Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: 666]
het getal 666! Volgens wat we net uit de Bijbel lazen, is dat het getal van het beest. Een dreigend duivels getal. Zeshonderdzesenzestig, een getal dat staat voor wat duister en occult is. Rock- en metalbands gebruiken het om stoer te doen. Anderen hebben er een bijgelovige angst voor. Ronald Reagan, oud-president van de Verenigde Staten, woonde in een villa met huisnummer 666 – één van de eerste dingen die hij deed was het huisnummer veranderen naar 668. In Engeland zitten er drie cijfers na elkaar in de nummerborden, maar nooit de getallen 6-6-6. Het is immers een slecht getal, dat brengt vast ongeluk….
In Openbaringen staat dat zeshonderdzesenzestig het getal is van de naam van het beest. Door de eeuwen heen zijn er daarom allerlei berekeningen gedaan om te ‘bewijzen’ dat iemand de Antichrist is. Romeinse keizers, of de paus in Rome; maar volgens katholieke rekenaars verborg de naam ‘Maarten Luther’ juist het getal van het beest. Uit de naam ‘Hitler’ kun je het getal zeshonderdzesenzestig krijgen, of uit het woord computer. Kortom, keuze genoeg wat nu eigenlijk hét grote kwaad is. Eigenlijk een beetje te véél keuze!
Wat bedoelt Johannes toch met dit mysterieuze cijfer? Het hoofdstuk van vanmorgen, Openbaringen 13, bevat veel meer dan alleen dit raadselachtige getal. 666 is niet de hoofdzaak, slechts een detail in weer zo’n indrukwekkend visioen van Johannes. Laten we eens kijken wat hij ditmaal ziet!
[Indrukwekkend visioen van Johannes]
In het vorige hoofdstuk hoorden we over de draak, de duivel, die op de aarde wordt geworpen. Deze draak, zo horen we, staat op het strand bij de zee. En dan ziet Johannes in zee iets omhoog komen. Als het langzaam stijgt blijken het tien scherpe hoorns te zijn. Onheilspellend.
Maar het wordt nog veel enger. Die tien hoorns blijken vast te zitten op zeven wrede koppen. Loerend kijken ze het water uit. Op die koppen ziet Johannes kronen, en er staan namen op. Godslasterlijke namen! Wat is dit voor een walgelijk monster? Het heeft, zo ziet hij, iets van een panter, van een beer, van een leeuw – een gedrochtelijke kruising van wrede roofdieren. En dan dus zeven koppen en tien hoorns, net als de draak trouwens.
Het is zonder twijfel de draak, de duivel, die dit beest laat opkomen. Hij geeft het zijn kracht en macht, lezen we. En om een lang verhaal kort te maken: binnen de kortste keren heerst dit beest over de hele wereld! De mensen aanbidden het. Intussen lastert het God en het bedreigt de heiligen, de mensen die geloven.
Alsof het nog niet genoeg is, komt er ook nog een ander beest. Het zorgt ervoor dat iedereen dat eerste beest aanbidt, en het doet wonderen. Het laat de mensen een beeld oprichten voor dat eerste beest uit de zee. Dat beeld lijkt zelfs tot leven te komen, en het roept: dood iedereen die niet het beest aanbidt! Iedereen moet meedoen, en krijgt een teken, zoals een slaaf destijds gebrandmerkt werd. Wie niet meedoet, valt buiten de maatschappij, die kan niets meer beginnen, niet meer kopen of verkopen.
Dit alles ziet Johannes. Wát het ook mag betekenen, beangstigend en duister is het in elk geval!
[Uitleg: symb. verbeelding v.h. Rom rijk]
Natuurlijk komen dan de vragen op. Wat wil dit alles zeggen? Wat zijn die beesten? Wanneer gebeurt dit, en waar? Is dit iets wat voor Johannes ver weg was maar voor ons misschien heel dichtbij? Dan zou de schrik je toch om het hart slaan!
Maar nee, dit is géén visioen over een verre toekomst. Het gaat allereerst over de tijd van Johannes en de mensen aan wie hij schrijft! Het beest uit de zee staat voor een wereldrijk. Dit beeld is ontleend aan de visioenen van Daniël. Het beest is een rijk. En welk rijk? Het Romeinse rijk natuurlijk, waar Johannes en zijn lezers dagelijks mee te maken hebben.
