Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: het verhaal]
het is sabbat vandaag. De rustdag voor de joden. Zaterdag. Stille zaterdag. Stille sjabbat, hoewel… die eindigt met zonsondergang, dat is ongeveer nu. Ook in het Bijbelgedeelte dat we lazen is het sabbat. Stille zaterdag, de allereerste.
Jezus is aan het kruis gespijkerd, op vrijdag. Goede vrijdag, zeggen we, omdat deze vreselijke daad tóch de wereld heil bracht. Jezus is ook gestorven op die vrijdag, we hoorden er gisteren over. En na zijn sterven nadert de zaterdag, bij zonsondergang. Jozef van Arimathea, een vrome man met een hoge positie bekommert zich om het lot van Jezus’ lichaam. Hij gaat naar Pilatus, hij vraagt en krijgt toestemming om Jezus te begraven. Het lichaam wordt van het kruis gehaald en in linnen doeken gewikkeld, zoals destijds de gewoonte. Jozef legt het in een nieuw rotsgraf, wellicht zijn eigen graf, dat daar in de buurt was. Een groepje vrouwen die Jezus volgde is bij deze snelle begrafenis. Ze gaan naar huis om olie en balsem te bereiden, om het lichaam te verzorgen. Maar daar is geen tijd meer voor, de sabbat begint, de rust dag. En zo lezen we, “op de sabbat rustten zij naar het gebod”.
Dit kan wonderlijk overkomen. Is dit nu Joods wetticisme? Gaat het verzorgen van een overleden dierbare niet boven alle regels en wetten? Toch moeten we niet zo denken. Dit staat er niet voor niets. Deze korte opmerking heeft een diepe zin. Op de sabbat, de dag na Jezus’ dood, rustten zij. Daar wil ik met u bij stilstaan. Rust na Jezus’ dood.
[Rust na Jezus’ dood]
Rust na Jezus’ dood. Letterlijk dus hielden zijn volgelingen de verplichte sabbatsrust. Maar er is meer te zeggen. Rust na Jezus’ dood. Allereerst is het rust voor Hemzelf. Jezus vindt rust in het graf, na alles wat Hij heeft doorgemaakt. Na al zijn lijden en strijd, na alle smaad en pijn mag Hij rusten. Hij had het zelf vol vertrouwen gezegd, dat hoorden we gisteren: Vader, in uw handen beveel ik mijn geest. Ik laat me vallen in uw handen. U zult mij opvangen en beschermen. Hij stierf met de woorden van een avondgebed, alsof Hij alleen maar ging slapen. Ging rusten. Er is rust voor Jezus, op deze sabbat!
Maar Jezus’ dood brengt ook rust in andere zin. Rust voor ons, en voor ieder die bij Hem hoort. Want wij mogen rusten op zijn volbrachte werk. Rust vinden, omdat Jezus zijn leven gaf voor ons. Wij hoeven niets te doen, want Jezus heeft alles gedaan. Er is rust voor Gods volk. Rust na Jezus’ dood. Rust dóór Jezus’ dood. Het is gen toeval dat de sabbat aanbreekt na Jezus’ verscheiden. Ik zei al, dit heeft een diepe zin. Het wijst heen naar de eerste sabbat, toen alles begon.
[Schepping en herschepping]
Toen God, de Heer, hemel en aarde schiep, was dat klaar na zes dagen, zo vertelt het eerste hoofdstuk van de Bijbel. Op vrijdagmiddag dus, want daarna hield God sabbat. Hij rustte op de zevende dag, zegt de Bijbel heel simpel. Alles was voltooid, gereed, klaar. De wereld kon beginnen, en God kon rusten.
Juist hetzelfde zien we nu hier bij de Here Jezus. Hij deed het zware werk van lijden en sterven. Dat zou je ook een scheppingswerk kunnen noemen, of nog beter: een hérscheppingswerk. Jezus is de tweede Adam, het begin van een nieuwe mensheid, van een heel nieuwe wereld zelfs. Daarvoor zwoegde Jezus, tot aan het kruis op Golgotha. En ook dit werk heeft een einde. Op vrijdagmiddag, net als de eerste schepping klaar was op vrijdagmiddag. “God zag al wat Hij gemaakt had, en zie: het was zeer goed”. Jezus zag al wat Hij gedaan had, en Hij riep: het is volbracht! En toen kon de sabbat beginnen, de rustdag. Alles was gedaan. Jezus kon rusten, en de nieuwe wereld kon gaan beginnen.
