Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
ik weet niet hoe het u vergaat, maar als ik de nieuwsberichten van de afgelopen week volg maakt mij dat niet vrolijk. Wat is er veel ellende en kwaad in de wereld. Velen van u zullen wel die foto hebben gezien van dat verdronken vluchtelingenjongetje, aangespoeld op het strand. Wat zit daar niet een wéreld achter! Om te beginnen de aanhoudende burgeroorlog in Syrië. President Assad die zijn eigen bevolking onderdrukt en zelfs bombardeert. De zogenaamde Islamitische Staat, die een ander deel van Syrië bezet en vreselijk te keer gaat. Dat ze eeuwenoude tempel en kunstschatten opblazen, is nog het minste. Dat zijn stenen. Maar geen mens is daar zijn leven zeker, en vrijheid is een verboden woord. In de naam van Allah worden de grootste gruweldaden bedreven. Het gezin van het verdronken jongetje kwam uit een stad die door deze groep werd bedreigd.
Maar achter de iconische foto van dit jongetje – net zo oud als míjn zoontjes, trouwens, je moet er niet aan denken – zit nog veel meer kwaad. Van mensensmokkelaars die niet terugdeinzen om de wrakste bootjes voor veel geld te verhuren. Van het krachteloze Europa ook, dat vluchtelingen verplicht om zo’n levensgevaarlijke illegale reis hebben gemaakt. Verschillende regeringsleiders die zich vooral zorgen maken over wat hun eigenbelang en herverkiezing dient. Gewone mensen die op de meest akelige wijze reageren als een boot met vluchtelingen vergaat: ‘opgeruimd staat netjes’ – het is verbazend wat je op internet vindt aan reacties onder berichten over vluchtelingen.
En dat is dan nog maar één onderwerp in het nieuws. Nu komt het dichtbij ons, maar wereldwijd is er zoveel om boos en verdrietig over te worden, dat onze kranten niet haalt… Wat een wereld!
[de txt]
Het Bijbelboek Openbaringen leert ons vanochtend opnieuw dat er méér is dan alleen deze wereld, vaak zo duister. Wat hebben we dat nodig, om niet wanhopig of oppervlakkig te worden! Er is ook dat andere vlak, erboven. Gods wereld. En meteen vraag je je af: heeft God zich helemaal dáár teruggetrokken? Trekt Hij zich nog iets aan van wat hier beneden gaande is?
In Openbaringen 15 krijgen we er iets over te horen. We zien een groep mensen in de hemel bij God, die een loflied zingen. En waarom zingen ze? Wel, omdat God zeven plagen naar de aarde gaat sturen, en daarmee het einde van de wereld laat komen. We horen van zeven engelen met de zeven laatste plagen – rampen en straffen. Die staan klaar, en dan klinkt dat lied. Een lied vanwege Gods oordeel! Na het lied worden die zeven plagen op de wereld uitgestort, daarover spreekt het volgende hoofdstuk.
Hoe kunnen ze daar nu toch ooit blij van worden, dat God de wereld gaat straffen? Is er al niet genoeg ellende en kwaad hier beneden? En toch zingen ze. “Want”, klinkt het gezang, “uw oordelen zijn openbaar geworden”.
[het lied van Mozes]
Het lied dat ze zingen, wordt genoemd ‘het lied van Mozes’. Daarmee is bedoeld het lied dat Mozes en de Israëlieten zongen bij de Rode Zee, we hoorden het bij de eerste schriftlezing. Het hemelse lied is net als het lied toen!
Wat was de situatie destijds bij Mozes? Het volk Israël was zwaar verdrukt in Egypte. Ze werden afgebeuld als slaven, alle jongetjes moesten zelfs in de Nijl verdronken worden. Afschuwelijk! Maar de Here had hun geroep gehoord, en Hij kwam in actie. Door de tien plagen van Egypte zorgde Hij dat zijn volk verlost werd uit de macht van de farao. Ze trokken weg, richting het beloofde land. Echter, de farao bleef ze bedreigen! Hij kwam hen achterna met zijn leger.
Aan de oever van de Rietzee leek het volk verloren. En tóen liet God zijn macht in het bijzonder zien: het volk Israël kon dwars door het water trekken dat voor hen droogviel, terwijl farao en zijn leger bedolven werden door de golven. Israël werd voorgoed verlost, door Gods sterke hand!
Als ze dan veilig aan de andere oever staan, zingen Mozes en de mensen een verlossingslied. “Zing voor de Heer, want paard en ruiter heeft Hij in de zee gestort!”
