Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: onze houding]
over de duivel gaat het vanavond, de satan. En ik kan me zo voorstellen u op heel verschillende manieren naar dit onderwerp luistert. De één denkt: he bah, wat een akelig onderwerp! Moet je daar nu aandacht aan besteden? Ik word er angstig van als ik denk aan de duivel. Duister, bedreigend. Kwade machten, onzichtbaar, bovennatuurlijk… Het geeft me kippenvel en een verlammend gevoel. Angst als eerste reactie.
Een ander staat er heel anders in. U denkt misschien: hé, boeiend, daar hoor je niet zo vaak over! Daar ga ik eens goed voor zitten. Je vindt het een fascinerend onderwerp, de donkere schaduwwereld, en hoe dat allemaal zit. Interessant om meer van te weten!
Een derde heeft misschien nog andere gedachten. De duivel, satan, demonen? Daar heb ik nu hélemaal niets mee! Ik kan me er weinig bij voorstellen. Goed, kwaad is er genoeg. Maar de duivel? Volgens mij zijn het meestal mensen die duivels bezig zijn! Misschien is de satan er wel, maar of ik daar iets mee kan? Nou nee!
Hoe staat u tegenover dit onderwerp? Hoe reageert u nu het over de satan gaat? Bang, geboeid, afwijzend, of misschien nog anders?
Bij het spreken over de duivel zijn er twee gevaren. Het eerste is dat we hem ontkennen, of misschien wel in theorie erkennen maar in de praktijk speelt de duivel geen enkele rol voor ons. Dat is niet goed, dan laat je een stuk liggen van wat de Bijbel ons leert. Maar er is ook een ander gevaar: dat je gefascineerd raakt door de wereld van de duisternis en er teveel mee bezig bent. Dat is ook niet gezond!
Wat is dan wel een goede houding? Daar hoop ik vanavond iets over te kunnen zeggen.
[de satan is een realiteit]
Om te beginnen: de satan is er echt, en duivelen of demonen ook. Het is onjuist en gevaarlijk om hun bestaan te ontkennen, of af te doen als beeldspraak. Als je dat doet, kunnen ze onopgemerkt en ongehinderd hun werk doen!
Voor ons, mensen uit 2016, is het echter heel lastig om écht te rekenen met duivel, demonen, boze geesten. In onze tijd zijn we erg gewend zijn om alleen dat voor echt te houden wat we kunnen zien en aanraken, en liefst ook nog opmeten. Dingen als de duivel of geesten passen daar echt niet in! Dit is de reden dat veel theologen tegenwoordig duivel en demonen zien als beeldspraak. Een personificatie van het kwaad in de wereld. Tijdgebonden taal in de Bijbel, net als het spreken over een hemelkoepel. In ons wereldbeeld past geen hemelkoepel, en dus ook geen geloof in een duivel als kwade genius.
Hier gaat echter iets fundamenteel mis! Je neemt dan zomaar het wereldbeeld van onze tijd over, het gesloten wereldbeeld waar geen plaats is voor onzichtbare machten of een geestelijke wereld. Maar… wij geloven toch in God, die bij uitstek een onzichtbaar geestelijk wezen is? Daarom heeft een christen so wie so een ópen wereldbeeld: wij geloven in méér dan je kunt zien. Allereerst in God, maar als je in Hem gelooft, staat de deur open. Engelen, maar ook kwade machten zijn dan zo heel raar niet.
Trouwens, de Bijbel is duidelijk genoeg op dit punt. Ja, het is een boek van lang geleden, maar we moeten niet onnodig dingen wegredeneren die ons niet bevallen. Jezus zelf geloofde duidelijk dat de duivel een werkelijkheid is, we hoorden het in de eerste schriftlezing. En nog veel sterker: Hij ging de strijd aan. Hij wierp duivelen uit en velen waren daar getuige van. Opvallend zijn in het hele nieuwe Testament de vele waarschuwingen tegen de boze en zijn listen. Zou het niet één van zijn listen zijn om mensen hem te laten vergeten?
[veel is onhelder]
Als je de Bijbelse gegevens over de satan en zijn handlangers bestudeert, zoals ik deze week deed, dan ontdek je echter iets opvallends. In de Bijbel vind je geen ‘leer over de duivel’ of iets dergelijks. Hij komt vaak genoeg ter sprake, maar nooit afzonderlijk. Dit is belangrijk om te beseffen: blijkbaar is het niet belangrijk om alles van hem te weten. Dat hij er is, en dat je moet oppassen, dat is de voornaamste boodschap. Maar alles weten: nee!
