Tags

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
Dat waren zware woorden die met zojuist hoorden uit de catechismus! “De toorn van God”, “de eeuwige veroordeling”, “het strenge oordeel van God” “de vloek die op mij lag”. Het is nogal wat!! Dat zal wel een zware preek worden, denkt u misschien. En ja, het gaat vandaag dan ook niet bepaald over iets zonnigs. Het gaat over het lijden van Jezus. We staan stil bij het feit dat Hij aan het kruis is vermoord. Dat ís zwaar!
Het lijden van Jezus. De catechismus zegt terecht dat zijn hele leven in zekere zin lijden was, maar vanavond focussen we ons toch op zijn levenseinde: verraden, onschuldig veroordeeld, de pijn hem aangedaan, en tenslotte zijn dood. Ja, dat zijn ernstige zaken om te bedenken.
De catechismus echter maakt het onderwerp van vanavond nog op een andere manier zwaar. In de antwoorden die ze geeft gaat het namelijk niet of nauwelijks over wat Jezus heeft doorgemaakt. Meteen en alleen gaat het over wat Jezus’ lijden en dood voor uitwerking heeft. De manier waarop ze dat doet, zorgt bij mij, en ik denk bij veel moderne mensen, voor vervreemding. Het gaat over Gods toorn en oordeel. Dat zijn dingen die wij tegenwoordig lastig vinden, maar ze worden door de catechismus als vanzelfsprekend verondersteld. Maar nog veel meer: Jezus’ dood wordt een offer genoemd. Hoe moet je je dat voorstellen? Hoe kan de akelige dood van een goed mens nu zo vanzelfsprekend als iets góeds worden neergezet? Zoals de catechismus het zegt zou je Pilatus haast dankbaar zijn voor zijn onrechtvaardige vonnis; immers, dankzij dat vonnis word ik ‘bevrijd van het strenge oordeel van God’ zo hoorden we! Maar wat heeft God dan te maken met deze gerechtelijke moord? Al zulke vragen komen op. We kunnen daar als gemeente anno 2015 niet aan voorbij gaan.

[het kruis heeft twee kanten: menselijke en goddelijke]
Tenminste, misschien komen zulke vragen helemaal niet bij u op. Misschien hebt u al honderden keren gehoord ‘Jezus is voor onze zonden gestorven’, zodat u dat vanzelfsprekend vindt. Maar beseffen we wel hoe ongelooflijk ónvanzelfsprekend dit is? Hoe weinig logisch, en hoe wonderlijk? Ik hoop dat we daar vanavond weer iets van gaan zien, als we stilstaan bij de woorden uit de Apostolische Geloofsbelijdenis ‘… die geleden heeft onder Pontius Pilatus’.
Het lijden en sterven van onze Heer Jezus heeft twéé kanten: een menselijke, aardse, en een goddelijke kant. De menselijke kant is dat iemand die helemaal onschuldig is het grootste onrecht wordt aangedaan. Hij wordt gemarteld, bespot, vermoord zelfs. Vanaf deze kant gezien is Jezus’ dood iets heel erg slechts. Een afschuwelijke misdaad.
En tegelijk is er die andere, wonderlijke kant: hoe de dood van Jezus tóch iets goeds uitwerkt en mensen met God verzoent. Zijn dood is ons leven, zo belijdt de christelijke kerk van alle eeuwen. Zo bezien is zijn dood onmisbaar en zegenrijk.
U begrijpt, die beide gezichtspunten botsen! Het probleem is dat de catechismus de aardse kant vergeet. Het wordt niet eens genoemd! Meteen gaat de catechismus spreken over wat Jezus’ dood uitwerkt: verlossing en eeuwig leven, en ook hóe ze dat uitwerkt, namelijk door plaatsvervanging. En dat is allemaal waar. Het gevaar is alleen dat zo Jezus’ dood een soort mechanisme wordt, los van de wereld. Dan blijven we hangen bij een tijdloze “theorie over de verzoening”. Maar nee, zo moet het niet! Niet voor niets belijden we dat Jezus “heeft geleden onder Pontius Pilatus”. Die naam staat daar niet voor niets. Ze staat daar om Jezus’ lijden en sterven in de geschiedenis te verankeren. Écht gebeurd, toen, in Jeruzalem. Er waren destijds zoveel verhalen over goden en helden die stierven en opstonden. Maar dat waren verhálen, mythes. Jezus’ dood heeft juist betekenis omdat ze plaatsvond in deze, in onze wereld! Want Hij leed onder Pontius Pilatus.