Dat blijkt al uit de zeven koppen van het monster. In hoofdstuk 17 lezen we “de zeven koppen zijn zeven heuvels” – en de stad Rome, de hoofdstad, stond alom bekend als ‘gebouwd op zeven heuvels’. De vele kronen die het beest draagt zijn van alle landen die al zijn veroverd en ingelijfd in het Romeinse rijk. De godslasterlijke namen op het beest zijn de titels van de keizers. Ze noemden zich ‘zoon van God’ of ‘Heer en verlosser’, of ‘de goddelijke keizer’. Kortom, het beest uit de zee is het Romeinse rijk, dat héél negatief wordt afgeschilderd. Dat verklaart meteen dat vreemde getal zeshonderdzesenzestig: volgens de meeste uitleggers wijst dat op keizer Nero, de wrede tiran. Alsof Johannes wil zeggen: in hem toont dat rijk zijn ware gelaat!
Dan is er nog dat tweede beest. Waar het eerste beest staat voor het machtige Romeinse rijk, staat het tweede beest voor de staatsreligie van destijds. Dit beest heeft twee horens als het Lam, lezen we, als Jezus. Dat wil zeggen: religie, maar valse religie. Want het spreekt als de draak. De verering van de keizers van Rome zorgde dat hun macht overal zichtbaar en voelbaar was. Het rijk en de religie – het eerste en het tweede beest, ze zijn onlosmakelijk verbonden en ondersteunen elkaar.
Als we kijken wat het tweede beest doet. Hij zorgt dat er een beeld wordt gemaakt – wel, in elke stad van het Romeinse Rijk vond je beelden van de keizers. Het beeld moest aanbeden worden – wel, overal stonden tempels daarvoor. De keizer werd als God vereerd, en ook de godin “Roma” – Rome. Juist in Klein-Azië, het gebied van de zeven gemeenten waar Johannes aan schrijft, was de keizerverering erg sterk. Het was als het ware de bindende factor in de maatschappij.
Kortom, het beeld en zijn beest en zijn priesters waren de eerste lezers maar al te bekend. En dat laatste stukje ook: niet kopen of verkopen als je niet aanbad. Want deed je niet mee in dit politiek-religieuze systeem dat alles bepaalde, dan viel je buiten de boot, buiten de maatschappij. Buiten de politiek, buiten de handelsgildes, buiten de feestvreugde. Dan liep je gevaar. Zeker op hoogtijdagen, als de emoties hoog opliepen, en het stadsbestuur beval dat iedereen moest mee doen in offers en verering. Hoe zou ú zich voelen, als u in die tijd christen was geweest?
[boodschap voor toen]
Maar waarom vertelt Johannes dit alles eigenlijk, als de mensen het toch al kenden uit ervaring? Wel, om twee redenen. Als eerste om ze dóórzicht te geven. De gemiddelde mens zag de Romeinse heerschappij toch heel anders! Het rijk bracht vrede en stabiliteit. De handel bloeide, de wegen verbeterden en de Romeinse bouwkunst was ongekend. We mogen de keizer wel dankbaar zijn! Maar Johannes geeft een compléét andere kijk op de zaak. Hij zegt: het is ten diepste een duivels systeem! Een vreselijk en godslasterlijk beest. Ja, er zijn goede dingen, maar God wordt onteerd en wie gelooft verdrukt. Dát is de ware aard van het romeinse bestuur! De draak zit erachter! Ontnuchterend, voor christenen die de propaganda van ‘vrede en veiligheid door de keizer’ misschien óók wel geloofden!
En het tweede is: Johannes bereidt zijn hoorders voor op méér vervolging. In zijn tijd, eind eerste eeuw, begon het pas. Maar in de eeuw daarna werd het erger. De boodschap is kort en goed: je leeft onder de macht van dit beest, dus bereid je maar voor op zware tijden. In vers 10 staat het – althans in de Nieuwe Bijbelvertaling, en ik denk dat die de juiste toon treft hier: “Wie gevangenschap moet verduren, zal in gevangenschap gaan. En wie door het zwaard moet sterven, zal sterven door het zwaard. Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen”. Dit hoofdstuk biedt feitelijk geen aardse hoop voor de christenen. Alleen deze oproep: wees standvastig! En de geschiedenis heeft uitgewezen dat dit de passende oproep was.
