Gemeente van Jezus Christus, broeders en zusters hier aan de tafel,
DEEL 1
[intro]
het is altijd mooi als je een trouwkaart in je brievenbus vindt, de aankondiging van een huwelijk. Je herkent zulke kaarten vaak al aan de envelop of aan de speciale postzegel. Hé, wie gaan er trouwen? Snel scheur je hem open en je bekijkt de kaart en wat er op staat.
Zo’n trouwkaart is een aankondiging, maar ook een uitnodiging om er bij te zijn. Bij het stadhuis, bij de kerkdienst of bij de receptie. En je gaat in je agenda kijken of je die middag of avond wel vrij bent. Soms echter ben je speciaal uitgenodigd, als daggast. Dan mag je ook mee-eten bij het feest-diner. Je hoort bij de kring van intieme vrienden en familie. Als er dan iets anders in je agenda staat, schrap je het maar snel. Want ja, zo’n uitnodiging is speciaal, is belangrijk!
[tekst en context]
Vanmorgen hoorden we uit de Bijbel óók zo’n uitnodiging. “Gelukkig de mensen die uitgenodigd zijn voor de bruiloft van het Lam”.
Néé, dat staat er niet. “Gelukkig wie zijn uitgenodigd voor de mááltijd van de bruiloft van het Lam”. Als daggast, zeg maar, je mag aanzitten bij het feestelijke bruiloftsdiner! Dat heeft wel iets te maken met de tafel waar wij vanmorgen omheen zitten.
We zijn bijna aan het einde van Openbaringen, en daarmee aan het einde van de wereldgeschiedenis. Jezus komt als overwinnaar, en hij verslaat definitief alles wat kwaad is – daarover horen we vanavond meer. En dan… dan zal de bruiloft van het Lam aanbreken.
Wie zijn de twee die samen trouwen? Het Lam, en zijn bruid, zegt de tekst. Wie zijn dat? Het Lam, dat is Jezus. Hij is als een lam dat werd geofferd, destijds in de tempel. Hij heeft zichzelf opgeofferd tot in de dood, toen hij stierf aan het kruis. Jezus, die zijn leven geeft uit liefde, dat is de ene partij. En de andere? Dat is de gemeente, dat zijn alle gelovige mensen bij elkaar.
Paulus schrijft een de christenen in Eféze: “ik heb me ingespannen om van u een reine bruid te maken voor Christus, zonder vlek of rimpel”. De bruid, dat zijn u en ik, zoals we hier aan tafel zitten!
[Jezus’ liefde]
Wat een wonderlijk koppel! Wat ziet Jezus toch in deze bruid? Ze is veel minder mooi dan Hij. Bovendien is zij arm, en Hij rijk. Ze is hem niet eens altijd trouw! . En toch wil Jezus met háár trouwen, haar voor altijd tot de zijne maken! Hoe komt dat? Ja, dat is nu het geheim van de liefde. Van de goddelijke liefde van Jezus. Hij ziet ons, u en mij zoals we hier zitten. Mét al onze fouten en gebreken. Met ons vaak zo wankelende geloof; onze oppervlakkigheid, ons vergeten van Hem. En… Hij wil zich aan Ú verbinden. Hij houdt van U of jou! Dat is niet te bevatten. En dát wonder mogen we vandaag vieren aan de tafel van het Heilig Avondmaal. Daar word je toch stil van!
[zalig/halleluja]
Zalig ben je, zegt onze tekst, als je geroepen bent tot deze bruiloft! De beelden lopen hier een beetje door elkaar. Enerzijds is een christen de bruid – samen met alle andere christenen, maar anderzijds ben je ook een gast op het feest. Maar waar het om gaat: er is féést! En u en ik mogen erbij zijn! Ieder die in Jezus gelooft, mag daggast zijn op deze grote bruiloft.
Een vooruitwijzing naar het grote feest ééns bij de Here. Een feest van liefde en genade. Laten we blij zijn en ons verheugen en Hem eer geven! We mogen feestgasten zijn, hier aan de tafel. Het feest vieren van Jezus’ liefde voor zijn bruid! Hoever zijn liefde gaat, zien we afgebeeld in brood en wijn.
