Tags

,

Schriftlezing: Romeinen 6:1-14

Vragen uit de Heidelbergse Catechismus:

43: Welk nut hebben het offer en de dood van Christus aan het kruis nog meer voor ons? Dat door zijn kracht onze oude mens met Hem gekruisigd, gedood en begraven wordt, opdat de verdorven begeerten van het vlees niet meer in ons regeren (…)

45: Wat is voor ons de waarde van de opstanding van Christus? (…) Ten tweede worden ook wij door zijn kracht nu al opgewekt tot een nieuw leven. (…)

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
jezelf veranderen, wat kan dat moeilijk zijn! Ik ben momenteel al een tijdje bezig met tiklessen. Ik heb namelijk nooit geleerd om met tien vingers te tikken, dus ik doe altijd maar wat. Maar ik moet wel veel teksten produceren wegens mijn werk als predikant: preken, meditaties, stukken voor de kerkbode, en ga zo maar door. Daarom ben ik maar eens op tikles gegaan, want dat zal me veel tijdwinst opleveren!
De lessen vallen me wel mee. Nu ben ik intussen zo ver, dat ik alles wat ik doe met tien vingers moet tikken volgens de juiste methode. Alleen dán wordt het pas lastig, merkte ik. Als ik éven niet oplet staan mijn handen alweer scheef op het toetsenbord en verval ik in mijn oude, zelfaangeleerde manier. Na een tijdje merk ik het en verbeter mezelf. Maar… twee minuten later betrap ik me: daar ga ik alweer de fout in! Wat moeilijk om te veranderen!
Dit gaat dan nog maar om iets wat je doet, een vaardigheid. Maar wat is het moeilijk, eigenlijk onmogelijk om te veranderen wie je bént! Een jongere zegt: nu had ik me nog zó voorgenomen om voortaan geen ruzie meer te maken. Maar toch gebeurt het telkens weer, ik doe het voor ik er erg in heb! Of een oudere denkt: Laatst hoorde ik zo’n indrukwekkende preek over dat je je geen zorgen moet maaken. Ik werd erdor geraakt, maar nu pieker ik alweer over zoveel dingen!
Een betere manier van tikken aanleren, dat gaat nog, als je er maar moeite in steekt. Maar een ander, een beter mens worden, is dat wel mogelijk?

[Jezus stierf voor ons, en nu…?]
We gaan vanavond verder met nadenken over het sterven van Jezus, aan de hand van de Heidelbergse catechismus. We hebben er de afgelopen keren al veel over gehoord. Bekende dingen voor trouwe kerkgangers denk ik: hoe Jezus’ dood vergeving brengt voor de zonden. Hoe hij al het kwaad, alle fouten in de wereld op zich nam en wegdroeg, zodat wij als verzoende mensen voor God kunnen staan. Heel in het kort: Jezus’ dood zorgt voor vergeving. Ook al doen wij fout, we hoeven niet te vrezen voor straf van God, als we ons maar tot Hem wenden.
Maar dan? Want dit is eigenlijk maar een begin. Jezus zorgt voor vergeving, en dan? Hoe ga je dan verder in je leven als je daarvan hebt gehoord?
Je zou kunnen denken: nou, mooi, Jezus zorgt voor vergeving. Dan kan ik dus lekker door met mijn leven en doen wat ik zelf wil. God vergeeft wel! De Franse filosoof Voltaire zei: “pardonner/ c’est son metièr”. Vergeven is zijn vak! U begrijpt, dat is niet de bedoeling. Paulus reageert verontwaardigd, we hoorden het net: “zullen wij dan in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Volstrekt niet!” Wie zo denkt, heeft nooit echt gepeild wat het Jezus kostte, de vergeving. Geen goedkope vrijbrief, maar zijn diepe liefde tot in de dood! Zou je Hem dan zo beledigen? Zoals een lied zegt “daar ge U voor mij hebt in de dood gegeven, hoe zou ik naar mijn eigen wil nog leven? Zou ik aan U, voor zulk een bitter lijden/ mijn hart niet wijden?”
Kijk, en dat is de tweede, de betere reactie. Willen leven voor Hem die je verloste, die ja maakt tot een geliefd kind van God met een eeuwige toekomst! Hij ging zó ver, om mij een nieuwe kans te geven – dan wil ik er nu ook iets van maken! God wil ik dienen in alles wat ik doe! Ik hoop dat u er zo instaat.