[Echter: niet alleen toen!]
Nu begrijpen we de beelden uit dit hoofdstuk een beetje. De grote vraag is echter, of het óns nog iets te zeggen heeft! Want ja, wat hebben wij met een Romeins rijk en een Romeinse keizer te maken? Die zijn al eeuwen en eeuwen verdwenen.
En tóch heeft dit hoofdstuk in elke tijd iets te zeggen. Immers, dit éne rijk is er niet meer. Maar wie liet het opkomen uit de volkenzee? De draak, de duivel! En hij laat de eeuwen door télkens weer net zulke rijken opkomen. Sterke rijken, hoogmoedige heersers –het eerste beest– die hun macht ondersteunen met een staatsgodsdienst of -ideologie – het tweede beest. We krijgen vandaag als het ware een kijkje in de tactieken van de duivel. Hij gebruikt staatsmacht samen met staatsgodsdienst, een hoogst gevaarlijke combinatie. Opdat ook wíj waakzaam en standvastig zullen zijn. Want altijd weer blijkt in zulke rijken: wie Jezus trouw is wordt vervolgd.
Laten we de geschiedenis eens doorlopen. Vóór het Romeinse rijk had je bijvoorbeeld al Nebukadnezar, wiens beeld ieder moest aanbidden. Ná de Romeinen het islamitische rijk. Macht, onlosmakelijk verbonden aan een geloof – de islam. Wie het beeld, of in dit geval Allah en zijn profeet, niet aanbidt, die ligt eruit, die zal het merken! Denk aan Philips de tweede en zijn wereldrijk, van Peru tot Nederland. Macht, gecombineerd met het Rooms-katholieke geloof. En waar leidt het toe: kettervervolgingen en brandstapels…
Wat recenter: Hitler en zijn leer van ‘Blut und Boden’. Niet slechts een dictator, maar ook een denksysteem waar ieder zich in moest voegen. En deed je het niet, dan wachtte het concentratiekamp, of erger. Om nog maar te zwijgen van wat hij de Joden aandeed. In Rusland: Stalin en zijn ideologie. Wie geen lid was van de partij kon nauwelijks kopen of verkopen – het partijspeldje als teken van het beest. En de christenen, eentonig refrein, ze werden vervolgd.
Ja, heden ten dage nog steeds. In Noord-Korea zie je Openbaringen 13 precíes terug. Het land is niet slechts een dictatuur, nee, de staatsreligie is nog het ergst. Ieder moet de leider als een god vereren, en wee degene die anders denkt. De volgelingen van Jezus hebben het daar zéér zwaar.
Kortom, de tactiek van de draak is de eeuwen door hetzelfde. Macht van de staat, gecombineerd met verering van die staat, haar leiders, haar ideeën. Zó worden de mensen door de duivel gebonden en misleid. En wie in Jezus gelooft en niet meegaat, wordt in het bijzonder het slachtoffer. “Wie gevangenschap moet verduren, zal in gevangenschap gaan. Wie door het zwaard moet sterven, zal sterven door het zwaard. Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen”. Onze broeders en zusters in bepaalde delen van de wereld begrijpen het meteen!
[En wij?]
Opnieuw de vraag: en wij dan? Nu, dan moeten we eerlijk zijn: wij leven godzijdank niet direct in zo’n systeem. In ons land is complete vrijheid van meningsuiting. Met alle nadelen daaraan, is het toch een groot goed! Hier is scheiding van kerk en staat. Een barrière om toestanden als in Openbaringen 13 te krijgen. Gelukkig, dit hoofdstuk slaat niet direct op ons!