[hier de eerste Tafel]
DEEL 2
[intro: witte jurk]
bij een trouwdag hoort een bruidsjapon. Om een of andere reden kijkt iedereen altijd naar de bruid, wat de bruidegom aanheeft doet er minder toe. De bruidsjurk is meestal wit. Een witte jurk is traditioneel een teken van zuiverheid en maagdelijkheid. Je kunt je afvragen of iedereen dat beseft die in een witte jurk trouwt, maar al jaren samenwoonde…
De bruid die we vanmorgen ontmoeten in het Bijbelboek Openbaringen, draagt ook een witte jurk! Gekleed is ze, in smetteloos en blinkend fijn linnen – in het wit dus. Heeft dat dezelfde betekenis?
[waar witte kleren voor staan]
Voor een deel wel, maar deels ook niet. Bij de Grieken en Romeinen was wit namelijk de kleur van de overwinning. Niet het eerste waar je aan denkt bij een bruiloft! Maar het past wel heel goed in het verband. De gelovigen die we ontmoetten in de afgelopen hoofdstukken hebben de overwinning behaald op de duivel en het beest uit de afgrond. Een wonderlijke overwinning, dat wel: ze hebben overwonnen door te lijden, door trouw te blijven aan Jezus en de gevolgen op de koop toe te nemen. Ze leken verliezers: ze werden vervolgd en gedood! Maar nu, aan het einde van de geschiedenis, blijkt dat zíj, juist zíj, de overwinnaars zijn. Ze mogen deelnemen aan het feest van het Lam, terwijl hun vervolgers vernietigd worden – daar horen we vanmiddag meer van. God zet de dingen weer recht! En daarom dragen ze wit.
Wit dus als teken van overwinning. Maar toch óók van zuiverheid. Een eenvoudig, schoon, wit gewaad – groot contrast met Babylon, de grote hoer, uit de vorige hoofdstukken. Die was uitgedost in allerlei kleuren en met allerlei juwelen. Maar smetteloos en zuiver… dat zeker niet! Eenvoud is het kenmerk van het ware! Deze bruid is onbevlekt, zuiver, geen zondesmet bevuilt haar verschijning. De bruid van Jezus, de gemeente, is zuiver, zonder zonde of gebrek.
[hoe komen ze zo?]
Maar hoe komt deze bruid zo zuiver en smetteloos? Misschien denkt u wel: dat slaat niet op mij. Zit ik hier niet verkeerd, aan de tafel van Jezus? Ben ik niet bevlekt?
Twee dingen vallen dan op. Aan de ene kant staat er dat de bruid zich heeft gereedgemaakt. Zoals een aardse bruid dat ook doet voor haar bruiloft: zorgen dat ze op haar mooist is. Naar de zonnebank, de kapper komt langs, zorgvuldig opgemaakt… En zo moet het ook zijn als wij het Heilig Avondmaal vieren, en als we straks bij Jezus’ grote bruiloftsfeest hopen te zijn. Dan maak je je mooi! Hoe? Door je best te doen geen zonden te doen, niets dat je leven bevlekt. Dan bréék je met verkeerde dingen. Dan belijd je je zonden en laat ze. Ik hoop dat wij dat doen en gedaan hebben. Je gaat toch niet naar een bruiloft met een vlek op je kleren?
Maar… aan de andere kant staat er dat de bruid het niet zelf doet. Er staat zo treffend: het is haar gegéven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden. Die witte kleren kreeg ze van God, van Jezus. Wie bij Jezus hoort wordt smetteloos gemáákt. Want God vergeeft alle zonde en verkeerde dingen als we bij Jezus horen. Hij máákt ons wit! Zoals we eerder in Openbaringen hoorden: ze hebben hun kleren witgewassen in het bloed van het Lam. Beeldspraak natuurlijk, van bloed krijg je juist vlekken. Maar bedoeld is: doordat Jezus zijn leven gaf, kunnen wij schoon worden van zondevlekken. Als we alleen maar vragen: vergeef mij! Neem mij weer aan! Leid mij voortaan op uw wegen. Dan bén je schoon en zuiver in Gods ogen.
Gelooft u dat? Dat de Here u en jou zó ziet? Als u naar uzelf kijkt, lijkt het er misschien niet op. Maar de Here ziet ons zoals Jezus ons maakt: vergeven, rein, en vernieuwd. Dat mogen we juist hier bij het Heilig Avondmaal vieren. We zitten hier niet om te laten zien hoe goed we zijn. Nee, we zitten hier om te vieren dat we een God hebben die ons wit en rein máákt! Want Jezus, de liefhebbende bruidegom, gaf zichzelf voor ieder die op Hem vertrouwt. Dat mogen we gedenken bij brood en wijn.
