Tags

,

Schriftlezing: Openbaringen 13:16-14:13

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
tatoeages. Je hebt ze in alle soorten en maten. Er zijn mensen die vol tatoeages zitten, anderen hebben meer één kleine. Maar waarom laten mensen eigenlijk een tatoeage zetten? Heel vaak is het een teken van toewijding. Toewijding aan een motorclub, of aan je favoriete voetbalclub. Je tattoo laat zien waar je bij hoort, wat je belangrijk vindt. Net als wanneer iemand de naam van zijn vriendinnetje op zijn arm laat zetten: een teken van liefde, van voor altijd bij elkaar horen. Want zo’n tatoeage gaat er nooit meer uit! Dat is natuurlijk wel een probleem als het dan toch uitgaat met die vriendin… Je moet wel heel zeker van je zaak zijn voor je iets zo laat vastleggen op je huid! Heel veel overtuiging of clubliefde hebben, voor je het logo van je motorclub op je rug laat zetten!
Maar goed, dat doe je dan nog zelf! Heel anders wordt het als je onvrijwillig van een merkteken wordt voorzien. In de tweede wereldoorlog gebeurde dat in de Duitse concentratiekampen. Gevangen werden gemerkt met een kampnummer dat er nooit meer uitging. Mensen bleven het hun hele leven op hun arm dragen. Teken van wie er de baas is, en wie niet meer dan een nummer! Zo werden in de oudheid soms slaven ook wel getatoeëerd. Als teken van wie ze het eigendom waren. Een tatoeage, niet als teken van liefde of toewijding, maar als teken van bezit! Mensonterend. Je kunt er je hoofd over schudden, maar dit viel nog mee met wat in recentere tijd Europeanen slaven uit Afrika aandeden. Die werden soms gebrandmerkt met een gloeiend ijzer.
Vorige keer kwamen we mensen tegen die een teken droegen: het teken van het beest. Vandaag komen we echter nog een ánder teken tegen. Naar die beide tekens gaan we eens goed kijken.
[weer een kijkje in de hemel]
De vorige keer leidde het Bijbelboek Openbaringen onze blik naar de aarde, waar de duivel tekeer gaat. Door middel van twee enge beesten kreeg hij de mensen in zijn macht. Wie Jezus volgt, werd vervolgd. Nu echter krijgen we een blik in de hemel, waar het Lam is, Jezus, met degenen die bij Hem horen. Zo is het steeds in het Bijbelboek Openbaringen: het leert ons te kijken op twee niveaus: het aardse en het hemelse – de zichtbare werkelijkheid en de onzichtbare. Dan blijken de dingen soms heel anders te liggen dan wanneer je alléén ziet wat voor ogen is!
Als je naar het tafereel op aarde kijkt, in hoofdstuk 13, dan lijkt het slecht te gaan met de christenen. Ze worden vervolgd en gedood en verdrukt. Er lijkt voor hen geen toekomst te zijn. Maar nu, op het andere niveau, blijken de zaken heel anders te liggen! We treffen heel veel mensen aan, bij het Lam in de hemel, voor de troon van God. Hier is geen vervolging, hier is muziek en gezang!
Deze 144.000 mensen zijn we al eens tegen gekomen in hoofdstuk 7. Ze kregen toen een zegel van God op hun voorhoofd, vóórdat de ellende van de eindtijd in volle hevigheid zou losbarsten. En nu zien we ze weer: dóór de verdrukking in de heerlijkheid gekomen! Wie op aarde werden veracht, worden nu beloond!

