Gemeente van Jezus Christus,
[intro: Francesco Spiera]
ik wil u het verhaal vertellen van Francesco Spiera. Francesco was een Italiaanse advocaat uit de zestiende eeuw. Katholiek opgevoed, kwam hij in aanraking met de Reformatie, die toen in Europa verbreid werd. Hij werd een aanhanger van Luthers gedachten. Na enige tijd werd Spiera door de beruchte Inquisitie opgepakt. Bijna een maand lang werd gaf Francesco verhoord – dat was ongetwijfeld een zware tijd. Bij elk verhoor merkte hij dat hij zéér zware straffen kon krijgen, en na elk verhoor ging hij weer naar een donkere cel… Thuis had hij een vrouw en een groot gezin. Uiteindelijk gaf Francesco toe: hij zou zijn nieuwe geloof afzweren. Behalve een geldboete kreeg hij dan verder geen straf. Dat afzweren werd een hele ceremonie, in de grote San Marco-kathedraal van Venetië, en de week erna moest hij dat nog een keer herhalen in zijn eigen stad.
Toen Francesco eindelijk weer thuiskwam bij zijn gezin, kreeg hij direct last van hevige wroeging. Hij had de waarheid verloochend! Want al had hij de protestantse ideeën afgezworen, in zijn hart geloofde hij er wel in. Hij was een leugenaar en een loochenaar! Hij meende dat er voor hem geen vergeving meer was. Hij had de onvergeeflijke zonde gedaan, dacht hij. De zonde tegen de Heilige Geest. Hij zakte weg in wat wij nu zware depressies zouden noemen. Ook lichamelijk verzwakte hij, en binnen een jaar was hij overleden, in wanhoop.
Een droevige geschiedenis! En zo zijn we meteen bij het onderwerp van vanavond. De zonde tegen de Heilige Geest. Die zonde, waarvan Jezus zegt, we hoorden het net, dat er geen vergeving voor is. Had Francesco die zonde begaan? Zijn verhaal werd in elk geval in heel Europa doorverteld als waarschuwend voorbeeld.
[angst bij mensen]
Het is nogal wat: een zonde waar geen vergeving voor is! Dan mag je daar wel zéér voor op je hoede zijn. Want mocht je daartoe komen, dan is er geen hoop meer immers! Niet verwonderlijk daarom, dat deze vreselijke gedachte mensen de eeuwen door heeft gefascineerd – en gekweld. Mensen vroegen en vragen zich af of zij deze zonde niet gedaan hebben. Het kan een bron van angst en duisternis worden. Een dwanggedachte zelfs. Juist kwetsbare mensen kunnen er soms heel erg mee zitten.
Het is daarom belangrijk om eens duidelijk te krijgen wat deze zonde wél, en wat ze niet inhoudt. Uit pastoraal oogpunt, om mensen bij te staan die ermee worstelen. Maar ook om gewaarschuwd te zijn, opdat we er vér vandaan blijven.
[misverstanden: wat niet]
Laat ik eerst eens een paar dingen opnoemen die het niet zijn. De ‘zonde tegen de Heilige Geest’, de ‘onvergeeflijke zonde’, is níet God of Christus verloochenen. Francesco Spiera had dus geen gelijk met zijn wanhoop. Natuurlijk, wat hij deed was verkeerd! Maar denk eens aan Petrus uit de Bijbel. Petrus verloochent Jezus ook, drie keer maar liefst. Toch kreeg hij vergeving, hij mocht zelfs de kerk leiden.
De zonde tegen de Heilige Geest is ook niet ‘zondigen tegen beter weten in’, zoals weleens gedacht werd. Denk weer aan Petrus, die was nota bene een paar uur eerder door Jezus gewaarschuwd. Of denk aan David en dat gebeuren met Batseba. Hij wist héél goed dat dat niet kon! Maar toch kregen David en Petrus vergeving.