Veel blijft onhelder over duivel en demonen. Waar komen ze vandaan? Vaak zegt men dat ze gevallen engelen zijn. Een paar Bijbelse gegevens wijzen die kant op. Maar hoe dat dan ging? Is de satan een gevallen aartsengel? Hoeveel demonen zijn er, zijn er rangen en soorten, wat zijn hun eigenschappen? Dat blijft in de schaduw bij dit schaduwachtige onderwerp. De verdere gegevens geven vooral aanleiding tot speculatie of fascinatie. Zijn er demonen die specifiek horen bij bepaalde plekken of volken bijvoorbeeld? Kan de satan je ziek maken? Hoe zit het met bezetenheid? Over die dingen wil ik het vanavond niet hebben. Dat zijn dingen die ons dagelijks leven weinig raken in het algemeen. Ik geloof dat ook vandaag mensen in de macht van de satan kunnen raken, ‘bezeten’ als u wilt. Dat ook nu duivelen kunnen worden uitgedreven. Ik heb er van de week wonderlijke dingen over gelezen. Het zou een preek kunnen vullen, en ik zou vast uw aandacht hebben. Maar dan zouden we de hoofdzaak missen van wat het Nieuwe Testament zegt over de boze. Daar kom ik zo op.
Laten we oppassen voor teveel fascinatie voor die ‘andere geheimzinnige wereld’. Laat ik het scherp zeggen: de realiteit van de duivel, dat is gewoon dingen willen kapotmaken, slopen. Wat is daar nu voor boeiends aan? De Here vindt het blijkbaar niet nodig dat we daar veel van weten. ‘De verborgen dingen zijn voor de Here onze God, maar de geopenbaarde voor ons en onze kinderen’ zegt het Bijbelboek Deuteronomium treffend.
[wees waakzaam!]
Geen negeren of ontkennen van de duivel, maar evenmin een geboeid naspeuren. Maar wat is dan wel een goede houding? Daar is het Nieuwe Testament niet onhelder over: waakzaamheid en weerbaarheid tegen de listen van de boze. Want al is veel schimmig, dit is duidelijk: er zijn anti-machten, en niet zomaar ‘machten’, ze zijn doelgericht en met een plan: kapotmaken wat van God is. Ze zijn tegen God en zijn rijk, en dus ook tegen ieder die bij dat rijk hoort. Bent u een christen, dan bent u een doelwit voor de aanvallen van de satan. Beseft u dat wel?
Wij denken vaak: je hebt mij, en andere mensen, en je hebt ook nog God daarboven. Maar de Bijbel tekent de wereld veel meer als een strijdtoneel. Een plek waar Gods macht strijdt tegen de machten van de duisternis. Wij zijn niet van die vrije en autonome mensen. We zijn verwikkeld in iets dat veel gróter is dan wij. Je kunt niet neutraal in de wereld staan. Je hoort, of je wilt of niet bij één partij, en de andere doet zijn best om je bij zijn kamp te trekken. Dat betekent, als u werkelijk christen bent, dat de boze u zal aanvallen. Merkt u dat wel eens? Onderkennen we dat? Er wordt aan je getrókken, je wordt aangevallen. En dat is geen kwestie van de wereld om je heen alleen of van je eigen verkeerde neigingen. Néé, de duivel valt aan – doelgericht, opdat wij struikelen of zelfs afvallen van God. En daarom de voortdurende oproep: wees waakzaam! Er is een strijd gaande!
[Jezus is sterker]
Klinkt dat angstig? Nou, het is ook wel wat! Als u dacht een onbezorgd leventje te kunnen hebben als christen – nee dus! Echter… gelukkig mag ik méér zeggen vanavond. Meer dan dit: “er zijn kwade machten die het op u gemunt hebben, dus wees waakzaam!” Dat is al mooi, als u dat meeneemt. Maar één ding moet daar bij: dat Jezus veel sterker is dan de satan. Dat Hij hem overwonnen heeft en nog overwint. Daarom is de uitkomst van de strijd niet onzeker!
We hoorden het uit Lukas 11, hoe Jezus zich de ‘sterkere’ noemt, die het huis komt leegroven. Hij heeft de macht van de satan gebroken. Jezus is de overwinnaar – en daarom weten we: aan het einde zal de duivel met al zijn handlangers definitief weggevaagd worden.
We hoeven dus niet schichtig en bang te worden als bedreigde mensen. We mogen vertrouwen op de overwinningsmacht van de opgestane Heer. En tegelijk blijft de oproep gelden: wees waakzaam! Want juist omdat de boze weet dat zijn tijd beperkt is, valt hij degenen die bij Jezus horen des te meer aan – zie Openbaringen 12. En daarom: wees niet zorgeloos, maar waakzaam. Houd stand in Jezus’ kracht!
[zijn verleidingen/aanvallen]
Waar moeten we dan waakzaam tegen zijn? Tegen twee dingen: tegen zijn leugens en tegen zijn verleidingen. Ik heb het nu niet over alles wat de satan en zijn handlangers in de wereld uitrichten. Ook daar zou veel over te zeggen zijn, maar het leidt weer weg van ons eigen leven. Nee, hoe hij de gelovigen aanvalt. Met leugens dus en met verleiding.