[twee tekens]
Maar we zouden het over twee tekens gaan hebben vandaag. We lezen hier, in hoofdstuk 14, namelijk méér over het teken dat die 144.000 verzegelden dragen. Dit staat er: “met op hun voorhoofd zijn naam (die van het Lam, Jezus) en die van zijn Vader geschreven”. In sommige Bijbels staat alleen “de naam van zijn Vader”, maar dat doet er nu niet toe. Het teken dat ze dragen is de naam van God. Dit is een duidelijke tegenstelling met het teken waarvan net ervoor sprake was: het teken van het beest. Ook dat bestond uit het dragen van zijn naam, of zijn getal. Twee tegengestelde tekens! Niet voor niets staan beide direct na elkaar beschreven,als contrast.
Wat betekent dat, getekend te zijn met een naam? Wel, ik zei het net al: in de oudheid, de tijd waarin Openbaringen is geschreven, werden slaven soms gemerkt of getatoeëerd. Een naam dragen wil dus zeggen: wie behoor je toe? Van wie ben je? Maar een naam dragen wil méér zeggen dan eigendom zijn. Het geeft ook loyaliteit weer: aan wie ben je toegewijd? Zoals iemand de naam van zijn vriendin laat tatoeren als teken van dat hij voor altijd van haar houdt! Of de naam van je voetbalclub op je borstkas, of gewoon op een shirt of petje. Waar ga je voor?
Zo zeggen deze merktekens heel veel. De 144.000 zijn toegewijd aan het Lam, Jezus. Ze zijn zijn eigendom en ze volgen Hem waar Hij ook maar gaat. De mensen met het andere teken, dat van het beest, zijn toegewijde slaven daarván. Ten diepste in de macht van de draak, de duivel.

[neutraal-zijn kan niet]
Kortom, we zien de mensheid uitéén vallen in twee groepen, getekend door twee namen. De eerste groep draagt het teken van het beest. Zij eren God niet, maar volgen het beest, dat ten diepste een stroman van de satan is. Zij hebben het op de aarde goed. Maar… hen wacht de ondergang! Vers negen zegt het: “als iemand het beest en zijn beeld aanbidt, en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, dan zal hij drinken van de wijn van Gods toorn”. Ja, die zal zelfs “gepijnigd worden in vuur en zwavel tot in alle eeuwigheid” – een beeld van de hel, de eeuwige ondergang.
De andere groep zijn de vervolgde christenen, toegewijd aan het Lam. Hier de underdog, maar straks: eeuwig levend met God. En nu het belangrijke, dat me trof bij de voorbereiding: meer groepen dan deze twee zijn er niet!! Ieder mens in de wereld hoort bij één van beide. Of bij het Lam, of bij de draak. De vraag is dan natuurlijk: bij welke groep hoor ik? Bij welke groep hoor jíj, hoort u?
Nu denkt iemand misschien: ja, dat is wel een héél scherpe scheiding! In werkelijkheid is de wereld toch veel ingewikkelder? Er zijn toch zat mensen die misschien niet heel erg bij God horen, maar al evenmin tégen Hem zijn? Misschien is dat uw portret wel! Er zijn toch mensen die gewoon een eind wegleven, niet al te ernstig, soms stomme dingen doen, maar in feite het goed menen? Waarom zo zwart-wit? Zijn er geen vijftig tinten grijs in de wereld?
Maar nee! Johannes, met zijn blik die vérder gaat dan het zichtbare op deze wereld, laat ons zien: ten diepste is het één van beiden! Je bent volgeling van het Lam, óf in de ban van het beest!
Er is ten diepste geen plek voor neutraliteit. Terwijl dat juist is wat we graag zouden willen: gewoon je eigen ding doen. Maar neutraal-zijn kán niet. In het bijzonder niet naarmate deze wereld naar haar voltooiing gaat. In de laatste dagen, ten diepste al sinds de hemelvaart van Jezus, komt alles op scherp te staan. In vers 6 horen we de oproep die wereldwijd weerklinkt. Wat is de oproep? “Vrees God en geef hem eer!” – erken Hem als je Heer. Met op jezelf blijven is God niet tevreden! Neutraal-zijn voldoet niet bij Hem! Maar… óók het beest vraagt volkomen onderwerping, zoals we de vorige keer hoorden. Ook hij is niet tevreden met neutraliteit. Slechts wie zich onderworpen heeft aan God, wie het Lam volgt, díe is sterk genoeg om te weerstaan aan de drang en dwang van het wereldsysteem. Alle anderen gaan toch mee, krijgen de beestennaam op hun voorhoofd. Al was het maar om mee te kunnen doen, er niet buiten te vallen. Niet kiezen is onmogelijk. Ook wie zegt niet te kiezen komt in een kamp terecht, en wel het verkeerde!

