Tags
Gemeente van Jezus Christus, en in het bijzonder jullie, Ramon, Eline en Janienke; vrienden, familie, bekenden van hen,
[wat is belijdenis-doen?]
het is bijzonder om hier vanmorgen zo samen te zijn. Met velen, en met heel verschillende achtergronden. De één is hier omdat hij elke week zijn plekje hier inneemt, een ander is er alleen vandaag omdat een vriendin of familielid vandaag hier zijn geloof belijdt. Sommigen hier hebben vroeger zelf net zo hun geloof beleden, anderen zijn zo ver nog niet, en weer een ander vraagt zich af wat dat nu eigenlijk is: “belijdenis doen”. Wat is dat? Daarom wilde ik het vanmorgen maar gewoon heel basic houden: wat is belijdenis doen? En waarom is dat zo mooi en belangrijk? Voor sommigen een herinnering, voor anderen een aansporing of een kennismaking.
Laat ik eerst maar beginnen met wat belijdenis-doen niet is. Het is niet een soort afsluiting van de catechese (het geloofsonderwijs): zo, nu weet je genoeg van geloof en kerk, nu krijg je je diploma! Zo werkt het niet. Je wordt niet automatisch belijdend lid van de kerk als je een bepaalde leeftijd hebt of als je genoeg onderwijs hebt gevolgd. Vroeger ging dat soms wel een beetje zo, de ouderen weten dat wel. Met een hele groep tegelijk ging je rond je achttiende richting de belijdenis – dat hoorde erbij als een soort overgangsritueel richting volwassenheid. In de huidige tijd is die vanzelfsprekendheid weg. Belijdenis-doen is een bewuste keuze om christen te zijn, iets wat helemáál niet vanzelf spreekt tegenwoordig.
Belijdenis doe je ook niet om te laten zien hoe goed en hoe gelovig je wel bent. Het is evenmin het upgraden van je kerklidmaatschap van ‘basic’ naar ‘premium’. Maar wat is het dan wel? Want al die dingen die ik noemde hebben er wel mee te maken. Je dient voldoende onderwijs te hebben gehad over het geloof. Je moet echt gelovig zijn en ernaar leven. En je kerklidmaatschap verandert erdoor. Maar wat is nu de hoofdzaak waar het allemaal om gaat vanmorgen?
Het leek me mooi om dat vandaag duidelijk te maken door middel van twee beelden.
[Jezus als Heer erkennen]
Voor het eerste beeld moeten we ons even een paar eeuwen terug verplaatsen. Naar de tijd van koningen met hun edelen en hun legers. Stelt u zich zo’n koning voor, een machtig man. De mensen die bij hem in dienst waren moesten destijds altijd een eed van trouw afleggen. De edellieden onder zijn gezag, maar ook de soldaten in zijn leger. Ze moesten hem trouw zweren. “Ik zweer dat ik u, mijn heer, trouw zal dienen en uw bevelen zal opvolgen” – zoiets. Wie zo’n eed aflegde was niet meer eigen baas, die kwam in dienst met een heer boven zich. Een heer die op zijn beurt natuurlijk zijn dienaren zou bijstaan en beschermen.
Kijk, en ongeveer zoiets gebeurt er ook als iemand geloofsbelijdenis aflegt. Dan zweer je eigenlijk trouw aan Jezus, aan de Heer in de hemel. Je ziet dat terug in het Bijbelgedeelte dat we lazen. De apostel Paulus, die dit gedeelte schreef, probeert uit te leggen wat belijden en geloven is. Een heel betoog, waar we vanmorgen slechts een fragment van lazen. Paulus begint ons stukje met te zeggen, “als u met uw mond de Heer Jezus belijdt…”. Maar eigenlijk is dit niet zo’n goede vertaling. Een andere vertaling zegt terecht “als u met uw mond belijdt dat Jezus de Heer is…”. Als jullie straks belijdenis afleggen, ‘ja’ zeggen op de vragen, dan erken je Jezus als je Heer. Dan zweer je Hem trouw! Jullie zijn niet meer eigen baas, maar je erkent Hem als Heer boven je, wiens wil je wilt doen.
Dat klinkt best heftig, toch? En dat ís ook heel wat! Waarom zou je dat doen? Iedereen wil toch liefst eigen baas zijn? Maar een christen heeft ontdekt: er is er één die het veel beter weet dan ik. Ik kan zelf wel wat aanrommelen, maar deze Heer geeft zoveel méér.
En dan gaat het nog niet eens zozeer dat je gelooft dat er een God is. Dat doet de halve wereld. Wie christen is, gelooft bovenal in Jezus als Heer. Jezus, Hij die lang geleden leefde en méér was dan een gewoon mens. Wat Hij zei: dat spreekt aan. Dat is zó wijs en goed – daar hoor je Gods stem in, die je wilt volgen. Kent u, ken jij de woorden van Jezus niet? Ga ze eens lezen in de Bijbel! Maar Jezus is meer dan een leraar. Je volgt Hem ook om wat Hij dééd. En bovenal erken je Hem als Heer omdat Hij opstond uit de dood.
