Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: vergeving zo (on)vanzelfsprekend]
even een anekdote. In de jaren dertig stond er eens een advertentie in Het Parool, de Amsterdamse krant, in de rubriek met persoonlijke berichten. Dit was de tekst: “Jan, kom dinsdag drie uur naar het Amstelhotel. Alles is vergeven! Vader”. Op die dinsdagmiddag om drie uur moest de politie uitrukken om de orde te bewaken, zoveel “Jannen” stonden er op de stoep bij het hotel….
Deze grap gaat natuurlijk over hoe veelvoorkomend de naam Jan is, of was. Maar er zit nog iets in: hoeveel mensen er verlangen naar vergeving, naar herstelde relaties. ‘Alles is vergeven’ – dat zouden veel mensen graag willen horen!
Over vergeving gaat het vanavond. Over ‘vergeving van zonden’, door God. En wonderlijk is dat: daar vinden we vaak weinig bijzonders aan. Zeker als u al jaren gelooft: ja, God vergeeft, dat weten we wel. “Vergeven is zijn beroep”, zei de Franse filosoof Voltaire. Maar vergeving tussen mensen, dat vinden we niet vanzelfsprekend. Dat is kostbaar en bijzonder. Als je op TV ziet hoe een familie herenigd wordt na jaren van onmin, dan raakt het je. Juist omdat je weet hoe vaak het anders gaat…. Het lijkt vaak onvoorstelbaar dat er tussen mensen nog vergeving plaatsvindt. Daar is niets vanzelfsprekends aan!
Vergeving van God, en vergeven van mensen. Het lijken twee heel verschillende dingen. De catechismus heeft het alléén over Gods vergeving. Maar anderen vergeven? Toch horen ze bij elkaar, we hoorden het uit de gelijkenis in Mattheus. En beide zijn ze even bijzonder.

[wat is vergeving]
Wat is vergeving eigenlijk? De theoloog Miroslav Volv vertelt het volgende, waargebeurde verhaal, uit Joegoslavië in 1957. Tante Milica was zijn lievelingstante. Na zijn ouders hield hij van haar het meeste. Pas na haar dood vertelden Miroslavs ouders hem dat zij verantwoordelijk was geweest voor de dood van Daniël. Daniel, zijn oudere broertje, dat maar vijf jaar was geworden. Tante Milica moest eens passen op Miroslav en Daniël. Maar ze lette niet op. Daniël, de oudste, sloop de poort uit om te gaan kijken bij de soldaten in de kazerne naast het huis. Dat vond hij machtig interessant. De soldaten vonden hem ook leuk. Eén van de soldaten liet hem een eindje meerijden op een paardenkar waarmee ze brood vervoerden. Maar wat gebeurde er? Daniël viel van de kar, werd overreden en stierf.
Zijn ouders waren bijna gebroken van verdriet. Maar ze joegen tante Milica niet boos weg uit hun leven. Ze mocht zelfs op Miroslav blijven passen. En de ouders pasten wel op dat Miroslav niet meekreeg wat zijn lievelingstante te maken had met de dood van Daniël.
Hoe konden deze ouders dat doen? Door Gods kracht alleen! De kracht van vergeving. Bij Miroslavs ouders zien we precies wat vergeving is. Het Griekse grondwoord betekent letterlijk “voorbijgaan” aan iets. Vergeven is namelijk vooral iets NIET doen. Als het over geld gaat: een schuld niet innen maar kwijtschelden. Als het om straf gaat: niet veroordelen maar gratie verlenen. Iemand niet de verdiende gevolgen van een daad laten ondergaan, maar vrijlaten! Vergeven zegt wat er niet gebeurt. Zo zegt ook de catechismus: dat God mijn zonden ‘niet meer gedenkt’; dat ik ‘niet in Gods oordeel kom’.
In zekere zin is vergeven pas een eerste stap. De Bijbel spreekt ook over verzoening, herstel van relaties. Vergeving komt van één kant. Maar om tot herstel van relaties te komen, tot verzoening en een nieuw begin, is eerst vergeving nodig. De barrière van de schuld moet worden opgeruimd. Dán pas kan er een nieuw begin zijn. Een opwekkingslied zegt het zo mooi: “als er vergeving is kan er genezing zijn, en de weg van herstel kan beginnen”. Dáárom is vergeving zo belangrijk, een kernzaak van het geloof en het leven.