[hier de tweede Tafel]
DEEL 3
[intro]
stelt u zich voor: een meisje van een jaar of acht is gevraagd om bruidsmeisje te zijn bij de bruiloft van haar nichtje. Heel bijzonder voor haar! En daarom kijkt ze uit naar die dag. Nog zeven nachtjes slapen, nog zes, nog vier, nog twee… En dan is het zover. Ze kan haast niet wachten!
Uitkijken naar de grote dag. Dat doen bruid en bruidegom natuurlijk ook. Dan worden ze echt aan elkaar verbonden, dan zijn ze voorgoed een paar. Ze gaan onder één dak wonen, ze mogen zich geheel aan elkaar geven. De verkeringstijd is voorbij, de grote dag verandert hun leven voorgoed! En zo kijken ook de jongen en het meisje die gaan trouwen uit naar de grote dag, als het goed is. Wanneer is het eindelijk zo ver?
[deze bruiloft ligt nog in de toekomst]
Zo is het ook met de bruiloft van het Lam. Daar mag een christen verlangend naar uitkijken! Want… deze bruiloft ligt nog in de toekomst. Ook als we vandaag aan de Tafel van het Lam zitten, is dat nog níet het feestmaal op de bruiloft zelf. Het wijst er slechts naartoe!
Want wanneer is deze grote dag, de bruiloft van het Lam? Die is als Jezus terugkeert naar de aarde, als overwinnaar. Als Hij alle kwaad verslaat en Gods nieuwe wereld aanbreekt. Dán komt de bruiloft. Dán mag de kerk, dan mag ieder die gelooft voor altijd bij Jezus zijn. Dán is het wachten voorbij. Maar nu nog niet!
Soms wordt het moment dat iemand tot geloof komt, wel vergeleken met een huwelijk. Dan word je verbonden aan de Heer. Ergens klopt dat wel, maar ergens ook niet. Beter kun je zeggen: als u in de Here Jezus bent gaan geloven, dan bent u verloofd. U ging iets in Hem zien, u werd als het ware verliefd, u kwam in een relatie met Hem. Sommigen kunnen dat moment heel duidelijk aanwijzen, bij anderen ging het meer geleidelijk van jongs af aan. Maar hoe dan ook: als u gelooft hebt u een relatie met de Here. Maar getrouwd ben je nog niet! Immers: u leeft niet voortdurend bij Hem. Soms zoek je elkaar op, bijvoorbeeld in gebed, of in de kerk. Maar u bent nog niet bíj de Here van moment tot moment. Dit is de verkeringstijd: een tijd om elkaar beter te leren kennen. Dit is een tijd om uit te zien naar de dag van de bruiloft, als u voorgoed verenigd zult zijn met Jezus onze Heer. Maar zover is het nog niet!
[wat te doen]
Intussen laat de Here Jezus wel merken dat Hij van ons houdt. Bijvoorbeeld aan zijn maaltijd, hier vandaag. Daar zien we zijn liefde, daar moeten we die proeven en vieren. Als een voorproefje, zo gezegd.
En dan mag dit avondmaal hier ons verlangen aanwakkeren naar het avondmaal van de bruiloft van het Lam. Straks als Jezus komt. Door hier brood te eten en wijn te drinken, ga je er meer en meer naar uitzien! De laatste woorden van de bruid, in het laatste hoofdstuk van de Bijbel, zijn “kom, Heer Jezus!”
Waarom zou je daarnaar verlangen? Nou, dat hoef je een bruid toch niet te vragen! Dan ben je voor altijd van je geliefde. Dan is Hij bíj je. Nu is God soms zo onbereikbaar – dan niet meer! Dan zult u helemaal vernieuwd worden – nooit meer zonde doen of dingen die de bruidegom verdriet geven. Dan mogen we Hem eeuwig eren, samen met de hele schepping. Dan wordt alles goed! Zou je daar niet naar uitzien?
Dan ga je ook zorgen dat je er kláár voor bent, als Jezus komt – wie weet wanneer? Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt, zegt onze tekst. Dan wil je je kleed wít houden, dan houd je je ver van alles wat de Heer niet wil. En nog meer in het positieve: dan zoek je wat Hij wel graag ziet, dan wil je niets liever dan vruchten te dragen tot zijn eer. Totdat Hij komt!
Aan deze tafel wordt het verlangen aangevuurd, en krijgen we kracht om vol te houden. Ja kom, Heer Jezus!
Amen