Ze zijn blij omdat God hen verlost en de tegenstander vernietigt. God heeft de zaken rechtgezet! En dáárom zingen ze voor Hem. Niet alleen omdat ze veilig zijn, maar óók omdat God straft, het verdiende loon geeft aan de onderdrukker. Daar gaat het lied van Mozes vooral over. Daar zijn ze blíj om, blij dat God rechtvaardig oordeelt!
[het lied van deze mensen]
Het lied in Openbaringen lijkt erg op het lied van Mozes bij de zee. Ze staan zelfs ook bij een ‘zee’, een glazen zee in de hemel. Ook zij prijzen en eren God om wat Hij doet. Want God gaat het wereldrijk van het beest straffen, oordelen. Zeven plagen staan klaar, zoals de tien plagen in Egypte. Want, we hoorden het eerder, het beest, het goddeloze wereldrijk, verdrukt de gelovigen en erkent God niet. Net als farao Gods volk verdrukte en God niet erkende. “Wie is die God, dat ik naar Hem zou horen?” zei de farao, en het beest zou het hem zo nazeggen!
Maar net als God de Israëlieten verloste en de slechte farao en zijn rijk trof, zo gaat Hij nu ook doen met het beest en zijn rijk. En dáárom zingen de mensen in de hemel. Zelf hebben ze de macht van het beest gevoeld. Ze worden genoemd ‘de overwinnaars van het beest’ – maar dat wil niet zeggen dat ze het beest verslagen hebben. Integendeel! Overwinnaar ben je volgens Openbaringen als je vasthoudt aan God en daardoor lijdt. Ze zijn uitgelachen, achtergesteld, ze zijn gedood zelfs omdat ze het teken van het beest niet wilden dragen, niet loyaal wilden zijn.
En nu gaat God straffen, oordelen. Hij gaat dat boze rijk treffen met zijn plagen, die méér dan verdiend zijn. Is het dan een wonder dat deze mensen zingen? Hun grote vijand en verdrukker krijgt zijn trekken thuis. Dit zijn niet zomaar wraakgevoelens, dit is uitzien naar recht! Dat staat ook in vers 4. Gods ‘oordelen’, zegt de HSV, zijn openbaar geworden, maar letterlijk staat er ‘uw rechtsdaden’. God doet recht! Hij gaat de dingen rechtzetten, die nu compleet op hun kop staan. Onder de regering van het beest lijkt kwaad te lonen, en wordt trouw en geloof bestraft. Maar God zet recht. Zijn oordelen laten zien: wie onrecht doet en kwaad, díe wordt gestraft. De onschuldigen die lijden, zij worden bevrijd. Dáárom zingen ze!
[Gods oordeel nú]
Kunt u nu plaatsen waarom Gods oordeel, Gods straffende hand, niet alleen maar iets is om van te huiveren? Is dat niet hard nodig, ook nú, dat Hij dingen recht-zet? Zijn er ook nu geen onderdrukkende, wrede heersers zoals de farao en het beest? Denk slechts aan een Assad, of de leiders van IS. Als die gestraft worden, als hen Gods woede treft, is dat niet volkomen terecht!? Zou je daar niet naar uitzien zelfs! Geloof is niet alleen maar ‘lief zijn’, dat leert het laatste Bijbelboek ons wel. Gods tóórn is er ook nog, en er is genoeg wat die toorn, dat oordeel verdient. Dat Hij de zaken rechtzet – kwaad straft, en mensen verlost!
Daar kun je soms zó naar uitzien! Of u niet, en jij? Dat je denkt: Ja, Here Jezus, kom toch snel terug, en zet de zaken recht! Deze wereld ligt zo uit haar verband, en is zoveel dat rechtgezet moet worden! Zo veel kwaad om uit te bannen! Doe er iets aan! En denk daarbij niet alleen aan de grote heersers in de wereld, er is ook zoveel in het klein.
Hoe ontzagwekkend de gedachte ook is aan het feit dat God oordeelt, ten diepste is het iets om naar uit te zien. Want dan wordt alles rechtgezet! En zeker als je zelf het slachtoffer bent, en niet anders kunt doen dan je aan God vasthouden, dan kun je diep naar die dag verlangen. Dat je zelf verlost wordt, dat ook, maar méér nog: naar recht, naar oordeel over alle kwaad. In Openbaringen 15 staat die dag voor de deur. En dáárom zingen de mensen, die uit die verdrukking komen!
