Tags

,

Gemeente van Jezus Christus,

[Intro]
Halleluja! Zo begint en eindigt de psalm die we net lazen en zongen. Halleluja, dat wil zeggen: loof de Here! Prijs hem, eer hem! Nou, de psalmdichter is nogal enthousiast. Waarom eigenlijk? Gaat het hem allemaal voor de wind, en ervaart hij dat als zegen van God? Of heeft de Here hem juist geholpen toen hij het moeilijk had? Zijn zijn gebeden verhoord? Waarom wil deze man zo graag zingen voor God?
We kunnen natuurlijk van alles verzinnen wat aanleiding kan hebben gegeven tot deze psalm. Maar het opvallende is dat er in het lied zelf geen woord staat over de omstandigheden van de dichter, over zegen of hulp die hij ervaart. In deze psalm gáát het helemaal niet over hem. Het gaat over God. De HERE krijgt de eer! Dit lied gaat niet over wat God gééft, maar om hoe Hij is! Als de dichter aan zijn God denkt, wordt hij blij en wil Hij zingen. Hij kijkt van zichzelf af, naar God – iets wat wij ook meer zouden moeten doen!

[Contrast God/aardse heersers]
In de psalm wordt een contrast gemaakt. Een contrast tussen belangrijke mensen en God. “Edelen” tegenover “de God van Jakob”. Laten we eens mee-luisteren met wat de dichter over hen zegt.
Als het gaat over de ‘edelen’, zeg maar de hoge heren, de bazen, dan is opvallend dat de dichter hen meteen wegzet als ‘mensenkind’. Ja, logisch, het zijn mensen, denkt u misschien. Maar in de grondtekst zit hier een woordspeling. “ben-Adam” staat er in het Hebreeuws. Daar hoort u de naam van Adam, de eerste mens. Maar een Jood hoort ook het woord “adama” – aarde. Adam heet zo, omdat hij uit aarde is gevormd. Adam, de aarde-mens.
Nu zegt de dichter: die belangrijke lui zijn maar ‘mensen van aarde’ – en dat niet alleen, op een dag worden ze ook weer aarde. Ze sterven en vergaan. Ofwel: zoveel stellen ze niet voor, die koningen en presidenten en directeuren! Aarde, meer niet! Een lesje in nederigheid. En ook in realisme. Stel niet al je vertrouwen op hen! Want tegenover sommige dingen kan geen mens iets doen. Rampen en aanslagen; vooral ook ziekte en dood gaan de macht van een mens te boven.
Nee, dan daartegenover de HERE. Hij is geheel anders. Hij is de schépper van hemel en aarde. Hij is niet vergankelijk. Zijn macht is onbegrensd! Zelfs waar een mens machteloos staat, kan Hij nog helpen. Ja, zelfs door de dood heen! Op wie kun je dan beter je vertrouwen zetten dan op Hem?

[(on)betrouwbaar]
De dichter weet ook te melden dat die belangrijke mensen vaak niet te vertrouwen zijn. ‘Op die dag vergaan hun plannen’, staat er. De oude vertaling zegt terecht ‘zijn aanslagen’ – plannen waar niet veel van deugt. Hoe vaak lees je het niet, dat hoge bestuurders zichzelf verrijken bijvoorbeeld? Dat ze alleen voor hun eigen belang gaan? En al doende worden de klanten of de belastingbetalers de dupe. Onbetrouwbaar, helaas!
Nee, dan daartegenover de HERE. Van Hem zingt de dichter ‘die de trouw bewaart voor eeuwig’. Hij doet altíjd wat hij zegt, geen loze beloften. Maar ‘trouw’ betekent nog meer. Loyaal zijn aan mensen, helpen en steunen. Ook dát doet de Here. “Die de onderdrukten recht doet, Die de hongerigen brood geeft. De HEERE maakt de gevangenen los, de HEERE opent de ogen van de blinden. De HEERE richt de gebogenen op”. Een hele reeks dingen wordt opgenoemd, als trommelslagen die elkaar opvolgen. Zó is Hij!