Om met het laatste te beginnen: verleiding. Verleiding tot zonde, tot het doen van verkeerde dingen. Waarom? Omdat dat je van God verwijdert. Omdat het het begin zou kunnen zijn van een losraken van de Here. De Satan verleidt tot zonde. En het is goed dat we dit beseffen. Zonde is niet alleen ónze fout, maar iets waartoe de boze ons trekt. Niet om onze verantwoordelijkheid weg te nemen, zeker niet! Maar om des te meer waakzaam te zijn. Want de satan probeert u precies te pakken te nemen op uw zwakke momenten. Als je moe bent bijvoorbeeld of gestresst. Ben je vermoeid, dan verval je eerder tot verkeerde dingen. Ben je gestresst dan zal de boze bv. wel een gelegenheid geven waarop je enorm uit je slof kunt schieten, op een zondige manier.
Hij vecht niet eerlijk, de boze – want hij is niet eerlijk. Hij maakt misbruik. Ook van je zwakke plekken in karakter of gevoeligheid. Hij weet wel wat werkt – je trots aanspreken of juist je zelfmedelijden. Hij weet in welke gevallen hij in het verleden succes had, en dat gebruikt hij gewoon weer.
En daarom: wees waakzaam. Herken die momenten en dingen, en trap er niet in. Als je waakzaam bent, zie je het komen. Trek de wapenrusting aan, waar Paulus over schrijft, en sla de aanval af door geloof en gebed!
De duivel probeert het ook met leugens. De Bijbel noemt hem de ‘vader der leugens’ – dat zegt genoeg. Want niet alleen daden kunnen ons verwijderen van God, ook gedachten. Mismoedige gedachten, of u er wel toe doet voor God, of er wel behoud voor u is. Of juist het tegenovergestelde: hoogmoed en Gods genade compleet vanzelfsprekend vinden. Of hele gemeentes tegelijk: als de duivel probeert dwaalleer voet aan de grond te laten krijgen. Eerst subtiel, en dan steeds groter. Om zo mensen te verwijderen van Gods genade in Jezus. Want dáár moet hij niets van hebben! Leugens – de andere taktiek. En laat ik duidelijk zijn: de duivel kan je gedachten ingeven, soms. Maar meestal komt het van buitenaf. Door wat je van anderen hoort, door boeken die je leest, programma’s die je kijkt, preken die je hoort. Daarom: wees waakzaam op wat je leest, waar je naar kijkt. Toets alles aan de Bijbel – dat is Gods waarheid. Wees dáárin gefundeerd, dan hebben de leugens geen of veel minder vat op je!
Herkent u iets van de dingen die ik noemde? Eigenlijk hoop ik van wel. Misschien had u het zich niet gerealiseerd, maar de satan laat geen christen met rust. Of hebt u nooit enige last van verleiding of leugen? Juist dan moet je oppassen! Degenen die in zijn macht zijn, laat hij rusten. Het zijn juist de ware gelovigen die hij hebben moet!
[je verdediging]
Wat dan, om sterk te staan tegen al die listen? Ze beseffen is al een eerste stap. Dan word je niet onverhoeds overvallen. Maar Paulus wijst op veel meer, in Efeze 6. Hij zegt: trek de geestelijke wapenrusting aan! Waarheid, gerechtigheid, geloof als schild, het zwaard van de Geest – Gods woord, en bovenal het gebed. Ik kan nu niet al die beelden uitwerken, maar je zou het als volgt kunnen samenvatten. Focus je op God, wees gericht op Hem. Geloof, gebed, Gods woord. Wees daar mee bezig. Neem er tijd voor om die Bijbel te lezen, om je dag aan God toe te wijden. Vraag kracht als je merkt dat je zwak bent. Laat je leiden door de Geest.
Dat is de manier om stand te houden. Niet door je eigen wilskracht – de satan komt immers juist als die verzwakt… Maar door de kracht van God die je steunt en vasthoudt. Dan is het ook een kwestie van oefenen en trainen, een leven lang. Na iedere val mag je weer opstaan en opnieuw je op de Here richten. Hij is geduldig en genadig. Word krachtig in de Here, zegt Paulus! Leef dicht bij Hem!
En zul je dan de satan verslaan? Eh… eigenlijk: nee. Paulus heeft het over ‘stand houden’, dat is al genoeg. De overwinning is voor Jezus, die hoeven wij niet te behalen. Wij hoeven slechts stand te houden. En tegelijk mogen we vertrouwen op de overwinning, die Jezus behaalde.
[slot]
De duivel en zijn listen. We mochten er wat van horen. Laten we ons echter niet op hem focussen. Nee, richt je op de Here. En anderzijds de satan niet vergeten, want hij is er wel. Pas op dat je niet leeft in een gesloten wereld, waar niet alleen voor de duivel, maar eigenlijk ook voor God geen plaats is. Geloof ín God en áán andere machten – dat is een groot verschil.
Laten we dan waakzaam zijn. Laten we die wapenrusting van God aantrekken waar Paulus over spreekt – lees het thuis nog maar eens door. En laten we niet bang zijn voor de boze, of moedeloos over ons meegezogen worden. Er is er maar één die wint. En dat is Jezus Christus. Gelukkig is ieder die zich aan Hem toevertrouwt.
Amen