Dat geloven wij hier in de kerk: dat Jezus, lééft, werkelijk weer levend is geworden, nadat hij vermoord was aan het kruis. Ik kan er argumenten voor geven waarom ik geloof in de Opgestane. Maar met argumenten alleen word je geen gelovige. Ten diepste moet God zelf je overtuigen – en dat doet Hij, tot op de dag van vandaag! Want Jezus is niet iemand van 2000 jaar geleden, Hij leeft nog steeds! Dáárom staan er hier jonge mensen klaar om hun geloof te belijden, om Jezus te erkennen als hun Heer. De Heer die hen de weg wijst, en die hen doet delen in zijn leven.
[redding door zijn dood en opstanding]
Ik gaf u het voorbeeld van de eed van trouw. Zó kun je het zien als iemand belijdenis doet. Dan zweer je trouw aan Jezus en de God van Jezus. Echter, dit beeld heeft ook zijn nadelen. Het is wel erg in termen van heer en dienaar. Van dingen moeten, van strijden zelfs. Het is een militaristisch beeld. Dit kan heel eng worden. Als mensen onvoorwaardelijke trouw beloven aan een god, zijn wil boven alles zetten… Leidt dat niet tot intolerantie en geweld? Juist dit weekend, ik had deze preek al ongeveer geschreven, werden we geconfronteerd met afschuwelijke aanslagen door mensen die onvoorwaardelijk trouw zijn aan hun geloof, zelfs hun leven ervoor opofferen – en velen meeslepen. Is het christelijk geloof hier ook vatbaar voor? Als deze jongeren trouw beloven, zijn ze dan aan het radicaliseren, zoals dat tegenwoordig heet? Of is Jezus toch een geheel andere heer dan de Allah van de Islamitische Staat?
Daarom háást ik mij om naar het tweede beeld te gaan van wat belijdenis-doen is. Je geloof belijden is trouw beloven, ja. Maar wanneer hoorde ú voorhet laatst een trouwbelofte? Als u er al eens één hoort, is dat denk ik bij een huwelijk! Daar beloven en man en een vrouw elkaar trouw. Maar dat heeft een heel andere achtergrond: liefde! Je wilt je met hart en ziel aan de ander geven, omdat je van hem of haar houdt! En gelukkig, dat is ook de diepste achtergrond als mensen hier in de kerk ‘ja’ zeggen bij hun belijdenis. Dat heeft te maken met liefde. Gods liefde voor jou, waardoor jij ook ‘ja’ wilt zeggen tegen Hem. Om voor altijd aan Hem verbonden te zijn.
Want in Jezus zie je Gods goedheid en liefde. Geen kwestie van dat hij slechts strijders recruteert. Jezus laat de weg zien van liefde, van afzien van macht. Liever onrecht lijden dan onrecht doen. Hij werd gedood aan het kruis. Dat lot had hij over voor het geluk van anderen!
Dat is het diepste wonder van het christelijk geloof. Paulus schrijft over wie geloven en belijden “dan zult u zalig worden”. Zalig – een ouderwets woord voor ‘gelukkig’. Maar eigenlijk kun je nog beter vertalen ‘gered’. Want dát kwam Jezus doen: mensen redden, u en mij en jou! Gelukkig maken. Is dat dan nodig? Ja. Je kunt het goed hebben, maar we zijn de verbinding met God kwijt. We zijn de bron van liefde kwijt. We snappen best dat de wereld een betere plaats zou zijn als alle mensen goed voor elkaar waren, als we nooit zouden schelden, niet ons eigenbelang voorop zouden zetten… Maar we doen het niet! Of hoogstens een klein beetje. Wij kúnnen het niet eens; bekijk de wereldgeschiedenis maar. Bekijk de ruzies in je omgeving maar. . Hoe kom je eruit? Kijk, en dáárvoor kwam Jezus. Hij was de enige die anders was. Hij liet een glimp zien van een andere wereld. En Hij… Hij werd vermoord. Aan een kruis. Dat had Hij vanaf het begin al aan zien komen. Maar Hij wilde niet wijken. Hij gaf zijn leven uit liefde. Hij wilde liever sterven dan de mensen te laten zitten. Wat een Heer: een Heer die dient!
Als je dat beseft, als dat écht tot je doordringt – dan kun je niet anders dan zeggen: Heer Jezus, wát een liefde! En er zit nog meer achter. Want we geloven dat Jezus door zijn dood het kwaad overwon. Dat zijn sterven op één of andere manier de weg naar God weer opent. Want Hij is opgestaan – ik zei het al. En een nieuw leven geeft aan ieder die bij Hem hoort! Een leven vanuit zíjn wereld. Een leven waar de dood geen vat meer op heeft.