Maar toch is het goed om er kennis van te nemen. Om waakzaam en voorbereid te zijn op wat zou kunnen komen. Als ik de Bijbel goed lees, zijn er aanwijzingen dat er een wereldwijde regering kan komen, kort voor Jezus terugkomt. Die zal dan ongetwijfeld juist zulke methoden hanteren als waar we nu over lazen. Macht die overheerst en een verplicht invoegen in de staatsgodsdienst of -ideologie. Daarom dienen wij als christenen zéér waakzaam te zijn tegen elke vorm van regering die haar claim legt op het hele leven en denken van haar onderdanen. Waarom? Omdat dat dus een beproefde tactiek is van de duivel!
En ach, dit is geen zweverige speculatie! We komen er misschien makkelijker dan we wel waar willen hebben. Denkt u even mee hoe dingen zich zouden kunnen ontwikkelen. Stel je voor: ons land, of eerder nog: ons continent, Europa, zakt steeds meer af naar onbestuurbaarheid. Dan heb je zó de roep om een sterke man die als verlosser wordt binnengehaald. En als hij, net als het Romeinse Rijk destijds, maar vrede en welvaart brengt, zullen velen bereid zijn hem te aanbidden, letterlijk of figuurlijk. Om mee te gaan in dingen die tegen Christus’ wet ingaat. Hun vrijheden laten inperken, voor, zoals dat heet, het algemeen belang. Zijn wij daar wáákzaam tegen?
Om dan weer bij het teken van het beest te komen: ik ga niet speculeren over microchips die geïmplanteerd worden of wat dan ook. De nadruk ligt volgens mij anders: wie niet meedoet, wie weigert zich in te voegen in het systeem, die ligt eruit, die kan niets meer. En dat is maar al te goed denkbaar in onze samenleving, waar alles via de computer gaat en alle data gekoppeld zijn. Stel je voor, op een dag komt er geen geld mee uit de pin-automaat voor u. Dat is met drie klikken te regelen als je onder zo’n bewind leeft. En wat dan? En uw paspoort blijkt geblokkeerd, uw BSN-nummer ineens onbekend. Wat kun je dan nog, in onze maatschappij van heden? Dát is wat ik eerder lees in dit hoofdstuk. Juist in onze tijd kun je het je indenken, hoe zoiets werkt!
[Slot: wat is je houvast?]
Ja, en wat dan? Beklemmen zulke toekomstbeelden u? Wordt u er bang van? Geen wonder! Ik zei al, Openbaringen 13 is een hoofdstuk zonder aardse hoop. De vorige keer hoorden we: de duivel is in principe al verslagen. Maar nu horen we: hij kan de wereld, de hele maatschappij, afschuwelijk in een wurggreep nemen. En als je dan niet meedoet, als je Jézus als hoogste Heer erkent en zijn geboden wilt houden, dan krijg je het het allerzwaarst.
En nu zeg ik niet: dit gaat u meemaken. Ik ben geen profeet, ik weet dat gewoon niet. Maar ik zeg: stel het je voor, want het is niet uitgesloten. Dan is de vraag: kun je dat aan? Ben je zó overtuigd van je geloof dat je dan volhoudt? Bent u zó verbonden met Jezus, dat u, misschien vol angst en beven, Hem niet los kunt laten ook als dat allerlei moeilijkheden betekent? Ons hoofdstuk zegt het “Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen”.
Wie zou zeggen: natuurlijk, dat lukt mij wel? Dat is pure hoogmoed, lijkt me. Nee, dan kunnen we alleen bidden, zoals Jezus ons leert in Lukas 21 vers 36: “waak dan te allen tijde, en bid, dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten, en om te kunnen bestaan voor de Mensenzoon”. Waken en bidden!
Tenslotte: weet u dat bij de naam van Jezus ook een getal hoort? Het is 8-8-8, achthonderdachtentachtig. En dat heeft een diepe zin. Het getal van het beest is 6-6-6 – net niet 3 maal 7, dat is Gods volheid. Geen aards rijk, hoe imposant ook, bengt het ooit tot Gods vrederijk. Maar Jezus is 8-8-8. Dat wil zeggen: méér nog dan de volheid van de zeven. “Meer dan overwinnaars” zoals Paulus het zegt. Juist als alles duister lijkt, is zijn dag dichtbij. De 6-6-6 vergaat, maar de 8-8-8 staat! “Méér dan overwinnaars, door Hem die ons heeft liefgehad”.
Amen