[de oude en nieuwe mens]
Alleen… dan komen we weer bij waar ik mee begon. Het lukt zo slecht! Goed, de grote dingen misschien: niet stelen, niet vloeken, en zo. Maar echt worden zoals Jezus? Vol liefde naar iedereen, geduldig en verdragend en vriendelijk, geen slaaf van je begeertes, niet op jezelf gericht… Het lukt maar zo slecht! Hebt u dat nooit, dat u zichzelf weer zo tegenvalt? Dat zal voor ieder weer op andere punten zijn. Je hebt karakterzonden, zoals opvliegendheid of snel op anderen neerkijken. Je hebt boezemzonden, zoals ze dat noemen; dat éne, waar anderen niet eens van weten waar waar je telkens weer de fout ingaat. Je hebt… ach zoveel. Niet alleen wat je doet, ook wat je nalaat. Zelfs hoe je denkt. En het lukt maar zo slecht om anders te worden. En soms denk je: wat ben ik toch een waardeloze gelovige. Misschien denkt u zelfs: wat een waardeloos mens ben ik. Maar dan corrigeer ik u echt met kracht: u bent waardevol! Zó waardevol dat Jezus zijn leven wilde geven voor u. Juist omdat u er zo weinig van terechtbrengt!! Zoveel geeft Hij om U, zoveel gaf Hij voor jou!
Maar hoe zit dat dan, met dat het zo slecht lukt om te leven daarnaar? Daarvoor reikt de cahtechismus ons Bijbelse woorden aan: de ‘oude en de nieuwe mens’. Want geloven maakt je leven gecompliceerder, niet makkelijker. Eigenlijk ben je twéé mensen geworden als je bij Jezus hoort. Doordat Hij zijn leven gaf voor ons, hebben we een nieuwe identiteit: geliefde kinderen van God, die voor Hem willen leven. Dat is de nieuwe mens. Maar tegelijk zit er nog in ons wat ieder mens uit zichzelf is. Mens zonder God, iemand die gewoon een eind weg wil leven. De oude mens. Dat is mens-zijn zonder verbinding met Boven, het leven beheerst door alle neigingen en begeertes en gewoontes die ons aansturen. Met andere woorden, het leven dat iemand leidt die niet gelooft. Dat zit óók nog in je als je gelooft! Twee zielen in één borst, zoals een dichter zei. De oude mens wordt niet vervangen door een nieuwe mens, nee, ze zitten allebei in je! En dáárom kun je de éne keer zo vol enthousiasme zingen voor God, en een andere keer zo enorm de fout ingaan.
En gelukkig, nu is er vergeving, daar zorgde Jezus voor. Dat hoorden we de vorige keer. Dus we hoeven niet bang te zijn dat God ons afwijst, al gaan we de fout in, als we maar spijt hebben. Maar de vraag is: hoe kom je – en dat zal elke gelivge toch willen – hoe kom je van die oude mens af? Dat stuk wat de ellende geeft. Het vervelende is: het is helaas iets van jezelf! Zo bent u, zo ben ik óók. Een oud lied zegt “hoe raak ik ooit mijzelve kwijt, of Jezus tot in eeuwigheid/ recht hartelijk te minnen?” Kijk, dat is de vraag!