En óm dat te geven, wilde Hij dus die allerdiepste weg gaan. Tot in de dood! Als je dat gelooft, als je daaruit leeft, dan kun je niet anders dan zeggen: Heer Jezus, ik houd van U! Ik zie alles in U! Ik wil bij U horen, bij uw nieuwe wereld, niet bij een wereld die u liet vermoorden. Ook dát zeg je als je belijdenis doet. Je zegt ‘ja’ net zoals op een bruiloft. Uit liefde.
Hoe klinkt u dat in de oren? En jou? Wat heb je met Jezus? Ik hoop dat u Hem kent. En zo niet, léér Hem dan kennen. En dan hoop ik dat de vonk ook bij u overslaat, zogezegd. En aan de mensen die hier vaak in de kerk komen maar nog nooit belijdenis deden, zeg ik: Hij gaf alles voor u – wat geeft u aan Hem? Geef jezelf, zoals een bruid en bruidegom elkaar trouw beloven!
[doen wat Hij vraagt]
Dan betekent belijdenis doen ten derde en laatste ook: leven voor de Heer. Zoals een soldaat die trouw zweert zich in dienst stelt van zijn Heer. Maar misschien nog wel meer zoals iemand die trouwt, graag alles wil doen waar de ander blij van wordt, en alles wil nalaten wat de ander niet graag ziet. Zo beloof je bij de belijdenis om op de weg van Jezus te gaan. De weg die Hij wees en voordeed: van liefde en trouw, van oprechtheid en eerlijkheid, van niet voor jezelf kiezen en de ander dienen.
Dat is nogal wat! Zien dat dat de goede weg is, OK. Beloven is ook zo moeilijk niet. Maar doen? Ik zei al, zo is geen mens behalve Jezus.
Maar gelukkig, je hoeft het niet zelf te doen. Jezus is bij je, met zijn Heilige Geest. Hij geeft kracht, Hij wijst een richting, Hij wil je telkens weer opnieuw laten beginnen als je er niets van terechtbrengt. De Heer staat zijn dienaren bij. De hemelse Bruidegom laat zijn bruid niet in de steek.
Bij Jezus is er een nieuw begin. Dat wordt in het bijzonder duidelijk in de doop. Wanneer je als kind door je ouders ten doop bent gehouden, dan hebben zij je als het ware al aan God gegeven. Door nu in het openbaar je geloof te belijden stem je daarmee in. Ik wil leven voor Hem! Bij wie echter nog niet gedoopt is, gebeurt dat bij je belijdenis. Als teken: het oude leven wordt weggespoeld, je wordt schoongewassen om voortaan deze Heer te dienen. Een nieuw begin – heel bijzonder dat we dat vandaag mogen meemaken bij jou, Ramon!
Zoals de doop het begin is van de weg als christen, zo is het Heilig Avondmaal het voedsel voor onderweg. Daar mag je samen zijn met Hem die ons liefheeft, de eenheid met Hem ervaren in brood en wijn. Omdat jullie belijdenis doen, mag je die heilige maaltijd volgende week meevieren. Met allen die Jezus als hun Heer erkennen en door zijn liefde geraakt zijn. Wees welkom!
[slot]
Zo mogen jullie drieën hier vanmorgen ‘ja’ zeggen tegen Jezus. Als soldaten die trouw zweren, en als mensen die door liefde gedrongen ‘ja’ zeggen tegen degene die hen liefheeft. Gá dan op zijn weg! Blijf trouw, volg de aanwijzingen van je Heer, ook waar die lastig zijn. Maar bovenal: blijf leven uit zijn liefde, blijf die voeden. Lees de Bijbel, bid, kom naar de kerk.
Dat alles geldt ook voor degenen die eerder belijdenis deden, misschien al vele jaren terug. Hebt u nog wat van die eerste liefde, bent u trouw gebleven? En niet dat je dan volmaakt moet zijn, maar u blijft toch wel de verbinding met Hem zoeken? En mocht u merken dat u niet meer zo vol bent van Hem – eigenlijk nogal leeg zelfs: zoek Hem dan weer op! Er is bij Hem altijd een nieuw begin!
Als er hier nu nog mensen zijn die wel gedoopt zijn, maar nooit dat persoonlijk hebben beaamd met een belijdenis – het kan nog! Zou je geen ‘ja’ willen zeggen tegen Hem die u zo liefheeft? Die de allerbeste weg wijst? De Heer van allen?
Of misschien ben je helemaal niet gedoopt of gelovig opgevoed. Dan zou ik willen zeggen: ga eens onderzoeken wie toch die Jezus is! Wat Hij zei en deed en leed. Lees er maar over in de Bijbel. Ik kan je verzekeren: een beter leven dan met Hem is er niet! Hij wil ook u en jou zalig maken – echt gelukkig.
Amen