[Rust na de schepping]
Een prachtige parallel. Maar het gaat verder. Na de eerste schepping rustte God. Dit was echter niet een eenmalige rustdag, na de eenmalige schepping immers. Nee, God hield sabbat, én hij maakt de sabbat tot een wekelijkse rustdag voor zijn volk. Ook zijn mensen mogen rusten, moeten rusten zelfs. We horen het zovaak als de Tien Geboden gelezen worden “de zevende dag is de sabbat voor de Here uw God… Want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt en al wat daarin is. Daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde die”. Voortdúrend keert die rust terug die God zelf eerst hield. Eén dag per week niet werken, en dat wil ten diepste zeggen: op die dag leven uit Gods goedheid. Niet leven van je arbeid, maar níet-werken en vertrouwen dat God voor je zorgt. Hoogst heilzaam is dat, voor mensen die anders al maar door zouden gaan
De Joden moesten de sabbat gedenken en heiligen. Gedenken, dat wil zeggen: eraan terugdenken hoe God rustte, en hoe Hij altijd zorgt. En heiligen wil zeggen: apart zetten. Deze dag, die je van God krijgt, teruggeven aan Hem. Vieren wat Hij geeft! De sabbat, het geschenk van de rust.
[rust na voltooiiing herscheppingswerk]
Dit alles is over te plaatsen van de rust vanuit de schepping naar de rust vanuit de herschepping. Jezus rust, zoals de Schepper rustte. Maar ook Jezus’ rust is niet de eenmalige rust van Jezus in zijn graf. Ook zijn volgelingen rusten, nu het werk van de herschepping voltooid is. Jezus’ letterlijke volgelingen van toen, ze rustten: “Op de sabbat rustten zij naar het gebod”. Maar ál Jezus’ volgelingen, van alle tijden en plaatsen, mogen telkens weer rusten in de rust die Jezus bracht.
Wat is dit voor rust? Wel, op de sabbat mocht er niet gewerkt worden. Alleen gerust mocht er worden, in wat God gaf. En wat goldt en geldt voor het Joodse volk, geldt ook voor Jezus’ volgelingen. Niet werken! “Werken” is een bekend woord in de Bijbel. Het heeft een diepe betekenis veelal. Werken, dat is niet alleen ‘je brood verdienen’. “Werken” dat betekent heel vaak dit: je rédding proberen te verdienen door wat je doet. Goede werken doen en hopen dat God je daarom aanneemt. Vroom zijn, bidden, Bijbellezen, de regels houden… Het daarmee willen verdienen. Dat is werken. Het is een houding die in ieders hart zit. Het zélf willen doen, verdienen, je opwerken tot je naar de hemel mag. Maar nu leert Jezus ons: nee, stop met werken! Ik heb het hele werk gedaan, alles is door míj volbracht. Ik ben gestorven, en nu breekt de sabbat aan. Nu mag er niet gewerkt worden! Het is rustdag! Rust van al jouw zwoegen, en ga ontspannen. Ík, zegt Jezus, heb het werk gedaan. Jij kunt en jij mag niets meer doen voor je zaligheid. Weg met werk, het ís volbracht.
Sabbat is het, voor ieder die bij Jezus hoort. Alleen dit is er nog te doen: dankbaar te gedenken dat Hij het heeft gedaan.
[Vier Jezus’ rust]
“op de sabbat rustten ze naar het gebod”, zo hoorden we. En zo moeten ook wij doen, op deze stille zaterdag en alle dagen. Rusten. En net als bij de sabbat moeten we gedenken en heiligen. In plaats van werken: gedenken en heiligen.
Gedenken: dankbaar denken aan wat Jezus deed. Dat doen we in de kerk elke week, maar ook elke dag mag het ons leven stempelen. Wij leven uit Jezus’ dood. Als je dat bedenkt, dan dank je Hem en dan lééf je voor Hem. Dat is de beste gedachtenis van zijn dood.
En heiligen, dat komt dan vanzelf. Apart zetten. Niet één dag per week, maar alle dagen van je leven zijn voor Hem. Jezelf heiligen – leven voor Hem, naar zijn geboden. Niet als “werk”, laat dat duidelijk zijn. Niet om je zaligheid te verdienen. Maar uit dankbaarheid en liefde.
“Op de sabbat rustten zij naar het gebod”. Op deze Stille Zaterdag mogen ook wij rusten. Rusten op het offer van Jezus. Híj heeft alles gedaan wat nodig was. Laat je maar neerzinken op Jezus’ werk! De nieuwe wereld begint, alles is klaar. En wie in Hem gelooft mag erbij horen. Op de sabbat rusten naar het gebod. En morgen… Morgen is het Pasen. De nieuwe morgen komt!
Amen