[wat is zonde]
Maar wat is vergeving van zonde? In onze maatschappij is ‘zonde’ een woord dat uitleg verdient. We zeggen ‘dat is zonde’ als je een dure vaas laat vallen, en verder gebruiken we het woord weinig. Laat ik het daarom duidelijk zeggen: zonde is schuld tegenover God.
Schuldig zijn, ja, dat kennen we allemaal, gelovig of niet. Niet zozeer tegenover God als wel tegenover andere mensen. We kunnen ons soms behoorlijk schuldig voelen om dingen die we zeiden of deden. Schuldgevoel als onze relatie stukliep, of schuldgevoel over een ongeluk dat we hadden kunnen voorkomen. Diep kun je dan verlangen: dat dat gevoel van schuld, van fout gedaan hebben, van je af zou vallen. Dat het weer goed wordt. Maar waar vind je dat? Een verlangen naar vergeving – diep in vele harten. Denk aan die advertentie en de reactie erop!
Maar ‘vergeving van zonden’ is geen kwestie van gevoel. Sommige mensen schijnen zich totaal niet schuldig te voelen, al doen ze de ergste dingen. Vergeving van zonden gaat dieper dan gevoel. Dan moeten we eerst leren rekenen met God, die we zo vaak vergeten. Stel dat er een God is – en dat geloven we!… stel dat er een God is, die alles ziet, alles wat we anderen aandoen – hebben we dan ook niet een probleem met Hem? Als er een God is die weet heeft van al onze kleine oneerlijkheid en grote leugens. Van al onze smerige en hatelijke gedachten ook, van al onze lafheid en luiheid. Wat moet Hij dan niet van u denken? En die God ís er!
Als we iets verkeerds doen, is dat niet alleen tegen een ander mens. Dát voelen we vaak wel. Tegelijk is dat een zonde tegen God, tegen zijn schepselen, tegen zijn orde en zijn wil. Of soms alleen tegen Hem – als we plannen smeden maar ze niet uitvoeren, als we binnensmonds vloeken.
Dát is zonde: schuldig staan tegenover God. Dat Hij er is maakt je schuld groter. David zegt in psalm 51 “tegen U, U alleen heb ik misdreven” – terwijl hij feitelijk een mens had vermoord en bedrogen, Uria. Maar Davids ogen gingen open voor de dieptedimensie van wat we doen: dat God door doen ons getergd en genegeerd en gekrenkt wordt! Dát is zonde.