[naamchristendom al evenmin]
Dit is een waarschuwing voor mensen die niet gelovig zijn, maar ook niets tegen het geloof hebben. Pas op! Er ís geen neutraliteit! Wie niet voor ons is, is tegen ons, zoals Jezus al eens zei. Maar… dit heeft ook ons, mensen die nu in de kerk zitten, iets te zeggen. Namelijk dit: er is ten diepste geen plek is voor mensen die een béétje christen zijn. Het is of helemaal, of helemaal niet!
In de tijd van Johannes was dat erg duidelijk. Een béétje geloven in Jezus, dat deed niemand. Absurde gedachte! Want wat kostte het je niet om christen te zijn? Je maatschappelijke positie, je vrienden misschien. Je kon problemen krijgen met de autoriteiten. Je moest je wel erg overtuigd zijn, om bij die gewantrouwde club te willen horen! Écht overtuigd van God, en van zijn kijk op de dingen. Je zet immers al het aardse op het spel om een hemelse schat te winnen? Dat doe je niet een béétje! Het was gewoon zwart-wit, daarom beschrijft Johannes het zo.
In onze tijd en context ligt dat heel anders. Hoevelen zijn er niet die ‘een beetje geloven’, tussen aanhalingstekens. Zeggen dat je christen bent, maar in de praktijk niet anders zijn en doen dan mensen die niet geloven. ‘Ik geloof nog wel hoor’ zegt men dan als ik eens langsloop bij mensen die je nooit in de kerk ziet. Maar wat is dan geloven? Bepaalde dingen voor waar houden, bijvoorbeeld dat er een God is? Dat Jezus stierf voor de zonden? Maar dat ís helemaal nog geen geloof! Echt geloof, dat zien we hier, is dat de naam van God op je voorhoofd staat. Dat betekent: toegewijd zijn met heel je leven. Dát is christen-zijn!
In dit verband moet ik toch even opmerken dat die naam op het voorhoofd níet slaat op dat je gedoopt bent als kind. In de tijd van Johannes werden gewoonlijk volwassenen gedoopt. En niet met wat water op het voorhoofd, maar door onderdompeling. Dus ik zeg het maar scherp: dat je als kind gedoopt bent is géén garantie dat het goed zit, dat je in Gods rijk komt en niet veroordeeld wordt. Dan hoor je niet automatisch bij de toegewijde volgelingen van het Lam. Oók met een gedoopt voorhoofd kun je ten diepste het teken van het beest dragen: toegewijd zijn aan deze wereld, leven voor het hier en nu, en zo ten prooi vallen aan de ondergang.
Onze tijd is een heel andere dan die van Johannes. De consequenties van jezelf christen noemen, als het ware Gods naam op je voorhoofd schrijven, zijn niet zo groot. Onlangs bleek uit een onderzoekje dat de meerderheid van de jongeren op het ISW zich christen noemt. Tegelijk bleek dat ze bijna geen idee hadden van de basisdingen van het geloof…
De vraag is niet “welk label plak je op jezelf” maar “aan wie ben je toegewijd?” Zeg eens eerlijk, wie is de belangrijkste in uw en jouw leven? Welke plek heeft God, heeft Jezus?