Het gaat ook niet bepaalde seksuele zonden. Ja, er staat wel in de Bijbel dat je lichaam een tempel is van de Heilige Geest. Maar dat betekent niet dat zonden met of tegen je lichaam dus ‘de’ onvergeeflijke zonde zijn. In het hele verband waar Jezus spreekt, gaat het niet over seksualiteit of wat dan ook.
De zonde tegen de Heilige Geest bestaat ook niet zomaar in vloeken of God lasteren. Natuurlijk is dat heel erg. Maar ik noem dit speciaal, omdat er mensen zijn die te maken hebben met dwangmatig vloeken en lastering. Soms hardop, maar meestal van binnen. Dat daar allerlei erge dingen opborrelen tegen God. Heel erg, als je daarmee te maken hebt! Maar het zou helemaal triest zijn als je dan ook nog jezelf alle hoop op de zaligheid moest ontzeggen. Nee, zeker niet! Blijf dan júist op Gods genade hopen! Die is er, ook voor jou!
[Bijbelgedeelte]
Laten we snel kijken wat het dan wél is. Dan moeten we het hele verband bekijken van de tekst. Jezus wordt in vers 18 gepresenteerd met woorden van de profeet Jesaja. Hij is de Knecht van de Heer, op wie de Geest van God rust. Dáár moeten we beginnen. Jezus verricht vervolgens een heel groot wonder, door de kracht van de Geest. Hij geneest een bezetene die blind en stom was. Dat was ongekend! In hoofdstuk 9 genas Jezus al een bezetene die alleen stom was, en toen riepen de mensen uit “zoiets is nog nooit vertoond in Israël!”. U moet weten, er waren wel duiveluitdrijvers actief in die tijd, Jezus zegt het zelf, maar die konden geen mensen genezen die niet spraken. De tactiek van hen was namelijk om de demon die in iemand zat zijn naam te laten zeggen. Deze naam gebruikten ze dan om de demon met kracht te bevelen om weg te gaan. Als een bezetene echter niet kon spreken, konden ze daar niets mee! Jezus echter wel. Hij verricht hier een ongekend wonder.
Dat wonder roept reactie op. De mensen roepen: is dit niet de zoon van David? Ze gaan in Jezus geloven. Maar enkele Farizeeën zeggen: Jezus doet dit door duivelse macht! Kijk, en over deze reactie gaat het! Jezus toont eerst aan dat hun reactie nergens op slaat. De duivel gaat zichzelf toch niet tegenwerpen? En vervolgens komt die waarschuwing. ‘De lastering tegen de Geest zal niet vergeven worden’.
Zo zijn we bij de ‘zonde tegen de Heilige Geest’ zoals het vaak genoemd wordt – al staat er dus eigenlijk ‘lastering tegen de Heilige Geest’. Wat dat inhoudt, zagen we gedemonstreerd. Jezus doet door de kracht van Gods Geest iets geweldigs. De Farizeeën kunnen het niet ontkennen. Maar uit pure boosaardigheid noemen ze Gods werk duivelswerk. Ze noemen zwart wat wit is. Ze weigeren Jezus’ macht te erkennen, ze verzetten zich hardnekkig tegen God. Kijk, en dát is de zonde tegen de Heilige Geest. Zwart wit noemen. Niet willen buigen voor Gods macht, uit haat en afkeer. En dat niet zomaar in een opwelling, maar structureel! In vers 15 hiervoor konden we al lezen hoe ze overlegden om Jezus te vermoorden. En in het vervolg zal blijken hoe ze volharden in houding.
[wat is het wel]
De zonde tegen de Heilige Geest is dus geen zonde tegen de Wet. Niet een overtreden van bepaalde geboden. Het is een zonde tegen het Evangelie. Het is het bewust en boosaardig afwijzen en haten van Gods goedheid die naar je toekomt.
Dit gaat nog een hele stap verder dan ongeloof. Er zit iets onlogisch in, iets duivels. Het goede van God niet willen hebben juist omdát het het goed van God is. De farizeeën konden niet ontkennen dat er een groot wonder gebeurd was. Lang niet iedereen die het gezien had ging echt geloven, neem ik aan. Maar het is nog een enorme stap verder om dan degene die dit goede doet, te háten, zwart te maken, als duivelswerker weg te zetten. Gods werk niet kunnen ontkennen, en er toch niets mee te maken willen hebben.