Ik wil vanavond daarom met u naar Jezus’ lijden kijken van allebei de kanten. Allereerst van de aardse kant, en dan, daarna pas, ook van de goddelijke kant. Om zo des te meer onder de indruk te komen van dat centrale punt in ons geloof: het kruis waar Jezus stierf.

[De menselijke kant]
Als eerste dus de aardse, menselijke kant. Dat is een droevige geschiedenis. Alle vier de evangelisten vertellen het ons, gedetailleerder dan ze ons de rest van Jezus’ leven vertellen. U kent de geschiedenis, neem ik aan. Ht opvallende is dat de beschrijving van de evangelisten zich vrijwel geheel aan de aardse kant van het verhaal houden, ze geven haast geen interpretatie. In zekere zin is Jezus’ verhaal bepaald niet uniek. Een man die nooit iets kwaads deed, maar juist veel goeds, wordt uit de weg geruimd als hij in de weg komt van de gevestigde orde. Wie een bedreiging vormt, moet weg! Ook nu komt dat nog al te vaak voor, en soms dichterbij dan we wel waar willen hebben. Zo zíjn mensen!
Jezus wordt niet zomaar vermoord, het gebeurt via een proces. Een schijnproces waarvan de uitkomst al bij voorbaat vaststaat: weg met Hem! Het recht wordt gebogen gebroken. Deze schijn van recht maakt Jezus’ dood juist nóg onrechtvaardiger! Ook dit gebeurt tegenwoordig nog vaak genoeg, vooral in minder democratische landen. Want zo zíjn mensen: met de mond het recht belijden, maar met de daad kiezen voor voor hun belang…
En nog meer: redeloze háát blijkt boven te komen tegen Hem die slechts waarheid en liefde was. Niet slechts een kille moord, nee, juist een moord vol onstuimige drift. We hoorden het net uit Markus 15. Waarom toch haat tegen het goede? Maar zo zijn mensen! Als je een ander eerlijk wijst op dingen die fout zijn, kun je haat oogsten, júist omdat je gelijk hebt. Juist omdat Jezus zo onuitstaanbaar gelijk had, moet hij dood…

Moord, rechtsverkrachting, haat… Wat staat de mensheid er dan slecht op! Maar het gaat nog verder. Jezus is vastgebonden, hij kan zich niet verweren. Maar dat weerhoudt zijn bewakers niet om hem te vernederen. Hij wordt in zijn gezicht gespuugd – bah! Ze doen hem een blinddoek voor, slaan Hem in zijn gezicht en zeggen: hé profeet, zeg eens wie dit deed! De soldaten van Pilatus kleden hem aan als een koning en drijven de spot met Hem. ‘Wees gegroet, koning!’ – en meteen slaan ze met een stok op zijn kroon van doorntakken, zodat het bloed over zijn gezicht loopt. Wat zijn mensen inventief in het vinden van manieren om een ander te kleineren en belachelijk te maken, om elke waardigheid te ontnemen. Want ook zulke vernederingen komen nog altijd voor, in het klein en in het groot. In gevangenissen ver weg, en in hoekjes van schoolpleinen zichtbij…
O, wat is Jezus’ lijden dan ontnuchterend, elke illusie ontnemend over hoe deze wereld in elkaar zit. Want dan is er nog zijn lichamelijke lijden. Gegeseld met de afschuwelijke Romeinse zweep waarvan ik de details u maar zal onthouden. Aan het houten kruis gespijkerd, dwars door zijn armen en benen. Zo opgehangen om dood te gaan door bloedverlies en ademnood… En ook dan blijven de meeste omstanders spotten en lachen. Marteling, doelbewust zoeken hoe je een ander veel pijn kunt doen: zo zijn mensen blijkbaar. Ik was tijdens mijn vakantie in een kasteel waar ze wat martelwerktuigen tentoonstelden – wat hebben mensen een vindingrijkheid en sadistisch genoegen in het bedenken van wreedheden. En wie niet meedoet, kijkt toch gefascineerd toe…