[volgen en geboden bewaren]
Opvallend is de beschrijving Daarom tenslotte: hoe worden die van de mensen op wiens voorhoofd Gods naam staat. Als eerste staat er: ze volgen het Lam, Jezus, waar het ook gaat. Volgen is het kernwoord. Je gelooft niet alleen in zijn offer voor de zonden. Dat ook natuurlijk, maar eerst en vooral wil je de weg gaan die Hij wijst. In alles wat Hij gezegd en gedaan heeft. Daarom staat er in vers 12: zij, die de geboden van God en het geloof in Jezus in acht nemen. Ernaar léven, of nog beter: voor Hem willen leven. Toegewijd. Dán ben je een christen. Christen-zijn is niet bepaalde ideeën aanhangen, het is een manier van leven! Zoals de theoloog Bonhoeffer treffend zegt: “alleen de gehoorzame gelooft; alleen de gelovige gehoorzaamt”.
Dan is dat heel concreet. Er worden een paar dingen genoemd: “Zij zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want zij zijn maagden”. Rein blijven in een verseksualiseerde wereld. Niet voor niets wordt Babylon, waar we nog op komen, beschreven als een hoer! Ja, dan word je wereldvreemd gevonden misschien, als je geen seksuele ervaring hebt op je 18e. Of iets anders: blijft u bij het zappen op een TV-zender hangen waar ze met uitdagende beelden of woorden uw aandacht vangen? Allicht wel, mij overkomt het ook. Maar… is het diep in uw hart het verlangen om rein te blijven, of zoek je het juist op? Wat kan dat een worsteling zijn! Zeker met het internet, waar een enorme hoeveelheid beelden en filmpjes onder klikbereik zijn. Ik zal niet zeggen dat een toegewijde christen hier niet de fout in gaat, cijfers en ervaring wijzen het tegendeel uit. Maar wórstelt u er mee? Vooral de mannen onder ons? Is onze diepste toewijding aan de Here, of doen we gewoon wat we leuk vinden? Want zó concreet is Jezus volgen: zulke dingen mijden en ertegen strijden!

Er staat ook ‘in hun mond is geen leugen gevonden, ze zijn smetteloos’. Oprechtheid in alle opzichten, mensen uit één stuk. Hoe is dat bij u en jou? Ik hoef dat niet in te vullen denk ik. Maar ook dit is heel concreet… En zo zouden we al de tien geboden af kunnen gaan.

[slot]
Maar ik moet stoppen. Twéé groepen mensen zagen we, met twee verschillende namen gemerkt. Ze staan op twee verschillende manieren in het leven. De ene bedwelmd door het beest, gericht op hier en nu, geld en genot. De andere strijdende volgelingen van het Lam, gericht op Gods wereld. Meer groepen zijn er niet! Bij welke hoort u? Een vraag van het allergrootste belang gezien de toekomst. Want de éne groep mag zingen voor de troon, de andere gaat voor eeuwig onder!
Bij welke groep hoort u? En weet u het niet – zorg dan dat u het wél weet. Leeft u gewoon rustig voor uzelf, dan vrees ik toch dat u ongemerkt in het verkeerde kamp zit. Maak dan nú die hartelijke keuze om het Lam te volgen. OM gehoor te geven aan die oproep “heb ontzag voor God en geef Hem eer!” Niet half, dat kan niet, maar helemaal! Hebt u, heb jij die keuze al gemaakt? Want dán ben je een christen zoals het bedoeld is.
Je christen noemen is gemakkelijk genoeg – althans op dit moment. Maar is het een woord, of is het uw manier van leven? Toegewijd, met zijn Naam als het ware op uw voorhoofd, onuitwisbaar? Wees een volgeling van het Lam! Overreken de kosten, want die zijn niet laag. Maar overreken ook de winst, want die is groot. Wat u ook kiest, hoe u ook uw leven richt… wees vooral niet ‘grijs’, niet neutraal. Die optie zit er niet op. Het is het één of het ander: Of het Lam, of het beest! Wie dient u?

Amen