[normloos vs normerend]
Hoe vaak zie je niet dat belangrijke mensen normen en regels aan hun laars lappen? Politici die in een schandaal terechtkomen. Rijken die denken dat voor hen de wet niet geldt, of door hun connecties alles kunnen regelen. Dictators die hun macht doordrukken en aan niemand verantwoording schuldig zijn – denken ze. Nee, bij mensen is het recht niet in goede handen.
Nee, dan daartegenover de HERE. Hij is het die zélf rechtvaardig is, en die op aarde het recht handhaaft. “de HEERE heeft de rechtvaardigen lief”, zo zingt de psalm, “maar de weg van de goddelozen” (bedoeld is slechte mensen, zonder God of gebod), “de weg van die ònrechtvaardigen maakt Hij krom”. Bij God is het recht wél veilig. Wat een verschil!
En dan tenslotte een laatste contrast. Maar niet het minst belangrijke! Mensen die belangrijk worden, willen nogal een trots worden. Ze gaan heel wat van zichzelf denken; méér zijn ze toch wel dan anderen. Ze vergeten helemaal dat ze mensen zijn, aarde en meer niet! Anderen die een mindere positie hebben zien ze niet eens meer. Kortom: jezelf verheffen. Is het niet heel herkenbaar?
Nee, dan daartegenover de HERE. Hij ís de Allerhoogste, geen mens uit aarde. Maar kijkt Hij neer op mensen? Op zwakkeren en minderen? Welnee, die helpt Hij juist. Vreemdeling, weduwe en wees houdt Hij staande. Het is nog sterker: Hij verheft zichzelf niet, Hij vernedert zich juist. Het is vandaag de eerste Adventszondag, en we gaan weer toe naar Kerst. Toen gebeurde het grote wonder: de hoge God, schepper van hemel en aarde, werd zélf een mens uit aarde gevormd! Wie zou dat ooit geloven, als het niet echt gebeurd was? Zó is de HERE!

[conclusie: vertrouw en dien Hem]
Nu heeft deze psalm natuurlijk een bedoeling met de vergelijking die ze maakt tussen aardse heren en de hemelse Heer. Blijkbaar hadden de mensen uit die tijd de neiging om hun heil te verwachten van belangrijke mensen. Denk aan de koningen uit de tijd, of een bekwame generaal. Die zouden het land wel redden! Of denk aan een rijke man in je dorp – als je bij hem in een goed blaadje stond dan was je toekomst verzekerd! Vertrouwen op mensen met macht en invloed. Ook nu kan dat zo zijn. Dan zegt de psalm: vergis je niet, het zijn maar ménsen!
Anno nu zijn we echter veel cynischer dan toen, op een aarde die twee-en-een-half duizend jaar meer ervaring heeft met machthebbers. We zijn over het algemeen cynisch geworden. Nee, natúúrlijk verwacht je geen wonderen van politici, van leiders of wie dan ook. Er is ten diepste niemand te vertrouwen, ieder spreekt mooie woorden maar laat je uiteindelijk zitten – dat is het gevoel van velen.
Maar dan heeft deze psalm tóch een boodschap voor u. Dat je niet op mensen moet vertrouwen, dat weet u wel. Maar nu mag u vanavond horen: er is, waar mensen zo teleurstellen, tóch Iemand die te vertrouwen is. Iemand is er die geen loze praatjes verkoopt maar woord houdt. Iemand die niet voor eigen zak werkt, maar die echt uw geluk op het oog heeft. Weet u wie? De HERE, de God van Jakob – van Israël wil dat zeggen. De God die door Jezus Christus ook ónze God wil zijn. Híj is anders!
Gelukkig ben je als je op Hem vertrouwt, als Hij je Heer is. Gelukkig ben je als je Hem dient. Want er is méér dan de intriges van de wereld. Er is een God die leeft en zorgt en redt. De Vader van Jezus, de God voor wie wij zingen vanavond.
Vertrouw dan op Hem, en ga op zijn weg. Want Gods rijk staat vast, terwijl mensen tot stof terugkeren, terwijl hun hele macht en pracht zó weg is. Gods koninkrijk is bezig te komen, sinds het Kind in Bethlehem kwam! Soms lijkt het ver weg, soms lijkt het een droom. Maar Gods rijk komt, zeker weten! En dan mag je in afwachting Hem loven, de God van Jakob. Zingen, tegen de stroom in. Zingend het ware perspectief hervinden: één is er te vertrouwen!
“Gelukkig wie de God van Jakob als zijn hulp heeft/ wiens verwachting is van de HERE, zijn God”

Amen