[kruis: zwart symbool van scheiding tussen God en mens]
Zó was Jezus’ lijden en dood. En laten we dat goed beseffen, voordat we enthousiast zingen “in het kruis zal ‘k eeuwig roemen”. In een executiewerktuig, ja! Vergeet dat nooit!

Hier, bij het kruis, komt openbaar wat er leeft in mensen, waartoe ze in staat zijn. Stel u het kruis voor, op die heuvel bij Jeruzalem, en kijk er aandachtig naar. Wat zien we daar? Het failliet van de mensheid. Zó diep zijn we gezonken! En we weten allemaal: dit is niet een éénmalige uitzondering, maar helaas een exponent van wat dagelijks gebeurt. Hoe mensen elkaar het leven zuur maken, vernederen, pijn doen, letterlijk en figuurlijk, in het groot en in het klein. En degenen die zelf niet meedoen komen niet verontwaardigd in het geweer, nee, ze laten het gebeuren. Niemand kan zijn handen in onschuld wassen, zoals Pilatus tevergeeft probeert. Zie naar het kruis, en huiver! Dan krijg ik geen vrome gevoelens, dan word ik aangeslagen!
Misschien denkt iemand: ja, maar is iedereen zo? Ben ik zo? Ik zou nooit zulke dingen doen, ik heb een afkeer van geweld, en onrecht kan ik niet uitstaan. Dat is mooi. Maar… dat is nu juist het onthullende van het kruis: hier komt openbaar wat goddank meestal bedekt blijft. Wat er toch in élk mensenhart boven kan komen als de omstandigheden er naar zijn. Misschien niet als hoofddader, maar dan toch als mede-verantwoordelijke. Al was het maar door het te laten gebeuren, niets te doen. Voor je eigen veiligheid kiezen, en dan is het jammer voor die ander. Of hebt u nooit iemand gekleineerd? Gelachen om andermans leed? De neiging gevoeld iemand te vermoorden? Wie denkt dat hij nóóit tot zulke dingen in staat is, kent zichzelf nog maar slecht! Wat zou u gedaan hebben als u temidden van die menigte had gestaan die “kruisig Hem” riep? Denk niet te hoog van de mens, dat leert het kruis ons. Petrus zei “Heer, al zouden ze allemaal u verlaten, ík nooit…” En u weet hoe dat afliep, met een drievoudige verloochening…
Kijk zo naar het kruis en buig diep uw hoofd. Want al heb ik, uit aards perspectief tenminste, part nog deel aan Jezus’ dood, het kruis toont ook míjn en uw toestand. Deel van een mensheid voor wie recht niet heilig is, die laf eigenbelang kiest, die kan lachen om leed. Wat heeft deze wereld dan met God? Als ze al iets te wachten heeft van God, dan is het dit: zijn oordeel. Dat Hij dit hele erbarmelijke zootje wegveegt om er nooit meer aan te denken. Wat is dat voor een wereld, waar een rechtvaardige als Jezus aan een kruis eindigt?