[waarom vergeeft God: uit genade om Jezus’ wil]
Je zou bijna zeggen: dan kun je maar beter niet in God geloven… Want dan staat het er niet best voor! Maar nee! dit is maar het begin van het christelijke verhaal. Ik kom u vanavond geen oordeel verkondigen, maar goed nieuws. Want ja, er is een God, tegen wie elk mens schuldig staat. Maar… “ik geloof in de vergeving van de zonden”! Vergeving! Dát is het goede nieuws, en dát mogen we geloven. Want de Heer onze God is een vergévend God. Geen neutrale rechter – nee, Hij lijkt op de ouders van Miroslav en Daniël. Of beter gezegd: die ouders leken op hem.
We hoorden dat prachtige verhaal van Jezus. De man die tienduizend talenten schuld heeft – een onvoorstelbaar groot bedrag destijds – dat zijn wij! Maar de koning vergeeft hem die schuld, streept hem door. Zómaar, omdat de man erom smeekt. Hij doet helemaal niet moeilijk, hij vergeeft ruimhartig. Zó is God. Als wij slechts vergeving vragen, wil Hij die schenken. Alléén maar vragen, dat is genoeg. Ja nogmaals: zó is God! Gelooft u dat? {vb oude vrouw, 70 jr geleden abortus gepleegd ‘voor mij geen verg’.} Het gaat er niet om of wij dat kunnen geloven, of wij het meteen voelen, maar de Here zegt het toe. Er is vergeving voor ieder die Hem erom vraagt.
“Ik geloof de vergeving van de zonden”! En hoe dat kan? Ja, daar zegt het verhaal niets over. Maar duidelijk is wel: de koning neemt de kosten op zich, de rekening die de man nooit kan betalen is voor Hem. De catechismus wijst hier op ‘de genoegdoening door Christus’ – hoe Hij door zijn vrijwillige dood betaalde voor mijn zonden. Daar is het in eerdere leerdiensten uitgebreid over gegaan. Maar het gaat vandaag niet over ‘hoe het werkt’, maar dát er vergeving is! Voor de grootste schuld, zelfs tot tienduizend talenten.

[hoe vergeeft God: totaal]
De vergeving die God schenkt is totaal en compleet. Bij mensen werkt dat vaak anders. Stel iemand heeft u echt iets ergs aangedaan, dan kun je zeggen ‘ik vergeef je’, maar er blijft iets stuk in de relatie. Gevolgen zijn vaak niet meer op te heffen. En al hebben wij vergeven, vergeten lukt ons al helemaal niet. Wat er gebeurd is gaat niet meer uit je geheugen.
Bij God echter is de vergeving compleet. Hij komt er niet meer op terug. Het blijft niet tussen ons en God instaan. Wég is je schuld, helemaal. Daarom las ik die paar verzen uit Micha, waar het zo mooi wordt verwoord. “Wie is een God als U, die de zonden vergeeft?” Verschillende beelden worden er dan gebruikt om het uit te werken. God gaat voorbij aan de overtreding. Hij loopt door als het ware, Hij laat het achter zich. God zal de ongerechtigheden vertrappen, staat er. Weg ermee! En nog het mooiste beeld: “u zult hun zonden werpen in de diepten van de zee”. Dat wil zeggen: nooit meer terug te krijgen, voor altijd verzonken en verdwenen. Als u een zonde belijdt aan God, werpt hij die in de diepte van de zee, echt waar! En, zo zei een dominee eens, hij zet er een bordje bij ‘verboden te vissen’.
Of luister naar wat we in psalm 103 zongen: zover het westen verwijderd is van het oosten, twee tegengestelde richtingen [gebaar] – zó ver doet hij onze overtredingen van ons. Een hele wéreld ertussen! Ja, de Here vergeeft totaal. Hij ziet ons na vergeving alsof we nooit iets verkeerds hebben gedaan. Zoals de catechismus zegt “Hij wil onze zonden nooit meer gedenken”. Het is niet te bevatten, ongelooflijk. Geen wonder dat zoveel liederen ervan zingen, van het wonder van vergeving! Niet te begrijpen, wel te bejubelen! Want Hij vergeeft, zowaar Hij leeft! Er is altijd een nieuw begin.