[wij en Gods oordeel]
God die alles rechtzet, die oordeelt, daar naar verlangen? Het kan dus! En zeker als je denkt aan groot kwaad, aan mensen als Assad, die lijken op de farao en het beest, dan kunnen we er allemaal wel in meekomen. Dat God oordeelt, is iets góeds. Recht moet geschieden, hoe dan ook!
Maar laten we niet te gemakkelijk zeggen: laat God ingrijpen, laat zijn oordeel toch komen! Want God oordeelt en straft niet alleen kopstukken en de grootste misdadigers. Ieder mens zal door Hem geoordeeld worden! ‘Laat God die-en-die eens aanpakken’, dat kan je zo zeggen. Maar wat als God u en mij eens loon naar werken gaat geven? Sóms straft God al hier op aarde – verbazend veel dictators komen akelig aan hun einde. Kwaad straft ook zichzelf, zo heeft God de wereld gemaakt. Maar vaak ook niet, of maar deels. En dan geloven wij, dat ééns, als Jezus komt, alles en iedereen geoordeeld zal worden. Dan wordt álles rechtgezet, dan wordt íeder rechtvaardig geoordeeld. Ook ik, ook u en ook jij!
Dat is een ontzagwekkende gedachte. Kun je dan nog blij zijn met de gedachte aan Gods oordeel, zijn woede over ieder kwaad, zijn strenge maar rechtvaardige straffen? Dan roep je toch wat minder hard denk ik!
[Het lied van het Lam]
Waarom kunnen deze mensen dan zo indrukwekkend, zo verlangend zingen over Gods rechtvaardige oordeel? Hebben ze zelf nooit iets fout gedaan? Nou, Johannes tekent ze wel als mensen die aan de goede kant staan. Mensen die het teken van het beest geweigerd hebben, en de gevolgen hebben aanvaard. Ze hoeven zich niet voor hun levenskeuze te schamen! En dat geldt voor ons nog: hoe je leeft dóet er toe! Wie rechtvaardig leeft, denkt anders over Gods oordeel dan wie veel kwaad doet.
Maar waarom zingen deze mensen? Omdat ze zelf volmaakt zijn? Nee, dat niet! Als je Openbaringen leest, zou je het haast denken. Alles is zwart-wit. Mensen zijn óf goed, of fout. De nadruk valt wel heel erg op wat je doet, alsof je zo de hemel verdient. Dat past bij de stijl, waarin alles op spanning staat. Maar, we weten uit de rest van de Bijbel wel meer. Niemand is volmaakt! Als God alleen als strenge rechter kijkt, gaat niemand vrijuit. Maar daarom is het ook zo belangrijk wat er staat: ze zingen het lied van Mozes, én van het Lam. Het lied van Jezus! Het is dankzij Hem dat ze niet terugdeinzen voor Gods oordeel. Niet om henzelf, maar omdat Jezus, hun Heer, hen rein voor God doet staan. Zoals een paar hoofdstukken eerder staat: ze hebben hun kleren witgewassen in het bloed van het Lam. Het is door Jezus dat ze recht tegenover God staan. En daarom kunnen ze nu, in hun lied, zo vol overtuiging náást God staan, in zijn komende oordelen. Omdat ze gekocht zijn door het Lam.
[slot: link HA]
Zo komen we bij die belangrijke vraag, zeker omdat we komende zondag het Avondmaal vieren: Hoe staat ú tegenover God? Zijn we bang voor zijn oordeel? Of denken we dat het wel OK is, omdat we toch best aardige mensen zijn? Óf horen we bij het Lam? Gaan we, met ons leven, met al het goede en het foute, tot Jezus? Want dán hoef je geen oordeel te vrezen. Dan kun je zelfs verlangend uit zien naar die grote dag dat God alles zal rechtzetten! Bij het Heilig Avondmaal mogen we het vóór ons zien, hoe Hij zijn leven gaf voor ons, en zijn leven geeft áán ons.
Dan is het uiteraard niet om het even hoe je leeft. Het lied wordt gezongen door hen die standvastig bleven, het Lam volgden, zich heilig bewaarden in een verdorven maatschappij. Niet uit henzelf, maar omdat ze bij het Lam horen. Hoe is dat bij ons?
Daar mogen we onszelf op beproeven in deze week van voorbereiden. Hoe is ons leven? Wat gaat er door u heen als u denkt aan Gods oordeel? Dan mogen we ons bekeren, telkens weer. Dan mogen we ons vertrouwen stellen op Hem, het Lam dat ze zonden der wereld wegdraagt. Dan mogen we uitzien naar de dag dat Hij komt en alles recht zal zetten. En op weg naar die dag wil Hij ons versterken met brood en met wijn.
Amen