Tags

Enige tijd geleden was ik in het Rijksmuseum in Amsterdam. Ik liep daar een route langs de vele schilderijen: van de oudste afdeling naar de moderne tijd, met alles wat ertussen ligt. Eén ding trof me daarbij bijzonder. Al vanaf de middeleeuwen zijn er schilderijen die levensecht iemands gezicht weergeven. Portretten als een foto bijna. Afbeeldingen die de kloof van eeuwen overbruggen. Hier kijkt een echt, levend iemand je aan! Iemand zoals jezelf. Wellicht met een muts of een kraag die je tegenwoordig niet meer zo ziet, maar verder: een medemens. afbeelding_bij_column_ds_Molenaar_'portretten'
Wat een wonder is zo’n schilderij! Niet alleen om zoiets te kunnen maken, maar ook omdat het je doet beseffen dat het verleden even reëel is geweest als het heden nu. Bij ‘vroeger’ denk je, ik tenminste, al snel aan zwart-wit-foto’s of aan vergeelde tekeningen. Alsof de tijd van toen achter een sluier zit; de kleur, het leven ontbreekt. Maar dat is natuurlijk onzin! Mijn overgrootvader, die me stijf aankijkt vanaf een sepia fotoafdruk, was eens net zo echt en levend als ik. Hem ken ik dan nog uit verhalen. Maar hetzelfde geldt voor ál die mensen die leefden in zijn tijd; en in de tijd van Rembrandt, en de tijd van Jan van Scorel, en…
Het deed me denken aan een zinnetje uit de Bijbel. “Voor Hem leven zij allen”. Voor Hem – God. Hij alleen overziet alle tijden. Voor Hem ben ik niet meer waard dan een anonieme boer uit de elfde eeuw, of dan een rijke heer op een portret uit de gouden eeuw. Maar… ook niet minder. Ik besef: onze tijd is niet het centrum van de wereldgeschiedenis. Dat zet je even op je plaats. Maar: er is wel een centrum van de wereldgeschiedenis! Dat centrum is het kruis, toen, rond 30 na Christus. Dat stond er tot mijn heil. En tot heil van al die anderen. Onbevattelijk.