dat betekent, daar kom ik zo op. Een geópend boekje, staat er niet voor niets.
God onthult aan ons mensen heel wat van zijn plannen. En het staat in een boek. Wij mogen daarbij zeker aan de Bijbel denken. Dit [gebaar] is het boek waar we Gods plan voor deze wereld in kunnen vinden. We stevenen niet blindelings af op een mistbank, nee, we mogen héél veel weten van wat de Here voorheeft met ons en met deze wereld. Gods plan met Israël: we lezen erover in de Bijbel. Gods grote plan in de verlossing, waarvoor Jezus kwam: het staat in zijn boek. Waar het heengaan met de wereld: we mogen al heel wat weten. Dat Jezus zal terugkomen, dat het uitloopt op de nieuwe hemel en aarde; maar ook dat er zware tijden zullen komen. Gods plannen worden ons onthuld in de Bijbel. Dus hóe belangrijk is het dan om vertrouwd te zijn met die woorden! Om ze te kénnen, te lezen. Ja, om ze te verslinden – net als Johannes hier doet.
Dan bedoel ik niet dat u papiereter moet worden, maar dat de woorden echt ‘door u héén gaan’ zogezegd. Want het is toch wat: dat je als mens maar liefst Gods masterplan mag inkijken! Dat je, vergeleken met andere mensen, een voorsprong krijgt?
Het is als bij één van die overlevingsspellen op TV, expeditie Robinson of zo. Stel je voor: één van de deelnemers verdient een bonus. Hij mag twee minuten kijken naar de kaart van de tocht die ze morgen gaan lopen. Nou, dan kijk je goed natuurlijk! Je probeert het in je hoofd te prenten, te onthouden waar de obstakels zitten, wat het einddoel is, en ga zo maar door. Je zou toch wel gek zijn als je die kaart aangeboden kreeg en je bekijkt hem niet? Of je werpt er alleen even een vluchtige blik op?
Kijk, en net zo is het met de Bijbel. Daar lezen we in over Gods plannen voor ons en de wereld. Lees dat boek, mensen! Koop de ‘Bijbel in gewone taal’ als die je helpt, of wat dan ook. Verslind dit boek maar! En natuurlijk, dan zul je nog steeds soms voor verrassingen komen te staan, net als die deelnemer die de kaart mocht bekijken. Maar je bent beter voorbereid voor de survivaltocht door dit leven! En ook beter voorbereid op de spannende finale die er zit aan te komen!