[sterven en opstaan metT Jezus]
Als je niet oppast, ga je daar verkeerd mee bezig. Dan ga je denken: ik móet het beter doen! Ik zál veranderen. En je probeert met wilskracht en goede voornemens je oude mens de kop in te drukken. Het resultaat is voorspelbaar: frustratie. Soms lukt het even, maar net zo vaak niet. En het gevolg: je geeft het maar op. Of je wordt juist een verbeten iemand, die zich strak aan de regels vasthoudt; hard voor zichzelf en anderen. Niet een bevrijd christen waar je jaloers op zou worden… Ja, dat is ook zo gek niet. Want je probeert een deel van jezelf weg te drukken, en dat is psychologisch niet gezond!
En dán zijn we aangekomen bij wat de catechismus ons aanreikt. Want er is méér te zeggen dan dat Jezus’ offer voor vergeving zorgt. De catechismus vraagt “welk nut heeft Christus’ dood aan het kruis nog méér voor ons?” Want Hij geeft ons méér dan alleen vergeving. Al te vaak denken wij: de vergeving geeft Jezus, maar voor de vernieuwing ben ik zelf aan zet. Hij geeft een schone lei, nu moet ik het voortaan beter doen. Ja, en dat moet ook, maar, en dat is de hoofdzaak vanavond… dat hoeven we nu net niet in eigen kracht te doen! Ook daarvoor moeten we bij Jezus zijn die stierf voor ons!

Een actueel voorbeeld kan het misschien duidelijk maken. Iemand die in Nederland asiel heeft aangevraagd, hoopt op een ‘status’, zoals dat heet. Een status, dat betekent dat je in Nederland mag blijven. Dan heeft zo iemand een nieuw toekomstperspectief! Maar het krijgen van een verblijfsstatus is nog maar het begin. Zo iemand moet dan nog integreren in de Nederlandse maatschappij en hier een nieuw bestaan opbouwen. Gelukkig helpt de Nederlandse overheid ook dáár bij! Dat iemand een huis krijgt buiten het asielzoekerscentrum, dat hij een inburgeringscursus krijgt en geld om te leven. Want anders heb je nog niet veel aan die status, dan komt zo iemand mét zijn nieuwe status toch onder de brug te slapen…
Kijk, en ongeveer net zo is het als we ons in geloof tot de Heere Jezus wenden – dan krijgen we een nieuwe status. Van ‘zondaar’ word je ‘nieuw mens’, ‘kind van God’. Maar dan zegt de Heer niet van “zoek maar uit, verder moet je het zelf doen”. Nee gelukkig niet! Hij geeft óók wat nodig is voor een leven als kind van Hem. Luister maar wat de catechismus zegt: “dat door zijn kracht onze oude mens met Hem gekruisigd, gedood en begraven wordt”. Hoort u dat! Je hoeft niet op eigen kracht jezelf te veranderen. Dat mag door zíjn kracht! En onze kracht is klein, de zijne is groot!

[Romeinen 6]
De catechismus ontleent deze wijsheid aan het zesde hoofdstuk van de Romeinenbrief. Vergeving, een nieuwe status voor God, is iets buiten ons. Maar Jezus zorgt ook voor vernieuwing binnenin ons. Hoe dan? Omdat iedereen die gelooft aan Hem verbonden is. Geloof is immers een relatie! Dat doet niet alleen iets vóór je (vergeving krijgen), maar ook mét je. Wij sterven ook mét Hem en staan met Hem op.

Wat wil dat zeggen? Paulus wijst naar de doop, de volwassendoop. Daar zie je het uitgebeeld, zegt hij. Als je gelooft gebeurt met jou hetzelfde als met Jezus. Je oude bestaan gaat onder, zoals Jezus onderging in de dood. Je oude mens, je bestaan los van God, wordt met Christus gekruisigd. En mét Jezus sta je op in een nieuw leven. Als een nieuw mens. Jíj hoeft jezelf niet nieuw te maken. Je hoeft alleen in Jezus te geloven. Dan zorgt Hij dat je oude mens met Hem gekruisigd wordt, ondergaat, en dat je opstaat in een nieuw leven. Met Hem en door Hem, door Jezus.
Sterven en opstaan met Jezus. Je oude mens, dat leven zonder God, sterft – niet omdat je dat zelf presteert, maar omdat Hij stierf, en u bij Hem hoort door het geloof! En een nieuwe mens staat in u op, omdat Jezus opstond uit de dood.
Wat een hoopgevende boodschap is dat voor mensen die zichzelf niet kunnen veranderen. Paulus zegt, en ten diepste God, tegen u vanavond: kijk niet naar jezelf en wat je ervan terecht brengt, maar kijk naar Jezus bij wie je hoort. Hij maakt een nieuw mens van u!