[de zonde nú. Waarschuwing]
Laten we dit alles eens naar nu trekken. Voor zover dat kan tenminste. Er zijn wel uitleggers die zeggen dat je deze zonde alleen kon begaan toen Jezus op aarde was, maar dat geloof ik niet. Gods Geest werkt ook nu! Toch denk ik dat het niet eenvoudig is om nu tot deze zonde te komen. Dat doe je niet even ‘per ongeluk’ in een onbewaakt ogenblik. Allereerst is er een situatie nodig dat duidelijk Gods macht merkbaar is, net als bij dat wonder van Jezus. In een hedendaags wonder misschien, of in een gemeente waar ze dicht bij God leven, of in iemand die geduldig lijden om het geloof verdraagt. Dan is ten tweede nodig dat je ook echt beseft dat dit van God is; dat wonder, of die geloofseenheid, of die kracht, of… En tenslotte, dat je er tóch niets mee te maken wilt hebben, maar ermee spot, en het haat; kapot zou willen maken. Zoals soms in vervolging de haat groter wordt naarmate een christen op God blijft vertrouwen onder de martelingen. De zonde tegen de Heilige Geest zal juist dáár begaan wordt waar God merkbaar aan het werk is. Want daar is hoogspanning! Daar komt soms ook ineens de ongefundeerde afkeer omhoog in haat en spot.
Maar laten we het iets breder trekken. Helaas heb je ook nu mensen die in pure vijandschap tegen God en geloof, Jezus en kerk leven. Ik denk aan mensen als Maarten ’t Hart, de bekende schrijver. Hij móet het geloof aanvallen en belachelijk maken, lijkt het wel. Hij heeft zelfs een hele serie hatelijke boekjes geschreven, niet zijn bekendste werk, ‘de Schrift betwist’, tégen God en de Bijbel. Of denk aan iemand als Richard Dawkins, de evolutiebioloog en militante atheïst. Christelijk opgevoed, maar nu zéér anti. Ik zou trouwens van hen niet durven zeggen dat zij de zonde tegen de Heilige Geest hebben begaan – we weten niet hoeveel ze van God gezien hebben tegen Wie ze zich afzetten. Als u of ik ze zouden spreken, hebben we de plicht om te op te roepen tot bekering. Maar menselijkerwijs zijn deze mensen zo ver heen, dat ze voorbij het ‘point of no return’ zijn. Alleen een wonder kan hen nog redden.
Maar laten we het nog dichter bij onszelf zoeken. We kunnen ongemerkt één of twee stappen doen in de richting van dat vreselijke ‘point of no return’. Als er bijvoorbeeld wordt gesproken over wonderen die Gods Geest in onze tijd doet, genezing of wat dan ook, laten we dan oppassen dat we het niet afserveren of belachelijk maken – zoals soms helaas gebeurt, juist door hedendaagse Farizeeërs. Kán Gods Geest niet zulke dingen doen? Onthoud je liever van oordeel als je de zaak niet nauwkeurig onderzocht hebt. En onderzoek je hart eens: verlang je er eigenlijk naar dat een genezingswonder ontmaskerd wordt, of hoop je dat iets van Gods grootheid blijkt in onze tijd? Of denk aan iemand die tot geloof komt en een heel ander mens wordt. Ben je blij, of heb je de neiging om erom te lachen? Denk aan missionaire initiatieven. Heb je meteen allerlei kritiek, of hoop je dat dit van de Geest is en zet je je in? Dit zijn allemaal dingen die juist kerkmensen kunnen doen! Wie van God niet weet, loopt geen gevaar voor deze zonde.