[paradox: dit kwaad als einde van alle kwaad]
Maar laten we nu snel naar de andere kant gaan, naar Gods perspectief. Want de menselijke kant heeft al meer aandacht gehad dan ze waardig is. Nu moeten we, wil Jezus’ lijden méér zijn dan de zoveelste moord, ook zien wat God ermee doet. Want… het kruis is niet het einde van het verhaal! Niet van: God laat de wereld nu zéker los, ze zoeken het maar uit. Of: nu wordt de mensheid weggevaagd door Gods verdiende toorn. Nee! God gaat met en door deze afschuwelijke misdaad iets groots doen.
We hoorden daarvan uit Handelingen 4. De leerlingen van Jezus bidden daar. Eerst spreken ze uit dat Jezus dood een ‘samenspannen is tegen God’ en een ‘zinloos woeden’. Ofwel: een misdaad, iet slechts! Maar in één adem zeggen ze erbij: “om zo alles te doen wat uw raadsbesluit tevoren bepaald had dat gebeuren zou”. Hoe kan dat? Heeft Gód tot de kruisiging besloten? Nee. Niet in de zin dat Hij een misdaad pleegt. Maar wel dat dóór dit alles heen zijn grootse en ondoorgrondelijke plan gerealiseerd wordt.
Want God maakt uit dit grote kwaad iets goeds! En daarom is het kruis voor christenen ook een symbool van hoop en zegen. Hij maakt dat uit Jezus’ dood leven voortkomt, uit dit failliet van de mens een nieuw begin. Hoe hij dat doet? Dat blijft een mysterie. Maar dát Hij zo doet, is de kern van ons geloof. Want wat gebeurt er? In Jezus’ lijden en sterven komt alle duister en kwaadaardigheid van deze wereld samen. Alle haat en kwaad vind je als het ware samengebald in het kruis, in wat Jezus ondergaat. Maar Jezus pakt het als het ware aan. Als Hij daar hangt met uitgebreide armen, is het alsof Hij zegt: geef maar hier. Álles! De lafheid en de woede, de kleinhartige leugen en de grote misleiding. Hij neemt het allemaal óp zich, alsof Hij een lastdier is. En Hij, Hij draagt het allemaal de donkere dood in. Wég, voorgoed weg, een dikke steen erop. Hij ondergaat pijn, lijden, straf; wat nu juist zijn beulen verdienen. Maar zij krijgen het niet. God slingert zijn bliksem niet! Hij veegt deze wereld niet weeg. Jezus neemt alles op zich, tot in de dood.
En dan, dan is het niet uit. Dan gaat het vérder. Want na drie dagen stond Jezus weer levend naast zijn graf! Een nieuw begin maakt Hij, een wereld waar niet donkere dingen in ieders hart borrelen. Een nieuw begin, een leven in het licht!
Kijk, en dát is nu het de goddelijke kant van het kruis. Hoe God door deze samenballing van kwaad een einde aan het kwaad maakt. Hoe de grote omwisseling plaatsvindt: de rechtvaardige sterft, en daarom mogen de onrechtvaardigen leven. Ach, over hoe het precies werkt is door theologen veel over gezegd en geschreven. Er zijn theorieën over gemaakt. De catechismus presenteert er ook één. Maar uiteindelijk gaat het ons verstand te boven. Is dit liefde tot het uiterste? Ja. Of is dit juist toorn dragen? Ook. Hij voor mij? Ja. Maar net zo goed: ik met Hem, sterven en opstaan. Aan het kruis komt alles samen. Het kruis van Golgotha is het centrum van de wereldgeschiedenis! Omdat het Jezus is die daar stierf, de Zoon van God en onze Heer.

[onze reactie]
Laten we dan dikwijls dit kruis ons voor ogen stellen. Misschien wel letterlijk een kruisje ergens neerzetten of ophangen. Mediteer er maar dikwijls over. Want hier komt alles samen: wie een mens is, en wie God is. Dan maakt het kruis nederig. Dat het zó ver moest komen! En nog nederiger als we beseffen: zó ver wilde de Here Jezus gaan, voor ons.
Dan komt het er tenslotte op aan dat we ons het kruis toe-eigenen. Dat je belijdt: ook ík ben een slecht mens. Ik kan me niet verheffen boven die mensen daar en toen. Dat je eerlijk vraagt: Heer Jezus, draag ook al mijn duisternis weg in uw dood. Laat mij delen in úw leven! Hebt u dat al eens gevraagd zo? Doe het! En tenslotte, dat we al ons vertrouwen stellen op het kruis, ja, op de gekruisigde. Hem liefhebben en volgen en geloven. Want een echte christen is een kruis-christen!

Amen