[niet eigen, maar Jezus’ kracht]
En dat betekent, heel concreet, dat je op een andere manier in het leven kunt staan, en in het geloof. Niet van ‘ik heb vergeving door Jezus, nu nog een nieuw mens worden…! Het mag zó: ‘omdat ik bij Jezus hoor, heb ik vergeving én word ik zijn nieuwe leven ingetrokken’. Je hoeft niet krampachtig te worstelen, het al in je. Of beter gezegd, in Hem. Je hoeft alleen maar dicht aan je Heer verbonden te blijven. Putten uit zijn kracht, niet uit je eigen!
Heel concreet: stel je hebt iemand die heel moeilijk is om mee om te gaan, bij wie je je zelfbeheersing altijd verliest na een tijdje en boos of geërgerd wordt. Dan kun je naar die persoon gaan met het idee: ik móet me beheersen, anders zondig ik en dat mag niet. Het in eigen kracht zoeken; en je weet al half dat het niet gaat lukken… En het gaat dan ook fout, en je bent boos en teleurgesteld in jezelf.
Maar als je beseft dat de kracht tot vernieuwing in Jezus ligt, kan het anders. Dan kun je erheen gaan met een gebed: “Heer Jezus, helpt Ú mij om te zijn zoals u. Ik kan het niet goed, maar met Ú kunt het geven!” U zult eens zien wat voor verschil dat maakt!
Telkens weer: niet naar jezelf kijken, wat je daar ziet; niet in eigen kracht willen veranderen. Maar kijken naar wie Jezus is en wat Hij van u maakt. Paulus zegt het: “u dient uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus”. Met hem wordt uw oude mens gekruisigd! Dat kunnen en dat hoeven we niet zelf te doen. Maar dat is realiteit in Hem.

[levenslang proces]
En tegelijk moeten we eerlijk zijn: dit is een levenslang proces. Het is niet van “als je maar bidt bij wat je doet, dan word je zó volmaakt”. Dat afsterven van de oude mens is pas klaar als we letterlijk sterven. Want die oude mens is hardnekkig, echt ongelooflijk. Dood en begraven in Jezus’ dood, jazeker – maar als je niet heel dicht bij Jezus blijft floept hij zó zijn graf weer uit. Geloven is een levenslang ‘worden wie je bent’. Als we Romeinen 6 nauwkeurig lezen, is het opvallend. Paulus zegt wel ‘onze oude mens in met Hem gekruisigd’. Maar Hij zegt níet: en we zíjn opgestaan in een nieuw leven. Paulus schrijft, heel subtiel: ‘wij geloven dat wij ook met Hem zúllen leven’. Dat is een uitzicht voor de toekomst. Zover is alleen Jezus zelf, wij zijn onderweg. Wij zitten nog in tussen wat er feitelijk is: een oude én een nieuwe mens in ons, en wat we zijn in het geloof: nieuwe mensen, opgestaan met Jezus.
Dus wees niet ontmoedigd als u merkt dat u nog veel steken laat vallen. Dat het niet lukt om als Jezus te zijn. Dat is een feit. Ga dan vooral niet moedeloos worden, of boos op jezelf. Nee, richt je des te meer op onze Here, in wie onze oude mens is gekruisigd. Zeg het gewoon maar in het gebed “Here, ik kan het niet, u moet het doen!”. En vertrouw dan maar op Hem, dat Hij u niet zal laten vallen. Laat zijn Heilige Geest het werk maar doen!

Dan is er geen volmaaktheid hier in dit leven. Maar wel wordt meer en meer waar wat de catechismus zegt: dat de boze begeerten niet meer héérsen. Er is groei in het leven als christen, als het goed is! De begeerten héérsen niet meer. Ze zijn er wel – zolang je hier leeft! Maar ze zijn er als rebellen, die in opstand komen tegen de nieuwe meester. Ze stoken, soms winnen ze een grote slag zelfs, maar ze heersen niet meer. Want dat doet Jezus in mij, in wie ik een nieuw mens bén en eens geheel zal zijn. Wie zijn of haar kracht uit Hem put, zal het meer en meer ervaren. Hem zij de eer tot in eeuwigheid!

Amen