[Zoet en bitter]
Johannes eet dus het boekje op. En, wonderlijk, het is zoet én bitter. Wat wil dat zeggen? Zoet, omdat het een geweldig voorrecht is om Gods plannen te leren kennen. Dat is zó groots, en dat geeft je zo’n houvast. Als je hoort wat de Here bedacht heeft om jou te redden: zijn Zoon zenden naar de aarde, en dat Hij daar al eeuwen naar toewerkte. Als je mag geloven dat Hij ook jóuw hemelse vader is. Als tot je doordringt waar het heengaat: naar Gods nieuwe wereld, die Hij zal laten komen. Dat is zoet! Zoet als honing, we zongen het net.
En tegelijk is het bitter, het boekje dat Johannes opeet. Waarom? Omdat er instaat wat er nog zal gebeuren in de korte tijd die rest voor Jezus terugkomt. En dat zijn zware dingen, die niet lekker op de maag liggen. Ramp en onheil over de wereld, Gods oordeel. De duivel die wild in het rondslaat, in een laatste poging nog te winnen. Vervolging van de gelovigen, dictatuur van het Beest. Kortom, de dingen die u in de volgende hoofdstukken kunt lezen. Geen wonder dat dit boekje bitter smaakt. Want ook al is dit alles inbegrepen in Gods plan, dan zit toch niemand daar naar uit te kijken, toch?
En weet u, zo kan het een gelovige ook nu vergaan. Als je de Bijbel leest, God en zijn plannen leert kennen, is dat níet alleen maar zoet en mooi. En staan ook zware en harde dingen in de Bijbel. Passages uit het Oude Testament bijvoorbeeld, over uitroeien van volken. Maar ik denk nu bijzonder aan de moeiten die zo duidelijk voorspeld worden naarmate het einde nadert. Dan kan de schrik je om het hard slaan! Bijvoorbeeld wat we horen uit Openbaringen. Ik zal u mijn eigen ervaring van de afgelopen week vertellen. Vorige zondag preekte ik over Openbaringen 8 en 9, over al die rampen. Ik had het goed bestudeerd, en het gaf me vreugde om het uit te leggen – zoet. Maar toen ik thuis kwam na die preek over ramp en onheil, lag het me ineens zwaar op de maag, dat mag u best weten. Is dát de toekomst? En nog veel meer: is God zó? Oordelend en straffend en de wereld overgevend aan kwaad? Bitter werd het voor me. En zeker met de aanslagen waar we deze week doro werden opgeschrikt…
Misschien hebt u ook wel zulke ervaringen. Geloven is mooi, maar soms… Soms snap je er niets meer van. Of je snapt het best, maar je wilt er niet aan. Als een leven met de Here niet alleen maar vreugde is, maar juist extra moeite oplevert. Mensen die je niet begrijpen, onmin in de familie. Of je eigen hart, wat steeds weer wil wat nu juist níet goed is. “Ik ellendig mens!” riep Paulus al uit.
Of als je Gods plannen met je eigen leven niet begrijpt. Als er wéér tegenslag is, als de ziekte niet overgaat. Als mensen om je heen het geloof verlaten, als je zelf vol twijfel zit. Je leest de Bijbel, maar je krijgt alleen maar meer vragen. Bitter is het, zwaar op de maag liggend…

[Wat te doen met dit bittere?]
Maar dan, als dit uw of jouw ervaring is, let dan op de lessen uit dit hoofdstuk, uit Openbaringen 10. Laten we allereerst vasthouden dat Gód de regie heeft. De regie in uw leven, de regie in het wereldgebeuren. Alles ligt onder zijn voeten, zoals land en zee onder de voeten van de engel. Het leven is geen zinloze chaos, maar Gód volvoert zijn plannen, dwars door alles heen. En we mogen geloven dat zijn plannen góed zijn. Als we in de Bijbel lezen, horen we het: Hij zal alles nieuw maken, alle kwaad wegdoen, alle tranen uit de ogen wegwissen. Houd daaraan vast!
Maar aanvaard ook dat wij niet alles begrijpen. Sommige dingen zíjn ons niet geopenbaard! Johannes mocht niet alles opschrijven wat hij zag en hoorde. God heeft ons genoeg gegeven om te vertrouwen, maar niet genoeg om alles te doorgronden. Dan komt het aan op geloof! Dat we zeggen tegen de Here “Heer, ik vertrouw op u! Houd u mij vast, wat er verder gebeurt. Ik begrijp u niet, ik begrijp de wereld niet, maar… U vertrouw ik! Want ik geloof uw Woord!” Zeg dat maar als u bidt!
En lees dan ook de Bijbel, dat boek met Gods plan. Dan léér je dat de Here te vertrouwen is, meer en meer! Leef geestelijk niet op een hongerdieet, ok niet op fastfood met alleen zoet, maar verslind die Bijbel. Met alle bitter en zoet erin. Maar hoe het ook smaakt, het vóedt! En sommige dingen moet je ook leren eten trouwens, vooral de gezonde…
En boven alles: kijk vooruit naar de toekomst. We varen geen mist in, we mogen wéten waar het heengaat. Anders dan de mensen zonder God. Gods koninkrijk komt, Jezus komt terug. En ieder die gelooft zal met Hem leven! Maranatha, kon, Heer Jezus!

Amen