[waartoe vergeeft God: opdat ook wij…]
Ik zei net al, vergeving is vooral een negatief iets. Zoals de catechismus zegt “dat ik niet in Gods oordeel kom”. Geen straf. Maar tegenover dat negatieve staat ook iets positiefs. Namelijk dat er nu ruimte is voor een nieuw begin. Een nieuwe, herstelde relatie met God. Dat Hij nu werkelijk onze verzoende Vader wordt. Dat je voor eeuwig aan Hem verbonden bent, in leven en sterven.
Maar vergeving betekent ook iets voor onze verhouding tot andere mensen. Dat vertelt ons de gelijkenis die we hoorden heel duidelijk. Het is jammer dat de catechismus dat niet noemt. Dan kun je snel denken ‘o ja, zo is het’ en dan verder leven. God vergeeft ons, opdat ook wij vergeven zullen. God geeft ons een nieuw begin, opdat wij ook met anderen nieuw zullen beginnen.
Wie mag geloven dat God hem of haar vergeeft, die zal ook anderen vergeven. Niet misstappen nadragen, niet kwaad met kwaad vergelden, niet wrok koesteren. Nee, wie Jezus volgt zal anderen vergeven. Een nieuw begin gunnen. Denk weer aan de ouders van Miroslav. Ze gunden tante Milica een nieuw begin. En reken maar dat dat wat uitwerkte! Wat zal ze met extra zorg en liefde voor op Miroslav hebben gepast – geen wonder dat zij zijn lievelingstante werd. Wie vergeeft, vermenigvuldigt leven en liefde. Daarom vergeeft God ons, opdat wij zijn liefde in de wereld vermenigvuldigen.

Wat de ouders van Miroslav deden is zeldzaam indrukwekkend. Maar de Here roept ons om in ons leven, in het klein, hetzelfde te doen. Geen wrok te koesteren tegen iemand, maar ieder een nieuw begin te gunnen. En trouwens ook, als wíj de schuldigen zijn, om dat eerlijk toe te geven en zo de weg vrij te maken voor vergeving en herstel. Hoe is dat bij ons? “Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren”, leert Jezus ons bidden.
Een christen kán niet onverbiddelijk zijn. De gelijkenis heeft een heel scherp staartje: met de slaaf die vergeven is maar niet vergeven wil, loopt het niet goed af. Schuldig zijn voor God, dat is, met eerbied gesproken, niet zo’n probleem. De slaaf hoefde slechts te vragen, en ziedaar, de tienduizend talenten werden kwijtgescholden. Maar vergeven zijn en dan anderen géén vergeving gunnen, dat heb je dus wel een probleem met de Koning. Een groot probleem!
Tegelijkertijd besef ik de vragen die hier opduiken. Relaties kunnen soms niet worden hersteld. Soms zijn er dingen onherstelbaar kapot, soms wil de andere partij nergens van weten. Dan is er geen verzoening mogelijk, geen herstel van de relatie. Die moet van twee kanten komen. Maar ik zei al, vergeving is voornamelijk een negatief begrip, dat je iets niet doet: niet willen terugpakken, niet blijven haten, geen wrok koesteren. ‘Voorbijgaan’, de ander een nieuw begin gunnen. Vergeving is déze zin kan van één kant komen. En het kan een eerste stap zijn naar verzoening.

[slot]
Maar laten we nu niet eindigen met de dreigende woorden waar de gelijkenis mee eindigt. Vergeven als een ‘moeten, want anders…’, dat werkt niet. Nee, dit werkt beter: diep tot je laten doordringen wat de Koning voor ons deed. Wat God voor ons doet, hoe Hij ons vergeeft.
Tel alles in je leven eens eerlijk op wat niet deugt, sta er bij stil – en bedenk dan dit: God vergeeft het mij allemaal. Als ik slechts er eerbiedig om vraag. Hij werpt mijn zonden in de diepste zee. Ja, óók dat enen wat ik mezelf maar niet kan vergeven. Luister toch, de Here vergeeft, ook dat! Zover het westen verwijderd is van het oosten, en die twee raken elkaar nooit! Hij wil u en mij een nieuw begin geven, totaal en onvoorwaardelijk. Terwijl we dat niet verdienen. Terwijl we schuldig zijn!
Is dat geen wonder!? Zou je dan niet uit die vergeving leven, en er ook anderen in laten delen? Zou Hij u dan zijn Heilige Geest niet willen geven, om u te vernieuwen, om u vergevingsgezind te maken?
Laten we ons steeds blijven verwonderen over Gods vergeving. En laten wij dan als vergeven mensen zijn liefde doorgeven.

Amen