Dit is de ernstige les uit de woorden van Jezus: je kunt jezelf zó afsluiten voor God, dat je reddeloos verloren raakt. Dat je je niet eens wílt bekeren. En het angstige: dat kan terwijl je heel gelovig doet. De Farizeeën waren serieuze mensen. Maar ze sloten zich af voor God, voor Jezus, voor het werk van de Geest als dat inbreuk op hun vastheid maakte. Daarom: pas op dat u niet steeds harder wordt, en onvatbaarder voor de Geest. Pas op dat je nóóit spot met dingen van God, dat je de Geest niet lastert. Of, als ze het zo bont niet maakt, dat je de Geest niet uitblust, of bedroeft. Een ernstige waarschuwing!
[pastoraal ingaan op angsten]
Maar nu nog even voor degene die vreest dat hij of zij reddeloos is, omdat je deze zonde hebt begaan. Ik vrees dat daar vaak niet tegenop te redeneren is, vaak zit er méér achter. Maar dit wil ik zeggen. Als eerste, leg jezelf eens naast wat ik heb gezegd. Is je hart werkelijk zo gesteld als bij die Farizeeën? Wil je werkelijk niets met God te maken hebben? Haat je alles wat van Hem is? Dat geloof ik toch niet – anders zat u hier nu. Dan zoekt u Hem toch ook?
Vreest u toch dat u de zonde tegen de Heilige Geest gedaan hebt? Laat me dan dit zeggen. Als u vreest dat u het gedaan hebt, als u bezorgd bent over uzelf, dan heb u deze zonde níet gedaan. Zeker niet. Want wie in deze zonde valt, die is daar helemaal niet bezorgd over. Die rent door als een blind paard. Weet u waarom deze zonde niet vergeven zal worden? Omdat wie zo in het leven staat, niets met God te maken wil hebben. Dan zóek je geen vergeving, dan héb je geen berouw. Het is geen kwestie van wel bij God willen terugkeren maar niet mogen van Hem. Die Farizeeën wilden helemaal niet! Ze hadden niet eens het idee dat ze vergeving nodig hadden. Dus: vreest u ervoor, dan hoeft u juist niet te vrezen!Trouwens, deze zonde doe je niet zomaar per ongeluk. Het is het eindpunt van een heel traject.
Mocht u toch voortdurend met deze angst leven, dan is dat eerder een dwanggedachte die door de duivel gebruikt wordt om uw leven te vergallen. Het is wijs om daarvoor hulp te zoeken bij bekwame mensen, pastorale en vaak ook psychologische hulp.
[slot]
De zonde tegen de Heilige Geest. Een ernstig onderwerp. Je kúnt dus al in dit leven onherstelbaar van God vervreemd raken. Verhard. Laten we waken, dat we ook maar niet een klein beetje in die richting gaan. Laten we Gods werk nooit bespotten en er hatelijk over doen.
Echter, laten we vooral niet blijven hangen bij de tweede helft van de tekst. Dat zou de boze wel willen, die focust op het negatieve! Luister eens naar die éérste helft. “Elke zonde en lastering zal de mens vergeven worden”. Dat is ruim! Daarom: zijn er dingen in uw leven die niet deugen, die u laten twijfelen aan Gods genade voor u…. dingen die telkens terugkeren wellicht: belijd ze dan voor God. Hij laat nóóit iemand staan die met een vraag om vergeving tot Hem komt. Dat getuigt juist onze tekst van, en nog wel honderd andere Bijbelteksten ook! Denk nooit dat het hopeloos is. Wees maar niet bang dat u te slecht bent. Denk aan Petrus en David en andere gevallen gelovigen. Jezus leert ons te vergeven, 70 maal 7 maal. Zou Hij dan zelf niet net zo ruimhartig vergeven?
Hopeloos is het alleen als je zelf niet van God wilt weten. Dát is de zonde tegen de Heilige Geest. Als u níet tot Hem gaat, niets met Hem wilt hebben, dan, ja dan… dan is er geen vergeving. Maar God zal nooit buitensluiten wie met berouw komt. Ook niet als je denkt dat jouw zonde onvergeeflijk is. Zijn genade is groter! Slechts wie zichzelf buitensluit, moet het missen.
Amen